Eigen meester, niemands knecht

Pamela_head_1
In memoriam voor Pamela Hemelrijk (1947-2009)


Niemands knecht. Pamfletten uit het Hemelrijk. 1993-2002. Onder die titel verschenen alweer zeven jaar geleden bij Uitgeverij Aspekt de columns van mijn afgelopen maandag overleden voormalige AD-collega Pamela Hemelrijk.

Het was een in alle opzichten passende titel. ‘Eigen meester, niemands knecht’ (zie aanvulling onderaan*) is een strofe uit het lied Alle man van Neerlands stam, het clublied van de Boerenpartij, de eerste niet politiek correcte partij van na de Tweede Wereldoorlog.

Pamela Hemelrijk was op haar beurt een van de eerste niet politiek correcte columnisten in de Nederlandse dagbladjournalistiek. Enkele jaren vóór de Fortuyn-revolutie trok ze onvervaard ten strijde tegen het politiek-journalistieke complex, dat rond het Binnenhof en in de Hilversumse studio's een muur van politieke correctheid had opgetrokken.

In deze columns lag uiteindelijk het grote talent van Hemelrijk, die de eerste jaren van haar journalistieke carrière als verslaggeefster bij het ANP werkte. Ze vond voor haar vlijmscherpe en kritische pen een podium bij het Algemeen Dagblad, waar ze meewerkte aan rubrieken als Het Hemelrijk en Vuurwerk en tenslotte haar eigen, veelbesproken en veelgelezen column kreeg.

Het waren stukjes waar je als collega naar uitzag. Als je wist dat er een column aankwam, zocht je de werkbakken af om alvast de nodige voorpret te beleven. Niet alle AD-collega’s waren even blij met haar columns. De politieke verslaggevers in de perstoren van de Tweede Kamer, zelf onderdeel van het politieke establishment, zagen alles stampvoetend en tandenknarsend voorbijkomen.

Pamela schreef soms ‘maar wat raak‘, want factchecking was niet haar sterkste kant. Maar Pamela schoot vaak genoeg wel degelijk raak, midden in de roos! Ze had een feilloze antenne voor kwesties, waarbij de niet-correcte feiten werden verdoezeld door correct geneuzel van politici, journalisten, voorlichters, politiechefs en officieren van justitie. In zulke gevallen werden de krompratende en eromheen draaiende autoriteiten door Hemelrijk geniaal en genadeloos gefileerd.

Pamela’s vasthoudendheid en vingertoppengevoel waren op hun sterkst in de affaire rond het omstreden verzetsverleden van cineast Louis van Gasteren. Hemelrijk maakte een geweigerde AD-column wereldkundig in de vorm van een Open Brief. De cineast procedeerde tot aan de Hoge Raad, maar dolf uiteindelijk het onderspit bij zijn pogingen om haar de mond te snoeren.

Eigen meester, niemands knecht, die strofe slaat ook op Hemelrijks optreden ter redactie. Ze ging haar eigen gang. De samenwerking tussen de eigenzinnige Pamela en haar collega’s verliep nogal stroef. Maar ze liet zich niet knechten in de belangrijkste periode van haar columnistenschap, toen ze bijna wekelijks berichtte over de demonisering van Pim Fortuyn.

Hemelrijk was een van de weinige AD-collega’s die eind 2001 de Fortuyn-revolutie zag aankomen. Terwijl in de nieuwskolommen vooral negatief over de lijsttrekker van Leefbaar Rotterdam en Lijst Pim Fortuyn werd bericht, liet Pamela een totaal ander geluid horen, dat hogelijk werd gewaardeerd in het Rotterdamse hartgebied van de krant.

Naarmate Pamela zich meer met Pim identificeerde, werden ook de tegenkrachten binnen en buiten de redactie sterker. Ik ken niet alle ins en outs van het arbeidsconflict, waardoor zij tenslotte het veld ruimde. De hoofdredactie weigerde enkele columns te plaatsen. Hemelrijk zocht daarop journalistiek asiel bij De Gezonde Roker, de website van Theo van Gogh. Dat was een ongehoorde stap voor een dagbladwerknemer.

In 2003 volgde een schorsing en een rechtszaak. Zelf had ik het idee dat er ondanks alles nog wel een plek voor haar zou zijn geweest als columniste bij het AD, maar volgens Pamela was dat onzin. “Ach Carel, wat ben je toch ongelooflijk naïef”, zei ze als ik haar deze gemiste oplossing voorhield.

Na haar stormachtige vertrek was ik waarschijnlijk een van de weinige AD-redacteuren die nog contact met haar onderhield. We raadpleegden elkaar soms bij bepaalde kwesties. In lange telefoongesprekken passeerde dan het politiek-journalistieke complex de revue. Ik vond dat ze zich wel eens te veel liet leiden door complotdenken; zij probeerde bij mij de laatste restanten linksig wensdenken uit te drijven. Ook dan eindigde een gesprek vaak met de tekst: “Ach Carel, wat ben je toch ongelooflijk naïef.”

Pamela Hemelrijk vond nog enige tijd onderdak als columniste bij Metro, de gratis krant waarvoor de vermoorde Theo van Gogh zijn laatste artikelen had geschreven. In 2006 sneuvelde haar column als gevolg van een koerswijziging. Het geluid van Pamela paste niet meer bij een krant die het Ramadan Festival ging sponsoren.

Daarna lazen we Pamela met tussenpozen op webfora als Hoeiboei, Het Vrije Volk en Meer Vrijheid. Afgelopen maandag (28 september) is Pamela Hemelrijk - eigen meester, niemands knecht - overleden aan een hartaanval.

Aanvulling: De titel van haar boek, Niemands Knecht, heb ik ten onrechte geassocieerd met het lied van de Boerenpartij. Ik vind dat nog steeds een passende associatie. Van diverse zijde word ik attent gemaakt op mijn vergissing. Pamela Hemelrijk ontleende de boektitel aan 'Ieders dienaar, niemands knecht', het devies van het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), haar vroegere werkgever.

Carel Brendel

Pamela Hemelrijk overleden

Pamela_head_1

Theo van Gogh noemde haar 'een geboren columniste': Pamela Hemelrijk is gisteren, 28.9.2009 aan een hartstilstand overleden.

Columns van Pamela Hemelrijk hier en hierr (52 artikelen)

"Haar stukjes zijn altijd persoonlijk, dat wil zeggen: je herkent ze aan de grommende wanhoop die eraan ten grondslag ligt. En het vervelende is: als Pamela beweert dat Nederland een soortement bezet gebied is geworden waar de pers zich in het stof wentelt voor de regering, is mijn eerste reactie: overdrijven is ook een kunst.

Maar mijn tweede reactie - en die heb ik steeds vaker als ik denk aan de samenwerking van de journalistiek en de gevestigde orde om Fortuyn kapot te maken - luidt: ze heeft gelijk, al weer helaas. Waarom toch?"

(...)

"Pamela is gek, fanatiek, lastig, ongeleid en niet te temmen. Als ze mij weer eens kapittelde in een stukje, omdat wat mij betreft 'Belgrado kan worden platgegooid', zoals ze me citeerde, dacht ik: tuttebel.
Maar juist die verbetenheid om door te vechten tegen wat zij als onrecht ziet, maakt mevrouw zo'n achtenswaardige columnist. Haar ene talent is die woede van de ontketende, haar andere de aanstekelijkheid waarmee ze ons van haar bevindingen verslag doet. Lees deze bundel [Niemands Knecht, Pamfletten uit het Hemelrijk (1993-2002), door Pamela Hemelrijk] en besef dat de Pamela Hemelrijks meer dan ooit nodig zijn. Konden we maar zonder, nietwaar meneer Melkert?"

Theo van Gogh, 30 juli 2002
Uit: Allah Weet het beter.

La Route au Sud (98)

La_route_au_sud_98

Afvalligheid, mensenrechten en islam

Ongezellig

Het begrip afvalligheid is helemaal weggevaagd uit de westerse cultuur. Daarin hebben mensen het over een ‘gewezen protestant’ of een ‘niet-praktiserende katholiek’. Er bestaan geen sancties voor overstappen naar wat voor bijgelovige mode dan ook, van new age tot islam. Daarentegen is de kwestie in islamitische landen verre van uitgestorven, zoals de voorbeelden in dit boek laten zien.


Artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (uvrm) stelt: ‘Eenieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst; dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in het privé-leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door die te onderwijzen, te praktiseren, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften’.(1)


De bepaling over de vrijheid om van geloof te veranderen, werd toegevoegd op verzoek van de Libanese afgevaardigde, een christen.(2) Libanon heeft veel mensen opgevangen die op de vlucht waren omdat ze vanwege hun overtuigingen werden vervolgd, vooral omdat ze van geloof waren veranderd. Libanon was sterk gekant tegen de islamitische wetsartikelen over afvalligheid.


Veel moslimlanden maakten krachtig bezwaar tegen de clausule over het recht op veranderen van geloof. Zo zei de Egyptische afgevaardigde dat ‘mensen vaak van geloof of overtuiging veranderen onder externe invloed, met als doel niet aanbevelenswaardige zaken als echtscheiding’. Hij voegde eraan toe dat hij bang was dat de Universele Verklaring door vrijheid van geloofsverandering te verkondigen ongewild ‘de machinaties van bepaalde, welbekende missieposten in het Oosten’ zou aanmoedigen, ‘met hun onvermoeibare streven de bevolkingen in het Oosten tot hun geloof te bekeren’.(3)


Veelzeggend genoeg werd Libanon gesteund door een afgevaardigde uit Pakistan die tot de Ahmadiyya’s behoorde. Deze groepering werd, hoe ironisch, in de jaren ’70 uit de moslimgemeenschap gestoten omdat ze ‘niet islamitisch’ was. Uiteindelijk stemden alle landen voor de uvrm, behalve Saoedi-Arabië.


In 1966 wilden Saoedi-Arabië en Egypte in het kader van de gedachtewisseling over artikel 18 deze bepaling afschaffen. Ten slotte werd een door Brazilië en de Filippijnen ingediend compromisamendement aangenomen om de islamitische landen gunstig te stemmen. Aldus werd ‘de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen’ vervangen door ‘de vrijheid om een godsdienst of geloof te hebben of aan te nemen naar keus’.(4)


Eveneens herinnerde Iran iedereen er in 1981 aan, tijdens de bespreking over de Verklaring inzake de uitbanning van alle vormen van intolerantie en discriminatie gebaseerd op godsdienst of geloof,(5) dat in de islam op geloofsverlating de doodstraf staat.


De afgevaardigde uit Irak maakte met steun van Syrië en namens de Organisatie voor de Islamitische Conferentie (oic) zijn voorbehoud bij elke clausule of voorwaarde die in strijd was met de islamitische shari‘a; de Egyptische afgevaardigde vreesde dat een dergelijke bepaling zou worden misbruikt voor politieke bemoeienis met binnenlandse aangelegenheden.(6)


De diverse islamitische mensenrechtenstelsels, zoals de Universele Islamitische Verklaring van Mensenrechten (1981), zijn, begrijpelijk, vaag of ontwijkend over de kwestie. Immers, de islam verbiedt zelf uitdrukkelijk uittreden en bestraft het met de dood.


Wat de grondwet van een aantal moslimlanden betreft: veelal garanderen zij geen godsdienstvrijheid (Egypte, 1971; Syrië, 1973; Jordanië, 1952). Sommige landen spreken van gewetensvrijheid (Algerije, 1989), sommige van vrijheid van gedachte en mening (Mauritanië, 1991). Op twee uitzonderingen na noemen islamitische landen de kwestie van de geloofsafval niet in hun strafwet; de uitzonderingen zijn Soedan en Mauritanië.


Artikel 126.2 van de Soedanese strafwet uit 1991 luidt: ‘Hij die schuldig is aan afvalligheid is uitgenodigd berouw te tonen gedurende een door de rechtbank te bepalen periode. Volhardt hij in zijn afvalligheid en is hij niet recentelijk tot de islam bekeerd, dan zal hij ter dood worden gebracht.’


Artikel 306 van de strafwet van Mauritanië uit 1984 luidt: ‘Alle moslims die schuldig zijn aan afvalligheid, hetzij uitgesproken, hetzij door openlijke handelingen, zal worden gevraagd gedurende drie dagen berouw te tonen. Als de betrokkene in die periode geen berouw toont, wordt hij ter dood veroordeeld als afvallige en worden zijn bezittingen door de schatkist geconfisqueerd.’ Dit is ook van toepassing op vrouwen. De Marokkaanse strafwet noemt zo te zien alleen de strafbaarheid van een poging tot ondermijning van het geloof van een moslim of het bekeren van een moslim tot een ander geloof. De straf varieert van een boete tot een gevangenisstraf van maximaal drie jaar.(7)


Dat afvalligheid in de strafwet van sommige islamitische landen niet wordt genoemd, betekent geenszins dat moslims in die landen vrij zijn hun geloof te verlaten. In de praktijk wordt deze lacune in de strafwet opgevuld door de islamitische wet. Mahmoed Mohammed Taha werd in 1985 in Soedan opgehangen wegens afvalligheid, zelfs al noemde de Soedanese strafwet van 1983 een dergelijk vergrijp niet.(8)

Weguitdeislam

In sommige landen wordt de term afvallige toegepast op mensen die als niet-moslim zijn geboren, van wie de voorouders van de islam waren afgestapt. De Bahai in Iran worden de laatste jaren juist om die reden vervolgd. Evenzo werden de Ahmadiyya’s in Pakistan geclassificeerd als niet-moslims en onderworpen aan alle soorten vervolging.


Er zijn aanwijzingen dat nogal wat moslimse vrouwen in islamitische landen uit de islam zouden treden om aan hun nederige positie in de maatschappij te ontsnappen en om onder een voor hen ongunstige wet uit te komen, in het bijzonder de shari‘a-regels over echtscheiding.(9) Moslimtheologen zijn zich ten volle bewust van de verleiding die uitgaat van islamverlating voor vrouwen die onder de shari‘a uit willen en ze nemen passende maatregelen.


In Koeweit zegt bijvoorbeeld een toelichtend memorandum bij een wetshervormingstekst: ‘Door middel van klachten is aangetoond dat de duivel de weg van de afvalligheid aantrekkelijk maakt voor de moslimvrouw, zodat ze een huwelijksband kan verbreken die haar niet aanstaat. Om die reden is besloten dat afvalligheid niet leidt tot het ontbinden van het huwelijk, waarmee deze gevaarlijke deur is gesloten.’(10)


Ibn Warraq



Noten

(1) Zie de website van de Verenigde Naties: www.un.org/rights/50/decla.htm

(2) Sami A. Aldeeb Abu-Sahlieh, ‘Le délit d’apostasie aujourd’hui et ses consequences en droit Arabe et musulman’, (Islamochristian 20 (1994): pp. 93-116; A.E. Mayer, Islam and Human Rights (Boulder, Colo.: Westview Press, 1991), p. 164.

(3) Abu-Sahlieh, ‘Le délit d’apostasie’, p. 94.

(4) Ibid.

(5) Zie de website van Amnesty International: http://www.amnesty.nl/verdragen_artikel/4452

(6) Abu-Sahlieh, ‘Le délit d’apostasie’, p. 94.

(7) Abu-Sahlieh, ‘Le délit d’apostasie’, p. 98.

(8) Sami, A. Aldeeb Abu-Sahlieh, Les musulmans face aux droits de l’homme (Bachum: Verlag Dr. Winkler), p. 110.

(9) Mayer, Islam and Human Rights, p. 167.

(10) Sami, A. Aldeeb Abu-Sahlieh, ‘Liberté religieuse et apostasie dans l’islam’, Praxis juridique et religion 23 (1986): p. 53; geciteerd in Mayer, op. cit., pp. 167-68.


Uit: Weg uit de islam - Getuigenissen van afvalligen - Ibn Warraq
Met een inleiding van Afhin Ellian
Vertaling: Bernadette de Wit
p.23-26
J.M. Meulenhoff
Bol.com

Job Cohen vindt 14 zetels voor de PvdA nog te veel

Media_xl_67147_2

Veertien zetels bij de jongste peiling van Maurice de Hond. Een absoluut dieptepunt. De implosie van de Partij van der Arbeid gaat vrolijk verder. Minister van Prachtwijken Eberhard van der Laan doet zijn uiterste best om klagende autochtonen en jonge Marokkaanse kereltjes, die dreigen auto’s in de fik te steken, naar elkaar toe te praten.

Veertien zetels, dat kan nog minder, moet de Amsterdamse burgemeester Job Cohen (PvdA) hebben gedacht toen hij een interview gaf aan Trouw. Aanleiding was een bundel lezingen, waarin Cohen voor de zoveelste keer de Joodse minderheid uit vroegere eeuwen op één lijn stelde met de islamitische minderheid in onze tijd.

Dat er behalve overeenkomsten ook verschillen bestaan in de ontwikkeling van beide bevolkingsgroepen, laat Cohen graag buiten beschouwing, ook bij zijn onvermijdelijke verwijzingen naar de Tweede Wereldoorlog.

Maar voor hij daar terecht komt geeft de burgemeester eerst een geschiedenisles. Volgens Cohen kwam de integratie van de hoofdstedelijke Joden op gang ‘vanaf de negentiende eeuw toen Joodse kinderen op school Nederlands moesten spreken, in plaats van Jiddisch‘.

Nu was het Jiddisch, de taal van de Joodse immigranten uit Oost-Europa, in Nederland al aan het begin van de Bataafse Republiek (1795) op zijn retour. Deze taal bleef echter wel in gebruik op de door rabbijnen en godsdienstonderwijzers geleide schooltjes, waar vooral godsdienstkennis op het leerprogramma stond. Amsterdam kende toen zelfs een opperrabbijn die geen woord Nederlands sprak.

Daarom maakte Lodewijk Napoleon, de Franse Koning van Holland, in 1809 een decreet, waarbij het Jiddisch in het onderwijs werd afgeschaft. Hij kreeg daarbij de steun van liberale Joden. Hij stuitte op verzet vanuit de joodse kerkbesturen.

