Drieslag

Afgelopen week werd ik geattendeerd op de rede die Jolande Sap, de kersverse voorzitster van Groen Links, hield op een bijeenkomst over progressieve samenwerking op 16 januari jl. De toespraak ziet er op papier goed uit. Maar het uitspreken van de rede, het brengen van de woorden, het inspelen op een volle zaal, dat is andere koek. Verschillende cd‘s (communicatiedeskundigen) op internet betogen, dat haar toespraak duidelijk maakt hoe het niet moet en bestempelen haar performance daarmee tot geschikte leerstof voor workshops en trainingen als presenteren, jezelf voor het voetlicht brengen en ik en mijn publiek. Zo zou ze de bekende drieslag niet goed uitbuiten, de applausmomenten verkeerd inschatten en zich te veel uitleveren aan de zaal. Voor elke komiek is timing het belangrijkste instrument en hij (zij) weet dat hij bepaalt wanneer het publiek lacht. Niet andersom. Zo werkt het ook met applaus. Je moet ernaar toewerken en het op het juiste moment halen. Niet te vroeg. Niet te laat. Goed gedoseerd over de totale toespraak. Je moet er zeker niet op wachten of erom vragen. En je moet je niet dankbaar tonen voor applaus. Het moet er volkomen natuurlijk uitzien. Alsof het niet anders kan dan dat op dat, dat en dat moment de spreker een weldadig, enthousiast en klaterend applaus ten deel valt. Verschillende verhalenvertellers, communicatiedeskundigen en psychoterapeuten zijn de laatste jaren in het gat gedoken dat de crisis in de markt heeft geslagen. Die leemte noemen zij gebrek aan leiderschap. In doorwrochte en dure cursussen brengen zij de deelnemers de kneepjes van het leiderschap bij. Vaak aan de hand van modellen die gebaseerd zijn op The Hero with hte Thousand Faces van Joseph Campbell. Hoe kun je je eigen levensverhaal en carriѐre definiëren als een verhaal en ze op basis van dat besef verder ontwikkelen? Hoe kun je je eigen identiteit (als persoon, als leider, als merk, als organisatie) opvatten als een effectief verhaal en daarmee anderen aanspreken, inspireren en overtuigen. Ze vinden dus niet opnieuw het wiel uit (zoals de titel van het boek van één van hen suggereert) maar borduren voort op Campbell’s bijbel en bouwen deze, gelardeerd met filmfragmenten en ander beeldmateriaal, uit tot modellen als ‘Double Healix’. Laat ik me, de drieslag indachtig, beperken tot drie filmfragmenten waaraan Jolande Sap iets zou kunnen hebben.

In de Hollywoodfilm (er komt water en geen gas uit de douches) Schindler’s List (1993) laat Spielberg ons in het zwart wit van de archiefbeelden uit de tijd van de Tweede Wereldoorlog (alleen het Joodse meisje heeft rood in haar kleding en het slot waarin de overlevenden bloemen leggen op het graf van Schindler in Jeruzalem, is in kleur gefilmd) zien, hoe ruim 1100 Poolse Joden deze verschrikkelijke periode overleven dankzij de inspanningen van nazi-zakenman Schindler. Deze handelt aanvankelijk


uit winstbejag maar trekt zich gaandeweg het lot aan van zijn werknemers. Met het aan hen verdiende geld koopt hij verschillende hoge nazi’s, in wier kringen hij regelmatig verkeert, om en zo weet hij zijn nering draaiende te houden en daarmee de op zijn lijst geplaatste Joden uitzicht te bieden op overleving. Kort voor het einde van de oorlog, wanneer de Duitsers gecapituleerd hebben, houdt hij een toespraak tot zijn werknemers. Liam Neeson, een Noord-Ierse acteur, speelt de rol met verve. Hij herinnert de toegestroomde arbeiders, die ook letterlijk tegen hem opzien, kort aan hun coöperatie in de fabriek, aan de zware arbeid, aan hun samen gevoerde strijd. Dan benoemt hij het heden. Nazi-Duitsland capituleert. Het Duitse leger probeert nog uit te roeien wat mogelijk is. Stante pede daagt hij de verzamelde Duitse Nazi-soldaten, die nog altijd het geweer in de aanslag houden, uit òf de verzamelden neer te schieten òf zich direct uit de voeten te maken. Ze doen het laatste. Schoorvoetend. Dan schetst hij kort de toekomst. Hij zal opgepakt worden door de geallieerden. Dat heeft hij ook verdiend. Zij moeten hun biezen pakken. Overleven. Niet plunderen maar naar gebieden trekken waar ze weer vrij zullen zijn. Hij vraagt stilte voor hen die gevallen zijn. Het is een Spielbergproductie die, evenals La vita ѐ bella (1997), de mogelijkheid van te overleven benadrukt in plaats van de totale zinloosheid te accentueren, het is een zwaar beladen oorlogssituatie, en Schindler is een opportunist die na de oorlog vooral gemeden werd. Maar zijn toespraak op dat moment in de film werkt wel en mist ook zijn uitwerking op het filmpubliek niet. Door de overtuigingskracht waarmee Schindler zijn woorden brengt, zijn verwijzing naar een gemeenschappelijke onderneming, zijn beroep op solidarideit, het benoemen van de vijand en het tonen van eigen kwetsbaarheid. Hij aast niet op dankbaarheid, hij wil niet persé aardig gevonden worden. Hij wijst de weg.

Scent of a woman (1992) is een totaal andere film. En de acteur Al Pacino verschilt van de acteur Liam Neeson. Ook de speech van deze blinde oud-kolonel Slade lijkt niet op die van de nazi-ondernemer Schindler, en toch ook weer wel. In één van de laatste scѐnes springt de voormalige kolonel in de bres voor de wat naïeve student Charlie. Ze hebben dan al de nodige avonturen meegemaakt. Slade wilde voor het laatst de bloemetjes buiten zetten in New York en had Charlie, die uit geldgebrek op zich had genomen om op de kolonel te passen, in zijn blinde tocht meegesleept. Arena voor de toespraak is de aula van de universiteit, waar een hoorzitting wordt gehouden over een escapade op de campus van een paar studenten. Charlie wordt onder druk gezet om namen te noemen maar hij zwijgt. Hij is geen verklikker, zoals Slade in zijn vlammende betoog in drie slagen, gemarkeerd door fysieke handelingen, dondert. Overtuigend maakt hij de zaal duidelijk wat het verschil is tussen vermeend en echt leiderschap. Behendig jongleert hij met andere contrasten als die tussen jeugd en ouderen, tussen verleden en toekomst, tussen cynisme en hoop. Al Pacino balanceert op het randje van schmieren (niet doen, Jolande), maar bindt op tijd in, en gaat rustig zitten. (Jawel, een Oscar). Geen enkel teken dat hij applaus verwacht. Dat komt er gewoon. Eerst aarzelend. Maar dan klaterend. De hoorzittingscommissie is te kijk gezet en kiest (evenals de Duitse bewakers) eieren voor haar geld.

In The great dictator (1940) parodieert Chaplin op grandioze wijze de leider van Nazi-Duitsland. Hij maakt hem – met name in zijn redevoeringen – volkomen belachelijk. Chaplin was al in 1937 aan de film begonnen. Achteraf verklaarde hij, dat hij ‘m nooit uitgebracht zou hebben, als hij geweten had wat het bewind van Hitler zou aanrichten. Als Adenoid Hynkel persifleert Chaplin het pathetisch gebral van De Leider in een jabbertalk waarin af en toe Duitse woorden zijn te herkennen. Afgemaakt met idiote fysieke reflexen. En met een door De Leider bediende applausmachine. Als de Joodse kapper houdt hij, wanneer deze aan het eind van de film in een situatie van misverstand geprest wordt om te speechen, een toespraak die in al zijn idealisme (nu, voor ons, misschien wat al te sentimenteel) volkomen het tegendeel is. Geen luidruchtige pathetiek, geen stuiptrekkend lijf, maar een persoon die beheerst, moedig, kwetsbaar en met overtuiging een pleidooi houdt voor vrede en verdraagzaamheid. Die de hoop dat het goede altijd overwint bij zijn publiek weet aan te wakkeren. Resultaat: niet-geregisseerd applaus.

Zijn het truukjes? Zijn applausmomenten te regisseren? Is de toespraak maakbaar? Is het medium de boodschap (Woody Allen parodieert Mc Luhan’s uitspraak recht voor de camera in Annie Hall)? Alle mediaspecialisten, communicatiedeskundigen en spindoctors denken van wel. Jolande Sap zal het ons leren. Dat verdient Groen Links.

Dick Gilsing

4 opmerkingen:

  1. Sap beticht van achterkamertjespolitiek:

    http://binnenland.nieuws.nl/627182/sap_beticht_van_achterkamertjespolitiek

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zou het communicatief minder goed overkomen tijdens toespraken van Jolanda Sap niet ook komen, doordat ze eigenlijk weinig te vertellen heeft en de werkelijke uitdagingen negeert. Toespraken van veel politieke partijen zijn een waas van wollig en verhullend taalgebruik en dat is vooral zo als het over de islam en aanverwante problemen gaat. D66 leider Pechtold zou technisch misschien beter kunnen communiceren, maar ook bij hem is het vanwege de inhoudsloosheid slaapverwekkend. Ook al beheerst hij de debateertrukjes goed, maar zonder inhoud is het toch niet veel. Heb je inhoud dan is goede communicatie zeer belangrijk om het punt onder de aandacht te brengen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. De vergelijking met Charlie Chaplin is niet geheel correct, want Chaplin heeft voordat hij populair werd in de film ervaring opgedaan in het theater. Ik meen mij te herinneren dat zijn familie al generaties lang op het toneel stond. Hij weet daarom als geen andere hoeveel lettergrepen er in een zin moeten zitten voordat het publiek reageert.

    Jolande Sap heeft het nadeel dat ze Femke Halsema is opgevolgd. En ondanks dat ik dit weet heb ik mijzelf er al meerder keren op kunnen betrappen dat ik steeds weer een fractie van een seconde dacht dat Femke heur haar anders heeft gedaan. Jolande Sap moet zich nog bewijzen. Het trucje dat Femke wel eens uithaalde dat gaat echt niet meer. Koketteren met haar vrouwelijke kanten, zwakte of gebrek aan bijval. Dat moet welhaast een trucje zijn, want men wordt niet gevraagd om op het pluche te komen zitten als men niet bikkelhard en berekenend is.

    Het kundig toespreken van een zaal is iets dat niet veel mensen is gegeven. Maar er is meer dan een zaal toespreken, tegenwoordig is ook goed overkomen, schalks lachen zoals Femke, of anders appelleren aan de doelgroep van belang. Wie gaat er nog naar een zaal om iemand te horen spreken, gelikte soundbites en 45 seconden op YouTube zijn belangrijker.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. De toespraak van Sap heb ik niet gehoord. De 3 genoemde films heb ik niet gezien, maar de insteek van dit verhaal is wel een aardige insteek voor Jolande Sap.

    BeantwoordenVerwijderen