Onafhankelijk en onbaatzuchtig;
voor uw dagelijkse portie geestelijk verzet.
Hoei Boei, de enige site met zowel Gerard Reve
als Harry Potter aan haar zijde.
Lang leve de deskundigen!
Lang leve de deskundigen!
Deskundigen trekken voorbij. De afgelopen week kregen we uitgebreid te horen dat de Australische meefietser Cadel Evans probleemloos zijn achterstand op de Spanjaard Carlos Sastre zou wegwerken in de beslissende tijdrit van de Tour de France. De commentatoren Herbert Dijkstra en Maarten Ducrot en gastheer Mart Smeets - bijgenaamd Robert Mugabe omdat hij niet weg te krijgen is - hielden nauwelijks rekening met een Tourzege van Sastre. Volgens Dijkstra had Sastre te weinig massa. Het parcours was gemaakt voor Evans.
De kranten publiceerden staatjes waaruit zou blijken dat Evans in alle tijdritten veel sneller zou zijn dan Sastre. Soms echter was het verschil tussen de twee vrij gering, zeker in de tijdritten aan het einde van de Tour. De geschiedenis leert namelijk dat uitstekende klimmers ook in de afsluitende tijdrit voortreffelijk voor de dag komen. Hoewel ik geen wielerdeskundige ben, verbaasde het me niet Sastre de gele trui wist te behouden.
Deskundigen trekken ook voorbij na de arrestatie van nieuw-age-goeroe Radovan Karadzic. Ze komen met precies de zelfde clichés als tijdens de Joegoslavische burgeroorlog. Toen heeft zich de mening vastgewrikt dat alle Serviërs boosaardige boeven zijn, en alle Kroaten en moslims zielige slachtoffers.
Nu zal ik niet weerspreken dat de aangehouden politicus Karadzic, de voortvluchtige generaal Ratko Mladic en de voormalige Joegoslavische president Slobodan Milosevic politieke gangsters waren of zijn. Maar dat is maar één kant van het verhaal. Het gangsterdom was prominent aanwezig bij alle partijen in het conflict. Dutchbat-commandant Thom Karremans is nogal aangevallen om zijn uitspraak: “Er zijn in deze oorlog geen good guys en geen bad guys.”
Maar Karremans had het voor een deel wel degelijk bij het rechte eind. In het voormalige Joegoslavië stonden er zeker geen good guys in de frontlinies. Bad guys waren er wel, in grote aantallen op alle fronten. De verdachten van het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag komen uit alle hoeken en gaten van de Balkan. Ook ‘zielige’ Bosnische moslims en Kosvo-Albanezen hebben kennisgemaakt met de strafgevangenis in Scheveningen, al hebben hun strafzaken minder aandacht gekregen dan de ‘hoofdzaken’ tegen Milosevic en de Bosnische tandem Mladic-Karadzic.
Zo is Enver Hadzihasanovic onlangs vrijgelaten nadat hij zijn straf heeft uitgezeten voor oorlogsmisdaden in Bosnië. De brigade-generaal is medeverantwoordelijk voor de komst van islamitische strijders (mujahedin) uit het Midden-Oosten, die een waar schrikbewind hebben aangericht en nog steeds voor ellende zorgen in Bosnië.
Deze schurk past niet in het simplistische zwart-wit-beeld dat de Nederlandse media hebben gecreëerd. De burgeroorlog was ook niet alleen maar een strijd tussen Serviërs enerzijds en Kroaten en moslims anderzijds. In Mostar gingen Kroaten en Bosnische moslims elkaar te lijf. Het Kroatische leger ging tekeer bij de Operatie-Storm, de verovering van de door Serviërs bewoonde regio Krajina. Bij deze operatie werden deze Serviërs vermoord en verdreven op een wijze die niets onderdeed voor de Servische gruweldaden in de door Albanezen bewoonde regio Kosovo.
In het Bosnische stadje Velika Kladusa richtte moslimleider Fikret Abdic, de van corruptie verdachte directeur van het concern Agrokomerc, een autonoom republiekje uit. De krijgsheer Abdic, een politieke concurrent van president Alija Izetbegovic, sloot wisselende bondgenootschappen met Serviërs en Kroaten, kreeg het aan de stok met medemoslims en eindigde tenslotte voor een oorlogstribunaal in Kroatië.
In het bedevaartsoord Medjugorje ging de strijd tussen twee Kroatische clans, die beiden een greep deden naar de overvloedige inkomsten uit de bedevaartszwendel. In Medjugorje zou de maagd Maria in 1981 zijn verschenen. Deze ‘verschijningen’ worden overigens niet door Rome erkend, maar oerconservatieve katholieken trekken niettemin massaal naar het dubieuze pelgrimsoord.
De Servische president Slobodan Milosevic is uiteindelijk naar Scheveningen overgebracht. Hij heeft het einde niet gehaald als gevolg van zijn zwakke gezondheid. Naar de huidige maatstaven hadden ook zijn Kroatische en Bosnische collega’s, Franjo Tudjman en Alija Izetbegovic, terecht moeten staan, maar deze politieke godfathers zijn inmiddels overleden.
Het opvallende is dat de voormalige vijanden op vriendschappelijke voet met elkaar omgaan in het Scheveningse cellenblok. Nu ze geen kans meer hebben om te moorden, plunderen en verkrachten, brengen ze hun dagen door als kameraden in het kwaad en bestrijden ze elkaar alleen nog maar bij het kaarten.
Drommen deskundigen trekken ook voorbij aan de vooravond van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Het enthousiasme over de Democratische kandidaat Barack Obama kent geen grenzen. De Republikeinse kandidaat John McCain deugt van geen kant. Nu ben ik geen kenner van de Amerikaanse politiek, maar ik ben wel sceptisch over het Nederlandse gedweep met Obama. Het zal niet de eerste keer zijn dat Nederlandse media ten onrechte een Democratische overwinning verwachten.
De charismatische Barack Obama sprak tijdens zijn bezoek aan Berlijn een uitzinnige menigte toe. Helaas voor Obama woont het Amerikaanse electoraat niet in Berlijn, maar in de binnenlanden van Iowa, Ohio en Texas. Daar tellen heel andere zaken dan de vooringenomenheid van de Europese waarnemers.
Voor de deskundigen zal dat geen probleem zijn. Ze trekken rustig verder naar het volgende onderwerp om hun vastgeroeste meningen te verkondigen.
Carel Brendel
Carel Brendel is auteur van Het verraad van links (Uitg. Aspekt)
Geplaatst op 29 juli 2008
Mega-kitsch
Iets in de vorm van iets anders - dat is geen slechte definitie van kitsch, bedacht ik toen ik weer eens las over het idee voor een tulpvormig eiland voor de Nederlandse kust. Hoe groot kun je wansmaak opblazen? Een asbak in de vorm van een ingedeukt bierflesje, alla. Maar een hamburgertent in de vorm van een grote hamburger - op die schaal zit je voor je het weet al bij wat geen kitsch meer heet, maar postmoderne architectuur. (Zo'n hamburgertent staat volgens mij in het boek daarover van Charles Jencks uit 1977.) Ongetwijfeld zal ook dat eiland, als het Innovatieplatform zijn zin krijgt, postmodern worden genoemd.
'Ik vind dat we in Nederland iets groots moeten doen', zo verdedigt mijnheer Hans de Boer, ex-midden- en kleinbedrijf, het plan. Iets groots - het is een oude wijsheid, dat een volk zo nu en dan iets groots nodig heeft om begeesterd te raken. Vroeger vervulden oorlogen die functie. In de twintigste eeuw waren het voor Nederland 'grote werken' zoals de Afsluitdijk, de Deltawerken. Nu is daar het tulpvormige eiland, platvloersheid op megaschaal, een vloek voor de scheepvaart, maximale inspanning voor minimale zin. Het is maar waarin je groot wilt zijn.
Ileen Montijn
De Week
Zondag: "het raadsel van Gerard Reve". Bekijk het filmpje!
En Carel Brendel over de bemoeienissen van Marokko met het religieuze leven van Nederlandse onderdanen.
