Genade


'Alles is van te voren bepaald,' zegt Monsieur Ecclésiaste alias de Houtkoning. 'Alleen: wij weten het niet.' Hij schijnt mij een tevreden mens te zijn, zonder haat jegens enig schepsel: zijn manke herdershond van 17 jaren mag nog altijd met de baas er op uit, en zijn paard van bijna 25 jaren, kreupel en nog slechts tot een enkel uurtje ploegen in staat, mag in de weldadige schaduw van twee hoge kersenbomen blijven grazen en het grootste deel van de dag verdromen.
'Het zijn je kameraden,' legt de Houtkoning mij met een zekere verlegenheid in zijn stem uit. 'Gaat u mee, even een verre drinken?' En ik vergezel hem naar zijn hooggewelfde, donkere woonkeuken, waar een groot fornuis altijd zachtjes voortbrandt, mede om een grote lampetkan met wijn, op het lauwe gedeelte van de plaat nedergezet, de gehele dag op bedrijfstemperatuur te houden.

'Is dit uw eigen wijn?' vraag ik, nadat ik met een goedkeurende gelaatsuitdrukking het eerste glas geproefd heb.
'Mijn eigen wijn,' antwoordt hij trots. 'Het ene jaar is beter dan het andere, maar slecht is hij nooit.'
'Moet er suiker bij in de cuve?' vraag ik zogenaamd deskundig, 'of zit er al genoeg suiker in uw druiven zelf?'
'Er gaat niet één korrel suiker bij,' verklaart de Houtkoning met klem. 'Bij mijn wijn komt geen suiker te pas!'
'Toch hoor je dat wel eens,' zeg ik onnozel.
'Dat heeft te maken met wat voor soort druif of dat het is,' krijg ik te horen. 'Hij moet rijp worden - echt rijp - dan zit het altijd goed.' 'En toch,' vervolgt hij in tevreden verwondering, 'toch is het geen zware wijn! Hij is niet te zwaar. Dat is hij beslist niet. Nee, hij is niet echt zwaar, eigenlijk.'
'En toch is hij verrukkelijk,' zeg ik.
'Je hebt mensen die nooit tevreden zijn,' vervolgt de Houtkoning bestraffend. 'Die moeten en zullen de duurste kasteelwijn hebben. Ik wil niet beweren dat die niet goed zijn, die dure wijnen, maar waar heeft het voor nodig? Trouwens,' legt hij uit, 'je hebt wijn waar je bij kunt werken, en je hebt wijn waar je niet bij kunt werken. Omdat hij veel te zwaar is. Soms is een wijn te zwaar. Maar deze wijn is niet zwaar. Je kunt er bij werken. Je proeft het gewoon, dat hij niet te zwaar is. Niet te licht - helemaal niet - maar ook niet te zwaar. Je kunt hem gewoon de hele dag drinken. Je kunt er net zo veel van drinken als je zelf wilt.'
'Het leven is goed,' zeg ik frivool.
'Het is alles door Gods genade,' zegt de Houtkoning onverwachts. 'Maar wie kan dat begrijpen? Hoe zou een mens alles kunnen begrijpen? Dat kan toch niet?'
'Nee, dat kan niet,' zeg ik beduusd, terwijl mij een derde glas wordt ingeschonken.
'Er zijn veel dranken die eigenlijk niet goed zijn om te drinken,' betoogt de Houtkoning. 'Ik bedoel, als je er teveel van drinkt. Er zijn mensen die veel te veel drinken. Die drinken dingen die veel te sterk zijn. Dat is niet goed. Een glas cognac, een pastis, een bodempje eau de vie op zijn tijd, wat is daar tegen? Niets! Daar is niets tegen. Maar te veel, dat is nooit goed.'

'U drinkt nooit te veel?' vraag ik meteen berouw krijgend van mijn vrijmoedigheid.
'Wat is te veel?' begint de Houtkoning. 'Ja, vroeger wel.' Hij schudt zijn vervaarlijke, verweerde paarse kop, die mij in het begin van mijn verblijf in het dorp nog enige vrees inboezemde. 'Vroeger, ja...' Even is er een korte stilte.

'Ik heb zeven jaar met de duivel geworsteld,' voegt hij er opeens aan toe op een toon alsof hij iets over slecht weder mededeelt.
Ik verberg mijn gewaarwording van onbehagen door mijn derde glas met grote doortastendheid te ledigen. 'En heeft u de worsteling gewonnen?' vraag ik op zo onverschillig mogelijke toon.
'Ja, ik heb gewonnen,' verklaart de Houtkoning, zelf ook een flinke teug nemend. 'Maar alleen kun je zulk een strijd nooit winnen. God, die heeft me geholpen. Zodoende kon ik het winnen.'
'Wat deed de duivel precies? Wat wilde hij dan?' vraag ik, wat roekelozer geworden door de wijn.

'Het was een rare tijd, een heel rare tijd,' stelt de Houtkoning vast. 'Wat hij wilde ...? De duivel wilde dat ik dronk als ik zin had -'
'Wat was daar dan tegen?'
'Maar hij wou dat ik ook dronk als ik géén zin had,' voltooit de Houtkoning zijn antwoord. 'Dat was niet goed. Dat was helemaal niet goed. Het was een rare tijd. Dat kan ik u wel vertellen.'
'En nu heeft de duivel niets meer te zeggen?'
'De Satan is machtig,' leert de Houtkoning. 'Machtiger dan de meeste mensen denken. Maar tegenover Gods genade vermag hij niets. Zodoende heb ik gewonnen.' Er daalt enkele ogenblikken opnieuw een zwijgen.
'Het was een rare tijd,' stelt de Houtkoning nogmaals vast. 'Maar het is nu voorbij. Nu drink ik alleen maar als ik zin heb. En ik drink nooit als ik geen zin heb.'
'Zo moet het over de gehele wereld,' zeg ik nerveus, want het verhaal heeft me meer aangegrepen dan ik wil bekennen. Het is tijd om op te stappen, maar ik moet nog even blijven zitten: 'Nee, neem er nog één, voor onderweg.'

Het worden er meer dan één 'voor onderweg', voordat ik, wankelend, wederom in het volle daglicht treed. 'Alles is van te voren bepaald,' zegt Monsieur Ecclésiaste alias de Houtkoning, als hij mijn vertrek onder protest heeft aanvaard, en mij bij de deur de hand schudt. 'Alles is van te voren bepaald. Alleen wij weten het niet.'

Gerard Reve

Uit: Verzameld Werk - Gerard Reve
Deel 3
Pag. 197-200
L.J. Veen

Zo waarlijk helpe haar God de almachtige

De kruizenruzie is afgelopen. De Landdag van Niedersachsen kiest de moslima Aygül Özkan tot nieuwe minister van sociale zaken – en verbaast zich over haar ambtseed.

Christian Wulff zou het liefst overal een grap van willen maken, maar zo grappig is de zaak helemaal niet. Toch grapt hij stoïcijns: ”Over twintig jaar zal men er om lachen”, zei de minister-president van Niedersachsen op weg naar de plenaire vergadering en bedoelt de ophef, die Aygül Özkan heeft veroorzaakt.

”Dat is net zoals bij Hildegard Knef”, zei Wulff verder. Toen deze een paar seconden naakt op de televisie gezien geweest zou zijn, ”hebben velen geëist om deze toestellen af te schaffen”. Als Wulff over de vergelijking tussen de naakte Knef en de islamitische minister van Turkse herkomst heen wil praten, is het al te laat – al lang tig keer genoteerd. ”Heb ik nooit gezegd, zal ik tegenspreken”, roept Wulff, nog steeds met een glimlach.

De regeringschef zou bijna voor cabaretier kunnen doorgaan, zoveel er deze dagen is gezegd, maar waarvan men zegt dat het niet gezegd is. Zoveel opzien als de nieuwe minister van sociale zaken, de 38-jarige juriste Aygül Özkan, heeft nog geen enkel ander vrouwelijk lid van de regering van de deelstaat gebaard, sinds Ursula von der Leyen vanuit Hannover met haar landelijke politieke carrière begon. Met dit verschil, dat Özkan nog helemaal niets kan laten zien, geen dag in functie. Er is alleen deze ene opmerking over kruisen in klaslokalen.

Mevrouw Özkan heeft haar excuses aangeboden – men mag haar kiezen.

Na alle distantiëringen, correcties en verontschuldigingen, verwijzingen naar het federaal constitutioneel gerechtshof en de schoolwet van Niedersachsen, weet deze dinsdag niemand in de Landdag precies wat mevrouw Özkan eigenlijk heeft gezegd of niet zou hebben willen zeggen. Maakt ook niet uit. Ze heeft haar excuses aangeboden.

Of ze zich nu voor haar mening, de uitlating van deze mening of de interpretatie van de geuite mening heeft verontschuldigd, maakt ook niet uit. De fractie heeft er notitie van genomen, dat mevrouw Özkan kruisen in klaslokalen in Niedersachsen geweldig vindt. Men mag haar kiezen.

En zo krijgt zaak nr. 16/24/21, waarin de CDU-minister-president het parlement om toestemming vraagt voor de benoeming van drie vrouwelijke ministers en een mannelijke minister, de toestemming van de coalitiefracties CDU en FDP. Afgezien van de eerste islamitische minister van Duitsland werden er nog drie andere ministers gekozen en iedere persoon op zich zou in normale tijden een verhaal waard geweest zijn.

De wissel van Johanna Wanka uit Potsdam, waar ze fractievoorzitter was van de CDU, naar het kabinet in Hannover – in de voetballerij zou dat een sensationele transfer geweest zijn. De eerste Oost-Duitse minister in een westerse deelstaat – het blijft een notitie in de marge.

De Landdag barst vanwege Aygül Özkan uit al zijn voegen. De publieke tribune is vol, de plaatsen voor de pers beter bezet. Zo gaat dat, wanneer er geschiedenis wordt geschreven. De geschiedenis slaat in dit geval op 15 getypte regels, waarin het ministerie van sociale zaken verklaart waarom Özkan de plechtige verzekering ”Zo waarlijk helpe mij God” heeft gebruikt. Ze is heel voorzichtig geworden.

