Hadieth
Hierin vinden we vele overleveringen die de doodstraf voor afvalligheid eisen. Volgens Ibn Abbaas zei de profeet: ‘Dood hem die van godsdienst verandert’ of ‘onthoofd hem’.12 De discussie ging alleen over de aard van de doodstraf. Boekhari doet verslag van deze gruwelijke overlevering:
Overgeleverd door Anas: Sommige mensen van de Oeklstam kwamen tot de Profeet en omhelsden de islam. Het klimaat van Medina beviel hen niet, dus de Profeet droeg hun op naar de (kudde) kamelen van liefdadigheid te gaan om hun melk en urine te drinken (als medicijn). Aldus deden ze en nadat ze waren genezen van hun kwaal werden ze renegaat (afgekeerd van de islam, irtada), doodden de herder van de kamelen en namen de kamelen mee. De Profeet stuurde (een paar mensen) om achter hen aan te gaan en aldus werden ze opgepakt en teruggebracht, en de Profeet gaf opdracht hun handen en benen af te hakken en hun ogen te branden met hete stukken ijzer; hun afgesneden handen en benen mochten niet worden dichtgeschroeid voordat ze stierven.13
Aboe Dawoed heeft de volgende uitspraak van de profeet verzameld:
Ikrima zei: Ali verbrandde een paar mensen die zich terugtrokken uit de islam. Toen Ibn Abbaas hierover werd ingelicht, zei hij: Als ik het was geweest, had ik ze niet verbrand, want de Gezant van Allah zei: Legt niemand Allah’s straf op. Maar ik had ze gedood wegens de uitspraak van de Gezant van Allah, Doodt hen die van godsdienst veranderen.14
Met andere woorden: dood de afvalligen (met het zwaard), maar niet door
hen te verbranden, want dat is Allah’s straf voor overtreders in het hiernamaals. Volgens een overlevering van A’isha moeten afvalligen worden afgeslacht, gekruisigd of verbannen.15 Moet de afvallige de kans krijgen om berouw te tonen? Hier verschillen de overleveringen flink. In één overlevering weigerde Moe‘adh ibn Jabal te gaan zitten totdat een afvallige die naar hem was gebracht, werd gedood ‘overeenkomstig de beslissing van God en Zijn Gezant’.16 Maar in Aboe Dawoeds versie van deze overlevering lijken ze twintig nachten lang tevergeefs te hebben geprobeerd de afvallige te bekeren: ‘Aboe Boerda zei: Een man die de islam de rug toekeerde, werd naar Aboe Moesa gebracht. Hij nodigde hem uit ongeveer twintig dagen berouw te tonen. Toen kwam Moe‘adh en nodigde hem uit (de islam te omhelzen), maar hij weigerde. Dus werd hij onthoofd.’17 Aboe Dawoed geeft ook een voorbeeld van de profeet die een afvallige vergaf – uiteraard nadat de laatste had beloofd terug te keren tot de schaapskooi.18 Maar Ibn Hanbal, stichter van een andere hoofdschool van de islamitische wet, en anderen baseren zich op overleveringen waarin God van een afvallige geen berouw aanvaardt.
Onder de islamitische wet moet de mannelijke afvallige ter dood worden gebracht als hij volwassen is en in het volle bezit van zijn vermogens. Als een minderjarige jongen van zijn geloof afvalt, wordt hij gevangengezet tot hij meerderjarig is; volhardt hij in zijn afwijzing van de islam, dan moet hij ter dood worden gebracht. Heeft een persoon onder dwang gehandeld, dan wordt hij niet als afvallige beschouwd, zijn vrouw wordt niet van hem gescheiden en zijn land wordt niet geconfisqueerd. Volgens hanafieten en sji‘ieten wordt een vrouw in de gevangenis gestopt tot ze berouw toont en opnieuw de islam aanvaardt, maar volgens de invloedrijke Ibn Hanbal, de malikieten en de sjafi‘ieten wordt ook zij gedood. In het algemeen moet de executie met het zwaard worden voltrokken, ofschoon er voorbeelden zijn van afvalligen die dood werden gemarteld, gewurgd, verbrand, verdronken, doorboord of gevild. Kalief Oemar bond ze vroeger aan een paal en liet lansen in hun hart stoten en sultan Baybars II (1308-1309) maakte marteling legaal.