Maandag: Pierre Vinken over de journalistiek: 'Het Vraaggesprek'. Koop en lees vooral het boek Tegen het idealisme, een biografie van Pierre Vinken van Paul Frentrop: 988 pagina's puur leesplezier. Uitgeverij Prometheus.
Dinsdag: De stoutmoedige Brendel: Misschien toch maar wel een Fitna-onderzoek?
Woensdag: De onvolprezen Hugh Fitzgerald, vertaald door HoeiBoei-schrijver Cornelis de Deugd: De nieuwe Joden en hoe wij hen moeten beschermen, deel 1. Wie zijn toch die nieuwe Joden?
Donderdag: De enige echte Fatima de Boer-al-Husayn over de blote benen van autochtone meisjes.
Vrijdag: Live vanuit Sydney Kees Bakhuyzen: het Pausbezoek 'Een tsunami van geloof en vreugde'.
‘Een tsunami van geloof en vreugde’
‘Een tsunami van geloof en vreugde’
Met het vertrek van Paus Benedict XVI, maandagmorgen tien uur, werd World Youth Day 2008 afgesloten. De beelden van de festiviteiten gingen de hele wereld over; naar verluidt hebben meer dan een miljard tv-kijkers afgestemd op de - zeer indrukwekkende - Stations of the Cross en de afsluitende mis op Randwick Racecourse, met naar schatting 400.000 bezoekers (100.000 minder dan verwacht) de grootste massabijeenkomst ooit in Australië.
Ondanks de nodige scepcis en kritiek vooraf, kan World Youth Day niet anders dan een groot succes worden genoemd. Honderdduizenden bezoekers uit binnen- en buitenland zonder het minste incident. De aangekondigde verkeersmaatregelen waaromtrent vooraf zoveel irritatie was, bleken uitermate effectief en maakten de binnenstad een aangename wandelzone. Met een groot aantal extra dienstregelingen kon het openbaar vervoer de capaciteit goed aan en het weer werkte bijzonder goed mee.
Maar het waren vooral de pelgrims zelf die veel goodwill hebben gekweekt bij de Australiërs. Vrolijk, te pas en te onpas uitbarstend in gezang en uitermate voorkomend. Kortom: een zee van hele blije mensen. Al met al had WYD nog het meeste weg van een soort eo-jongerendag in het kwadraat.
Het is in deze jubelstemming moeilijk het hoofd koel te houden en de media proberen dan ook verwoed elkaar de loef af te steken in superlatieven. Maar de hoofdprijs is wat dat betreft toch weggelegd voor kardinaal George Pell. Het hoofd van de katholieke kerk in Australië sprak bij het vertrek van de Paus van een ‘Tsunami van geloof en vreugde.‘
Dat Pell zich zou laven aan superlatieven viel te verwachten, maar het viel me op dat ik zelfs in een serieus commentaar in een van de kwaliteitskranten – als zo vaak kan ik het op het moment dat ik het nodig heb niet meer achterhalen, helaas – verkondigd zag dat we een herleving van de religie nodig hebben, omdat de mens anders vervalt tot een beest zonder enige moraal. Het lijkt me nu juist zo plezierig dat we er zo lamgzamerhand toch echt achter zijn gekomen dat moraal ook - en misschien wel juist - mogelijk is zonder religie.
Paus Benedict ontpopte zich tijdens World Youth Day tot een Paus die zijn gereserveerdheid liet varen, daarbij aangemoedigd door de massa’s die hem toejuichten als een ware ster. Het was een zoete overwinning voor de aartsconservatieve en daardoor bij velen weinig geliefde kardinaal Pell, die de afgelopen weken onder vuur lag wegens verschillende sexschandalen die de kerk volgens de media, onder aanvoering van staatszender ABC, onder het tapijt probeerde en nog altijd probeert te schuiven.
Maar hoe goed Pell ook gebruik wist te maken van de ware jubelstemming die de afgelopen dagen in Sydney heerste, de sexschandalen zullen hem en de katholieke kerk de komende tijd blijven achtervolgen. De verhalen van priesters die misbruik maken van het vertrouwen van de misdienaars mogen zijn uitgegroeid tot een cliché, de reportages van de afgelopen weken hebben aangetoond hoe dicht dit cliché op de werkelijkheid zit. Een actiegroep die ervoor waakt dat de kerk deze zaken onder het tapijt schuift, sprak van 170 bekende gevallen, een aantal dat wordt gezien als het topje van de ijsberg.
Maar het meest treurige verhaal kwam van het echtpaar Foster, afkomstig uit Melbourne, inmiddels woonachtig in Engeland maar voor WYD speciaal teruggekomen naar Australië. Hun twee dochters zijn op de lagere school herhaaldelijk verkracht door een pastoor en het is de twee meisjes daarna nooit gelukt het leven op te pakken. De oudste dochter vluchtte in drank en drugs en pleegde uiteindelijk zelfmoord, de andere dochter was alcoholiste en werd in een dronken bui aangereden door een automobilist waardoor ze invalide is. De betreffende pastoor is berecht, maar het geval zal de kerk ongetwijfeld blijven achtervolgen. Niet alleen verklaart vader Foster dat het leven van zijn oudste dochter gespaard was als de kerk eerder naar haar verhaal had geluisterd en als er meer begrip was geweest, ook werd het echtpaar – volgens hen bewust – weggehouden van een maandagmorgen in allerijl belegde ontmoeting tussen de Paus en enkele slachtoffers van sexueel misbruik door katholieke geestelijken. Het excuus van Pell dat hij niet aan alle honderden verzoeken kon voldoen klonk als een zwakke uitvlucht.
Paus Benedict sprak tijdens een mis afgelopen zaterdag zijn spijt uit over het leed allen aangedaan die het slachtoffer zijn van sexueel misbruik door vertegenwoordigers van de katholieke kerk. Een vaak verzochte maar eigenlijk door weinigen echt verwachte uitspraak, die dan ook alom werd bejubeld. Voor het echtpaar Foster en vele anderen kwam de uitspraak echter te laat en toonde het te weinig zolang de kerk niet echt actie onderneemt om alle misbruik onvoorwaardelijk aan het licht te brengen.
Sydney gaat nog even verder op de stroom aan goodwill die de stad de afgelopen dagen heeft overspoeld en over drie jaar zal World Youth Day in Madrid zonder twijfel opnieuw voor een triomf voor de katholieke kerk zorgen. Ondertussen zal de komende tijd leren hoezeer alle media-aandacht voor de sexschandalen binnen diezelfde kerk werkelijk tot adequate actie zullen leiden.
Kees Bakhuyzen
Misschien toch maar wel een Fitna-onderzoek?
Misschien toch maar wel een Fitna-onderzoek?
Tjibbe Joustra, de machtige en omstreden National Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) vindt het tijd om wat anders te doen. In een vaag opgesteld nieuwsbericht staat dat hij werkzaam blijft op het terrein van veiligheid en de agrarische zaken. Dankzij het Agrarisch Dagblad is duidelijk welke volgende uitdaging is weggelegd voor Joustra. Hij wordt per 1 januari 2009 de nieuwe voorzitter worden van het Productschap Tuinbouw. Voortaan zal Joustra proberen om de vrijheid van meningsuiting van snijbloemen en komkommers in te perken. Voorwaar een heerlijke uitdaging.
Surprise surprise! Weblogger Michiel Mans ontdekte dat een week eerder al het vertrek van Joustra’s plaatsvervanger Lidewijde Ongering naar buiten is gebracht. Het prominente PvdA-lid is per 1 oktober benoemd tot loco-secretaris-generaal op het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Zo verdwijnt binnen een week de top van de NCTb. Het nieuws komt naar buiten aan het begin van het parlementaire zomerreces. Natuurlijk kan het toeval zijn, maar het is allemaal wel heel toevallig. Misschien is het toch wel een goed idee als de Tweede Kamer alsnog een onderzoek instelt naar het regeringsbeleid rond de film Fitna, inclusief de omstreden gespreksnotitie van het gesprek tussen de NCTb en Wilders - de gespreksnotitie die minister Hirsch Ballin gebruikte om Geert Wilders op een politiek zijspoor te zetten.
Terwijl Europa Sliep
Persbericht
Update/rectificatie 2, 22.7.2008: Foutje Bedankt!
Door de vriendelijke uitleg van de heer Boon aan dagblad De Pers zijn we er achter gekomen dat we een ip-ban op eigen adres hebben gegeven. Mea Culpa! (Nog een geluk dat de Tweede Kamer met zomerreces is anders zouden daar de verkeerde vragen gesteld zijn.)
De vaststelling dat van vrijdagmorgen 18 juli t/m zondag 20 juli een moderatorfunctie (is aan de reactie-mogelijkheid te zien) stond ingesteld onder twee oude teksten over E.V. blijft staan. Wat de verwijderde reacties betreft zal Hoeiboei op zoek gaan naar prints. Zonder die kan verder niets hard gemaakt worden.
Waar het Hoeiboei nog steeds om gaat is dat web-log.nl geweigerd heeft destijds alle informatie te verstrekken en/of toelichtingen te geven rondom de verzoeken tot verwijdering van de naam E.V. Wie is de opdrachtgever (ondertekenaar van het verzoek)? Wat is de exacte inhoud van het verzoek? Waarom kan daar nog steeds niet over gecommuniceerd worden?
Update: Hoera! De moderatie-functie die web-log.nl de afgelopen dagen buiten ons om onder enkele berichten had ingeschakeld, is inmiddels weer uitgeschakeld! Daar kan men nu weer vrijuit reageren. Het gaat om deze twee oude berichten: Jip en Janneke en Update.
HoeiBoei en web-log.nl
Op 1 maart 2008 stond er in Elsevier een interview met de heer Boon, manager van web-log.nl:
De mens achter: web-log.nl - 'Bloggen kost tijd'. Dit interview eindigt als volgt:
ELSEVIER: Wat zijn de meestgelezen weblogs op uw site?
Boon: 'Succesvol is bijvoorbeeld hoeiboei.web-log.nl, een opinie-blog die qua stijl op geenstijl.nl lijkt, maar dan niet zo overtrokken. Ook blogs over televisie scoren goed, zoals die over Goede Tijden Slechte Tijden .'
Of de heer Boon nog steeds dezelfde mening over Hoeiboei.web-log.nl is toegedaan, is de vraag. Sinds enkele dagen zijn er zonder overleg met de Webmaster reacties van HoeiBoei verwijderd en is er onder enkele teksten een moderator-functie ingesteld (die niet meer te verwijderen is). Weblog Support (Ilse Media) heeft (nog steeds) niet gereageerd op vragen van de Webmaster over dit overtrokken ingrijpen.
Het toppunt van absurditeit is wel dat de Webmasters zelf niet meer op HoeiBoei kunnen reageren. Dan verschijnt de tekst: “Je mag geen reacties achterlaten”.
Daarom voelt HoeiBoei zich voor de tweede keer genoodzaakt uit te wijken naar een andere huisbaas: hoeiboei.blogspot.com.
Webmasters www.HoeiBoei.nl
21 juli 2008
Vraaggesprek
Vraaggesprek
De trots der kleinen bestaat uit altijd over zichzelf praten,
de trots der groten uit nooit over zichzelf praten.
VOLTAIRE
'U wilt mij een interview afnemen? Nee daar doe ik niet aan mee, ik houd niet van interviews. Ja, wel in de krant natuurlijk, om te lezen, maar niet over mijzelf. Rudy Kousbroek heeft nog nooit een interview gegeven, principieel niet, en hij heeft gelijk. Jan Hein Donner is op een gegeven ogenblik opgehouden interviews te geven. Hij zei dat wat je gezegd hebt er toch nooit zo in komt als je het gezegd hebt.'
Met deze alinea opende Pierre Vinken zijn bijdrage aan het Liber Amicorum voor André Spoor ter gelegenheid van diens aftreden als hoofdredacteur van NRC Handelsblad op 1 september 1983. Hij deed erin alsof hij Spoor was, die zijn mening over het interview gaf: een fictief interview over het interview. Op die manier kon Vinken zijn eigen mening over deze vorm van journalistiek ventileren.
'Het interview als vorm? Hmm, daar heb ik natuurlijk wel mijn gedachten over. Het is een verleidelijke situatie als iemand je alleen maar vragen stelt. Je krijgt de gelegenheid om eens rustig te vertellen wat je ervan denkt. Aan zo'n betrouwbare man of vrouw, met wie je kunt praten, en die het doorvertelt aan anderen. Zelfs je vriendin komt niet naar je toe en vraagt: hoe denk je hierover, wat vind je daar van?
Nou, vooruit dan maar. U heeft uw dicteerapparaat ingeschakeld. Dat is mij uiteraard niet ontgaan. Ik hoop niet dat u mij kwalijk hebt genomen dat ook ik mijn recorder heb ingeschakeld. Dat is uw wel ontgaan? Ik doe dit uit voorzorg, want het verhaal van de verslaggever volgt niet altijd getrouw wat op zijn band staat. Dat zal u niet onbekend zijn. Niet dat het mij veel zal helpen; tegen de tijd dat ik gedwongen zou zijn mijn opname te beluisteren is het onheil al gebeurd. Negatief? Nou dat moet u eens lezen wat Fallaci over de journalisten heeft geschreven. Of Renate over het interview.
Het is geen al te moeilijke manier om aan kopij te komen; schrijven gaat sneller dan denken. Je hoeft geen noemenswaardig onderzoek te doen, geen ingewikkelde teksten te lezen. Als je meent te begrijpen wat hij zegt en je schrijft dat een beetje aardig op, dan heb je in no time een leesbaar stukje human interest. Niks Lipmann! Ik vind hem een groot journalist. U wilde mijn mening over het interview horen? Ik kan kort zijn: het is een controversiële vorm van journalistiek, het resultaat, van een klassiek misverstand. De partners werken samen, maar hebben heel verschillende motieven en doelstellingen. Vaak hebben ze een tegengesteld belang.
Men denkt dat de een wil weten wat de ander denkt. Dat is niet juist. De een wil bewonderd of aardig worden gevonden door een zo groot mogelijk publiek. Hij heeft weinig te winnen en veel te verliezen. Zie Vredeling, Boersma, 't Hart, Rubinstein en niet te vergeten onze Poll. Mensen die tcoh beter hadden kunnen weten. Men is zelden tevreden met zijn interview. Anderzijds maken juist de onwillekeurige onthullingen zo'n stuk aantrekkelijk.
Zeker, als iemand weigert u te ontvangen, weigert met u te spreken, dan heeft hij volkomen gelijk. Natuurlijk moet u het blijven proberen; het is niet in het belang van de journalist zich in de situatie van de ander te verplaatsen. Maar het blijft toch iets vluchtigs, het is voor de korte termijn. Men bouwt op deze manier niet aan een netwerk van vertrouwde contacten, want het onmiddellijke belang van de interviewer is dat hij zijn slachtoffer in zekere zin gebruikt, verraadt. In sommige gevallen zou je zelfs van infiltratie en provocatie kunnen spreken. Zie Terlouw. Zie Swarttouw - al geef ik toe dat die het publiek jarenlang onbeschaamd heeft getart.
Dat komt natuurlijk allemaal door dat misverstand: men is zo gebiologeerd dat men kritiekloos aanneemt dat er instantelijk een vertrouwensrelatie is ontstaan met een onbekende. De interviewer volgt de veroordeelde zonder schuldgevoel; hij heeft diens volledige instemming en niemadn dwingt hem te zeggen wat hij zegt. Maar er zit een duidelijke ongelijkheid in de situatie, partijen hebben niet een gelijke kans. De journalist moet dat weten en zijn rol is daarom niet helemaal chic. Allicht, er zijn ook bonafide interviewers, maar een verslag dat over de hele linie rekening houdt met het belang van de geïnterviewde is vaak saai. Dat is een dilemma. Hillenius heeft de succesvolle interviewer met een oplichter vergeleken. Ik zei het al, het is geen fraaie journalistieke vorm. Nee, de dialogen van Plato vind ik nogal melig, hoewel ook daarin de ondervraagde vaak wat neerbuigend wordt toegesproken.
Weet u dat de Amerikaanse televisie soms maar enkele seconden uitzendt van een interview van een uur? Op die manier kun je iemand alles laten zeggen, zelfs het omgekeerde, en dat hoeft niet eens te kwader trouw zijn. Ik zag laatst een jonge journalist, uit de intellectuele onderwereld, de minister van Financiën parmantig vragen waarom hij de gulden niet evenveel had opgewaardeerd als de Duitse mark. Ik had hem het antwoord op zijn krant wel eens willen horen navertellen.'
Paul Frentrop - Tegen het idealisme
Een biografie van PIERRE VINKEN
(988 pagina's)
2007
Uitgeverij Prometheus
Amsterdam
(fragment: pagina 633-635)
Marokko stuurt imams. Op advies van Khadija Arib?
Marokko stuurt imams. Op advies van Khadija Arib?
Humanist Floris van den Berg noemt de hoofddoek ‘het zichtbare gedeelte van het islamitische indoctrinatieproces’. Sociale druk en intimidatie zijn niet alleen bijverschijnselen van de hoofddoek, maar horen ook bij de ramadan, betoog ik hier Kledingsstukken, welke een uitdrukking zijn van een bepaald staatkundig streven. Opmerkelijk in dit verband is het nieuws, dat de Marokkaanse regering op verzoek van koning Mohammed VI tijdens de komende vastenmaand 176 imams naar Europa en Canada stuurt om geestelijke steun te geven aan de 2,6 miljoen Marokkanen in het buitenland. Die emigranten worden door het regime beschouwd als ‘de zeventiende regio’ van Marokko.
Officieel gaan de geestelijken aan de slag om ‘moslims te beschermen tegen het fanatisme van radicale imams’. Het is een vaker gebruikt argument om de islam in huis te halen. Zo krijgt Amsterdam-Slotervaart een gesubsidieerde poldermoskee om een mogelijke radicalisering onder jongeren tegen te gaan en wil PvdA-politicus Ahmed Marcouch islamlessen invoeren op openbare scholen om misstanden op koranschooltjes te bestrijden. Pak die radicale imams aan en bestrijd die misstanden, zou ik zeggen, maar zo schijnt het niet te werken.
Elsevier: “Tegelijkertijd zullen de predikers er voor waken dat de Marokkanen in den vreemde trouw blijven aan hun wortels en tradities.” Met andere woorden: Ze moeten er voor zorgen dat de ramadan van alle Marokkanen is en voorkomen dat afvallige en onverschillige moslims hun zogenaamde religieuze plichten verzaken. Voor de Europese regeringen lijkt me maar één antwoord mogelijk. Geen visum voor Marokkanen die hier aan Nederlandse staatsburgers komen vertellen hoe laat ze moeten eten en wat er op tafel komt, en ook op andere manieren de integratie komen tegenwerken. Hier geldt nog steeds de uitspraak van de oude anarchist en vrijdenker Anton Constandse: “(De regimes van Turkije en Marokko) willen controle behouden over hun onderdanen, met een beroep op hun ‘cultuur’. Het is in het belang van de emancipatie der gastarbeiders, hen los te maken van de politieke en godsdienstige leiders van hun vroegere vaderlanden.”
Ik ben trouwens benieuwd wat in deze kwestie de rol is van de groep van experts, die de koning adviseert over het beleid rond de Marokkaanse migranten. Volgens de website van de mensenrechtencommissie CCDH is het PvdA-Kamerlid Khadija Arib nog altijd lid van deze groep. Ze is overigens geen lid van de Raad voor de Marokkaanse Gemeenschap in het Buitenland, die eind 2007 werd ingesteld. Haar Nederlandse collega in de groep van experts, Abdou Menebhi, zit hier wel in onder de noemer ‘civil society activist’ - Menebhi organiseerde in 2004 samen met het de Arabisch-Europese Liga, het Komitee Marokkaanse Arbeiders in Nederland en de Internationale Socialisten een herdenking voor ‘de religieuze fascist’ Ahmed Yassin, oprichter van de terreurbeweging Hamas.
Nu de Marokkaanse regering zich openlijk bemoeit met het religieuze leven van Nederlandse onderdanen, blijkt weer eens hoe funest het is dat een lid van de Tweede Kamer een buitenlands regime adviseert. De kritiek van Geert Wilders op Aribs advieswerk voor de Marokkaanse koning blijkt ook achteraf volkomen terecht - ondanks de hooghartigheid en de verontwaardiging, waarmee CDA, PvdA en de andere linkse partijen destijds de ‘onacceptabele aanval op de integriteit van Khadija Arib’ van de hand wezen.
Carel Brendel
Carel Brendel is auteur van Het verraad van links (Uitg. Aspekt)
"Het raadsel van Gerard Reve"
"Het raadsel van Gerard Reve" - Andere Tijden
André Haakmat versus Gerard Reve
In 2003 werd Gerard Reve tachtig jaar. Andere Tijden nam die gelegenheid te baat om een programma aan Reves vermeende racisme te wijden: "Het raadsel van Reve" (16 december 2003).
Tijdens die nacht in het Belgische Kortrijk in 1975 las Reve dus het opzienbarende gedicht 'Voor eigen Erf' voor, behangen met een groot kruis, een ban-de-bom-teken, een hakenkruis en een hamer-en-sikkel en aan zijn
rechterhand droeg hij een witte bokshandschoen. Om het gedicht te relativeren.
Het gaat me niet zozeer om de kwaliteit van het gedicht maar wel om de verhitte discussie die na Reves optreden in de kleedkamer plaatsvond tussen de Surinaamse advocaat André Haakmat en de Volksschrijver Gerard Reve. Haakmat beschuldigt Reve van "vuil racisme". (Merk op hoe Haakmat Reve herhaaldelijk niet uit laat spreken en hem daarbij beledigt door ervanuit te gaan dat Reve geen kennis van zaken heeft.)
Ja, wie alles letterlijk neemt, zal Reve een racist noemen en nee, het is niet zo dat als iemand maar briljant is hij alles kan maken maar als je luistert naar Reves argumentatie dan moet je wel erg kwaadwillend en/of naïef en/of symboolblind zijn om Reve van "vuil racisme" te beschuldigen. Of zie ik dat verkeerd?
"Toch goed dat er een God is."
Klik en kijk hier, na ongeveer 11 minuten begint het kleedkamerfragment: HET RAADSEL VAN REVE - Andere Tijden 16 december 2003
Ochtonen
Stel je voor dat je een meisje bent, geboren uit Marokkaanse ouders die op je zesde levensjaar naar Nederland zijn geëmigreerd omdat het gezin daar een beter bestaan kon opbouwen. Wanneer je op je twaalfde naar de middelbare school gaat moet je van je ouders ineens een hoofddoek op. Hoe je ook protesteert, dat ding moet op. Je haar mag voor vreemden niet meer zichtbaar zijn. De sociale druk is enorm; je broertjes, je vader, de imam, neefjes en zelfs je moeder zeggen dat die doek goed voor je is maar jij voelt je doodongelukkig en zelfs Allah, in wie je best gelooft, helpt je niet.
God wat hoop je dat een klasgenootje die hoofddoek op de eerste schooldag van je hoofd rukt en zegt dat je niet zo mal moet doen. Een hoofddoek is zó passé. Jongens en meisjes zijn immers gelijkwaardig en je bent hier niet in een klooster! Geloven doe je met je hart niet met een doek. En als zo'n klasgenootje dat nalaat, dan reken je erop dat de verstandige lerares er iets van zegt. Dat het in het vooruitstrevende Nederland op school niet toegestaan is of zo.
Niets van dit alles gebeurt. Klasgenootjes slaan liefdevol en zorgzaam een arm om je heen en terwijl zij hun blonde lokken schudden, of hun stoere petjes scheefzetten, zeggen ze dat het helemaal niet erg is dat je een hoofddoek draagt. Ze hebben al vroeg geleerd (mede dankzij de staatsomroep) dat afschuwelijke symbool mooi te vinden, er respect voor te hebben want als ze dat niet doen, dan zwaait er wat. Dat weten ze wel. De Nederlandse lerares is daar heel duidelijk in. Niemand durft te begrijpen dat jij die doek met hart en ziel haat; er is niemand tegen wie je het kunt zeggen en dus ben je gedoemd gehoofddoekt door het leven te gaan, als een ochtoon zeg maar, een term, die – ik kan er ook niets aan doen – door de Volksschrijver Gerard Reve is bedacht en die, neem ik aan, geen nadere uitleg behoeft.
Wat jammer toch dat niemand je serieus wil nemen!
Neem nu de waanzinnig leuke film Amadeus van Milos Forman die reeds in 1984 uitkwam. Wie kent deze film, die onlangs op de televisie uitgezonden werd, niet? De film waarin de godvrezende Weense hofcomponist Salieri het uiteindelijk tegen God zelf opneemt omdat hij het niet langer verdraagt dat God dat immense componeertalent niet aan hem maar aan de jonge en in Salieri's ogen nukkige en kinderachtige Mozart heeft gegeven, terwijl hij, Salieri, gezworen heeft kuis te leven uit dankbaarheid voor zijn componeergave. Wat een onrecht! Maar die gave blijkt, nu Mozart aan het Hof is verschenen, niets voor te stellen. Salieri is misschien een meester maar dan een meester in middelmatigheid. En het allerergste is wel – iets pijnlijkers bestaat vrijwel niet - dat Salieri een van de weinigen is die onmiddellijk het genie van Mozart herkent en op waarde weet te schatten. Nooit zal hij echter het niveau van Mozart evenaren of overtreffen.
Vernedering na vernedering volgt. Op een dag besluit de getergde Salieri wraak te nemen, niet alleen op Mozart maar ook op God die hij vroeger zo vol overgave aanbeden heeft. Het jezusbeeld dat een prominente plaats in zijn vertrekken heeft en waarvoor hij gewend was te knielen en met God te praten, gooit hij resoluut in het vuur en hij zweert dat hij God, die hij nu vol overgave haat, de rest van zijn leven zal bevechten.
Fraaie, zeer fraaie beelden levert deze godslasterlijke scène op maar geen mens die ervan opkeek in 1984. Althans niet dat ik weet. Sterker nog, velen zullen een zekere sympathie voor de gekwelde Salieri niet kunnen ontkennen. En nu? Wie durft nog zo'n blasfemisch statement te maken in een kaskraker-movie? Laat staan dat God dan eens vervangen wordt door Allah. Toch van hetzelfde laken een pak, zou je zeggen. Ik zie het helemaal voor me, een scène waarin een moslimvrouw haar sluier of hoofddoek voor eens en voor altijd afwerpt, in de fik steekt en zweert Allah te wreken voor het onrecht dat Allah haar en alle vrouwen aandoet.
Ik vrees dat ik lang op zo'n film kan wachten omdat er geen filmmaker meer is die zijn allochtone medeburgers serieus neemt maar ze juist ziet als zielige ochtonen. Dat is er niet uit te rammen. De vrijdenkers van weleer en de boven-ons-gestelden vinden het begrijpelijk dat er na vertoning van zo'n film serieuze doodsbedreigingen volgen. "Dat heb je dan aan jezelf te danken." In het gunstigste geval creëren ze een zogenaamde Vrijdenkersruimte voor je.
Allochtonen serieus nemen, is het grootste taboe van nu. We zijn gedoemd hen als ochtonen te zien. Zolang dat aanhoudt, vervreemd ik - en velen met mij - steeds meer van Nederland.
Annelies van der Veer
Reacties op Ochtonen
Zelf Kamperen
1) Het Tweede Kamp
Eigenlijk zoude ik over twee kampen moeten schrijven. Met kampen bedoel ik zomerkampen voor jongens, kampeerpartijen dus in groepsverband in de open lucht. In mijn jeugd gaat het om het eerste kamp en het tweede kamp, en het zoude in de redelijkheid der dingen liggen als ik eerst over het eerste, en daarna pas over het tweede kamp zoude schrijven.
Over het eerste kamp durf ik nog steeds niets op schrift te stellen, maar misschien komt dat nog.
(Mijn schrijven is altijd voorafgegaan en doortrokken geweest van angst: de angst van niet begrepen en opgesloten te worden; de angst voor de waanzin; de angst voor de Liefde; de angst voor de Dood; de angst voor het leven. Ja, dat leven dus: men behoort het leven monter en met een lied op de lippen tegemoet te treden, maar ik heb altijd de indruk gehad dat het leven mij achtervolgde, achterna zat als het ware, en mij steeds sneller voor zich uit wilde voortjagen: 'Opschieten, jij! Hoe eerder het afgelopen is hoe beter!')
Dat die kampen aankondigingen waren van geheel andere kampen die nog moesten komen en waarin miljoenen mensen zouden sterven, daarvan ben ik overtuigd: alles wordt aangekondigd door Tekenen. Maar dit terzijde.
In genoemde twee zomerkampen werd ik op niet mis te verstane wijze geconfronteerd met de Liefde en met de Dood. In het tweede kamp ook nog met de Godsdienst, als een gratis toegift.
Het tweede kamp - dat ik nu ga beschrijven - speelde zich af in de zomer van 1936, en het was geen slecht kamp, in die zin dat het georganiseerd was door mensen die bij hun verstand waren. Het was kleinschalig opgezet voor naar ik schat ruim een dozijn of hoogstens twintig jongens, volgens het gemeenschappelijk plan van een aantal ouders. De leiders waren vrijwilligers, van wie sommige leraren waren aan een ambachtsschool, zoals bijvoorbeeld de kok, die docent was in de kookkunst.
De locatie was ergens op de Veluwe, naar ik meen dicht bij Lunteren. Het kampement bestond uit tenten maar ook uit enige voor bewoning geschikt gemaakte kippenhokken, in die tijd een gewild want niet extreem duur zomerverblijf, dat bij een tentenkamp altijd een veilige toevlucht bleef bieden tijdens slecht weder. Neen, het was geen slordig opgezet project, en ik herinner mij ook niets van slechte voeding, slechte hyiëne of slechte legerstedes. Er was iemand die een Eerste Hulp diploma had en nog iemand die Reddend Zwemmen kon. En er was een kast met een verbandtrommel plus een soort huisapotheek. Dus nogmaals: het was een goed kamp en dat ik mij niet gelukkig gevoelde was niemand zijn schuld behalve de mijne. Ik had, als altijd, heimwee, en wilde naar huis, maar durfde dat aan niemand te vertellen. Heimwee, zo weten deskundigen nu, berust niet op een te hechte band met de ouders maar, integendeel, op een onvoltooide en problematische relatie met hen. Dat kon ik niet weten, en evenmin wist ik toen dat de heimweelijder zijn gehele leven naar dat huis blijft zoeken dat er al lang niet meer is, niet wetend dat wat hij zoekt zijn 'laatste verblijf' is, waarvan Prediker 12:5 spreekt. ('En de rouwklagers staan op straat al te wachten.')
Maar er was nog iets anders: er was een jongen wiens gelaat en gestalte mij niet met rust lieten. Ik denk
niet dat hij zelf daarvan enig vermoeden heeft gehad. Hij heette Wijnand. Dat was zijn voornaam, die ik mij daarom zo goed herinner omdat ik het een vreemde naam vond, die ik nooit eerder was tegengekomen en later ook zelden of nooit ergens heb gezien of gehoord. Misschien had die naam mij moeten waarschuwen. Zijn achternaam weet ik niet meer, gesteld al dat die mij toen is medegedeeld.
Er was hem geen lang leven beschoren, want een maand of twee na het kamp is hij aan een snel voortschrijdende ongeneeslijke ziekte gestorven, die iets met het bloed te maken had. Ik heb wel eens gedacht dat het mijn schuld was, maar ik heb hem nooit aangeraakt. Kan men iemand ziek maken en diens dood veroorzaken door hem ongevraagd in tegennatuurlijke lust te begeren? Alles kan, maar de gedachte hem kwaad te doen is nooit bij mij opgekomen. Moge hij in Gods armen de eeuwige rust hebben gevonden; en moge God mij genade schenken als ik in mijn zondige begeerte iets verkeerds heb gedacht.
Hij, die Wijnand dus, was waarschijnlijk iets maar niet veel, zeg één of anderhalf jaar, ouder dan ik. Hij had iets onbezorgds en vitaals, misschien wel vermetels over zich, wat mij allemaal vreemd was. Hij had weinig kleren aan, maar hij wist waarschijnlijk niet hoe mooi hij was: donkerblond met grijze, betoverende ogen, rank gebouwd maar breedgeschouderd, en met een grote, spottende mond waar ik mijn blik met moeite van kon afwenden. Hij droeg oude werkschoenen en korte sokken, en zijn onderlichaam was daardoor bloot tot vlak onder zijn harde, opzij fraai gewelfde jongensheuvels, want hij droeg een strak, zeer kort zwart linnen broekje. Als het warm was liep hij met naakt bovenlijf rond. Was het koeler, dan droeg hij tevens een tot dorheid verschoten zwart, mouwloos hemdje met een wijd open hals die van voren gesloten kon worden met groene knoopjes. Het was naar de snit geen typisch jongenshemd maar veeleer de blouse van een meisje, mogelijk van een zusje, maar dat kon hem kennelijk niets schelen.
Maar wat wilde ik met of van hem? Ik wilde niets specifieks. Wat ik wilde was eigenlijk niet iets maar alles: bij hem te mogen zijn; hem tegen mij aan te mogen drukken; de geur van zijn zweet en van zijn haar te mogen ruiken; voor altijd zijn broertje te blijven. Ja, zo zat dat. Het was een begeerte die even mateloos als onstoffelijk was. Hem kussen, bijvoorbeeld, waar dan ook, daaraan durfde ik nog niet eens te denken.
Wat gebeurde er nu, op zekere avond? Bijna iedereen lag op zijn stromatrasje onder de dekens. Het was al vrij donker, en er brandden twee petroleumlampen, zogeheten stormlampen, boven het middenpad tussen de twee rijen slaapplaatsen, zulks ter oriëntatie als iemand er des nachts 'uit moest'. Wijnand was nog op en zocht staande op zijn matras iets in zijn bagage, rommelend in een plunjezak. Zijn slaapplaats was een eind van de mijne vandaan, aan de andere zijde van het looppad. Maar hij stond precies in het volle licht van een der stormlampen. Neen, hij kleedde zich niet uit, want men was toen veel preutser dan nu. Zich naakt uitkleden deed men voor de dokter, of als men zich in zijn eentje geheel ging wassen.
Misschien had hij zijn schoenen uitgetrokken, en zijn bovenlijf was bloot, maar hij had nog steeds zijn korte strakke broekje aan. Hij kamde met zijn vingers of met een kam zijn haar, keek langzaam rond, en zijn blik ontmoette de mijne. Of hij mij duidelijk zag weet ik niet, maar het kan zijn dat mijn gezicht oplichtte onder het schijnsel van de andere stormlamp, want ik lag leunend op één elleboog. Hij bleef naar mij kijken, althans zo geleek het te zijn. Ik klemde mijn benen met daartussen mijn Jongensdeel met grote kracht samen en, terwijl ik één ogenblik alle voorzichtigheid liet varen, opende ik hijgend mijn mond, sperde mijn ogen wijd open en gevoelde, hoe mijn jongenssap der liefde mij spontaan, zonder enig beroeren, met grote kracht ontvlood. Wat ik dacht weet ik niet meer, maar ik denk dat het iets was in de trant van wat Het Lelijke Jonge Eendje denkt, als de grote, volwassen zwanen op hem af komen: 'Doodt mij maar!'
Hebt u aanmerkingen? Het zoude kunnen zijn dat U zegt waarom heeft hij ons nu al van tevoren (dus) verteld dat die Wijnand een paar maanden later zal sterven? Dan is de spanning toch weg, als je dat van tevoren al weet? Neen, jongens en meisjes, daarin vergist U zich: in het verhalend proza is het onverwachte even ongewenst als in het drama, zij het toneel of film. Nu U van de spoedige dood van de jongen Wijnand weet hebt, wordt hij tragischer en interessanter, net als de held van het verhaal die het vertelt. Schijnbaar is voor de lezer hun beider lot futiel geworden, maar ik bereik hier het effect van 'vergroting door verkleining'. Het is een simpele wet: in het eerste hoofdstuk moet U reeds weten hoe slecht het in het laatste hoofdstuk afloopt. Of, zoals Tsjechow schrijft: 'Als er in het vierde bedrijf een geweer afgaat, tone men in het eerste bedrijf een geweer.'
Onthoudt U het maar: wij zijn beiden tragisch geworden, Wijnand en ik, meteen al in het begin van het verhaal, en zo behoort het ook te zijn. 'Gerard Reve is tragisch. Hij is een tragisch schrijver,' moet U langzaam en bedachtzaam zeggen als er over mij gesproken wordt: dan telt U mede, en iedereen wordt stil.
Neen, wij hebben het nooit 'met elkaar gedaan', Wijnand en ik, en ik heb mij ook nooit op zijn graf of met een foto van hem wellustig kunnen beroeren, want ik weet niet eens waar en óf hij begraven is, noch hoe hij heette en waar hij woonde. Je kunt je als je wilt wel bij alles en nog wat afrukken, maar laten wij alles maar liever aan God overlaten.
Gerard Reve - Verzameld Werk deel 6Uitgeverij L.J. Veen
Amsterdam/Antwerpen
2001
Wat voor ruimte?
Wat voor ruimte?
Weer een gedoogzone erbij?
Het werk van de onder pseudoniem tekenende Gregorius Nekschot en dat van de ritueel afgeslachte Theo van Gogh alsmede een figuratief naaktschilderij dat op verzoek van enkele moslimmannen uit een publieke ruimte van het Gemeentehuis Huizen (N-H) werd verwijderd; en zelfs werk van Jaffe Vink - die vanwege een publicatie in Opinio werd vervolgd - hoort nu in een vrijdenkersruimte thuis. Allemaal bij elkaar. In één ruimte! De vrijdenkersruimte.
Maar liever niet meer daarbuiten.
Daarbuiten – buiten – vindt een andere ontwikkeling plaats. De afgelopen jaren zijn er meer speciale ruimtes gekomen en ook hier sta ik niet om te juichen. Wat te denken van een speciale gebedsruimte? Op universiteiten, in ziekenhuizen en op talloze werkplekken zijn sluipenderwijs speciale gebedsruimtes ingesteld. Om te bidden. Vroeger deed je dat op je knietjes voor je bed, voornamelijk thuis of in de kerk maar nu moet het de hele dag door kunnen op de werkplek van u en mij. Daar heeft de gelovige recht op. Het geloof wil altijd meer. Dat weten we.
Er verrijzen speciale religieuze ruimtes en voorzieningen en in die ene speciale vrijdenkersruimte mag er nog een beetje onder gecontroleerde toegang vrij gedacht en geuit worden. Meestal gaat het dan om kritiek op de politieke ideologie/religie de islam.
Welke speciale ruimtes zullen er nog volgen? De speciale rokersruimte kennen we al. Interviewruimtes die gegarandeerd alcoholvrij zijn? Collegezalen waar de vrouwen achterin plaatsnemen? Gescheiden ruimtes voor mannen en vrouwen? En dat gaat dan verder dan de aparte kleedhokjes en wc's voor vrouwen en mannen, jongens en meisjes.
Eens raden wie die laatste ruimtes zal openen?
Wat een enge hokjesgeest! Zo min als ik iets met een speciale gebedsruimte heb, heb ik iets met een speciale vrijdenkersruimte. Wat koop ik daarvoor? Vrijdenken past niet in een hokje.* Ik geloof in onze democratie waar vrijdenken door de wet beschermd is en waar gelukkig alleen misdaad wordt bestraft door iemand in een hok op te sluiten.
* Het kan toch niet zo zijn dat ik - binnen de grenzen
van de wet - op mijn eigen weblog niet meer kan schrijven wat ik wil?
Rode Doek
Rode doek
Vorige week stuitte ik al zappend op het comedyprogramma Salam Cafe, dat kijkers volgens de makers een fascinerend beeld geeft van de komische aspecten (the funny side) van het leven van hedendaagse Australische moslims. Op zich een prima initiatief, ik heb de show inmiddels twee keer gezien en er zitten zeker leuke en verfrissende elementen in. Een van de presentatoren van Salam Cafe is Waleed Aly, een jonge advocaat die zich met name in zijn positie als voorzitter van The Islamic Council of Victoria promiment in het Islam- c.q. integratiedebat heeft gemengd. Ik ben het meestal oneens met Waleed Aly, maar dat neemt niet weg dat ik hem niet onsympathiek vind en dat ik zijn bijdragen aan de discussie waardeer; niets beters tenslotte dan een goede open dialoog. Daarbij heeft Waly zich ook in duidelijke bewoordingen gedistantieerd van Sjeik El-Hilali (om het geheugen even op te frissen: de Sjeik van de 'onbedekte vlees' controverse afgelopen jaar).
Minder te spreken ben ik over medepresentatrice Susan Carland, echtgenote van Waleed Aly, bekeerde moslima en in 2004 gekozen tot 'Australian of the year' door de National Australia Council. Niet alleen vind ik het jammer dat een programma als dit, bedoeld om heersende clichés rond moslims te doorbreken, er blijkbaar niet in kon slagen tenminste één vrouwelijke presentatrice te werven die er als moderne moslimvrouw voor kiest zonder de hoofddoek door het leven te gaan, storender nog vond ik de opmerking van Carland dat ze 'helemaal genoeg heeft van alle dicsussies rond de hoofddoek'.
Nu is dat feit op zich al opvallend: Als je de YouTube video bekijkt waarin Carland vertelt over haar religieuze zoektocht en haar bekering tot de Islam, dan blijkt dat de hoofddoek heel wat meer is dan gewoon een persoonlijke keuze, want Carland zegt dat ze het heel interessant vindt dat God vrouwen heeft gekozen 'to be the flagbearer of Islam'. Met name in dat woord 'flagbearer' zie ik een politiek statement. Daarnaast werkt een dergelijke opmerking op mij als een rode lap. De impliciete boodschap is dat we vooral onze mond moeten houden; niet alleen is het storend op zich, het gebeurt ook in een context waarin a] de hoofddoek wordt gepresenteerd als een vrije keuze, zonder daarbij ook maar met één woord te reppen over de miljoenen vrouwen wereldwijd die tot het dragen van dit kledingstuk worden gedwongen en b] het feit dat de hoofddoek wel degelijk een politiek statement kan impliceren - zie Carland zelf in haar video.Ik heb onlangs een bijdrage geleverd aan deze discussie middels een artikel op het Australische opinieweblog On Line Opinion. De schrijvers zowel als de reageerders van OLO zijn een goede representatie van de Australische bevolking, wat ook bleek uit de meer dan 100 reacties onder mijn stuk die uiteenliepen van variaties op de bekende multiculti drogredenen tot steun voor mijn standpunt, waarbij ik de verhouding aardig fifty/fifty schat. Daaruit blijkt in ieder geval dat onder het Australische publiek de dicussie over de hoofddoek nog steeds leeft, al uitten verschillende negatieve reageerders hun ongenoegen over de voortgaande discussie op gelijke wijze als Carland.
Wat me daarnaast stoorde, was dat met geen woord werd gerept over de sexuele connotatie van de hoofddoek, evenmin als werd gerept over de ware achtergrond van de weigering de hand te schudden van iemand van de andere sexe. Dit werd verwoord als 'respect' voor het andere geslacht, daarnaast werd in een filmpje gesuggereerd dat hygiënische motieven ten grondslag lagen aan deze gewoonte. Nu vind ik dat laatste best en valt ook wel iets voor te zeggen, er zijn tenslotte andere culturen waarin het handen schudden en zeker het kussen van het andere geslacht niet gangbaar zijn, ik denk bijvoorbeeld aan de Japanse cultuur. Het zou iets anders zijn als werd uitgelegd dat de gewoonte inderdaad een sexuele connotatie als basis had en dat men er inmiddels nu eenmaal middels de opvoeding aan gewend was, waarbij dan alsnog het hygiënische aspect naar voren gebracht zou kunnen worden. Maar dat gebeurde niet.
Even storend was dat - eveneens via een 'komisch' filmpje - werd aangedrongen op speciale wasruimtes voor moslims op het werk, zodat men in de openbare wasruimten niet zo'n troep zou maken. Ik heb met genoeg moslims samengewerkt, Westers, geen hoofddoek te zien en geen enkel probleem makend betreffende het verplichte bidden. Ik geloof niet dat er een tussen was die zich hield aan het vijf maal daags bidden, maar als dat wel zo was heb ik er in ieder geval nooit iets van gemerkt. Maar in Salam Café moet men juist alle clichés weer naar boven halen die men zegt te willen bestrijden, waarbij natuurlijk prominente Australiërs worden ingezet om een leuke kwinkslag over de hoofddoek te maken.
Het enige positieve element in alle als 'komisch' gepresenteerde 'voorlichtings'filmpjes vond ik de mededeling dat de Ramadan absoluut niet betekende dat je niets zou mogen eten in bijzijn van moslims tijdens de vastenmaand - dit verschilt nogal van wat naar ik heb vernomen Nederlandse kinderen wordt ingeprent in het Jeugdjournaal.
Het is jammer, ik heb echt het idee dat de makers van Salam Café een schot voor open doel hebben gemist. Zoals gezegd: de show bevat in aanzet genoeg leuke ideeën die een betere uitwerking verdienen, maar zolang men nog teveel blijft vastzitten aan de clichés zal het mij niet weten te overtuigen.
Pleidooi voor overgave
[Meer teksten van R. Marres leest u hier ]
Pleidooi voor overgave
Thomas von der Dunk, cultuurhistoricus en politiek publicist, schreef in 'Opinie' van NRC Handelsblad van 23 juli (2007) een stuk waarboven de kop 'Neem islamitische wensen serieus'. Die kop dekt de inhoud. Er staan meningen in die in linkse kringen opgang maken en ook daarom heeft het zin er eens naar te kijken.
Hij stelt dat islamisering niet mogelijk is door de demografische ontwikkeling noch door het islamistische terrorisme:
'Niet in demografische zin, zoals de CDA'ers Lutter en De Kok recent betoogden (Opinie, 28 juni [nrc.next]): de absurditeit van hun these wordt reeds door hun eigen cijfers gedemonstreerd. Voor zo'n overname zou een migratiestroom nodig zijn die niet tien miljoen, maar vele honderden miljoenen omvat.'
Opvallend is Von der Dunk's betoogstijl: het artikel van de twee wordt zomaar als absurd bestempeld zonder toelichting.
En tegen het argument dat hij daarna geeft is wel het een en ander in te brengen. De migratiestroom mag tot nu toe tien miljoen bedragen hebben - volgens mijn info twintig miljoen -, hij gaat door en kan gemakkelijk tot tientallen miljoenen oplopen.
Bovendien zijn de geboortecijfers van de autochtonen in veel West-Europese landen onvoldoende om de bevolking in stand te houden, terwijl moslims gemiddeld meer kinderen hebben.
Ten derde kan een vastbesloten minderheid de overhand behalen op een ruggegraatloze meerderheid.
En deze islamitische minderheid heeft fellow travellers onder de autochtone elite, zoals Von der Dunk. Hij noemt in het begin de angst voor islamisering van het Westen 'hysterisch'. Tegelijk laat de kop al zien dat die bezorgdheid een zeker fundament heeft. Hij zelf behoort immers tot degenen die toegeven aan islamisering voorstaan.
Geen van deze factoren wordt door Von der Dunk besproken. Ook zegt hij niets over de islamisering die al heeft plaats gevonden. Zo liet de burgemeester van Rotterdam na de moord op Theo van Gogh uit angst voor moslims een kunstwerk waarop stond 'Gij zult niet doden', van de muur wegspuiten. Een woordvoerder van één moskee kon dat al bewerken. De moord op Van Gogh mocht dus van de overheid niet veroordeeld worden, wat impliceerde dat die moord er niet toe deed.
Von der Dunk geeft toe dat er gettovorming plaats vindt, maar
'getto's vormen geïsoleerde eilanden en nooit de hoofdstroom binnen een maatschappij. In enkele specifieke wijken staan de westerse waarden weliswaar onder druk, maar een paar wijken zijn 'het Westen' niet.'
Van deze specifieke wijken zijn er echter vele en het worden er steeds meer. Daar worden joden en homo's weggetreiterd en vrouwen zonder hoofddoek voor hoer uitgescholden. Burgemeesters en politie kunnen - of willen - daar kennelijk niets tegen doen. Het zijn trouwens geen echte getto's. Er wonen nog autochtonen die niet de mogelijkheid hebben weg te trekken. Ze moeten zich koest houden; anders worden hun ramen ingegooid.
Ook blijft lang niet iedere moslim in zijn 'getto', onder anderen moordenaar Mohammed Bouyeri niet.
Columniste Nausicaa Marbe schrijft in haar column 'Nederland als kijkdoos (2)' in de Volkskrant van 27 juli (2007):
'Deze zomer woon ik er een kwart eeuw [in Nederland]. Ergens in die tijd heeft die open samenleving haar waakzaamheid verloren. Ongehinderd kreeg een radicale, gewelddadige islam de kans: niet alleen de haatpredikers, de zelfmoordterrorist of anonymous achter doodsdreigingen, maar ook de mannen die hun vrouwen opsluiten; de zonen die hun moeders en zusjes mishandelen; islamitische scholen die anti-westers opvoeden.'
Dit alles lijkt Von der Dunk koud te laten. Daarom is het ook door hem en zijn gelijken zover kunnen komen.
Volgens hem dreigt er evenmin een overname van het Westen door terrorisme:
'Dat terrorisme moge hinderlijk zijn, het moge (en zal) nog heel wat slachtoffers eisen. In extreme gevallen zal misschien eens de Nederlandse jaaroogst aan verkeersdoden worden gehaald, maar daarmee wordt Europa nog niet door de islam "overgenomen". Terrorisme bezit namelijk geen territorium. Hooguit kan het Westen zich door zijn eigen angst over laten nemen'.
Let op dat woord 'hinderlijk': Von der Dunk wil de dreiging zo veel mogelijk minimaliseren. Het Nederlandse verkeersdodental is op het moment zo'n negenhonderd per jaar. In extreme gevallen zal het dodental, zoals al in New York, veel hoger zijn.
Terroristen kunnen wel een territorium hebben. De Taliban bood Al Qaida daarvoor Afghanistan aan. Nu beschikt Al Qaida, sinds president Musharraf een verdrag met de stammen daar heeft gesloten, vrijelijk over het aan Afghanistan grenzende Noord-West Pakistan om aanslagen voor te bereiden.
En door hun aanslagen kunnen zij de politiek beïnvloeden. Wanneer ze atoombommen weten te bemachtigen of 'vuile' bommen, met radio-actief materiaal erin, is het hek helemaal van de dam. Von der Dunk noemt de maatregelen ter zelfbescherming in de VS en vindt die natuurlijk veel te ver gaan. Volgens hem zijn het 'de eerste aanzet tot omvorming van Amerika in een totalitaire staat.' Dat denk ik niet, maar toegegeven moet worden dat sommige maatregelen de privacy en vrijheid beperken.
Opmerkelijk is dat Von der Dunk niet de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh noemt, de eerste volgens moordenaar Volkert van der Graaf gepleegd ten bate van de moslims, zoals ik in mijn boek Vermoord en verbannen aantoonde, en de tweede door Mohammed Bouyeri ten gunste van de islam. Ook vermeldt hij niet dat Ayaan Hirsi Ali zwaar beveiligd moest worden en nu PVV-leider Geert Wilders. Dat interesseert hem kennelijk niet, zij zijn politieke tegenstanders. In Amerikaanse bladen wordt er bij het onderwerp terrorisme vaak op deze twee moorden in Nederland gewezen, omdat het tot nu toe uniek is dat welbepaalde personen het slachtoffer waren, maar niet door de Nederlander Von der Dunk.
Wat hij weglaat tekent zijn stuk evenzeer als wat hij zegt.
Als je islamisering niet te vrezen hebt, dan hoef je er ook weinig of niets tegen te doen. Dat impliceert zijn betoog. Maar dat komt neer op overgave.
Ik zal zijn artikel verder niet op de voet volgen. Hij beweert dat de militaire macht van Iran en een paar andere landen niet te vergelijken is met die van Hitler of Stalin op het hoogtepunt van hun macht.
Maar Iran streeft naar een atoombom en zal die binnen een paar jaar hebben als het, waar het op lijkt, doorgaat zoals tot nu toe. Langdurige onderhandelingen hebben dit proces niet gestopt. Dan zal Iran op zijn minst het Midden-Oosten kunnen tiranniseren, en, wanneer zijn raketten verder reiken, Europa. President Ahmadinejad heeft herhaaldelijk verklaard dat Israël van de kaart geveegd zal worden. Dat beschouwt hij als een religieuze plicht. Er is weinig reden aan te nemen dat hij zich niet aan zijn woord zal houden. Het zou Iran, daar Israël waarschijnlijk met kernwapens zou terugslaan, vele miljoenen aan inwoners kosten, maar fanatieke islamisten hebben hun leven en dat van anderen er voor over. Ze komen dan immers in het paradijs.
Von der Dunk vindt dat de legitimiteit van veel islamitische wensen onder ogen moet worden gezien, 'ook al worden die door onfrisse types als Ahmadinejad verwoord.' 'Onfris', zeg dat wel. Hitler was ook onfris, nietwaar? Dat Iran er op uit is Israël te vernietigen, verzwijgt Von der Dunk, maar het behoort zeker tot de wensen die de president als legitiem beschouwt. Von der Dunk ook? Want zijn volgende aanbeveling is om het gesprek met de terroristische beweging Hamas aan te gaan, daar die nu eenmaal invloedrijk is. Hamas wil, zoals in zijn Handvest staat, alle joden ter wereld ombrengen, te beginnen met die in Israël. Dit is onlangs nog eens uit de doeken gedaan door Wim Kortenoeven in zijn boek Hamas, Portret en achtergronden (Aspekt/Cidi 2006). Von der Dunk is dus wel consequent in de keuze van gesprekspartners.
Zijn propagandastuk is nauwelijks beargumenteerd en verderfelijk van inhoud. Midden-Oosten kenner Daniel Pipes stelt in zijn artikel 'How the West Could Lose' dat het Westen van de islamisten kan verliezen door pacifisme, zelfhaat en zelfvoldaanheid. Pacifisme en zelfvoldane arrogantie kenmerken ook Von der Dunk; zelfhaat jammer genoeg niet.
René Marres
Piraten op zee
(ingezonden) Uitgelicht: CDA'er (integratiewoordvoerster) Madeleine van Toorenburg in De Pers, 1.7.2008.
Uit interview met CDA'er Van Toorenburg: 'Dan lees je dat moslims moeten strijden tegen ongelovigen. Maar dan legt hij (Kader Abdollah [- De boodschapper en de Koran]) dus uit dat dat indertijd geen ongelovigen waren maar piraten op zee'.
Lees hier het interview 'CDA wil meer moslimleden' met Madeleine van Toorenburg.
Heeft u ook voorbeelden van Jip-en-Janneke-verslaggeving/berichten/uitspraken/foto's gehoord/gezien op radio of televisie? Stuur deze, met bronvermelding, dan naar hoeiboei.web-log.nl. Gebruik het mailformulier (linksboven)