Wat volgt, is tumult. Bernd Althusmann, minister van cultuur, de minister van landbouw Astrid Grotelüschen, de voor wetenschap verantwoordelijke mevrouw Wanka – ze kunnen elkaar ongehinderd feliciteren. Geen fotograaf, geen televisiecamera stoort hen, die proberen allemaal een foto of een opname van Aygül Özkan met bloemen te maken. Ze zit aan de rechterkant, heel dicht bij Wulff.

Het is een coup geweest om het Hamburger politieke talent, dat pas zes jaar lid is van de CDU, in zijn team te halen. Wulff geniet van het succes van zijn ministers altijd als zijn eigen succes; van dat van mevrouw Van Der Leyen net zo goed als dat van Philipp Rösler, hoewel die lid is van de FDP. Hij is de maker.

De spectaculaire reorganisatie van het kabinet is ook een soort comeback van de minister-president, van wie niet weinigen gezegd hebben dat hij beu zou zijn van het ambt en opvallend dicht bij de economie zou staan. Wulff zou weldra van beroep kunnen veranderen, werd er gezegd. Nu pakt hij de handschoen rond de moderniseerders van de CDU weer op.

Van Roland Koch uit Hessen is weinig te horen, Jürgen Rüttgers zit in Nordrhein-Westfalen midden in een verkiezingsstrijd, de Hamburger Ole von Beust heeft geen ambities. Plotseling lijkt de moedige personele beslissing van Wulff op een aanval op de macht van de Bondspartij. Als Özkan zou mislukken, zou het voorbij zijn voordat het begonnen is. En daarom zegt Wulff, nu heel serieus: ”Alles komt goed. Het is de juiste beslissing.”

Ralf Wiegand

(Video YouTube: http://www.youtube.com/watch?v=OmKQL2Z8Ebg&feature=player_embedded)

Bron: http://www.sueddeutsche.de/politik/513/509642/text/

Uit het Duits vertaald door: E.J. Bron

Ronald Giphart zakt voor het toelatingsexamen van de Joris Ivens Academie


Les één voor een columnist. Doe nooit onjuiste beweringen die door de lezer in vijf seconden kunnen worden gecontroleerd. Ronald Giphart maakt vandaag deze klassieke fout in zijn Volkskrant-column (‘Ondemocratisch’) over de Socialistische Partij.

Giphart schenkt aandacht aan de maoistische roots van deze partij, die in de beginjaren als ‘Socialistiese Partij’ nogal autoritair werd geleid door de dictatoriale oprichter Daan Monjé. Het geld voor de organisatie kwam uit Communistisch China.

Aan het slot van zijn betoog gaat Giphart echter hopeloos in de fout: “Wie overigens op de site van de SP de naam Daan Monjé intypt, krijgt vreemd genoeg geen zoekresultaten. De partij is gezuiverd (‘gedemaoiseerd’) en de voormalige roerganger is - geheel in de lijn met communistische gewoontes - geretoucheerd uit de partijgeschiedenis. Ik wil best aannemen dat de SP de huidige Nationaal Kampioen Democratische Besluitvorming is, maar ze motten niet doen alsof ze het hebben uitgevonden.”

Laat ik het maar eens uitproberen, dacht ik bij het lezen van deze slotalinea, volledig in de waan dat Giphart gelijk had. Ik ging naar de SP-site - www.sp.nl - en tikte de naam Monjé in. En wat was het resultaat. Vier hits!

Op de SP-site staat een artikel uit het partijblad Tribune van 17 december 2004, waarin Daan Monjé zeven keer wordt genoemd, ook als de man die in 1972 de SP oprichtte als voortzetting van het Marxistisch-Leninistisch Centrum. Ook de gleufhoeden van de BVD stonden aan de wieg van de SP. Zij vonden het wel nuttig om een scheuring in de rangen van de CPN te veroorzaken.

Ronald Giphart is bij deze gezakt voor het toelatingsexamen van de Joris Ivens Academie, de leerschool voor politieke propaganda.

Carel Brendel

Aanvulling: Deze tweet* van Ronald Giphart en dit antwoord van mij werpen meer licht op de zaak. Overigens ben ik op geen enkele manier bij de SP betrokken.

*

Afbeelding_69
link 1
link 2

Duitsland: Altijd schuld en boete

Vervolgens

Oorlog nog steeds bepalend in Duitse geschiedschrijving

Door: Willem Melching

Boekhandel Die Weisse Rose in Amsterdam is een lustoord. Stapels Duitse boeken (voor Duitse prijzen!) zijn hier opgetast, het ene werk nog mooier en interessanter dan het andere. Uit het gevarieerde en hoogwaardige aanbod heb ik gekozen voor boeken die veel weerklank vinden in Duitsland: een cultuurgeschiedenis van de Bondsrepubliek, een analyse van de grote mythes van het Duitse volk en een tweetal studies over het oostfront in de jaren 1941-1944.

Lees vervolgens hierr verder.

Voor de redactie van Zembla en Prof. Dr. Fred Leemhuis

Arabist_jansen

Voor de redactie van Zembla en Prof. Dr. Fred Leemhuis, uit het begin van de gezaghebbende Korancommentaar ‘Al-Jalalayn’, geschreven rond 1500 AD, nog steeds dagelijks bestudeerd en geparafraseerd, en dan ook in elke Arabische boekwinkel te vinden:


Boven deze Soera [Soera 9] staat niet geschreven ‘In de naam van God de Barmhartige Erbarmer’ want [Mohammed], Gods heil en vrede zij over Hem, heeft daartoe geen bevel gegeven, zoals begrepen moet worden uit een Traditie [over Mohammed] die wordt overgeleverd [in het werk] van Al-Haakim [Al-Tirmidhi].


Over de bedoeling hiervan wordt gemeld, op gezag van Ali [Ibn Aboe Taalib]: De formule ‘In de naam van God de Barmhartige Erbarmer’ [impliceert] veiligheid [Ar.: amaan], maar [deze Soera] is geopenbaard om de veiligheid, door het zwaard, weg te nemen.


Het is de laatste soera die [aan Mohammed] geopenbaard is [en dus de meest gezaghebbende].


Zo’n letterlijke vertaling is altijd gesteld in kromspraak. De betekenis is desalniettemin onmiskenbaar. Beroepsmoslims kunnen de koran en de islam niet anders uitleggen. Gelukkig rekenen veel moslims zich niet tot de voorhoede van beroepsmoslims.


Arabist Hans Jansen

Scherpe brief van Manfred Gerstenfeld aan Sidsel Wold


[Sidsel Wold, correspondente voor de Noorse Staatsradio NRK, reisde enkele weken geleden naar Israel voor een interview met Manfred Gerstenfeld*. Wold wiste vervolgens het oorspronkelijke interview en zond een ruim drie minuten bijelkaar gefantaseerd interview uit waarbij het voor de luisteraar niet altijd duidelijk was wie wat en naar aanleiding van welke opmerking of vraag beweerde. Opzettelijk? Gerstenfeld schreef een scherpe brief; over de ethiek van de journalistiek en wat hij wel zei.]

8 april 2010

Dear Sidsel,

You informed me that you lost the text of my interview with you and that you have broadcast another text which you call an “interview” with me, a copy of which you have sent me.

I gave the text of this so-called “interview” with me to a Norwegian acquaintance of mine to transcribe and translate, (for full text, see below).

What emerges is that this so-called “interview” is, in fact, a mix of the following three elements:

a) some quotes of mine, where I speak for a very short period;
b) several statements which you attribute to me, a substantial number of which I never made and are your inventions;
c) your own remarks which, to different extents, it is unclear to the listener whether they are yours or mine.

The Ethics Code of the Society of Professional Journalists states that journalists should “Test the accuracy of information from all sources and exercise care to avoid inadvertent error. Deliberate distortion is never permissible.” Your text flagrantly breaks these rules.

Examples of false quotes attributed by you to me:

I did not say that all Norwegian bishops are out to get Israel with the exception of one. I could not say that as I have read about the position of four bishops in total, three of who are against Israel.

I did not specifically name any Israeli NGOs which spread hatred of Israel. This subject is the specialized domain of NGO Monitor and I did not enter into details on this subject. As far as I know NGO Monitor does not claim that all the organizations you mention are spreading hate of Israel. The insertion of the names, in what are supposedly quotes of mine read out by you in the interview, are falsifications. You inserted the names of the organizations on your own initiative.

I did not say that most of the journalists and academia are out to get Israel. Indeed, many journalists who deal with Israel are anti-Israeli and in the academia there are key figures and others who are extreme anti-Israelis.

I did not say that the aim of these anti-Israelis is to hit the Jews. Their aim is to hit Israel.

I did not say that Norway is credible. What I said is that Norway has “the image of being credible”, which is something radically different.

You say in the broadcast text: "He believes that those who criticize Israel today are anti-Semites and that Norwegian elites are the worst of them all. Yes, Norway is the spearhead of the world when it comes to disseminating of Jew-hatred, illegitimate anti-Israeli criticism, he believes." This is a radically false construction made by you which has nothing to do with what I believe. You have manipulated a variety of texts, which you attribute to me, and on the basis these manipulations you falsely construct my “beliefs.”

When you lost the tape you had a number of honest options:

  1. not to broadcast the interview;

  2. try to contact me in Norway which was not all that difficult. You could have called my secretary or my home for my contact details;

  3. accurately quote texts from my book Behind the Humanitarian Mask, Israel and the Jews, The Nordic Countries, Israel and the Jews, a copy of which I gave you.

You chose a fourth option: to produce a constructed text which contained a large number of fallacies, air them during a short broadcast, and attribute them to me. I now wish be given equal air time, in which only my words will be broadcast, in answer to questions without any independent comments by you.

If I do not receive a satisfactory answer from you before 11 April 2010, I will feel free to take any steps I deem necessary.

As this correspondence concerns an item which was broadcast and was aired in the public domain, I do not consider the contents confidential.

Yours sincerely



Manfred Gerstenfeld


ENGLISH TRANSLATION OF WHAT WAS BROADCAST

Manfred Gerstenfeld: All studies show anti-Zionism and anti-Semitism almost entirely overlap. Now of course it is very bad to say that you are against the Jews after the Holocaust, so you have found an escape clause to be against the Jews without saying that you are against the Jews, and you say “I am against Israel”.


Sidsel Wold: Manfred Gerstenfeld was born in Austria, grew up in Holland and emigrated to Israel in 1968. He believes that those who criticize Israel today are anti-Semites and that Norwegian elites are the worst of them all. Yes, Norway is the spearhead of the world when it comes to the disseminating of Jew-hatred, illegitimate anti-Israeli criticism he believes.

Today the Norwegian translation of his book from 2008
Behind the Humanitarian Mask, is being released. He writes that, quote: “One gains an impression that Norway represents that which is good in the world. Norway is at the top of the world when it comes to freedom of the press, the absence of corruption, and is one of the countries which gives most development aid to poor countries per capita. But the idyll stops there, for behind this impressive façade or mask, Norway is an ugly country, Gerstenfeld believes.

Norway’s elites, especially Foreign Minister Jonas Gahr Støre, Education Minister Kristin Halvorsen, all the bishops, except bishop Ole Christian Torme, most of the journalists and academia are out to get Israel with the sole purpose of hitting the Jews. Because Norway is credible this means that other governments will listen to Norway and take the Norwegian position seriously.

Therefore the Israel-critical Norway is an especially dangerous country for Jews and for Israel, according to the Austrian-born Israeli.

Gerstenfeld believes it is unacceptable that Norway, like several other European countries, finances organizations which are pioneers in spreading hatred against Jews, according to Gerstenfeld. These organizations are for example B’Tselem, Peace Now, Gisha, Committee against Torture, Rabbis for Human Rights, Yesh Din and several other Israeli human rights organizations which work for the Palestinians under the occupation.

When Gerstenfeld’s book is published in Norway today, he will perhaps achieve a debate about anti-Semitism in Norway, and a new debate on where the boundaries are between anti-Semitism and necessary criticism of the politics of the state of Israel.

Under the Netanyahu government, a wind of McCarthyism is blowing over Israel. All Jews or Israelis who do not agree with Netanyahu's government are branded “self-hating Jews”. If the critic is not Jewish, they are branded as anti-semites. A simple tactic to stop all undesired political debate.

NORWEGIAN TRANSCRIPT:

Manfred Gerstenfeld: All studies show anti-Zionism and anti-Semitism almost entirely overlap. Now of course it is very bad to say that you are against the Jews after the Holocaust, so you have found an escape clause to be against the Jews without saying that you are against the Jews, and you say “I am against Israel”.

Sidsel Wold: MG er født i Østerrike, vokst opp i Holland og emigrerte til Israel I 1968. Han mener at de som kritiserer Israel i dag er antisemitter og at norske eliter er de verste av dem alle. Ja, Norge er verdens spydspiss når det gjelder spredning av jødehat, urettmessig anti-Israelsk kritikk, mener han.

I dag kommer den norske oversettelsen av hans bok fra 2008 Behind the Humanitarian Mask. Han skriver at, sitat ”Man får et inntrykk av at Norge representerer det som er godt i verden. Norge ligger på verdenstoppen når det gjelder pressefrihet, når det gjelder fravær av korrupsjon og er et av de landene som gir mest bistand til fattige land per innbygger. Men der stopper idyllen, for bak denne imponerende fasaden eller masken er Norge et stygt land, mener Gerstenfeld.

Norges eliter, særlig utenriksminister Jonas Gahr Støre, utdanningsminister Kristin Halvorsen, alle biskopene, ja unntak biskopen Ole Christian Torme, de fleste journalistene og akademina er ute etter Israel med det ene mål å ramme jødene. Fordi Norge har troverdighet betyr det at andre regjeringer verden over vil lytte til norge og ta den norske posisjonen på alvor.

Derfor er det Israelkritiske Norge et spesielt farlig land for jøder og for Israel ifølge den Østerrikisk fødte Israeleren.

Gerstenfeld mener at det er uakseptabelt at Norge, i likhet med flere andre Europeiske land, finansierer organisasjoner som er pionerer i å spre hat mot jøder i følge Gerstenfeld. Disse organisasjonene er for eksempel B’Tselem, Peace Now, Gisha, Committee against Torture, Rabbis for Human Rights, Yesh Din, og flere andre Israelske menneskerettighetsorganisasjoner som jobber for palestinerne under okkupasjonen.

Når Gerstenfelds bok utkommer i Oslo i dag vil han kanskje oppnå en debatt om antisemitisme i Norge, og en ny debatt om hvor grensene går mellom antisemittisme og nødvendig kritikk av staten Israels politikk.

Under Netanyahus regjering blåser det en vind av McCarthyisme over Israel. Alle jøder eller Israelere som ikke er enig med Netanyahus regjering stemples som selvhatende jøder. Om kritikerne ikke er jøder, ja så stemples de som antisemitiske. En enkel taktikk for å stoppe all uønsket politisk kritikk.


*Dr. Manfred Gerstenfeld is chairman of the Board of Fellows of the Jerusalem Center for Public affairs.
Zie ook:
The Anti-Jewish Riots in Oslo.

Protestactie ”Boobquake”- dag van de ”borstenbeving”

Omdat een Iraanse geestelijke natuurcatastrofes toeschreef aan onkuis geklede vrouwen, stelde de Amerikaanse studente Jen McCreight voor om zich vrijpostig te kleden. Het idee van de ”Boobquake-dag” was geboren – nu is het zo ver.

Eigenlijk, verklaarde Jen McCreight in het begin van de week in een interview, zou het allemaal als een soort grap zijn begonnen. Omdat datgene wat de islamitische geestelijke Kasem Sedighi tijdens een gebed in een moskee in Teheran zou hebben gezegd, zo belachelijk zou zijn geweest, zou zij dit nog belachelijker hebben willen beantwoorden. De geestelijke had verklaard, dat aardbevingen door onkuis geklede vrouwen zouden worden veroorzaakt.

McCreights antwoord: laten we die man laten zien dat borsten geen aardbevingen veroorzaken. En wel met een experiment: zoveel mogelijk vrouwen zouden zich maandag 26 april zo gewaagd mogelijk moeten kleden.

De ”Boobquake-dag” was geboren, de ”dag van de borstenbeving”.

Het kleine commentaar op McCreights blog ging al snel een eigen leven leiden, ging de wereld rond en kwam in de media terecht. Spoedig volgde een Facebook-site over de Boobquake. Nog geen 24 uur na de publicatie had zich een groot aantal vrouwen solidair verklaard. Steeds meer vrouwen verspreidden het appèl. Twee dagen na het initiatief ontstonden de eerste plaatselijke ondersteuningsgroepen, die in Amerikaanse en Canadese steden deelneemsters wierven. Ongeveer 155.000 vrouwen hebben inmiddels verklaard, ondanks het aardbevinggevaar, niet te willen afzien van push-up beha’s of diep uitgesneden kleding. Zelfs echte kleine demonstraties behoren tot het programma: in het Canadese Vancouver hebben 50 vrouwen een Boobquake-demo aangekondigd.

Dwaze vorm, serieus protest

Voor McCreight begon dit alles weliswaar als een grap, die echter niet toevallig grimmig en provocatief eindigde: de 22-jarige atheïste denkt dat haar sarcastische commentaar zo snel tot een wereldwijde actie uitgroeide, omdat steeds meer vrouwen net als zij ”hun buik vol hebben van belachelijke onwetenschappelijke en tegen vrouwen gerichte beweringen zoals die van Sedighi. Vaak is ongedwongen spot de beste oplossing.”

En die zag er zo uit: ”Ik zal het meest diep uitgesneden shirt dragen dat ik heb”, schreef ze. ”Ja, dat ene, dat er normaalgesproken voor bedoeld is om gedragen te worden als ik uitga. Ik roep andere sceptische vrouwen ertoe op om mee te doen en de zogenaamde superkracht van onze borsten te gebruiken. Met de gecombineerde kracht van onze scandaleuze lichamen zouden we in staat moeten zijn een aardbeving te produceren. En zo niet, dan heeft Sedighi er vast en zeker een verklaring voor waarom de aarde niet beefde.”
Weldra beefde het bij McCreight: de enorme weerklank in het internet en de media heeft haar weliswaar geschokt en communicatief afgesneden – haar E-mailaccount is gedeactiveerd, omdat er duizenden berichten binnenkwamen. Desondanks deed ze er nog een zakelijker schepje bovenop: het zou er om gaan een signaal af te geven en niet om zich tentoon te stellen. Wie zich met diep uitgesneden kleding niet prettig zou voelen, zou gewoon haar enkels moeten laten zien – ook dat zou immers voor veel mensen al onkuis zijn.

Intussen is dit alles nauwelijks nog te stoppen. Via de Boobquake-Facebook-site werden verschillende T-shirts aangeboden (”Kuis aangeklede vrouwen laten de aarde zelden beven”). Honderdduizenden Facebook-gebruikers werden uitgenodigd mee te doen en zelfs vooraanstaande media pakten het thema in de VS op.

Tegenwind: hersens in plaats van borsten

Waar veel vrouwen het niet mee eens zijn. De actie ”Brainquake”, die aan het eind van de week ontstond als antwoord op Boobquake, vat de negatieve weerklank van de andere feministische kant het meest treffend samen: McCreights actie zou bijdragen aan de seksualisering van de openbare ruimte, zou vrouwen vernederen, die ”dagelijks gedwongen” zouden zijn hun lichamen tentoon te stellen. Veel te veel mannelijke ondersteuners van de Boobquake-dag zouden er alleen maar op wachten om eindelijk de ”tieten” van hun collega’s en vriendinnen te zien.

Daarom, aldus de Brainquake-vrouwen, zouden vrouwen als protest tegen de absurde ideeën van Sedighi beter hun ”diploma’s, levenslopen, onderscheidingen en prijzen” kunnen laten zien – op websites en blogs, Facebook en YouTube. Want mannen zouden voor niets anders zo beven dan voor gekwalificeerde vrouwen.
McCreight begrijpt ook dat. Het eerste statement op haar blog zou immers alleen maar een sarcastisch commentaar geweest zijn, geen oproep tot protesten. Als ze geweten had hoe dit alles zich ontwikkeld zou hebben, zei ze in een gesprek met de Australische nieuwssite News.com, zou ze haar woorden anders hebben gekozen.

McCreight: ”Ik neem het vrouwen niet kwalijk dat ze hun bezwaren uiten, want dat vrouwen als objecten worden behandeld is een goede reden om je zorgen te maken. Vooral wanneer je denkt aan de walgelijke commentaren, die mannen achterlaten op de Facebook-site en op het blog. Die hebben het niet echt helemaal begrepen.”

Want Boobquake zou maandag het bewijs gaan leveren. Ze zal maandag de kracht van en het aantal aardbevingen vergelijken met de gemiddelde waarden. Dat dit niet genoeg is om een wetenschappelijk bewijs te leveren, weet McCreight, die genetica en evolutieleer studeert, uiteraard ook: om betrouwbare gegevens te verkrijgen, zou men de zaak misschien moeten herhalen. Of misschien de aardbevingsgegevens van de Mardi Gras (een soort carnaval) erbij betrekken.

Bron: http://www.spiegel.de/panorama/gesellschaft/0,1518,691129,00.html

Vertaald uit het Duits door: E.J. Bron

Met Geert Wilders en zijn thema's is het nog lang niet gedaan


Al vijf jaar lang is het negatieve vergrootglas gericht op Geert Wilders. De PVV groeide alleen maar. Nu loopt de partij terug. Dat komt dus niet door de ‘linkse hetze’, maar door de eigen fouten. De gevestigde politiek maakt echter een grote blunder als ze Wilders voorbarig afschrijft en de door de PVV aangekaarte thema’s blijft verwaarlozen.

‘Kopvoddentax startsein voor de neergang van Wilders’ was de kop van een weblog, dat ik schreef na zijn tegenvallende optreden tijdens de algemene politieke beschouwingen. Hiermee pleegde ik volgens sommige PVV-aanhangers bijna heiligschennis, want in hun ogen had Geert een geniaal voorstel gelanceerd.

Aanvankelijk zag het er naar uit dat ik weer eens helemaal verkeerd in de glazen bol had getuurd. Ik verloor er zelfs een weddenschap door. De PVV handhaafde zich met glans boven de 25 zetels en kwam regelmatig als grootste partij naar voren in de peilingen van Maurice de Hond.

Sinds de kabinetscrisis en de gemeenteraadsverkiezingen zit de klad er in. De PVV in Den Haag en Almere streefde naar een hoofddoekverbod bij gemeentelijke en gesubsidieerde instellingen. Maar juist door de troebele voorgeschiedenis met de kopvoddentax kregen de lokale PVV-chefs Sietse Fritsma en Raymond de Roon geen enkele steun hiervoor.

Afshin Ellian bracht de PVV-misgreep exact onder woorden: “Een hoofddoekbelasting! Als de hoofddoek een onderdrukkingssymbool is, dan moet het nooit op een statelijke wijze, ook niet door belastingheffing worden erkend… Vanuit het perspectief van de staat bezien, gaat het niet om het dragen van een hoofddoek als zodanig, maar om de plaats waar een hoofddoek wordt gedragen: openbare scholen, politiebureaus, gemeentes etcetera. Het dragen van een hoofddoek kan de neutraliteit van de staat aantasten. Daar begint het probleem.”

Wilders beging vervolgens de fout om het onduidelijk geformuleerde en beargumenteerde hoofddoekverbod tot breekpunt van coalitiebesprekingen te maken, of toch weer niet. De PVV zette zichzelf buitenspel zonder dat de andere partijen doorzichtige manoeuvres hoefden te maken. Inmiddels zou uit NRC-onderzoek blijken dat zelfs de PVV-aanhang verdeeld is over de grote aandacht voor de hoofddoek.

Dan is er nu de misère rond de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer. Het was voorspelbaar dat de media de PVV-wannabes onder een negatief vergrootglas zouden leggen. Wilders verzuimde om dit zelf van tevoren goed te doen met twee fatale gevolgen. Op nummer 9 stond de klankschaaltherapeute en misbruikfantaste Mellony van Hemert. Ze trok zich weldra terug wegens een ernstige ziekte. Tot en met deze ziekte doet het allemaal heel erg denken aan het ‘terminale’ ex-Kamerlid Tara Singh Varma. Het multiculturele boegbeeld kon er 20 jaar lang op los liegen voor de CPN en GroenLinks. Ze kwam zelfs weg met het graaien in de kas van twee landencomités zonder dat de media haar optreden onder een negatief vergrootglas legden. Wilders heeft zich aanzienlijk sneller ontdaan van de rotte appels in de mand.

In een eerder blog heb ik al uitgelegd wat er mis was Gidi Markuszower. Als het alleen bij een lichte overtreding van de wapenwet was gebleven, was de nummer 5 er nog wel mee weggekomen. Markuszower bleek echter ook voorstander van een cherem, een religieuze ban voor Joden, die achter het Goldstone-rapport staan. Deze cherem werd door de Portugees-joodse gemeente in de 17de eeuw toegepast tegen vrijdenkers als Uriel da Costa en Baruch Spinoza. Bij de bestrijding van het religieuze fundamentalisme van de islam heeft Wilders dus een religieuze fundamentalist in de arm genomen, een duidelijke misgreep.

Bij de jongste peiling van Maurice de Hond staat de PVV nu op 18 zetels, nog altijd een verdubbeling van het huidige zeteltal. Ondanks het ovationele applaus voor de Nieuwe Leider staat de PvdA nog steeds niet op winst, maar op 33 zetels - even veel als het schamele resultaat dat Wouter Bos in 2006 behaalde. In de peilingen zijn PVV en D66 nog steeds de grote winnaars, staat de VVD er steeds beter voor, en mag ook GroenLinks op een lichte vooruitgang hopen. Het CDA en de SP verkeren in zwaar weer.

Op enkele websites, zoals De Dagelijkse Standaard en Contradicere, wordt nu beweerd dat de PVV het slachtoffer is van linkse lastercampagnes. Merkwaardig. Vanaf zijn vertrek bij de VVD is Wilders voortdurend het mikpunt van lasterjournalistiek, doodsbedreigingen, juridische campagnes en onterechte vergelijkingen met de NSB, Hitler en de Tweede Wereldoorlog.

Al die tijd kreeg de negatieve publiciteit geen enkele vat op hem. De aanhang van Wilders groeide alleen maar dankzij de linkse hetze. Tegenstanders werden wanhopig van zijn ‘briljante strategie’. Nu blijkt dat Wilders wel degelijk fouten kan maken. Het zijn dan ook vooral de fouten en niet de hetzes die voor de teruggang zorgen. Het gevolg is dat de VVD van Mark Rutte zich kan aandienen als ‘het redelijk alternatief’ voor mensen, die zich zorgen maken over de drie i’s (islam, immigratie en integratie), maar niet willen meegaan met de drie k’s (knieschot, koranverbod en kopvoddentax).

Door het linkse kamp gaat een zucht van verlichting. Zembla brengt vanavond (25 april) nog een documentaire waarin Wilders wordt weggezet als ‘profeet van de angst’. “Wilders heeft het land in de greep van de angst”, beweert de Vara-rubriek, die in de herinnering blijft door haar leugenachtige documentaire over Ayaan Hirsi Ali.

Het is mosterd na de maaltijd. De vrees voor Wilders is verdampt. Uit de ‘angstgreep’ is nu ook Vara-prominent Francisco van Jole. De geestelijke vader van opiniesite Joop begint zelfs bang te worden dat de PVV te ver weg zakt in de peilingen. Hij noemt dat ’verontrustend’, want daardoor stemmen mensen niet meer op Job Cohen om te voorkomen dat Wilders in de regering komt. Als ik ’Jolo’ goed begrijp, is het dus juist goed dat mensen bang zijn voor Wilders, want dan stemmen ze PvdA. Over profeten van de angst gesproken.

Het is al met al voorbarig om Wilders nu al af te schrijven. Uit een vandaag gepubliceerd onderzoek van De Hond komt naar voren dat de kiezers diverse programmapunten van de PVV steunen. Daarbij gaat het niet alleen om 10.000 extra banen in de zorg of het schrappen van de JSF, maar ook om typische Wilders-onderwerpen. Het stoppen van kinderbijslag voor kinderen in het buitenland krijgt bijvoorbeeld ruime steun van VVD- en CDA-kiezers. Alleen de GroenLinks-aanhang is hier tegen.

VVD-kiezers willen ook pas na 10 jaar de Nederlandse nationaliteit verlenen aan immigranten, zijn tegen de bouw van moskeeën, en steunen met een minieme meerderheid een hoofddoekverbod bij gemeentelijke instanties.

TNS Nipo ziet een soortgelijke trend in een onderzoek voor de Volkskrant. Ondanks de teruglopende steun wordt de PVV gezien als de partij die de beste oplossingen biedt op het terrein van immigratie. “Liefst 80 procent van de ondervraagden is van mening dat allochtonen en etnische minderheden zich moeten aanpassen aan de Nederlandse cultuur. In de verkiezingsprogramma’s van andere partijen wordt dat denken maar ten dele weerspiegeld.”

De VVD staat er veel beter voor dan vier jaar geleden, maar kan zich niet weer de fout veroorloven om deze thema’s buiten de campagne te houden. Rutte moet de weglopende PVV’ers voor zich winnen, en tegelijk de Dijkstal-achtige, naar D66 lonkende linker vleugel te vriend houden.

Het wordt een moeilijke spagaat voor Rutte, die vanaf nu het negatieve vergrootglas op zich weet gericht.

Carel Brendel

Twee plus twee is vier-en-een-half (10)

Prof. dr mr Maurits Berger (Universiteit van leiden): "De sharia en het Nederlands recht zijn voor meer dan 95% aan elkaar gelijk".

Shariatwee_2

Bron

[Lees hier Twee plus twee is vier-en-een-half (1), en (2) hierr, en (3) hierr. en (4) en (5) hier, en (6), (7) (8) (9)]

Korte reactie op 'Gebruik de SGP niet als smoes' van Amanda Kluveld

Uwwebmaster

Update
(24.4.2010) SGP steunen? Bekijk hier het manifest 'Zij maakt het verschil'.

Korte reactie op de tekst Gebruik de SGP niet als smoes van Amanda Kluveld op de Volkskrantopiniesite van 23.4.2010 (hierr). Kluveld verwijst in haar tekst o.a. naar mijn tekst Een daad van eenvoudige rechtvaardigheid (hierr) die 14.4.2010 op de Volkskrantopiniesite verscheen met de titel: Ongeloofwaardige kritiek (hierr).

Kluveld slaat de plank mis. Het zijn niet de smoesjesmakers die de SGP gebieden maar de rechterlijke macht. Zegt Amanda Kluveld hiermee dat ze de rechterlijke macht smoesjesmakers vindt? Ik reken de achterstelling van de vrouw bij de SGP niet tot onze tradities, achterstelling van de vrouw bij de SGP is geen waan van de dag maar een nooit gecorrigeerde situatie.

Is er nu al iets ouds of achterhaalds aan Verlichtingsidealen?

Jammer voor de gestudeerden, maar vrouwenachterstelling bij de SGP of bij de islam blijft allebei vrouwenachterstelling.

Annelies van der Veer

[Lees ook wat Nahed Selim over de SGP schrijft: 'Het smoesje dat de SGP ook discrimineert, werkt niet meer' hierr.
En: Elma Drayer 'Sympathie voor precies de verkeerden' hierr en Carel Brendel: 'Graag kritiek op alle vormen van fundamentalisme' hierr.]

Hobbels op de weg van de Rechtsstaat onder de vlag van de islam


Over de Islamitische Mensenrechten Verklaring, de sharia, de Universele Verklaring voor de Mensenrechten en vrouwen.

Islamitische landen kampen, zoals andere ontwikkelingslanden, met enorm veel problemen en hebben een grote ontwikkelingsachterstand. Onderling verschilt de situatie per land, zeker, maar toch zijn er ook vele overeenkomsten. Een duidelijke overeenkomst vormt de positie van de vrouw. Hoe arm of rijk een islamitisch land ook is, de extra belemmeringen die vrouwen ondervinden, slechts omdat ze als vrouwen zijn geboren, op het economische, sociale en juridische niveau blijven even groot. Een vrouw uit een arm land zoals Pakistan of Bangladesh en een vrouw uit een rijk land zoals Saoedi-Arabië leven onder ongeveer dezelfde regels en voorschriften wanneer ze deel willen nemen aan het maatschappelijke leven: studeren, een partner zelf kiezen, trouwen, werken, erven, kinderen opvoeden, scheiden, de voogdij krijgen, ouderlijk gezag uitoefenen of politiek actief zijn.
In een islamitische land wordt een vrouw over het algemeen gezien als het bezit van de familie. Van haar gedrag hangt de naam, de eer en het aanzien van de familie af. Ze beschikt niet over haar lichaam noch over haar gevoelens en emoties. Verliefd worden voor of buiten het huwelijk is het ergste wat een islamitische vrouw kan overkomen. Verliefd worden staat soms gelijk aan de dood aangezien zij zelf niet over haar gevoelens en haar lichaam gaat maar haar familie, haar stam en soms het hele dorp. Slechts een kleine minderheid van vrouwen treft een beter lot in islamitische landen omdat hun familie erin is geslaagd zich los te maken van de stam en zich niets aantrekt van de omgeving, tot op zekere hoogte natuurlijk. Zelfbeschikking is dus geen verdienste die een vrouw kan bevechten en overwinnen door haar talenten, door hard werken of intelligentie. Zelfbeschikking is een toevalligheid voor een kleine elite die toevallig geboren wordt in een familie die dat toestaat en die sterk genoeg is om de afkeur van de omgeving te kunnen doorstaan.
De slechte positie van vrouwen vormt één van drie fundamentele gebreken in de Arabische landen, volgens het eerste rapport van de UNDP (United Nations Developement Programme), uit 2002, dat een diagnose voor de oorzaak van de ontwikkelingsachterstand in de Arabische landen probeerde te stellen. De andere twee gebreken lagen op het gebied van politieke rechten, en op het gebied van kennis. Het is belangrijk om op te merken dat deze rapporten van de UNDP werden geschreven door een groep van onderzoekers die allemaal een Arabische afkomst hebben, zodat de gebruikelijke smoes van de westerse kijk en de westerse bril, hier niet geldt. Niet alleen werden de gebrekkige vrouwenrechten genoemd als een aparte bron van onderontwikkeling, maar een later rapport, namelijk het vierde (in 2005), werd geheel aan de positie van vrouwen gewijd. Natuurlijk zijn er individuele verschillen tussen islamitische en Arabische landen onderling, maar de situatie van vrouwenrechten is voor een groot deel vergelijkbaar. Dat is te verklaren door het feit dat de officiële rechtspositie van vrouwen in islamitische landen grotendeels wordt ontleend aan islamitische grondslagen en gedicteerd door de toepassing van de sharia oftewel de islamitische wetgeving. Ook de niet-officiële leefregels, de ongeschreven wetten, het gewoonterecht en de levensstijl worden grotendeels (en zelfs in toenemende mate) daarop gebaseerd. Deze koppeling van religie en wetgeving maakt de strijd voor vrouwenrechten niet alleen een politieke strijd maar vooral en in de eerste plaats een religieuze strijd. Een strijd tegen religieuze heilige huisjes in de islam over de man-vrouw verhouding die de vrouw in een minderwaardige positie vasthoudt en haar dwingen tot gehoorzaamheid en slavernij.
Veel vrouwen berusten op den duur in deze positie. Anderen proberen daar tegen te vechten en komen, na vele pijnlijke ervaringen en teleurstellingen tot dezelfde berusting. Ze leren dat ze, voor hun eigen veiligheid beter hun mond kunnen houden. Desgevraagd zullen ze zelfs ontkennen dat ze ontevreden zijn, dat ze in het geheim lijden. Ze zullen het in het openbaar zelfs opnemen voor alle islamitische discriminatoire en vrouwvijandige voorschriften en opvattingen. Ze weten dat ze een hondsleven leiden, zien niet meer hoe ze dat kunnen veranderen, beseffen de onmogelijkheid voor een verbetering van hun situatie maar hopen tegelijkertijd op een beter leven daarginds in het hiernamaals en voor dat doel, een beter leven na de dood, offeren ze zich op. Ze komen tot de conclusie dat ze als vrouw niets voorstellen en niets kunnen bereiken in de huidige wereld die door mannen gedomineerd wordt. Mannen die, koste wat kost, hun privileges willen behouden en hun bevoorrechte positie boven de vrouwen willen beschermen. Tegelijkertijd troosten de vrouwen zich met het idee dat ze in het hiernamaals wel een fijn bestaan zullen leiden daar in het paradijs.
Voor mensen die niet langer geloven en voor atheïsten die nooit de macht van het geloof op de ziel en op het verstand hebben ervaren, is het moeilijk zich voor te stellen hoe groot en hoe verpletterend die macht kan zijn. Zeker verpletterend wanneer het gepaard gaat met een krachtige conditionering van moslimkinderen vanaf de eerste dag. Conditionering die zich bedient van macht en geen enkele vorm van geweld schuwt tegen ieder die zich openlijk verzet tegen de islam en weigert zich aan te passen.
Om het eeuwige geluk te bemachtigen (en om zich tegen agressie en geweld te beschermen) accepteren moslimvrouwen vrijwillig alle moeilijkheden en doen ze hun uiterste beste zodat God oftewel Allah tevreden met hen zal zijn. De hele wereld weet intussen hoe inhumaan islamitische regels soms kunnen zijn, toch doet het grootste deel van de moslimvrouwen in de hele wereld hun best om die te gehoorzamen omdat haar gehoorzaamheid en devotie haar enige hoop is op een beter leven (na de dood) en op een toegangskaart tot de hemel. Veel mensen zullen hierover met mij van mening verschillen. Toch weet ik zeker dat wanneer de islamitische leefregels en voorschriften voor vrouwen niet gekoppeld zouden zijn aan (de illusie!) van beloning met toegang tot het paradijs na de dood, het maar de vraag is hoeveel moslimvrouwen ervoor zouden blijven kiezen. Waarschijnlijk nul. Een echte vrijwillige keuze voor de positie van tweederangs burger, de positie van een halve man, de positie tussen slaaf en vrij mens in, kiest niemand zomaar. Alleen als boetedoening om het eeuwige geluk te verdienen in het hiernamaals is hun enige motivatie.
Zo ontstaat er een vreemde, tegenstrijdige situatie van vrouwen die onderdrukt worden door de religie en tegelijkertijd toch hun heil zoeken bij dezelfde religie en steeds verder en dieper hun leven laten bepalen door strenge imams en voorgangers. Toch is het noodzakelijk om te werken aan een verbetering van de positie van vrouwen in islamitische landen omdat daar nog steeds de ergste vorm van apartheid geldt die de mensheid vandaag de dag kent. Een apartheid die de helft van de bevolking of iets meer behelst. Het gaat dus niet om een minderheid wegens ras, religie, kleur of seksuele geaardheid. Het gaat om hun vrouw-zijn. Ook al wordt die apartheid goedgepraat door een geloof, namelijk de islam, ook al heeft het voor velen een heilige status gekregen, toch moeten we ons blijven inzetten om die te bestrijden. Het is ontmoedigend om mensen te willen helpen die jouw hulp niet aanvaarden. Ze zullen zeggen dat ze jouw hulp niet nodig hebben. ‘Je hoeft me niet te redden omdat ik al gered ben. Gered door Allah die mij het eeuwige leven belooft en garandeert. Jouw redding geldt slechts voor dit voorbijgaande leven. Die wens ik in te ruilen voor het eeuwige, blijvende leven.’ Dit is ongeveer wat we te horen zullen krijgen wanneer we de meerderheid van de gelovige, moslimvrouwen willen helpen.
Maar je moet geen mensen willen helpen die niet geholpen willen worden. Dit is namelijk zinloos en een nutteloze verspilling. Het levert hen alleen maar extra macht en middelen op waarmee ze de rest nog beter kunnen onderdrukken. Je moet je concentreren op mensen die bereid zijn verantwoordelijkheid voor zichzelf te dragen, die zelf bezig zijn te strijden tegen onrecht, ook de islamitische, en tegen vrouwendiscriminatie. De fout die het Westen tegenwoordig vaak begaat is dat ze denken iets te kunnen doen voor alle groepen tegelijk, overal op de wereld. Het redden van mensenlevens is een nobele, christelijk doel en dat moeten we aan de kerken overlaten die het trouwens van oudsher goed hebben gedaan door het te koppelen aan missie en bekering. Maar het lukt bovendien niet altijd en niet overal. Zelfs de Lieve Heer is nog niet geslaagd in deze taak. Liberalen zouden zich eerder als doel moeten stellen: het spreiden van hun idealen en het geloof en de praktijk van de rechtsstaat wereldwijd te bevorderen. Mensenrechten moet onze Bijbel of Koran zijn. Ook in islamitische landen zijn er mensen die geloven dat het beter met ze zal gaan wanneer mensenrechten meer doorgang zouden krijgen. Dit zijn onze bondgenoten. Jammer genoeg zie ik dit niet gebeuren.
In Afghanistan bijvoorbeeld zijn onze bondgenoten de stamhoofden, de Mullah’s en de imams. Straks lijkt het erop dat de Taliban zelfs onze bondgenoten zullen worden, als je sommige politici mag geloven! Hoe geloofwaardig zijn wij in dit geval tegenover meisjes die niet naar school mogen door dezelfde islamitische geestelijken? Tegenover de vrouwen die niet van hun mannen naar de dokter mogen, indien het een man is, weer op aanraden van dezelfde stamhoofden en Mullah’s die vinden dat je je vrouw liever dood kan laten gaan dan dat ze door de ogen van een vreemde man gezien wordt? Hoe geloofwaardig ben je als voorvechter voor mensenrechten wanneer je moskeeën in Afghanistan gaat bouwen waarin de vrouwen te horen krijgen dat zij de akker zijn voor de mannen (Jullie vrouwen zijn een akker voor jullie? Komt dan tot jullie akker hoe jullie willen…” (koran: 2:223), dat een man het recht heeft op vier echtgenotes (polygamie, koran 4.3) die hem allen gehoorzaamheid verschuldigd zijn, op straffe van geweld en slaan (koran 4:34), dat een man zijn vrouw(en) mag wegsturen en weer terugnemen naar wens wanneer het hem behaagt, 3 maal met tussenpozen van drie maanden, voordat ze daadwerkelijk van hem is gescheiden (zie koran 2:229: “De verstoting mag twee keer, daarna moeten zij in vriendelijkheid teruggenomen worden of op een goede manier weggezonden worden”), dat zij nooit van hem mag scheiden maar hij hoeft alleen maar te zeggen: ‘ik verstoot je’ en klaar is Kees, dat overspelige vrouwen gestenigd of zweepslagen krijgen met mensen eromheen als toeschouwers, mits aan de islamitische wettelijke voorwaarden wordt voldaan (zie koran 24:2 ‘De overspelige vrouw en de overspelige man, geselt elk van hen beiden met honderd geselslagen en krijgt geen mededogen met hen… Bij hun bestraffing moest een groep gelovigen aanwezig zijn’), en dat voor het verlaten van de islam (afvallen) de doodstraf staat? Wie heeft dat verzonnen dat we in Afghanistan moskeëen moeten bouwen bij wijze van humanitaire hulp? Op welke wijze hulp je daarmee de vrouwen in hun strijd voor gelijke rechten? Zeker niet de tv-presentatrice die een paar jaar geleden werd gedood in Afghanistan omdat ze zonder hoofddoek op de tv. verscheen! Hoe help je vrouwen met moskeeën te bouwen waarin de meisjes en jongens vanaf een jonge leeftijd te horen krijgen dat de profeet Mohammed gezegd heeft dat de meerderheid van de bewoners van de hel (na de dood) vrouwen zullen zijn en dat vrouwen gebrekkig zijn in hun intelligentie en in hun geloof?
Ik geloof dat we een keuze moet maken zodat de hulp zo effectief mogelijk kan zijn en werkelijk kan leiden tot het vergroten van de rechtsstatelijkheid in de wereld en niet slechts tot het verzwaren van de aarde met mensen die als hun hoofdzakelijke taak op de wereld opvatten als ‘zoveel mogelijke nakomelingen achterlaten’ die vervolgens voor de eeuwigheid afhankelijk blijven van de westerse voedselhulp en andere hulp, tenzij ze massaal naar hetzelfde Westen emigreren. Voor vrouwenemancipatie moet je vrouwen zoeken die zelf bezig zijn met hun emancipatie. Voor democratie en de rechtsstaat moet je mensen helpen die geloven in de mensenrechten, in de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens, wel te verstaan. De Universele Verklaring voor de Mensenrechten is essentieel voor het bevorderen van de rechtstaat en de democratie in de wereld. Het feit dat alle islamitische landen, 57 in totaal, georganiseerd in de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC) met een afzonderlijke Islamitische Mensenrechten Verklaring kwamen in 1990 in Cairo, tast het gezag en de universaliteit (dus de geloofwaardigheid) van de Universele verklaring voor mensenrechten aan. Het geeft bovendien aan dat het onmogelijk is de politiek en de islam van elkaar te scheiden. Niet alleen volgens mij maar ook volgens 57 islamitische landen. Christinnen hebben geen aparte mensenrechtenverklaring nodig gehad en ook joden niet. Gelovigen van deze twee religies kunnen zich vinden in één verklaring voor iedereen. Moslims niet.
Weinig mensen zijn bekend met het bestaan en de inhoud van de Islamitische Verklaring. Zelfs in de Verenigde Naties wordt het gezien als een aanvulling op de Universele verklaring. Daarom zou ik hier vandaag, de belangrijkste verschillen die met name van belang zijn voor vrouwen willen belichten. Ik begin met artikel 24, dat zegt dat alle rechten en vrijheden genoemd in de Islamitische Verklaring vallen onder het Islamitische Sharia recht. Artikel 25 zegt dat de Islamitische Sharia de enige bron is en het enige referentiekader voor de betekenis en de uitleg van alle artikels van deze verklaring. Collega-spreker Jan Michiel Otto heeft zich vanochtend uitgeput in een poging om te bewijzen dat de Sharia helemaal niet bestond, dat niemand het kan definiëren, dat het in elk land anders betekende en dat het niets met rechtspraak te maken had. Het hoogste gezag in alle islamitische landen, 57 in totaal heeft blijkbaar geen enkel moeite om te begrijpen wat de Sharia is. Ze weten dat het bestaat, en dat het zelfs de enige basis is en de enige bron voor de uitleg en de interpretatie van de artikelen in de Islamitische Verklaring vormt. Het verschil tussen deze geestelijken en de heer Otto is dat ze daarginds niet politiekcorrect hoeven te doen over de Sharia.
Artikel 6 gaat over de rechten van vrouwen, zegt het volgende (in het Engels): Article 6 (a) Woman is equal to man in human dignity, and has rights to enjoy as well as duties to perform; she has her own civil entity and financial independence, and the right to retain her name and lineage. Dat klinkt mooi. Maar indien ik weten wil wat voor rechten ze precies heeft en wat voor plichten, dan word ik toch maar weer doorverwezen naar de Sharia. Immers geen enkel artikel van deze verklaring mag tegenstrijdig zijn met de Sharia. De Sharia wil zeggen, de gecodeerde teksten uit de koran en de overleveringen van de profeet die een bepaald oordeel bevatten. Verder spreekt de Islamitische Verklaring van gelijkheid van vrouwen en mannen in menselijke waardigheid. Dit is ook het enige gelijke recht dat we van deze Verklaring kunnen verwachten. Verder heeft de vrouw dus aparte rechten en aparte plichten dan de man (conform de Sharia natuurlijk). Het toppunt van ongelijkheid voor de Wet, wel te verstaan. Dezelfde Sharia die de polygamie alleen voor de man toestaat bijvoorbeeld (koran 4:3) en die de getuigenis van een vrouw voor de rechtbank als een halve getuigenis rekent (koran 2:282). Er zijn namelijk twee vrouwen nodig om een volle getuigenis te geven voor de rechtbank. Twee vrouwen zijn dus gelijk aan één man voor de rechter in een islamitische land. Vrouwendiscriminatie voor de wet is dus legaal en geïnstitutionaliseerd door de islam. Wat voor gelijkheid in menselijke waardigheid bedoelen ze eigenlijk?
Bij vergelding bij doodslag, die overigens voorgeschreven is door de islam, wordt niet alleen de menselijke waardigheid maar zelfs het menselijke leven onderverdeeld in drie ongelijke categorieën met drie verschillende waarden. Het menselijke leven van een man is anders (en meer) waard dan dat van een vrouw en dat van een slaaf. Uitgedrukt in geld is het leven van een vrouw de helft waard als dat van een man bij bloedgeld, om niet te spreken over die van een slaaf. “Jullie die geloven! Aan jullie is voorgeschreven te vergelden bij doodslag: een vrije voor een vrije, een slaaf voor een slaaf en een vrouw voor vrouw” (Koran 2:178). Dit noemt de Islamitische Verklaring gelijkheid in menselijke waardigheid?
Een andere artikel gaat over gelijkwaardigheid van alle mensen (hoewel dat maar nog de vraag is!), is Artikel 1 (a) van de Islamitische Verklaring van de mensenrechten: ‘All human beings form one family whose members are united by submission to God and descent from Adam. All men are equal in terms of basic human dignity and basic obligations and responsibilities, without any discrimination on the grounds of race, colour, language, sex, religious belief, political affiliation, social status or other considerations.’ Hoewel dit artikel begint met ‘All human beings’ gaat het hier uitsluitend over moslims, als je goed kijkt, moslims die gelijk aan elkaar zijn in ‘submission to God.’ Submission betekent overgave en onderwerping, de letterlijke betekenis van het Arabische woord Islam. Het artikel geeft dus de indruk dat het de hele mensenwereld als één familie beschouwt, maar letterlijk sluit het iedereen die niet-moslim is uit want die geloven niet in submission to God= Islam en de atheïsten die vallen helemaal uit de boot omdat die niet eens geloven dat ze van Adam afstammen. Als we verder kijken om te zien wie nu, onder de moslims, gelijke rechten genieten, zien we helaas dat het alleen om de mannen (all men are equal) gaat, terwijl de vrouwen wel onderdeel uitmaken van die familie van moslims (all human beings form one family), maar zonder daarbij te horen bij de gelijke rechten, die gelden dus alleen voor (all men) en niet voor (all human beings).
Een andere voorbeeld. Het artikel dat dient voor het beschermen van het menselijke leven staat het doden van mensen toe mits conform aan de sharia. In artikel 2(a) staat het volgende: ‘Life is a God-given gift and the right to life is guaranteed to every human being. It is the duty of individuals, societies and states to protect this right from any violation, and it is prohibited to take away life except for a Shari’ah-prescribed reason.’ De doodstraf is dus toegestaan om de redenen die de Koran aangeeft. Een daarvan is afvalligheid (naast overspel en nog meer redenen). De Islamitische verklaring voor de mensenrechten staat dus toe dat afvalligen gedood worden. Verder is het bekend dat de niet bekeerde mannen niet mogen trouwen met moslimvrouwen. Voor een moslimvrouw is het verboden om te trouwen met een niet-moslim. Dit verbod geldt niet voor een moslimman. Artikel 5 (a) van de Islamitische Verklaring voor mensenrechten benadrukt dit feit nogmaals: ‘The family is the foundation of society, and marriage is the basis of its formation. Men and women have the right to marriage, and no restrictions stemming from race, colour or nationality shall prevent them from enjoying this right’. Maar blijkbaar zijn de restricties wegens godsdienst wel toegestaan.
Er valt op zich veel meer te zeggen over deze zogenaamde mensenrechten verklaring van moslims. Bijvoorbeeld het artikel over vrijheid van geloof blijkt een artikel te zijn tegen bekering en afvalligheid van de islam, om moslims weg te houden van vrijheid van geloof en te ‘beschermen’ tegen bekering tot een andere geloof dat als een misdaad wordt opgevat. De tijd ontbreekt om alle relevante artikelen hier te behandelen maar ik adviseer iedereen om dit vod eens goed te lezen want met mensenrechten heeft het niets van doen.
Beide verklaringen handelen over mensenrechten maar een wereld van verschil bestaat er werkelijk tussen beide. Voor het bereiken van gelijke rechten tussen mannen en vrouwen is de Universele Verklaring voor de Mensenrechten van enorm belang omdat het een gezaghebbende document is. In de strijd tegen islamitische geestelijken die een heilig gezag claimen, en tegen islamitische heilige geschriften die de vrouw tot een tweederangsburger hebben gedegradeerd, heeft men het gezag van zo’n Universele Verklaring nodig. Het ontleent zijn gezag aan het feit dat het door bijna alle landen in de wereld is geratificeerd, aanvankelijk ook door een aantal islamitische landen. Helaas kozen moslims in 1990 voor een aparte islamitische mensenrechten verklaring waarin de gelijkheid tussen mannen en vrouwen teniet werd gedaan. In de Verenigde Naties wordt er hard gelobbyd, door moslimlanden, om de Islamitische Verklaring voor de mensenrechten mondiaal te erkennen als gelijkwaardig of op zijn minst complementair, oftewel een gewenste toevoeging op de Universele Verklaring. Wat mij betreft heeft dat vod papier geen enkele toegevoegde waarde en is het een schande ten aanzien van minstens de helft van de menselijkheid wanneer deze pogingen zouden slagen. Wat wij in het Westen moeten doen is wat mij betreft glashelder. In eerste instantie zorgen dat de echte, Universele Verklaring door ieder VN-lid erkend wordt en sterk staan tegenover de moslimlobby met hun vrouwonterende Moslimverklaring
Nahed Selim
[De tekst verscheen onlangs in Liberaal Reveil.]

Hulde voor Sarkozy

Sarkozy_2

Welke Nederlandse lijsttrekker/premier (behalve Geert Wilders) achten wij in staat een dergelijk standpunt in te nemen?
:

"Sarkozy calls for legislation to ban Islamic veils that cover the face"

Meerr

Het stadsdeel, de moskee en de Moslimbroeders

Maakt het jongste jaarverslag van de AIVD een einde aan luchthartigheid over FION?

De Moslimbroederschap streeft volgens de AIVD naar herislamisering van de Europese moslims. Op termijn kan er een bedreiging zijn voor de democratische rechtsorde. Het organiseren van conferenties is een onderdeel van de strategie, maar ook het aanknopen van contacten met politiek en overheid. Aanleiding misschien om minder luchthartig te doen over deze beweging, waarvan de Nederlandse tak door PvdA-politicus Ahmed Marcouch werd
verwelkomd in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart.

Enkele media hebben de voor eind volgende maand aangekondigde conferentie van de Federatie Islamitische Organisaties Nederland (FION) ontdekt. In de Telegraaf wordt Amsterdam vanochtend ‘een broedplaats van de Moslimbroeders’ genoemd. Ook de website van Elsevier schenkt aandacht aan de conferentie.

Over deze bijeenkomst schreef ik vorige week een weblog. De organiserende FION heeft nog weinig hierover naar buiten gebracht. Overigens staat het iedereen in Nederland vrij om wetenschappelijke conferenties te organiseren, hoewel het natuurlijk geen kwaad kan als de overheid in dit geval de radicale antecedenten van enkele buitenlandse gasten tegen het licht houdt.

Telegraaf en Elsevier verwijzen naar het Jaarverslag 2009 van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). De passage over de Moslimbroederschap is een klein element in dit verslag, dat allerlei onderwerpen behandelt: terrorisme, jihadisme, extremistische dierenvrienden en de ontwikkelingen bij extreemrechts en extreemlinks.

De gleufhoeden houden ook de niet-gewelddadige varianten van het moslimradicalisme in het vizier, allereerst het ultra-orthodoxe salafisme. Daarnaast rapporteert de AIVD over bewegingen als de Moslimbroederschap, Tablighi Jamaat en Hizb-ut Tahrir.

De komende conferentie past geheel in de strategie van de Moslimbroederschap, zo valt op te maken uit het AIVD-jaarverslag: “De Moslimbroederschap is een politiek-islamitische beweging die internationaal en hiërarchisch is georganiseerd. De Moslimbroederschap streeft naar een ‘herislamisering’ van de moslimgemeenschap in Europa volgens (ultra)orthodoxe leer, waarbij de islam leidend moet zijn in alle aspecten van het leven. Moslims in Europa moeten vasthouden aan hun islamitische identiteit.

De Moslimbroederschap in Nederland deelt deze doelstellingen. Om deze te realiseren probeert de Moslimbroederschap zoveel mogelijk invloed te verwerven binnen de Nederlandse moslimgemeenschap. Hiertoe richten zij moskeeën en tal van verenigingen op en organiseren zij conferenties en bijeenkomsten. Daarnaast bouwt de Moslimbroederschap actief aan een netwerk van contacten binnen de politiek, de overheid en het maatschappelijke middenveld. Op deze wijze wil de Moslimbroederschap de belangen van de Nederlandse moslimgemeenschap behartigen.

Hoewel de Moslimbroederschap vooral lijkt te streven naar het creëren van een moslimvriendelijk klimaat in Europa, is het voorstelbaar dat de zeer orthodoxe interpretatie van de islam op gespannen voet komt te staan met de beginselen van de democratische rechtsorde.”

Genoemde FION is de Nederlandse tak van de Europese Moslimbroederschap. Daarover kan ondanks enkele door Bouyafa gewonnen processen geen enkele twijfel meer bestaan sinds 21 april 2009, toen minister Guusje ter Horst (PvdA) Kamervragen beantwoordde van SP, VVD en PVV. De Kamerleden wilden meer weten over de bemoeienis van de FION met een nieuwe moskee in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart. Ter Horst destijds: “Op Europees niveau heeft de Moslimbroederschap zich vooral georganiseerd via de Federatie Islamitische Organisaties Europa (FIOE). De Federatie Islamitische Organisaties Nederland (FION) is aangesloten bij deze Europese koepelorganisatie.”

De FION en haar voorzitter Yahia Bouyafa vormen volgens Ter Horst overigens geen risico voor de nationale veiligheid. Maar een prettige club is het dus ook niet, zo komt naar voren uit het jongste jaarverslag van de AIVD. Het oordeel van de gleufhoeden staat lijnrecht tegenover wat Bouyafa zelf onlangs verkondigde in een artikel op de website Wereldjournalisten. Daar ontkende Bouyafa weer eens dat hij relaties heeft met de Moslimbroeders. “Ik wil juist dat moslims vernederlandsen, niet de Nederlanders islamiseren of een naar binnen gekeerde islamitische zuil oprichten”, schreef hij.

In dit artikel onthulde Bouyafa na twee jaar geheimzinnigheid eindelijk wie de geldschieter is van de nieuwe moskee. De benodigde 2 miljoen euro is afkomstig van de Qatar Foundation, die alleen geld zou uitdelen na strenge screening van geldgevers en begunstigden. De stichting wordt voorgezeten door de echtgenote van de emir van Qatar.

Over de achtergronden van deze moskee heb ik op mijn website diverse keren bericht. Het heeft mij altijd verbaasd dat media en politiek zo weinig hebben gereageerd op deze kwestie. Het stadsdeelbestuur heeft namelijk een bemiddelende rol gespeeld bij de komst van de FION naar Slotervaart. Woningbouwvereniging De Alliantie nam contact op met de club van Bouyafa na een suggestie in die richting vanuit het stadsdeelkantoor.

Burgemeester Job Cohen meldde dit op 19 februari 2009 tijdens een raadsdebat, dat was aangevraagd door het SP-lid Remine Alberts. Letterlijk zei de toenmalige burgemeester en huidige PvdA-leider: “Het stadsdeelbestuur had De Alliantie gevraagd of zij mogelijkheden zag om een moskee te bouwen. Dat speelde in de tijd dat de heer Goeds voorzitter van het stadsdeel was en de heer Hoogerwerf in het stadsdeelbestuur zat. De Alliantie wilde rond 2005/2006 een moskee bouwen met een stichting uit de buurt. Dat leidde niet tot resultaat wegens gebrek aan expertise en onduidelijkheid over de financiering.