Het Napoleontische beleid werd krachtig voortgezet door koning Willem I. Halverwege de negentiende eeuw was het Jiddisch in ons land als dagelijkse spreektaal praktisch verdwenen. Een officiële leerplicht kent Nederland overigens pas sinds 1901, hoewel het in de voorafgaande decennia al een bijna algemeen gebruik was geworden om kinderen naar de lagere school te sturen.

In de vergelijkingen met de integratie van de Joden wordt door mensen als Cohen graag vergeten dat deze juist tot stand kwam ondanks het verzet vanuit religieuze kringen. De emancipatie raakte in een stroomversnelling toen de synagogen hun invloed op hun Joodse achterban begonnen te verliezen. In die tijd hielpen de sociaaldemocratische en links-liberale voorgangers van Cohen en Alexander Pechtold nog bij deze emancipatie in plaats van deze te belemmeren door godsdienst een bindende rol te geven bij de integratie.

Misschien dat Cohen tussen het schrijven van lezingen eens tijd vindt om te lezen in De Europese Revolutie, het controversiële en veelbesproken boek van Christopher Caldwell. Wellicht heeft deze Amerikaanse waarnemer niet op alle punten gelijk, maar hij poneert wel prikkelende stellingen die recht ingaan tegen het optimistische denken over integratie van multiculturalisten als Cohen en publicist Geert Mak. Zoals (blz. 22): “In theorie zou kunnen blijken dat iedere totaal andere cultuur moeilijk te assimileren is in het Europese leven. In de praktijk is het de islam die de meeste problemen oplevert.” Of (blz 118): “De nieuwe immigratie, voornamelijk van moslims, was minder beheersbaar en minder verklaarbaar dan iedere voorgaande immigratiestroom.”

Job Cohen heeft inmiddels wel begrepen dat de religieuze boerka niet helpt bij de integratie. Hij doorbreekt volgens Trouw ‘zijn imago als theedrinkende slapjanus’ door te pleiten voor het stoppen van uitkeringen aan boerkadraagsters, die worden afgewezen bij sollicitaties.

Tjonge jonge jonge, wat een krachtige taal! Het is zoals de Engelsen zeggen ‘too little too late’. In april 2006 hield partijgenoot Ahmed Aboutaleb, toen nog wethouder van Sociale Zaken in Amsterdam, al een soortgelijk pleidooi. Een jaar later wilde de gemeente Diemen deze maatregel daadwerkelijk in de praktijk brengen, maar werd ze teruggefloten door de altijd begripvolle Nederlandse rechters. Ondertussen wachten de meeste kiezers op serieuze wetgeving, waarmee de mensonterende wandelende vrouwengevangenis genaamd boerka uit ons straatbeeld kan worden verbannen.

Als het aan Job Cohen ligt, blijven de gemaskerde godsdienstfanates rondlopen in prachtwijken als Osdorp, Slotervaart en Geuzenveld. Cohen vindt de boerka persoonlijk verschrikkelijk. Maar het is nu eenmaal ‘een religieuze uiting‘ en daarom mag je deze vorm van vrouwenslavernij (of godsdienstverdwazing, voor zover de dwangbuis 'vrijwillig' wordt aangetrokken) niet verbieden.

Beste Job, is veertien zetels voor de PvdA nog niet erg genoeg?

Carel Brendel

Carel Brendel is auteur van Het verraad van links

La Route au Sud (97)

La_route_au_sud_97

"...voordat ze in de brand gaan."




(Ingezonden), interview met Eberhard van der Laan in de (papieren) Volkskrant, 26.9.2009.

"Ik ben in 32 wijken geweest. Maandag was ik in de Indische buurt in Amsterdam. Een vrouw met een actieverleden komt naar mij toe en zegt: die hele wijkenaanpak is allemaal geld voor nieuwe Nederlanders. Ik hoor dat vaker en leg steeds uit dat het geld is voor de hele buurt. Meteen daarna heb ik een gesprek met een op zichzelf leuk Marokkaans kereltje. Hij zegt: zie je die auto's daar staan? Je kunt ons beter extra geld geven voordat ze in de brand gaan. Dit alles binnen twee minuten. Zo scherp ligt het dus. Praat je deze mensen naar elkaar toe, of zet je ze tegen elkaar op? Er is maar één antwoord: ik moet ze naar elkaar toepraten."

Heeft u ook voorbeelden van Jip-en-Janneke-uitspraken/berichten/verslaggeving/foto's gehoord/gezien op radio, televisie of andere media? Stuur deze, met bronvermelding, dan naar hoeiboei@gmail.com .

La Route au Sud (96)

La_route_au_sud_96

Propaganda?

Loes

'De publieke omroep moet zich verre houden van islamitische propaganda' schrijft Amanda Kluveld op de Volkskrantsite van 25 september jl.
Kluveld beschrijft een clip:

"Kijk dan eens naar de clip van Schooltv, die bedoeld is voor groep 6-8. Die gaat over het katholieke meisje Evangeline en het moslimjongetje Sabar. De kerk van Evangeline wordt bezocht, maar het grootste deel van het filmpje gaat over Sabar. Hij neemt de presentator en Evangeline mee naar de moskee. Nog op straat trekt Sabar een zwarte doek tevoorschijn.

‘Maar eerst moet zij een hoofddoek om,’ zegt het ventje dwingend. Evangeline doet dat braaf. ‘Zij moet’ dat immers en de presentator stelt er geen vragen over. Sterker nog, hij is enthousiast als hij het meisje met de zwarte lap over haar krullen ziet: ‘Ja, het staat je goed!’

Veel verschillen dus, maar ook veel overeenkomsten tussen het katholicisme en de islam, is de conclusie van de presentator nadat het moskeebezoek is voltooid."

Loes Luca leerde ons in 2005 in het kinderprogramma 'Het Klokhuis' reeds het volgende:

(...)"Creatieve hoogheid Loes Luca, wat is er in haar gevaren? In het kinderprogramma Het Klokhuis mochten we haar onlangs zien acteren en een warm pleidooi zien houden voor de hoofddoek. Ze vond het zo'n leuk kledingstuk en de wijze les die ze gaf dat deze bedekking goed kan helpen tegen ongewenste intimiteiten, zal ik nooit vergeten. Loes Luca, het ging je zo gemakkelijk af dit de Nederlandse kindertjes uit te leggen. Kun je met evenveel gemak aan de kindertjes uitleggen waarom die lap stof juist niet gedragen moet worden (o.a. rachitis), en dat zodanig dat je niet de kans loopt voor racist te worden uitgescholden?"
A.v.d.Veer

Volledige tekst hier.

Lees hierbij ook: 'Wilders is niet de oorzaak, maar het gevolg van de problemen': hierr.

Ceci n'est pas une femme musulmane.

Lahloumagrittejpeg

Meer info hier en hierr.

La Route au Sud (95)

La_route_au_sud_95

Neven en nichten

Poppetjes6ll

De moeder van een klasgenoot van me heette mevrouw Collier-Collier. Twee dezelfde achternamen! Ik was jong en ik vond dat raar; maar toen ik hem ernaar vroeg leek het voor hem heel gewoon te zijn. Van schrik durfde ik toen niet meer te vragen of zijn moeder inderdaad met een neef was getrouwd.

En waarom zou ze niet? Nu ik mij verdiep in de geschiedenis van de adel, weet ik hoe gewoon zoiets in het verleden inderdaad was. Niet dat het elders niet ook voorkwam, maar hier, in een wereld waar stambomen van belang zijn, kun je het mooi zien. Er hangt zelfs iets deftigs aan die repeterende achternamen. Agnes van den Brandeler, onderwerp van mijn eigen recente boek, trouwde met haar achterneef Didi van den Brandeler, en was duidelijk trots op die mond vol Brandeler in haar naam.

Overal kom ik ze tegen, de huwelijken tussen verwanten, niet zelden volle neven en nichten. Soms was het een kwestie van financiële planning, een handige manier om het familiebezit bij elkaar te houden. In de jaren 1890, zo las ik, trouwden binnen twee jaar zes kinderen van twee broers uit de familie Van Harinxma thoe Sloten met elkaar! Soms was het ook echte liefde. Marianne van Hogendorp (1805-1878) en haar volle neef Dirk (bekend als de mede-wandelaar van Jacob van Lennep) waren soul-mates, hun gloedvolle liefdesbrieven getuigen ervan, en ze kregen zeven kinderen.

Nu, in 2009, worden neef-nicht-huwelijken ineens bij de wet verboden, speciaal met het oog op de Marokkaanse families waarin ze nogal eens voorkomen. In het licht van de geschiedenis is dat dus pas echt raar - al hoef je dat niet eens te weten om te zien dat het opportunistisch is, en hatelijk.

Ileen Montijn

Het Sjeik Fawaz Jneid Instituut voor Islamitische Gematigdheid en Vernieuwing

Pic18_3

Verrassend nieuws uit Qatar, van waaruit leerstoelen in Oxford en moskeeën in Slotervaart worden gefinancierd. In deze oliestaat is de opening gevierd van het al-Qaradawi Centre for Islamic Moderation and Renewal. Het geld hiervoor komt van de Qatar Foundation, die is opgericht door de emir en wordt voorgezeten door zijn echtgenote.

Volgens directeur dr. Hasan Khalifa zal het Centrum onder meer onderzoek doen op het gebied van gematigd denken en de strijd tegen extremistisch gedachtegoed. De officiële opening van het instituut ging vergezeld met de uitgave van twee boeken van sjeik Yusuf al-Qaradawi. Het centrum is naar deze islamgeleerde vernoemd, omdat hij volgens Khalifa ‘een pionier is van de gematigdheid in de moderne islamitische geschiedenis en een grondlegger van gematigd denken dat terrorisme en intolerantie veroordeelt’.

Hoe gematigd en tolerant al-Qaradawi is, demonstreerde hij begin dit jaar met een serie haatpreken op de tv-zender Al-Jazeera. De leider van de European Council of Fatwa en Research, onderdeel van de Moslimbroederschap in Europa, had toen hevige last van antisemitische stemmingswisselingen. Nederlandse bewonderaars zoals Yahia Bouyafa, hoofd van de Moslimbroeders in ons land, en PvdA-kopstuk Ahmed Marcouch namen afstand van deze haatpreken.

Op 30 januari preekte al-Qaradawi aldus: “Door de geschiedenis heen heeft Allah mensen boven de Joden gesteld die hen zouden straffen voor hun verdorvenheid. De laatste straf werd uitgevoerd door Hitler. Door middel van alle dingen die hij hen aandeed - hoewel ze deze zaak hebben overdreven - slaagde hij er in ze op hun plaats te zetten. Dit was een goddelijke straf voor hen. Als Allah het wil, zal de volgende straf van de hand van de gelovigen komen.”

Al-Qaradawi verdedigde zelfmoordaanslagen in Israël, prees de Iraakse dictator Saddam Hoessein en oordeelde dat homoseksuele daden moeten worden bestraft volgens de sharia. De eminente geleerde beschouwt pokémon als een zionistisch complot. Hij wil dat Mekka het centrum van de wereld wordt. Niet Greenwich, maar Mekka moet de maat zijn bij het indelen van tijdzones. Vergeleken met ultra-orthodoxe geleerden geldt al-Qaradawi overigens als gematigd. Zo veroordeelde hij in eerste instantie het vernielen van historische Boeddha-beelden door de Afghaanse Taliban. Dit milde oordeel herriep hij weer toen hij onder vuur kwam te liggen van zijn ultra-orthodoxe collega’s.

Naar deze verspreider van religieuze intolerantie wordt dus een instituut voor gematigdheid vernoemd. Het is de omgekeerde wereld. Stel je voor: Het Willem Holleeder Instituut voor Misdaadbestrijding.

Het gematigde denken is ondertussen wel besmettelijk, ook onder stromingen die nog veel orthodoxer zijn dan de Moslimbroeders. Zo is de beruchte Haagse sjeik Fawaz Jneid inmiddels een toonbeeld van gematigdheid. De imam van de as-Soennah-moskee, die eerder Ayaan Hirsi Ali, Theo van Gogh, Afshin Ellian, Ahmed Marcouch en de lokale SP-fractie vervloekte, is tegenwoordig de mildheid zelve. Zijn vriendelijke reactie op de Wilders-film Fitna blijkt geen eendagsvlieg.

De boodschap van zijn radicale moskee aan de Fruitweg begint onder invloed van een nieuw bestuur langzaam iets milder te worden, zo meldt de Haagse burgemeester Jozias van Aartsen in zijn antwoord op schriftelijke vragen van de VVD- en SP-fracties.

Het salafistische charme-offensief werd al zichtbaar door interviews op de website Al-Yaqeen, waarin politici en prominenten als Harry van Bommel (SP), Samira Bouchibti (PvdA), Tofik Dibi (GroenLinks), Rena Netjes (CDA) en Agnes Jongerius (FNV) zich lieten verleiden tot onnozele uitspraken.

Ondertussen blijft de koers van de as-Soennah moskee ‘ultra-orthodox en anti-integratief’, stelt Van Aartsen vast. Van waar dan toch die hardnekkige pogingen om mild over te komen? Heel eenvoudig. Sjeik Fawaz heeft inmiddels ook ontdekt dat er in het vrije westen een stijgende vraag is naar types als Tariq Ramadan en andere ‘gematigde moslims’. Het aanbod bestaat vooral uit gematigde moslims, die geen kritiek op de islam leveren. De echte gematigde moslims blijven helaas zeldzaam. Zij moeten nog steeds achterom kijken als ze over straat lopen.

Wat doorgaat voor gematigd, blijkt vaak niet zo gematigd als puntje bij paaltje komt. Of zoals De Pers vaststelde in mei 2007: “Als (PvdA-leider Wouter) Bos iets stevigs zegt over de islam, reageren allerlei gematigde moslims als door een wesp gestoken.“

De Haagse imam voelt de stemming goed aan. Nog even en we beleven de oprichting van het Sjeik Fawaz Jneid Instituut voor Islamitische Gematigdheid en Vernieuwing.

Carel Brendel

La Route au Sud (94)

La_route_au_sud_94

Al gaat de leugen nog zo snel….

Plus update. Netanyahu haalt uit naar VN wegens de schande van Ahmadinejads toespraak en het Goldstone-rapport, zie video('s) onderaan en lees en kijk hierr.

Beste Israël-vrienden,


Nota bene meent het Palestina Komité de vredesweek te moeten misbruiken om consumenten op te roepen producten uit Israël te boycotten. Met name grootgrutter Albert Heijn (AH), moest het deze keer ontgelden door dit anti-Israël clubje. In diverse AH’s werd actie gevoerd. Kopend publiek werd opgeroepen sommige kwaliteitsproducten uit Israël niet aan te schaffen.

Zoals wel vaker, werken de actievoerders van dit soort Comités graag met goed in het gehoor liggende, nogal schreeuwerige oneliners, zoals: ‘Groot Palestina vrij’, ‘Israël kweekt producten op gestolen Palestijns land met gestolen water’, ‘Ik ben zeer verontwaardigd over de gewelddadige bezetting van Palestina’, en ga zo maar door.

Schreeuwers, met name diegenen die het niet zo nauw nemen met een leugentje hier en een leugentje daar, gaan het op den duur nooit redden. De Nederlander laat zich niet het bos insturen door predikers van haat en eenzijdigheden.

Om deze zoveelste lastercampagne effectief te bestrijden, vragen wij u om juist nu producten uit Israël te kopen bij die AH’s die werden getroffen. (voor de adressen zie http://christenenvoorisrael.nl/nieuws/nieuws/israelboycot-nu-ook-in-nederland.html). Natuurlijk kunt u ook in al die andere supermarkten die Israëlproducten in de schappen hebben liggen, uw aankopen doen. Denk hierbij ook aan het Israël Producten Centrum (IPC) in Nijkerk.

Bezoek de website www.ipc-nijkerk.nl en blader door de catalogus met allerlei bijzondere, kwalitatief hoogwaardige, producten die wij voor u hebben geselecteerd. U helpt niet alleen IPC maar juist Israël met uw aankopen.

Harde schreeuwers hebben niet het laatste woord. Ze mogen even in de schijnwerpers staan, maar daar blijft het dan ook bij. Hoezo? Omdat ze buiten de waard om rekenen. Er is in Nederland nog een enorme grote groep mensen die Israël wél wenst te steunen en van het land en het volk houdt. Mensen die geloven dat ‘wie Israël zegent, gezegend wordt.’

Doet u mee? Alvast bijzonder bedankt.

Shalom,

Roger van Oordt,

directeur

Christenen voor Israel


"... Dan wil ik hier ook niet meer blijven."




Uitgelicht
: weblog Anja Meulenbelt, comments van Drifa en Anja onder 'Niet Ramadan verliest, maar de jongeren', 23.9.2009. Hierr.

"Het is jammer dat het waar is wat hierboven staat. Het groeiende besef dat we nooit zullen worden geaccepteerd om wie we zijn. Hoe Nederlands ik ook ben en hoe hard ik ook mijn best doe, met mijn achtergrond, mijn religie en mijn uiterlijk (’hoofddoek’) zal ik nooit voor vol worden aangezien. Kunnen we daar wat aan veranderen? Ik vraag me af of ik dat nog mag meemaken (’k ben 32…). En tegen welke prijs het uiteindelijk toch gaat lukken? Dáár wil ik niet te lang over nadenken. De vooruitzichten zijn niet erg rooskleurig, zeker niet met een PVV als (waarschijnlijk!) de grootste partij.
Ik vraag me vaak af wat de toekomst ons brengen zal en dit soort gebeurtenissen zorgen er toch voor dat het vertrouwen slinkt. Moet ik dan, zoals onze ouders vaak zeggen, toch zorgen voor een plan B? Een soort van vluchtroute als ons leven hier ‘gevaar’ dreigt te lopen? Niet iets waarvan ik ooit dacht te denken…"

Reactie door Drifa — woensdag 23 september 2009 @ 14.17

"Nou, als je me op dit weblog een beetje gevolgd hebt weet je dat ik ook niet zo vrolijk ben over hoe het er in Nederland voorstaat, Drifa. Maar een paar dingen om de zaken in perspectief te zien: Wilders mag dan in de peilingen weliswaar de grootste partij zijn, maar zijn aanhang blijft in Nederland toch nog steeds een minderheid, want de andere partijen bij elkaar zijn nog steeds vele malen groter. Gelukkig wel.

De meeste mensen willen toch nog steeds wel gewoon samenleven, en accepteren het dat niet iedereen hetzelfde is en niet iedereen er hetzelfde uit hoeft te zien.
En nog iets: ik heb de tijd nog meegemaakt dat Surinamers hier als buitenstaanders werden gezien, en dat is iedereen nu al bijna vergeten. Joden waren in Nederland ook lang buitenstaanders. Nu vergeet iedereen ze als de ‘minderheden’ op worden genoemd. Dus zeg niet ‘nooit’.

En verder: ik was de laatste tijd bij een paar iftars, daar zaten niet alleen hartstikke interessante en aardige islamitische Nederlanders, er waren ook buurtbewoners en politici die als ‘autochtoon’ gelden, en die willen wel met elkaar. Zoals Job Cohen zei: we moeten elkaar een beetje vasthouden. Was ik wel van plan om te blijven doen, hoor, Drifa! Ik zie ook heel veel goede dingen ontstaan, juist omdat we niet willen dat mensen zo worden buitengesloten. Ik zou als het niet zulke slechte tijden waren nooit met zoveel plezier en met zo’n warm gevoel op die iftars hebben gezeten en zoveel mensen hebben leren kennen die ik anders vast niet was tegengekomen. Dat is echt de andere kant.

Ik heb het de laatste tijd vaker gehoord, mensen die er voor zorgen dat hun tweede paspoort geldig blijft, die goud sparen (net als de joden vroeger, zei iemand) en er over denken waar ze heen gaan als ze weg moeten. Ik snap dat en ik vind het vreselijk dat mensen al zo moeten gaan denken. Zorg jij voor je veiligheid, en laten we er tegelijk samen voor zorgen dat het zover niet hoeft te komen.

O en als het ooit zover zou komen, ik ga mee hoor. Dan wil ik hier ook niet meer blijven."

Reactie door Anja — woensdag 23 september 2009 @ 14.32
Bron

Heeft u ook voorbeelden van Jip-en-Janneke-uitspraken/berichten/verslaggeving/foto's gehoord/gezien op radio, televisie of andere media? Stuur deze, met bronvermelding, dan naar hoeiboei@gmail.com .

La Route au Sud (93)

La_route_au_sud_92

Anja Meulenbelt loopt zich warm voor de volgende Kristallnacht

Citroen20yz

Wordt het niet eens tijd om geen aardgas meer uit Rusland te consumeren? Het autoritaire regime van Poetin en Medvedev neemt een loopje met de mensenrechten. Hun zetbazen in de Kaukasische provincie Tsjetsjenië voeren een schrikbewind. Verdedigers van de mensenrechten worden er straffeloos en aan de lopende band uit de weg geruimd.

Een ander goed idee. Geen aardolie meer importeren uit Saoedi-Arabië, een van de allerergste landen als het gaat om mensenrechten. Met instemming citeer ik uit de bijdrage van GroenLinks-leider Femke Halsema aan het debat over Dynamiek in islamitisch activisme, een rapport van de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid.

Halsema riep op 6 september 2007 op tot een strengere behandeling van Saoedi-Arabië. “Confrontatie moet er zijn met die islamitische regimes die de mensen- en de vrouwenrechten systematisch schenden. Een schrijnend voorbeeld is wel Saoedi-Arabië, een land dat op alle schalen van mensenrechten het slechtste scoort, maar in vrijwel alle politieke debatten aan de aandacht ontsnapt. Nederland onderhoudt levendig economisch verkeer, levert zelfs nog militaire goederen en wapens, zoals het Nederlandse bedrijfsleven jarenlang voor zijn werknemers niet-joodverklaringen moet ondertekenen. Een mensenrechtendialoog vindt alleen pro-forma plaats. Dit is beschamend, zeker als wij tegelijkertijd elders islamitische bewegingen - en terecht - de les lezen. Nederland en Europa zouden veel consequenter en strenger op moeten treden: geen wapens meer moeten leveren èn zwaar protest - op straffe van sancties - aantekenen tegen antisemitisme van overheidszijde.”

Maar goed. We kunnen niet zonder gas om onze huizen te verwarmen en niet zonder brandstof voor onze auto’s. We kunnen wel zonder dadels en schoonheidsmiddeltjes. Deze producten worden namelijk geplukt of gemaakt in Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Merkwaardig toch hoe activisten wel in beweging komen als ‘De Joden’, pardon de zionisten, een loopje nemen met de mensenrechten.

SP-senator Anja Meulenbelt houdt ons bijna van dag tot dag op de hoogte van de acties bij Nederlandse winkels en supermarkten. Een heuse badjassenbrigade heeft onlangs een ’International Boycot AHAVA Day’ georganiseerd. Meulenbelt kijkt jaloers naar Engeland, waar de boycotbeweging tegen Israëlische bedrijven veel krachtiger is omdat de Britten niet zouden lijden aan schuldgevoel tegenover de Joden vanwege de massamoord in de Tweede Wereldoorlog.

In strijd met de feiten beweert Meulenbelt: “Britse Joden werden niet weggehaald, de bevolking is niet medeplichtig geworden.” Dat geldt namelijk niet voor de vijf jaar lang bezette Kanaaleilanden voor de Normandische kust, waar de plaatselijke autoriteiten net zo behulpzaam waren met het opsporen van Joden als in Frankrijk en Nederland het geval was.

Israëlische dadels mogen we ook niet eten van Anja. Dankzij haar weten we verder dat de anti-globaliste Naomi Klein voorop loopt in de strijd tegen ‘De Joden’, pardon de zionisten. Kortom, Anja’s fotoalbum staat vol met artikelen over de boycotbeweging tegen Israël.

Heeft Anja Meulenbelt iets tegen ’De Joden’? Nee, natuurlijk niet. Vorig jaar nog bezocht ze de jaarlijkse herdenking van de Kristallnacht, waar door oprechte antiracisten werd stilgestaan bij het massale door het nazi-regime georganiseerde geweld tegen de Duitse Joden in november 1938.

Laat ik het daarom positief zien. Met haar hartverwarmende steun aan de boycotacties loopt Anja Meulenbelt zich warm voor de volgende herdenking van de Kristallnacht.

Carel Brendel

Dezelfde God?

Arabist_jansen

Iedereen weet het: de islamitische geloofsbelijdenis luidt ‘Er is geen god dan Allah, en Mohammed is zijn gezant’. Dat zijn twee interessante mededelingen. Van de eerste van die twee mededelingen is het een toehoorder niet direct duidelijk of die wel echt over de islam gaat. De woorden ‘Er is geen god dan Allah’ – geven die woorden niet eerder een oordeel over de andere godsdiensten dan de islam? Wie eens rustig over die formule nadenkt kan moeilijk een andere conclusie trekken dan dat die formule hoofdzakelijk een oordeel geeft over de godsdienst van mensen die geen moslim zijn.


Het is uitzonderlijk dat een godsdienst in zo’n belangrijk document als de officiële kortste vorm van de eigen geloofsbelijdenis het niet over zichzelf heeft, maar over de concurrentie. En dat nog wel aan het begin van de formule. Dit roept vragen op. Met welk recht doet de islamitische geloofsbelijdenis een zo stellige mededeling over het geloof van andere mensen? En nog wel een negatieve, agressieve mededeling? Ligt daar onderzoek aan ten grondslag?


Is er ook maar één andere godsdienst die hetzelfde of iets dergelijks doet? Bij mijn weten bestaat er geen enkele andere godsdienst die al in zijn geloofsbelijdenis het heeft over wat anderen geloven, en dat dan ook nog in negatieve zin. Het is tegen alle regels van de beleefdheid in om anderen ongevraagd mee te delen dat ze fout zijn. Zeker wanneer die ander jou vriendelijk heeft welkom geheten, en jou onbekommerd in de gelegenheid stelt te delen in de voordelen van zijn eigen maatschappelijke ordening.


De geloofsbelijdenis van het christendom gaat in ieder geval geheel over het christendom. Die geloofsbelijdenis begint met de woorden ‘ik geloof in één God, de almachtige vader’, credo in unum Deum patrem omnipotentem. Dat is, anders dan bij de islamitische geloofsbelijdenis het geval is, een uitspraak over de inhoud van het eigen geloof. De christelijke geloofsbelijdenis gaat over het christendom, en verder nergens over. Het is inderdaad haast onvoorstelbaar dat een geloofsbelijdenis niet over het eigen geloof zou gaan maar over dat van anderen. Toch, in het geval van de islam is het toch echt zo, en accepteren we het als normaal.


Bij het horen van de islamitische geloofsbelijdenis rijzen er een aantal vragen. Hoe weten de moslims dat eigenlijk, dat niet-islamitische eredienst geen aanbidding is van de ene God, de almachtige vader? Waar is die kennis op gebaseerd? Wat gaat het bovendien de moslims aan wat anderen geloven? Met welk recht matigen ze zich daar een oordeel over aan, en dan nog wel een negatief oordeel? Waarom accepteren wij zulke hoogmoed en zulke hovaardij? Uit angst? Omdat we ons Theo van Gogh herinneren en ieder van ons de volgende kan zijn?


Zoals altijd is er meer aan de hand. Wij hier in het Westen spreken nu wel van ‘de islamitische geloofsbelijdenis’, maar de moslims zelf gebruiken een andere term. In het jargon van de islam heet wat wij ‘de islamitische geloofsbelijdenis’ noemen, ‘het getuigenis’, ash-shahaada, zoals het getuigenis voor een rechtbank. Dat is een juridisering van het geloof.


De islamitische formule legt niet een emotie vast, of een gevoel, of een overtuiging, want wie voor de rechtbank staat wordt niet gevraagd naar zijn gevoel, zijn emotie of zijn overtuiging. Die wordt bevraagd over wat hem uit eigen wetenschap of waarneming bekend is. Door over ‘getuigenis’, shahaada, te spreken, geeft het systeem van de islam aan de formule ‘Er is geen god dan Allah’ een waarde die maar matig bij een geloofsbelijdenis past. De formule trekt het geloof de juridische sfeer in. Als het een ‘getuigenis’ is, hoort het bij een rechtbank thuis, en is het geen geloofsbelijdenis.


In het christendom daarentegen wordt het woord credo, ‘ik geloof’, gebruikt, en dat geeft de verhoudingen goed weer. Ook in het Jodendom: ani ma’amiin be-emoenah sheleema, ‘ik geloof’. In het Arabisch van de islam luidt het correcte woordgebruik evenwel ashhadu, ‘ik getuig’, an laa ilaaha illaa ‘llaah, ‘dat er geen god is dan Allah’, maar op grond waarvan getuigt een moslim dit?


Het woord ‘getuigenis’ is hier toch werkelijk anders gebruikt dan wij het in het westen gebruiken. Wie bij een rechtbank in een strafzaak een getuigenis aflegt over zaken die hij uitsluitend van anderen heeft gehoord maar waarvan hij wel gelooft dat ze waar zijn, mag blij zijn als hij niet wegens meineed gepakt wordt. In ieder geval wordt zijn getuigenis door een echte rechtbank niet geaccepteerd.


Het woord ‘getuigenis’ wordt hier door de moslimse theologie dan ook oneigenlijk en op misleidende wijze gebruikt, en dat is mogelijk ook de bedoeling. Het eerste deel van de shahaada, de ‘geloofsbelijdenis’, is eerder een strijdkreet dan een getuigenis. Als moslims elkaar voor de gek willen houden door een strijdkreet als geloofsbelijdenis te presenteren en ‘getuigenis’ te noemen, is dat bedenkelijk, maar als ze er ons ook mee voor de gek willen houden, dan is alleen een besliste afwijzing van deze misleiding op zijn plaats.


Het eerste deel van de islamitische geloofsbelijdenis gaat niet over de islam, het is geen credo en gaat dus gaat niet over geloof, en het wordt dan wel ‘getuigenis’ genoemd maar het is een strijdkreet. Het is zeker geen getuigenis in de bij ons gebruikelijke betekenis van dat woord. Verder is alles in orde.


Het tweede deel van de shahaada luidt ‘Mohammad is de gezant van God’. Dat is wat vorm en inhoud betreft traditioneler. De islam leert dat er iemand die Mohammed heette rond het jaar 570 van onze jaartelling in Mekka geboren is, in 611 door God als profeet is geroepen, en in 632 in Medina is gestorven. Deze Mohammed moet voor alle moslims het hoogste voorbeeld zijn, uswa Hasana, Q 33:21.


Dat is problematisch want wat de islam zelf over Mohammed overlevert, roept bij niet-moslims ernstige bedenkingen op. De islam zelf vertelt honderden verhalen over Mohammed. Als die verhalen waar zijn, kan Mohammed dan wel een gezant geweest zijn van dezelfde God die op de Sinai de Tien geboden (Dt 5:6-21) gegeven heeft? In de verhalen die de islam zelf over Mohammed overlevert en doorgeeft, overtreedt Mohammed, het hoogste voorbeeld voor goede moslims, de Tien Geboden meerdere malen. Hij roept bovendien zijn volgelingen op tot het plegen van handelingen die volstrekt in strijd zijn met de Tien Geboden. De Koran noemt God nergens ‘vader’, maar kan Mohammed dan wel een Gezant zijn geweest van dezelfde God die door Jezus zijn Vader genoemd wordt? Er zijn hier toch wel een paar lastige en onaangename vragen te stellen.


Mohammed heeft opgetreden als veldheer, als krijgsheer, als slavenhaler en als slavenhandelaar. Is dat te rijmen met ‘Wat gij de geringste uwer broeders hebt gedaan, hebt ge mij gedaan’? In de oudheid werden mensen die een oorlog hadden verloren nu eenmaal eerst krijgsgevangene en vervolgens slaaf, maar zou dezelfde God die wij min of meer uit de bijbel denken te kennen, een Gezant uitsturen om mensen te gaan vangen als waren het konijnen en die mensen als hij ze eenmaal gevangen heeft, vervolgens al hun bezit en hun vrijheid te ontnemen en tot slaaf te maken?


De islam leert dat Mohammed een zeer jong meisje gehuwd heeft. Maar Mohammed is het hoogste voorbeeld. God wil volgens Koran 33:21 Mohammed aan ons allemaal tot voorbeeld stellen. Zou de God die dat wil dezelfde God zijn die wij volgens de bijbel ‘vader’ mogen noemen? Zou de God van wie de bijbel ons voorhoudt dat hij de vader van elk mens wil en kan zijn, kleine meisjes ten huwelijk willen geven aan de vrienden van de grootvader van dat kleine meisje?


De islam leert dat er voor het sluiten van een huwelijk getuigen nodig zijn, maar voor het uitspreken van een verstoting niet. Ook leert de islam dat een man die zijn vrouw verstoten heeft die verstoting mag herroepen zelfs zonder dit aan de vrouw in kwestie mee te delen. Deze ‘wetgeving’ (tussen aanhalingstekens!) leidt er toe dat een vrouw nooit zeker weet of ze nu wel of niet gescheiden is, en of ze kan hertrouwen. Wanneer ze hertrouwt, loopt ze het risico dat een boze eerste echtgenoot haar van ontucht beschuldigt, en maar al te graag de eerste steen komt werpen. Moeten wij geloven dat een zo onredelijke zo vrouwvijandige wet gegeven is door dezelfde God als die van de Bijbel? Jodendom en christendom hebben niets dat ook maar in de buurt komt van dit soort onredelijke regelingen.


De islam leert ook dat Mohammed gezegd heeft: ‘Doodt elke jodenman die in uw handen valt’, man Zafirtum bihi mijn rigaal al-Yahuud, fa-qtuluuh. De bijbel, het Oude en het Nieuwe Testament, zijn joodse documenten die door joden zijn geschreven. Is het te verwachten dat de God van de bijbel een gezant uitstuurt met zulke opvattingen? Een gezant die opdracht geeft de joden uit te roeien? En die in Medina ook daadwerkelijk aan dat uitroeien heeft deelgenomen?


Wie zijn wij om te beoordelen wat God wel en niet zal doen, maar de bijbel schetst God toch eigenlijk als liefhebbend en redelijk. Ondanks dat niet alle bijbelschrijvers precies hetzelfde godsbeeld hebben, is er weinig moed voor nodig om te zeggen dat onredelijkheid de God van de bijbel vreemd is. Maar het zou wel heel onredelijk zijn als de God van de bijbel nadat hij zich als redelijk heeft laten kennen in de verhalen die de bijbel vertelt, de mens de opdrachten geeft die hij volgens de koran en de islam de mens gegeven heeft. Dat zou het toppunt van onredelijkheid zijn. De God van de bijbel kan dus niet de God van de Koran zijn.


Toch stellen moslims in gesprekken met joden en christenen dat het Jodendom, het christendom en de islam alle drie dezelfde Ene God aanbidden. Ze kunnen die stelling volhouden omdat er een islamitische geloofspunt bestaat dat leert dat kerk en synagoge, rabbijnen en priesters, de tekst van de bijbel en de opdrachten die de bijbel geeft, verdraaid hebben, zeg maar vervalst hebben. Wat de bijbel over God beweert, heeft dan ook geen enkele waarde voor moslims, en kan dus ook niet door christenen gebruikt worden om aannemelijk te maken dat de God van de islam niet identiek kan zijn met de God van de Bijbel.


Hebben joden en christenen inderdaad geknoeid met hun heilige boeken? Het met opzet verdraaien en vervalsen van de heilige teksten is een ernstige beschuldiging die een grove belediging impliceert jegens al die joodse en christelijke professionals die eeuwen lang alles in het werk gesteld hebben de tekst van de bijbel zo goed als maar enigszins mogelijk was te bewaren.


De bekende joodse middeleeuwse geleerde Maimonides was dan ook van mening dat het niet was toegestaan aan moslims les over de bijbel te geven. Christenen, betoogde hij, hadden vaak wel verkeerde ideeën over de betekenis van de bijbeltekst want ze zagen in allerlei verzen ten onrechte ‘de hen bekende allegorieën’, ha-remazim ha-yedu'im lahem. Christenen geloofden, legt Maimonides uit, dat deze allegorieën verwezen naar hun eigen Jezus van Nazareth, die ze meenden terug te kunnen vinden in de bijbeltekst, maar desondanks geloofden christenen tenminste dat de bijbel de bijbel was. Moslims daarentegen geloven dat niet, en geven daarmee een forse motie van wantrouwen af, die persoonlijk beledigend is voor alle dienaren der kerk. Uit onwennigheid met zulk beledigend gedrag wenden we maar voor het niet op te merken.


De situatie van de Arabische christenen maakt het probleem waar we het nu over hebben ingewikkelder dan het al is. Arabischtalige christenen gebruiken het woord ‘Allah’ in hun bijbelvertalingen en hun liturgie. Zo spreekt een Arabischtalige pastoor van ‘Allah de Vader, Allah de Zoon, Allah de Heilige Geest’. Ook de joodse bijbelvertalingen gebruiken het woord ‘Allah’ voor het Hebreeuwse Elohim.


Het eiland Malta is katholiek en Arabischtalig. Ook de streng-katholieke Maltezers noemen God Alla, zij het zonder h aan het einde. Het eiland Malta is een solide verdedigingsveste tegen de opmars van de islam, niemand kan de Maltezers van sympathie voor de islam verdenken. Toch, ook zij, gebruiken het woord Alla. We kunnen er niet omheen: Alla(h) is in het Aramees, het Arabisch en het Maltees Arabisch het gewone woord voor ‘God’.


God is die hij is, en het gaat er niet om hoe zijn voor- en achternaam luiden, maar waar het om gaat is wat hij van de mens vraagt. De God van de bijbel vraagt zulke andere dingen van de mens dan de God van de islam en de Koran, dat er geen enkele twijfel kan bestaan: het gaat niet om dezelfde God.


Er is een goede verklaring voor de moslimse opvatting dat het daarentegen toch om dezelfde God gaat. Moslims willen graag dat christenen tot de islam toetreden. Dat is in principe een sympathiek trekje van de islam. Wanneer het om dezelfde God gaat, is een overstap van het christendom naar de islam eigenlijk maar een klein stapje. Moslims moedigen ons aan dat kleine stapje nu maar te zetten. Zo’n klein stapje is immers snel en gemakkelijk gezet.


Nu, het is beslist geen klein stapje, wat alleen al blijkt uit het feit dat de islam op de overstap van de islam naar het christendom de doodstraf stelt. Het gaat dan toch echt om hetzelfde kleine stapje, maar wie dat kleine stapje in omgekeerde richting zet, wordt door de islam met de doodstraf bedreigd, en het blijft lang niet altijd bij een dreiging. De islamitische bewering dat het om dezelfde God gaat, is niet veel meer dan een truukje van mensen die zieltjes willen winnen. Het is misleiding.


Het adres van de God van de Koran en de God van de bijbel zal wel hetzelfde zijn: per adres De schepper van hemel en aarde. Maar de aard van de God van de Koran wordt door de islam en de Koran zo gepresenteerd dat joden en christenen weinig anders kunnen zeggen dan dat ze de God van de Bijbel daar niet in herkennen. God is redelijkheid en liefde, leert de bijbel. God is barmhartig, leert de koran. Liefde en barmhartigheid lijken op elkaar maar zijn waarachtig niet hetzelfde. Liefde is horizontaal, en kan wederzijds zijn. Barmhartigheid is eenrichtingsverkeer, niet wederzijds, en gaat alleen van boven naar beneden. Liefde en barmhartigheid zijn twee verschillende dingen want niemand gaat ooit uit barmhartigheid met een ander naar bed.


Recruteerders en missionarissen mogen natuurlijk truukjes gebruiken, en kraaltjes en spiegeltjes uitdelen, als dat de goede zaak vooruit helpt. Maar liever geen valse kraaltjes uitdelen aan mensen die beter weten, of beter zouden moeten weten. De kraaltjes en spiegeltjes die de moslims uitdelen door te zeggen dat hun God dezelfde is als die van kerk en synagoge, die kraaltjes en spiegeltjes zijn vals.


In het verlengde van deze kraaltjes en spiegeltjes ligt een ander, ook belangwekkend islamitisch betoog. Jezus wordt door de islam erkend, zeggen de missionarissen van de islam. Ze vertellen er alleen niet bij als wat Jezus door de islamitische theologie erkend wordt. Ze vertellen er niet bij in welke hoedanigheid Jezus door de islam erkend wordt. Volgens de leer van de islam is Jezus van Nazareth een profeet geweest als Habakuk of Noach. De islam leert dat Jezus een van de vele profeten is geweest in de lijn die begint bij Adam en die eindigt bij Mohammed.


Zo’n gewoon profeetschap van dertien in een dozijn is christenen eigenlijk niet genoeg. Christenen geloven dat Jezus meer dan alleen een profeet is geweest, dat hij uniek geweest is, niet een van de vele collega’s van Habakuk, maar de eniggeboren zoon van god, Filium Dei unigenitum, ex Patre natum ante omnia saecula, ‘geboren uit de Vader voor alle eeuwen’, Deum de Deo, lumen de lumine, Deum verum de Deo vero, genitum non factum, consubstantialem Patri, God uit God, licht uit licht, waarachtig God uit waarachtig God, geboren niet gemaakt, gelijk van wezen met de Vader.


Christenen geloven bovendien dat Jezus onder Pontius Pilatus gekruisigd is, geleden heeft en begraven is, passus et sepultus est. De islam en de Koran ontkennen dat Jezus gekruisigd is. Van de erkenning van Jezus door Koran en islam blijft dan wel heel weinig over. Over de opstanding van Jezus heeft de islam al helemaal niets te zeggen. Laten wij er ook het zwijgen dan maar toe doen.


Terwijl het Nieuwe Testament leert dat Jezus een jodenman geweest is, leert de Koran dat Jezus moslim was. Ik denk niet dat de kerken er goed aan doen de joodse Jezus van het Nieuwe Testament in te ruilen voor een moslimse Jezus. Aan de theologische faculteit van de Universiteit van Utrecht liep desalniettemin tot voor kort een hoogleraar rond die in volle ernst beweerde dat de koran een ‘betere’ kijk had op de rol van Jezus in de heilsgeschiedenis dan de kerken. De hoogleraar noemde in de titel van zijn oratie uit 2005 de Koranverzen 19:16-40 zelfs meteen maar ‘een correctief Evangelie’. Het lijkt mij heerlijk om zo onnozel te zijn. Ik kan mensen die zulke dingen beweren alleen maar benijden. Alhoewel, om dit soort ongevraagde meeloperij met de moslims te karakteriseren is de term ‘knettergek’ nog niet zo verkeerd.


Ik ken Mark Durie nog uit zijn tijd in Leiden. Ik vond het maar zielig dat hij daar Dezelfdegod_2dag in dag uit college liep bij al die oude heren die voor de Tweede Wereldoorlog nog in Leiden bij Snouck Hurgronje gestudeerd hadden. Ik heb hem toen dus ernstig onderschat. Hij was destijds bezig met een soort universitaire archeologie, academische oudheidkunde, en ik hoop dat hij ook over die dingen ook nog eens schrijft. Maar nu hebben we een boek van zijn hand dat ons kan sterken in de strijd die er tegenwoordig woedt tussen de islam en de rest van de wereld. Wij hebben die strijd niet gezocht. We zijn er door een keten van toevalligheden in terecht geraakt. Maar nu die strijd eenmaal woedt, kan ik u alleen maar voorhouden: ‘Strijd de goede strijd, en grijp naar het leven waartoe ge geroepen zijt’.


Amersfoort, 22 september 2009


Bestel hier of hier het boek Dezelfde God? van Mark Durie.

La Route au Sud (92)

La_route_au_sud_93

Marij van Eck

Magnolia

"Wat een geweldig artikel van René Marres. Met alle problemen in Nederland hebben moslims niets te maken, volgens heel veel kranten en de media. Het zijn de Nederlanders, die maar geen moslim willen worden. Dat is het probleem. Assimilatie vragen van moslims, aan de heersende cultuur in het gastland, is onmenselijk. Andersom is een plicht. Daarbij worden moslims gesteund door verraderlijke types als Von der Dunk. Voor deze mensen is geweld geen taboe meer. Tenminste als dat gebruikt wordt tegen Nederlanders voor het beledigen van de islam."
Reactie: Geplaatst door: marij van Eck | 20 februari 2008 om 12:29 Bron.

