Eigenschap 6.
Umberto Eco: “Oerfascisme komt voort uit individuele of sociale frustratie.”
In de islamitische landen is er een demografische explosie geweest die hun leiders gewoonweg niet aankonden. Ze waren niet in staat te voorzien in banen, huisvesting, gezondheidsfaciliteiten en transport; de inflatie liep hoog op, alles werd nog verergerd door mensenrechtenschendingen (marteling, standrechtelijke vonnissen, executies, enzovoort). Dit falen werd keurig door de islamisten uitgebuit om hun prestige en macht te vergroten, wat weer heeft geleid tot een toenemende vraag naar een verdere islamisering van de maatschappij. Een andere essentiële factor in de huidige islamitische herleving heeft te maken met de identiteitscrisis van de islam als gevolg van het westerse overdonderende economische en culturele succes, dat in contrast staat met de relatieve mislukkingen op economisch en cultureel vlak, alsook inzake de mensenrechten, in de islamitische wereld van na de onafhankelijkheid. Deze mislukkingen hebben geleid tot nog meer frustratie, nijd en haat ten opzichte van het Westen, en een overdreven klemtoon op hun islamitische identiteit. En “aangezien voor moslims de islam per definitie beter is dan alle andere geloofsovertuigingen, kunnen de mislukkingen en tegenslagen van moslims in deze wereld slechts betekenen dat ze niet de authentieke islam beoefenen, en dat hun staten geen echte islamitische staten zijn. De oplossing is daarom om terug te keren naar de pure, authentieke islam van de Profeet en zijn Gezellen, een verwerping en eliminatie van vernieuwing en innovatie, die het geloof hadden ontwricht en gecorrumpeerd en die de islamitische maatschappij hadden verzwakt…”
Eigenschap 7.
Umberto Eco: “… Aan de wortels van de Oerfascistische psychologie staat dus de obsessie van een complot, mogelijk een internationale samenzwering. De volgelingen moeten zich belegerd voelen. De gemakkelijkste manier om de hand te leggen op de samenzwering is de oproep tot xenofobie. Maar het complot moet ook van binnenin komen: Joden zijn meestal het beste doelwit omdat ze
het voordeel hebben zich tegelijk er binnenin en erbuiten te bevinden.”
Een geloof in internationale samenzweringen, complottheorieën dus, is de sleutel om de politiek van het Midden-Oosten te begrijpen. Zoals Daniel Pipes vermeldde in zijn bejubelde studie, The Hidden Hand, The Middle East Fears of Conspiracy (‘De verborgen hand, de angsten van het Midden-Oosten voor een samenzwering’): “… Wie hoopt het Midden-Oosten te begrijpen, moet het vertekende beeld als gevolg van samenzweringstheorieën erkennen, ze begrijpen, er rekening mee houden en er zelfs op anticiperen. Conspiratisme [het geloof in internationale intriges of samenzweringen] biedt een manier om de politieke cultuur van het Midden-Oosten te begrijpen.” Verrassend genoeg hebben de meeste leidinggevende moslimdenkers en -actoren van de twintigste eeuw samenzweringstheorieën naar voren gebracht als excuus voor de continue culturele en economische achterstand van de islamitische landen; de grote invloed en continue aanwezigheid van zulke theorieën wijst op een weigering van moslims om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen falen. Zoals Pipes in zijn briljant werk stelt: “Hoewel grootse samenzweringstheorieën in het Midden-Oosten slechts op het einde van de negentiende eeuw de kop opstaken, reikt hun thematiek veel verder; ze grijpt inderdaad regelrecht terug naar de tijd van de Profeet Mohammed. Breder gezien herinterpreteren samenzweringstheorieën de gehele islamitische geschiedenis, waarbij middeleeuwse teksten worden uitgepluisd om samenzweringsinstanties te lokaliseren, vooral bij christenen en Joden.”
Eigenschap 11.
Umberto Eco: “(…) Iedereen wordt opgevoed om een held te worden. (…)
Deze cultus van heroïsme is strikt verbonden met de cultus van de dood. In niet-fascistische maatschappijen wordt aan het lekenpubliek verteld dat de dood niet prettig is, maar dat men er met waardigheid mee moet omgaan; aan gelovigen wordt verteld dat het een pijnlijke manier is om bovennatuurlijk geluk te verkrijgen. In tegenstelling hiermee verlangt de Oerfascist naar een heroïsche dood, geprezen als de beste beloning voor een heroïsch leven. De Oerfascistische held kan niet wachten om te sterven. In zijn ongeduld stuurt hij vaker andere mensen de dood in.”
Umberto Eco’s negende eigenschap is heel goed te verbinden met eigenschap nummer elf, dus ik houd de tiende eigenschap voor later.
De totalitaire natuur van de islam is nergens duidelijker dan in het concept van de jihad, de heilige oorlog, waarvan het ultieme doel de verovering van de hele wereld is en de onderwerping van iedereen aan het ene ware geloof, aan de wet van Allah. Enkel en alleen aan de islam werd de waarheid verstrekt; daarbuiten is er geen kans op verlossing. Het is de heilige plicht – een overheersende religieuze plicht vastgelegd in de Koran en de Tradities – van alle moslims om de islam tot de hele mensheid te brengen. De jihad is een goddelijke instelling, speciaal opgelegd om de islam te bevorderen. Moslims moeten strijden, vechten en doden in de naam van God:
ix.5: “Dood hen die zich tot andere goden richten met God, waar je ze ook kan vinden.”
iv.76: “Diegenen die geloven, vechten in de naam van God...”
viii.12: “Ik zal terreur zaaien in de harten van de Ongelovigen, hun hoofden afhakken, en elke vingertop van hen afsnijden.”
viii.38-39: “Zeg aan de Ongelovigen: als ze hun ongeloof opgeven, dan zal datgene wat nu voorbij is hen worden vergeven; maar als ze zich er opnieuw toe wenden, dan staat hun de verdoemenis van de vroegere geslachten te wachten! Vecht dan tegen hen tot de strijd voorbij is en de godsdienst geheel die van God zal zijn.”
ii.218: “Maar zij die geloven, en [met Mohammed van Mekka naar Medina] uitgeweken zijn, en vechten in de naam van God, mogen hopen op genade van God: en God is Genadig, Barmhartig.”
Het is een zware zonde voor een moslim om de strijd tegen de ongelovigen te vermijden. Zij die dit doen zullen branden in de hel:
viii.15-16: “Gelovigen, als gij de ongelovigen ontmoet die de strijd voorbereiden, keer hen dan niet uw rug toe. Wie hun de rug toewendt, zal de woede van God ondergaan en de hel zal zijn thuis worden: inderdaad een slecht verblijf.”
ix.39: “Als je niet vecht, zal Hij jou ernstig straffen en anderen in jouw plaats zetten.”
Diegenen die al vechtend sterven voor hun enige echte geloof, de islam, zullen ruimschoots in het leven hierna worden beloond:
iv.74: “Laat degenen vechten in de naam van God die het leven op deze wereld inruilen voor het leven dat moet komen; want wie vecht op het pad van God, of hij nu gedood wordt of overwint, We zullen hem een mooie beloning geven.”
Bovengenoemde verzen tonen heel duidelijk aan dat de Koran niet spreekt over metaforische gevechten of morele kruistochten; de Koran spreekt over het slagveld. Dat men in een heilig boek dergelijke bloeddorstige bepalingen leest is choquerend.
De mens wordt onderverdeeld in twee groepen: moslims en niet-moslims. De moslims zijn de leden van de islamitische gemeenschap, de oemma, die gebieden bezit in de dar al-islam, het land van de islam, waar het woord van de islam volledig worden verkondigd. De niet- moslims zijn de harbi, mensen van de dar al-harb, het land van oorlogsvoering. Dat is elk land dat toebehoort aan de ongelovigen (infidels) en dat niet door de islam werd overwonnen, maar dat niettemin is bestemd om door bekering of door oorlog (harb) over te gaan naar het islamitische rechtsgebied. Alle oorlogshandelingen zijn toegestaan in de dar al-harb. Zodra de dar al-harb is onderworpen worden de harbi krijgsgevangenen. De imam kan met hen doen wat hij wil naargelang van de omstandigheden. Wee de stad die zich verzet en die door het islamitische leger met veel geweld wordt ingenomen. In dat geval hebben de bewoners geen rechten, en zoals Steven Runciman in zijn The Fall of Constantinople 1453 (Cambridge University Press, 1990) zegt:
“Het veroverende leger mag drie dagen onbeperkt plunderen; en de vroegere bidplaatsen worden tezamen met elk ander gebouw de eigendom van de veroverende leider; hij mag ze vernietigen als hij dat wil. Sultan Mehmet [liet na de val van Constantinopel in 1453] zijn soldaten toe gedurende drie dagen te plunderen, waarop ze recht hadden. Ze drongen de stad binnen. (...) Ze vermoordden iedereen die ze in de straten ontmoetten; mannen, vrouwen en kinderen, zonder onderscheid. Het bloed liep in rivieren langs de steile straten. (...) Maar weldra was de moordlust bevredigd. De soldaten realiseerden zich dat gevangenen en waardevolle objecten hen grotere voordelen zouden brengen.”
In andere gevallen werden ze verkocht als slaven, verbannen of behandeld als dhimmi’s, die zolang ze een reguliere taks betaalden als tweederangsonderdanen werden getolereerd.
Het is tegenwoordig gebruikelijk voor de apologeten van de islam, of het nu moslims of hun westerse bewonderaars zijn, om de jihad te interpreteren in de niet-militaire zin van ‘morele strijd’, ‘moreel streven’. Maar het is onjuist te beweren dat de Koran en de boeken over de islamitische wet spraken over ‘morele kruistochten’. Het is eerder zoals de arabist Rudolph Peters zegt in zijn definitieve studie over de jihad1: “In de islamitische wetsboeken betekent de term jihad gewapende strijd tegen de ongelovigen, wat ook een algemene betekenis is in de Koran.” Maar islamapologeten beweren nog steeds, zelfs wanneer ze toegeven dat echte gevechten worden bedoeld, dat de doctrine van jihad alleen spreekt over ‘defensieve maatregelen’. Ze beweren met andere woorden dat vechten enkel is toegestaan om moslims te verdedigen, en dat offensieve oorlogen onwettig zijn. Maar opnieuw, dat is niet de klassieke doctrine in de islam; zoals Peters duidelijk stelt werden de Verzen van het Zwaard in de Koran geïnterpreteerd als onvoorwaardelijke bevelen om te vechten tegen de ongelovigen, en verder hieven deze Verzen van het Zwaard alle vorige verzen betreffende de omgang met niet-moslims op. Peters vat de klassieke doctrine als volgt samen:
“De doctrine van de jihad, zoals vastgelegd in de werken over de islamitische wetgeving, ontwikkelde zich vanuit voorschriften van de Koran en het voorbeeld van de Profeet en de eerste kaliefen, wat opgetekend is in de Hadith; de kern van de doctrine is het bestaan van een enkele islamitische staat, die regeert over de hele oemma [moslimgemeenschap]. Het is de plicht van de oemma om het gebied van deze staat uit te breiden zodat zoveel mogelijk mensen onder zijn bewind worden gebracht. De ultieme bedoeling bestaat erin de hele aarde onder de heerschappij van de islam te brengen en het ongeloof uit te roeien: ‘Strijd tegen hen tot er geen vervolging meer is en het geloof geheel dat van God is.’ (soera ii.193; viii.39). De uitbreidingsjihad is een collectieve plicht (fard ala al-kifaya), die wordt vervuld als een voldoende aantal mensen daaraan deelneemt. Als dit niet het geval is, is de hele oemma aan het zondigen.”
1. Rudolph Peters (1996), Jihad in Classical and Modern Islam: A Reader, Markus Wiener Publishers
Dit is een fragment uit de tekst Islam, het Midden-Oosten en het fascisme van Ibn Warraq. De volledige tekst is te lezen in:
DE ISLAM
Kritische essays over een politieke religie - Wim van Rooy en Sam van Rooy (red.)
€ 29,95
784 pagina's
ISBN: 9789054877837
Meer info over boek en auteurs: hierr.
Bestellen?
(1) Voor degenen die de oorspronkelijke tekst van Eco willen lezen: kijk hier In wikipedia(en) worden ook tien van zijn kenmerken opgesomt.
BeantwoordenVerwijderen(2) Eco maakt zich er m.i. wat gemakkelijk van af met zijn inderdaad wat moeizame opsomming. Vind Jacques de Kadt (1939) vele malen helderder.
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenDeze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenAch ach, wat een hoogdravend gezemel..Alsof fascisme niet gewoon het idee is het staatsgezag in te palmen om de wereld naar je hand te zetten, al moet je de rechten, het geluk en de waardigheid van iedere sterveling onder je laarzen vertrappen..Daar kwam het en komt het tenminste steeds op neer sinds de wereld maakbaar werd gedacht, kunnen we nu wel vaststellen
BeantwoordenVerwijderenAls sophisticated deelnemers aan het openbaar discours moeten we kennelijk onze kostbare tijd verdoen aan blasé en overbodig geneuzel van vermoeide stadsfatten van de juiste couleur!
Ik las net in het NRC dat wie wil deelnemen aan ‘het debat’ beslist kennis moet nemen van een ellenlange verhaal van Bas Heyne over een sleutelmoment waarin hij het rechts-populisme heeft zien afrekenen met de waarden van de Verlichting, waarmee naar zijn mening de terugval van het westen in de barbarij een voldongen feit is geworden.
Ik vermoed dat hij hoopt dat de elite – “vaandeldragers immers van onze beschaving” - zich nog herpakt na zijn gezaghebbende exercitie, en zich op tijd herpakt om de teugels weer in handente nemen en het hoi polloi mild doch gestreng te leiden waar de historie noodzakelijkerwijs moet voeren.
Maar misschien ook zijn deze uitnodigingen tot alweer een salonschermutseling gewoon afleidingsmanoevres; vege pogingen het initiatief terug te brengen waar het hoort?
In handen weer van Ons Soort Mensen – de valsemunters die ons verderven willen?