Moeten er pogingen worden ondernomen tot bekering? Sommige juristen nemen het onderscheid tussen moertadd fitri en moertadd milli over en beweren dat de eersten onmiddellijk ter dood moeten worden gebracht. Anderen leunen op soera IV:137 (Ziedaar! Zij die geloven, dan in ongeloof vervallen, dan weer gelovig worden en dan ongelovig en dan hun ongeloof nog vergroten, Allah zal hen nooit vergeven, noch zal Hij hen op het rechte pad brengen), dringen aan op drie pogingen tot bekering of sluiten de afvallige drie dagen op. Weer anderen betogen dat men op de cyclus van vijf gebeden per dag moet wachten en de ongelovige moet vragen de gebeden op te zeggen. Alleen als hij weigert op elke gebedstijd moet de doodstraf worden uitgevoerd. Als hij berouw toont en de islam opnieuw omhelst, wordt hij vrijgelaten.19
Het spreekt voor zich dat de moertadd een islamitische begrafenis wordt onthouden, maar hij lijdt ook onder andere beperkingen als burger. Zijn eigendom wordt door de gelovigen overgenomen; als hij berouwvol blijft, krijgt hij terug wat overblijft. Anderen stellen dat de eigendomsrechten van de afvallige slechts worden opgeschort; alleen als hij buiten het islamitisch gebied sterft, wordt zijn bezit door de moslimgemeenschap geconfisqueerd. Als de echtgenoot of de echtgenote het geloof verlaat, dan wordt de scheiding ipso facto voltrokken; de vrouw heeft dan recht op haar hele bruidsschat, maar het is niet nodig de scheiding aan te kondigen. Volgens sommige juristen is het huwelijk nog geldig als man en vrouw samen van hun geloof afstappen. Als echter de man of de vrouw afzonderlijk tot de islam terugkeert, wordt hun huwelijk ontbonden.20 Volgens Aboe Haniefa worden wettige handelingen als vrijlating (uit de slavernij), schenkingen, testament en verkoop opgeschort. Maar daar zijn niet alle juristen het over eens. Sommige sji‘itische rechtsgeleerden zouden vragen de islamitische wet over afvalligen zelfs buiten de Dar al-Islam toe te passen, in niet-islamitische landen.
Ten slotte moet volgens de sjafi‘ieten niet alleen uit de islam treden met de dood worden bestraft, maar ook afvalligheid van andere religies die niet samengaat met bekering tot de islam. Bijvoorbeeld, een jood die christen wordt, moet ter dood wordt gebracht, want de profeet heeft in het algemeen verordonneerd dat iedereen die ‘een ander geloof aanneemt’, moet worden gedood.21
Noten
5 Het hele gedeelte over afvalligheid leunt zwaar op het uitstekende, bondige artikel van W. Heffening, ‘Murtadd’, in Encyclopedia of Islam, 2de editie (Leiden: E.J. Brill, 1999); S. Zwemer, The Law of Apostasy in Islam (New York: Marshall Brothers Ltd, 1924); en ‘Apostasy from Islam’, in Dictionary of Islam, onder red. van T. Hughes (1885; herdruk, Delhi: Rupa & Co, 1988).
12 Ibn Maja, Hoedoed, baab 2; Al-Nasa‘i, Tahriem Al-dam, baab 14; Al-Tayalisi, no. 2689; Malik, Aqdiya, tr. 15; Al-Boekhari, Istitabat Al-murtaddien, baab 2; Al-Tirmidhi, Hoedoed, baab 25; Aboe Dawoed, Hoedoed, baab 1; Ibn Hanbal, i, 217, 282, 322.
13 Al-Boekhari, Sahieh, vert. M.M. Khan (New Delhi: Kitab Bhavan, 1987), deel 8, pp. 519-20.
14 Aboe Dawoed, Soenan, vert. Ahmad Hassan, deel 3, Kitaab al-Hoedoed, hoofdstuk 1605, Punishment of an Apostate, hadieth no. 4337 (New Delhi: Kitab Bhavan, 1990), p. 1212
15 Al- Nasa‘i, Tahriem Al-dam, baab 11; Qasama, baab 13; Aboe Dawoed, Hoedoed, baab 1.
16 Al-Boekhari, Maghazi, baab 60; Istitabat Al-murtaddien, baab 2, Ahkam, baab 12; Muslim, Imara, tr. 15; Aboe Dawoed, Hoedoed, baab 1; Ibn Hanbal v, 231.
17 Dawoed, Soenan, hadieth no. 4342, pp. 1213-14.
18 Ibid., hadieth no. 4346\
19 Al-Shafi‘i, Oemm, I, 228; Aboe Yoesoef, Kharaaj, 109. Geciteerd door Heffening in ‘Murtadd’.
20 ‘Apostasy in Islam’, p. 16.
21 T.W. Juynboll, ‘Apostasy’, in Encyclopedia of Ethics and Religion, onder redactie van Hastings, p. 626.
Fragmenten uit hoofdstuk 2, Afvalligheid, uit: Weg uit de islam. Getuigenissen van afvalligen.
Ibn Warraq, Meulenhoff, 2008. Vertaling Bernadette de Wit.
Bestellen?
Lees hier fragment 1.
Fragmenten uit hoofdstuk 2, Afvalligheid, uit: Weg uit de islam. Getuigenissen van afvalligen.
Ibn Warraq, Meulenhoff, 2008. Vertaling Bernadette de Wit.
Bestellen?
Lees hier fragment 1.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten