Honderd jaar geleden

Wat een geklungel was het die dag in Serajevo. Met onmetelijk fatale gevolgen. Honderd jaar na dato, op 28 juni j.l. kreeg Gravillo Princip er een standbeeld voor in Belgrado. En ook nog eentje in Oost-Serajevo. Historicus Guido van Hengel publiceerde onlangs een studie over deze “dweepzuchtigen Servischen melkbaard” (Het Handelsblad 30 juni 1914), en de Deense tekenaar Henrik Rehr bracht een stripboek, grafische roman heet dit genre tegenwoordig, over het clubje Bosnisch-Servische radicale jongeren uit, die door de Canadese historica Margaret MacMillan in haar net in het Nederlands verschenen 1914 – Hoe Europa de vrede liet varen voor de Eerste Wereldoorlog vergeleken wordt met fanatici van Al Qaida.

Honderd jaar na de moord op de Oostenrijkse troonopvolger Franz Ferdinand proberen geschiedkundigen, zoals ook de Australische Christopher Clark in Slaapwandelaars – Hoe Europa in 1914 ten oorlog trok, nog altijd te achterhalen wat precies de motor was van het conflict dat WO I heet.
Het verhaaltje rondom de schutter Princip hangt van idiote toevalligheden aan elkaar. Toneelgroep De Warme Winkel speelde er in het kader van het Holland Festival een hallucinerende voorstelling over. De Belgische schrijver Stefan Hertmans baseerde zijn aangrijpende roman Oorlog en terpentijn op de schriften van zijn opa die als frontsoldaat de ergste verschrikkingen in de loopgraven meemaakte. Maar bestonden die schriften wel?

Geen onderwerp waarover zoveel geschreven en gefilmd is als de Great War die het aanzicht van Europa totaal veranderde. Meer nog dan WO II. Twintig miljoen doden. Tegenwoordig een toeristische trekpleister in België en Noord-Frankrijk. Een onvoorstelbaar menselijk drama maar een vooruitgang voor de medische wetenschap. Een oorlog van scheikundigen, voor wie het slagveld een soort openluchtlaboratorium was voor de opkomende chemische industrie, die daarmee in WO II verder experimenteerde. Daarna kwam er weer vrede. Na 1945 moest de EU dergelijke menselijke drama’s in de toekomst in ons werelddeel voorkomen. De standbeelden voor Gravillo Princip zijn opgericht op het moment dat Servië en Bosnië-Herzegovina lid willen worden van de EU. Een provocerende actie? Of moeten deze beelden van de op het moment van de aanslag twintigjarige Princip, gegrepen door het anarchisme en het Servische nationalisme, als verzet tegen de walsende Weense adel, duidelijk maken, dat deze Bosnische boerenzoon eigenlijk aan de wieg stond van de EU? De toneelvoorstelling van De warme winkel wil duidelijk maken dat er niet één Princip is, alleen vele projecties, en dat hij nog altijd onder ons is.

In de zomer van 2012 stond ik op de plek waar Princip zijn schoten afvuurde. Een paar meter verder is een klein museum ingericht, waarin de gebeurtenissen van 28 juni 1914 – met een fatale kettingreactie als gevolg - uit de doeken worden gedaan. Niet alleen de aanslag zelf verliep absurd. Een lid van het groepje haakt af. Een bom stuitert onder het rijtuig van de troonopvolger en zijn vrouw weg en ontploft onder de wagen daarachter. Later op de dag besluit Franz de gewonden uit de volgauto in het ziekenhuis te bezoeken. De chauffeur slaat een verkeerde weg in, remt en komt tot stilstand voor het café waaruit op dat moment net de Bosnisch-Servische anti-held, die de aanslag inmiddels als mislukt beschouwt, naar buiten komt. Hij trekt zijn pistool en lost een paar schoten. Dan neemt hij – zoals gepland- gif in. Maar ook dat is geklungel. De cyaankali blijkt niet te werken. Zo belandt hij in de gevangenis waar hij vier jaar later ziek en uitgemergeld sterft.

In zijn studie over het begin van WO I trekt de Australische historicus Clark parallellen tussen de manier waarop Europa in 1914 richting mondiale oorlog ‘slaapwandelde’ en de huidig crisis op de Krim en in Oekraïne. Clarks boek is in Duitsland een bestseller, waarschijnlijk omdat hij de schuldvraag niet louter bij het Duitse keizerrijk neerlegt, zoals vaak is gebeurd. Uitvoerig beschrijft hij wat er in de zomer van 1914 allemaal misging in Berlijn, Wenen, Sint-Petersburg, Londen en Parijs. Zover zal het volgens hem nu in Oost-Europa niet komen. Daarvoor acht hij de onderlinge economische verknopingen te sterk. En de mensen zijn – aldus Clark – nu slimmer. Al vindt hij het wel een uitdaging die slimheid niet te verliezen.

Destijds gingen drie Europese rijken te gronde. Het Duitse keizerrijk, de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie en het tsaristische Rusland. Nu moet er één groot Europa ontstaan, waarvan nog steeds de vraag is wie daar vanaf wanneer bij moeten horen. Er zijn er ook die daar helemaal geen deel van willen uitmaken. De ‘grote vrede’ in Europa, al bijna 70 jaar lang, wordt nogal eens afgedaan als een achterhaalde rechtvaardiging van een Europese Unie. We vergeten trouwens bij het benoemen van die bijna 70 jaar vrede voor het gemak maar even de oorlog in datzelfde Servië en Bosnië-Herzegovina (en de rest van de Balkan), waar honderd jaar geleden WO I begon. Clark vergelijkt in zijn spraakmakende studie Slaapwandelaars het ultimatum van de NAVO aan Servië in 1999 inzake Kosovo met het ultimatum van Oostenrijk aan Servië in 1914. In een voorstelling als die van De Warme Winkel raakt 1914 even aan 2014. Als een elektrische vonk die overspringt. In deze theatraal-anarchistische verbeelding van het geheim genootschap De Zwarte Hand komt wat geschiedenis van honderd jaar geleden heet te zijn weer even heel dichtbij. Zoals ook in Oorlog en Terpentijn, de aangrijpende succesroman van Stefan Hertmans, of deze nu gebaseerd is op fictie of non-fictie. Het gaat daarin in ieder geval om de gruwelijke ervaringen van een jonge soldaat aan het front in België. Over zijn jong gestorven grote liefde. En over zijn verdriet daarna dat hij omzette in stille schilderkunst. En over een schrijver die de ontboezemingen van zijn grootvader verwerkt en in een kader zet. In het raam van WO I, het Interbellum, WO II, en wat er daarna gebeurde met Europa.

Dick Gilsing

2 opmerkingen:

  1. Princip vormde een aanleiding voor een oorlog.
    De oorzaak van WW1 kent helemaal geen verbinding met Gravillo . Dus waarom, dan een vergissing, bezig houden met een futiliteit ipv de werkelijke oorzaken.
    Het zijn de autoriteiten die jonge mensen naar het front sturen om politieke, dus geen noodzakelijke, doelstellingen te verwezenlijken.
    Het blinde geloof in de goedheid van de staat maakt dat ouders hun kinderen als schapen naar de slachtbank laten commanderen.
    Voor ouders is er geen enkel doel of belang gediend met het offer welk hun kinderen/jong volwassenen moeten brengen.
    En toch hebben zij hen laten gaan. De dood tegemoet.
    Nu voeren we geen oorlog meer.....menen velen.
    Want wij noemen onze oorlogen preventieve oorlogen. Wij. burgers, laten ons wel heel makkelijk misleiden met de smoes om voor twee jaar sgooltjes in Afghanistan te gaan bouwen.

    Er is geen oorlog en toch hebben wij (NATO) Libië gebombardeerd. Welk belang van de burger is hiermede gediend ?
    Wij (EU/NATO) hebben de rebellie tegen een legitiem staatshoofd georganiseerd, gefinancierd en van wapens voorzien.
    Welk belang van de Nederlandse burger is er gediend met de val van Assad ?
    En welk belang wordt er in de Oekraïne verdedigd ?

    Het zijn telkens maar weer de machthebbers, de staten, die tot oorlog besluiten, de economie in de afgrond storten en er op los moorden, nooit de ouders die hun kinderen moeten afstaan of de soldaten zelf.
    Hoog tijd dus om in de grondwet op te nemen dat het de staat verboden is om er een leger of politiemacht op na te houden.

    En hoog tijd dat de bevolking eens volwassen wordt en de staat niet meer als 'vader', beschermer, ziet.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ingrijpen in dat soort landen heeft nooit zin gehad. Vaak heeft het een averechtse uitwerking. Alleen de wapenindustrie heeft er belang bij en een stel meelopers van politici die niet zelf kunnen denken.

    BeantwoordenVerwijderen