De Alliantie is toen opnieuw naar het bestuur van het stadsdeel gegaan om te vragen of het mogelijk een andere partner wist voor de bouw van de moskee. Toen heeft het stadsdeelbestuur, waarin inmiddels de heer Marcouch en mevrouw Ketelaar zaten, zowel de FION genoemd als de organisatie die de Poldermoskee nu exploiteert. Maanden later is aan het stadsdeelbestuur meegedeeld dat De Alliantie met de FION verder ging. Op die manier is het verder gelopen.”

In dezelfde bijeenkomst achtte Cohen een bibobonderzoek naar de financiering onnodig, omdat de bouwvergunning voor de moskee was aangevraagd door De Alliantie. Deze had met de FION een bepaling in het contract opgenomen over het voorkomen van radicalisering. Dat riekte volgens enkele raadsleden erg naar het mislukte project rond de Westermoskee, maar Cohen zag dat anders. “De Alliantie is er met een open vizier in gegaan. Zij heeft daarna alle discussies gevolgd en ze heeft zich afgevraagd of zij goed zat met een dergelijke club. Toen heeft zij gemeend voor de zekerheid maar een bepaling over radicalisering te moeten opnemen. Dat is een bepaling tussen particulieren.”

Het stadsdeelbestuur heeft niet alleen de FION aangedragen als moskeebouwer, maar vond deze organisatie ook nuttig voor de bestrijding van radicalisering in Slotervaart. In februari 2007 presenteerde stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch (PvdA) het actieplan tegen radicalisering. Hierbij wilde hij niet alleen de FION inschakelen, maar ook het Nederlands Instituut voor Humane Studies, een andere organisatie van Bouyafa, plus de aan de FION gelieerde jongerenorganisatie LMJO.

Als woordvoerder van de moskeevereniging UMMAO deed Marcouch eerder samen met Bouyafa en de Turkse organisatie Milli Görüs een poging om de omstreden islamgeleerde Yusuf al-Qaradawi naar Amsterdam te halen. De subsidieaanvraag hiervoor werd echter door Cohen afgewezen.

In 2005 liet Marcouch zich tegenover Samira Bouchibti lovend uit over Al-Qaradawi. Toen deze uitlatingen in 2007 wereldkundig werden via haar boek De moslim bestaat niet, leidde dit tot enige deining. Eveneens in 2005 gaf Marcouch een interview aan het tijdschrift Roodkoper, waarin hij onder anderen Said Qutb prees, een van de ideologen van de Moslimbroederschap. Ook hier figureerde Al-Qaradawi. Marcouch: “Je moet juist islamitische zwaargewichten uit het buitenland uitnodigen om hier lezingen te geven, als tegenwicht voor de Afshin Ellians. Bijvoorbeeld Youssouf El Kardawi, de voorzitter van de Europese Raad voor de fatwa. Zulke figuren moet je gebruiken om met gezag de boodschap van maatschappelijke participatie naar voren te brengen.”

Marcouch heeft zich daarna als politicus diverse keren van de meest radicale uitspraken van de islamgeleerde gedistantieerd. Hij volgt hem de laatste jaren niet meer, zei hij op 15 februari 2009 tegen de Telegraaf. Desondanks vond hij deze ‘paus voor moslims’ nog steeds van belang voor de integratie van moslims in Europa.

Marcouch heeft volgens ingewijden zijn radicale opvattingen achter zich gelaten. Dat is bijvoorbeeld de reden dat kritisch PvdA-lid Marcel Duyvestijn, verklaard voorstander van de seculiere lijn in deze partij, ondanks allerlei bezwaren Marcouch heeft gesteund. Duyvestijn op 7 december 2009: “Hoewel niet iedereen me zal geloven, hij is aan het schuiven. Hij komt van ver. Hij was ooit orthodox gelovig en haatte ons. Nu noemt hij zich humanist. Ik geef hem graag de kans nog verder te groeien.”

Positief vind ik het belang dat Marcouch hecht aan zelfverheffing en zelfredzaamheid, zijn duidelijke standpunten over criminaliteit, zijn acties tegen misstanden in het voortgezet beroepsonderwijs en ook zijn gedurfde homonota, waarbij hij de orthodoxe moslims tartte en duidelijk afstand nam van de homofobe opvattingen van de door hem bewonderde Tariq Ramadan.

Daar tegenover staat een religieuze agenda die volgens mij totaal niet thuishoort bij een van oorsprong seculiere partij als de PvdA. Steun aan handenweigerende ambtenaren (in het slechte gezelschap van de lijstaanvoerders Cohen en Albayrak), bevordering van het koranonderwijs op de openbare school (waar ook plaats moest zijn voor de boerka), pleidooien voor hoofddoeken bij de politie, het doordrukken van Cohens omstreden notitie over ‘compenserende neutraliteit’, om de meest aansprekende voorbeelden te noemen.

Als het PVV-lid Raymond de Roon aan de schandpaal wordt genageld voor extreme opvattingen uit 1973, dan mag er best aandacht zijn voor de extreme opvattingen uit 2005 van de nummer 15 van de PvdA. Immers, Marcouch mag misschien zijn opgeschoven in de richting van het humanisme, onder zijn regime heeft de FION wel een voet achter de deur gekregen in Slotervaart.

Carel Brendel

Geloof en waan

Het is niet racistisch om te wijzen op het verband tussen islam en islamisme. Een antwoord op Carolin Emcke.

Racisme en politiek liberalisme sluiten elkaar principieel uit. Alleen al de titel van Carolin Emckes tekst ”Liberaal racisme” (ZEIT nr. 09/10) is daarom absurd. Maar het streven van de schrijfster is duidelijk om zich aan te sluiten bij het aanvalsfront tegen ”de” islamcritici, dat zich al enkele weken in de feuilletons heeft geformeerd.

Emcke beweert, dat ”iedere individuele moslim verantwoordelijk gemaakt zou worden voor soera’s, waarin hij niet gelooft, voor orthodoxe dogmatici, die hij niet kent, voor gewelddadige terroristen, die hij afwijst, of voor brutale regimes in landen, waaruit hij zelf gevlucht is. Moslims moeten zich distantiëren van Ahmadinejad in Iran, van de Taliban in Afghanistan, van de plegers van zelfmoordaanslagen en eermoordenaars, en deze distantiëring gelooft toch niemand, omdat alles gelijkgesteld wordt: islam en islamisme, geloof en waan, religiositeit en intolerantie, individu en collectief.”

Ik ken geen enkele liberale criticus, die dat alles van iedere individuele moslim verlangt. Desalniettemin is het juist, om in de discussie met extremistische varianten van de islam naar soera’s te vragen waarop islamisten en Jihadisten zich beroepen. Het is juist, om de invloed van de extremisten op de islamitische gemeenschappen in te schatten. Het is juist, om het vernietigende antisemitisme van de Holocaustontkenner Ahmadinejad te veroordelen. En het zou helpen, wanneer moslims zelf kritisch zouden discussiëren over deze verbanden – wat velen immers gelukkig ook doen

Helaas blijft echter juist de in verenigingen georganiseerde islam, die er aanspraak op maakt ”de” islam in Duitsland te vertegenwoordigen, hier heel bleekjes. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het verloop van de ”Gespreksronde veiligheid en islamisme” van de Duitse islamconferentie. Alleen omdat ik hardnekkig heb geëist om te praten over het fenomeen ”islamisme”, stemden de vertegenwoordigers van de islamitische verenigingen uiteindelijk in zo’n discussie toe – typisch genoeg in de laatste vergadering van een driejarig discussieproces, waarvan het eigenlijke thema toch eigenlijk het islamisme zou moeten zijn. En niet toevallig werd de geëiste discussie daarna door een geloofsverdedigende verdediging van het begrip bepaald. De vertegenwoordiger van Milli Görüs probeerde zelfs om alleen al het gebruik van het begrip als ”islamofoob” te veroordelen.

Emcke beweert verder, ”…tegenwoordig gelden bekrompen vooroordelen, die men serieus moet nemen.” Echter: ook achter ”bekrompen vooroordelen” kan angst verborgen zitten, die men inderdaad serieus moet nemen. De uitkomst van het minaretreferendum in Zwitserland en het succes van de beweging van Geert Wilders in Nederland laten zien waarheen het leidt wanneer zulke angsten niet serieus worden genomen: ze vinden een uitlaatklep in rechts-conservatieve, rechts-populistische bewegingen. ”Anything goes”, constateert Emcke. Het is echter weerzinwekkend, dat de schrijfster zulke mogelijkheden van gedifferentieerde leefstijlen en veelzijdige vrijetijdsbeoefening, die alleen in de vrije ruimte van een pluralistische samenleving mogelijk zijn, met repressieve, religieuspolitiek gemotiveerde islamitische kledingvoorschriften en een wat betreft de mensenrechten onacceptabele geslachtsapartheid op gelijke hoogte stelt. Meisjes en jonge vrouwen in conservatieforthodoxe en islamitische milieus in Europa hebben gewoon geen reële keuzemogelijkheden, maar zijn onderworpen aan het dictaat van de zelfbenoemde religiepolitie van familieleden, imams en ”rechtsgeleerden”.

En waarom eigenlijk beschouwt de schrijfster het als walgelijk, dat er ”een discussie rondom de islam in Europa ontbrand” is, ”die niet alleen aan de rechterrand de gemoederen verhit, maar ook het burgerlijke centrum bereikt heeft”? Nee, deze discussie ook in het ”burgerlijke centrum” is zondermeer te begroeten, want zij is van beslissende betekenis voor de toekomst van Europa. Maar Emcke is uit op iets anders: de discussie dient als buitenlandervijandig wantrouwende discussie te worden gebrandmerkt. Slachtoffers zijn alleen ”de moslims”. Omdat wij in Europa problemen met de eigen ”identiteit” hebben, aldus haar logica, profileren we ons in een agressieve verdediging van de ”waarden van een Verlichte sympathieke pluralistische leefwijze…tegen de islam”. Deze denkfiguur van het ”vijandbeeld islam” als vervanging voor verloren gegane ”vijandbeelden” is nog steeds net zo verkeerd als toen hij vele jaren geleden voor het eerst werd genoemd.

Johannes Kandel

Bron:
http://www.zeit.de/2010/16/oped-Rassismus?page=all

Vertaald uit het Duits door: E.J. Bron