"Alle vrouwen zouden eigenlijk achter Geert Wilders moeten gaan staan. Hij is de enige die opkomt voor de rechten van vrouwen. Elke dag wordt in mijn gezicht geslingerd hoe in de islam over de positie van vrouwen gedacht wordt.
Ingepakt van top tot teen lopen ze over straat. Alleen dan worden ze als fatsoenlijk gezien door de moslimmannen. Zwemmen mogen ze alleen in een boerkini. Wie maakt zich daar toch druk over, zegt menige Nederlandse man. Een paar lappen stof.
Wat laat hij toch graag blijken hoe tolerant hij is tegenover de burka, het hoofddoekje. Staat heel charmant, wordt er nog dikwijls bijgezegd. Wat kan hen de zwaar bevochten vrijheid van Nederlandse vrouwen schelen. De hele christelijke linkse regering heeft volkomen lak aan de rechten van vrouwen. Die worden weer gewetenloos opgeofferd om in pais en vree te kunnen leven met de moslimmannen.
Marij
Wat veracht ik ze daarom!! En al die vrouwen,die de islam verdedigen. Die veracht ik nog meer omdat ze hun eigen sekse verraden. Voor hen heb ik geen geen woorden genoeg om mijn weerzin ten opzichte van hen uit te drukken.

Pim Fortuijn vermoord, Theo van Gogh vermoord, Ayaan Hirsi Ali verbannen. Als er nu iets met Geert Wilders gebeurt, wordt het wel duidelijk dat we in een totalitaire linkse staat leven, waar geen ander geluid geduld wordt.
Veel mensen zouden inderdaad publiekelijk moeten laten blijken dat zij achter Geert Wilders staan, de enige staatsman, die echt van Nederland houdt. Ahmed Marcouch zei bij "Nova" nog een paar keer nadrukkelijk dat, als Wilders van zijn land zou houden, hij de film niet zou uitzenden. Ahmed Marcouch, die graag meer mannen als Tariq Ramadan in ons land wil zien, zegt zoiets. Ja, die houdt echt van Nederland.
Ik hoop dat in de komende dagen, de links geïndoctrineerde Nederlandse bevolking zich eindelijk eens bewust wordt, van wat er in hun eigen land aan de gang is en doorkrijgt, dat Wilders, de enige van de Nederlandse regering is, die Nederland niet ten prooi wil laten vallen aan de islam. (...) "

Reactie: Geplaatst door: marij van Eck | 1 maart 2008 om 23:24 Bron

---------------------------------------------------------------------------

Marij van Eck (Nefasgol) is niet meer. Wij zullen haar missen.


Voor meer informatie klik hier: 'Afscheidsviering Marij van der Weijden - van Eck, 12.9.2009'.

Overheidskunst

De overheid als opdrachtgever, daarover is de laatste tijd veel discussie. Dat moet weer meer, en dan moet de overheid ook duidelijk zeggen hoe het moet - of juist niet, vinden anderen. Ik vrees dat het geen enkel verschil maakt. De overheid heeft namelijk geen smaak. Niet in de neutrale, zeg maar Thorbeckiaanse zin, nee, het is veel erger: de overheid geeft de voorkeur aan slechte, platte kunst. Die kan zij beter begrijpen.

In Amersfoort staat het nieuwe gebouw van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het is iets enorms, waar monumentenzorg, archeologen en de prille dienst voor het 'cultuurlandschap' voortaan samen wonen - een miljoenenproject. Spaanse architect, heel veel glas en hooggespannen ambtelijke bedoelingen.

Er moest ook kunst in, dat spreekt. De Rijksgebouwendienst zocht een kunstenaar, en die zette in de lichte hal iets neer, een glimmend verguld beeld dat niet zomaar lelijk is, maar van een diepe, pijnlijke klunzigheid. Een samenstel van menselijke figuren (afgegoten van echte mensen, vertelde iemand die mij er rondleidde enthousiast) en verdrietig makende spullen - een volle vuilniszak in goud (knipoog: omdat archeologen het afval van onze voorouders onderzoeken) - een vergulde slang van plastic koffiebekers (grapje: omdat ambtenaren nu eenmaal veel vergaderen) - het geheel vagelijk in de vorm van de Laocoöngroep (cultuur!). En niemand, niemand die heeft durven zeggen: bah. Wat een armoedige ideetjes, wat een vormeloos, wansmakelijk geval.

Hoe zou je zoiets moeten voorkomen? Ik weet het niet. Misschien hadden ze gewoon één niet al te zweverige kunstbons (Wim van Krimpen? Kees van Twist?) moeten vragen iets uit te kiezen. De uitkomst was allicht iets beters geweest dan dit werk, waarvoor een commissie, zoals de Rijksgebouwendienst meldt, een complexe omweg via opdrachten en/of bijna opdrachten aan meerdere kunstenaars aflegde. Maar ja, misschien ook niet. En we moeten maar denken: het had ook nog erger kunnen zijn. Een berg echte, volle vuilniszakken bijvoorbeeld.

Ileen Montijn

La Route au Sud (91)

La_route_au_sud_91

De hoofddoek in Nederland promoten als teken van vrijheid is gedoemd te mislukken

Hb080928

De hoofddoek als vrije, autonome keuze. Hoe vaak heb ik dat de afgelopen dagen niet gelezen? En hoe vaak zal de elite deze onzinnige stelling de komende dagen, maanden, jaren nog herhalen?

Natuurlijk is een vrouw in Nederland vrij een hoofddoek te dragen en dat:

terwijl zij er rekening mee houdt op tijd thuis te zijn,
terwijl zij ervoor zorgt altijd onder begeleiding uit te gaan. Als het geen man is, desnoods een vriendin,
terwijl zij met meer respect wordt behandeld dan een ongehoofddoekte vrouw,
terwijl ze gescheiden van de mannen in de moskee haar plaats weet,
terwijl ze weet dat ze zonder deze extra lichaamsbedekking niet naar haar werk mag, of mag studeren,
terwijl ze gelooft dat niemand d'r dan lastig zal vallen of aanranden,
terwijl ze weet dan niet verstoten te zullen worden,
terwijl ze 'n grote kans loopt rachitis te krijgen,
terwijl d'r broertjes geenszins belemmerd worden in hun kledingkeuze,
terwijl ze moet weten dat in de goede 'islamitishe wereld' geen vrijheid in kledingkeuze voor haar bestaat,
terwijl ze weet dat wereldwijd vrouwen vermoord zijn omdat hun lichaamsbedekking niet islamitisch correct was,
terwijl ze nog een kind is...
terwijl …

Ja, ze draagt de hoofddoek als vrije, autonome keuze. Er is niemand die haar dat in Nederland verbiedt. En dat ..

terwijl ik als vrouw zelf de verantwoording draag voor hoe laat ik thuis kom,
terwijl ik tot enkele jaren geleden nooit voor hoer werd uitgescholden, of kans liep aangerand te worden als ik ('s avonds laat) alleen over straat ging,
terwijl tot enkele jaren geleden 'respect' op straat een vanzelfsprekendheid was, in welke wijk ik me ook begaf,
terwijl er in mijn studietijd geen enkel meisje een hoofddoek droeg, behalve die ene kanker-patiënte,
terwijl...

Kunt U zich voorstellen dat U een islamitische vrouw bent en aan zoveel eisen moet voldoen?
Kunt u zich dan ook voorstellen hoe het is om verplicht met zo'n hoofddoek over straat te gaan? Absurd he? Kunt U zich voorstellen dat U niet aan al die eisen hoeft te voldoen maar dat U toch geheel vrijwillig, autonoom gehoofddoekt over straat gaat?
Ik niet.

Het moet hier toch wel om een hele kleine minderheid gaan.

Mag de elitaire, zinloze frase van hoofddoek als vrije, autonome keuze dus alstublieft stoppen? Vrouwen die de doek uit vrije, autonome keuze dragen, hebben de uitgeproken steun van onze elite echt niet nodig.

Ik doe dan ook een oproep aan deze groep islamitische vrouwen die de hoofddoek uit vrije autonome keuze dragen: wees niet egoïststisch maar "slinger 'm af", uit solidariteit met al Uw zusters - wereldwijd - die 'm niet vrijwillig kunnen dragen.

Dan zijn we ook eindelijk af van dat valse sprookje.
In Nederland zijn mannen en vrouwen gelijk en we willen toch niet anders?

Geef de hoofddoek in Nederland de plek die deze verdient: zo veel mogelijk demotiveren. En ja, in dit geval met zo veel mogelijk subsidie!

Annelies van der Veer

Aanbidden moslims en christenen dezelfde god?


Op dinsdag 22 september 2009
vindt met medewerking van Prof. Dr. Hans Jansen en Joods-Christelijk Pastor Ben Kok, vanaf 19.30 uur in de Evangelische Hogeschool te Amersfoort de boekpresentatie plaats van “Dezelfde God? Jezus, heilige Geest, God in het christendom en in de islam” naar aanleiding van de Nederlandse vertaling van Mark Durie’s boek: Revelation? Do We Worship the Same God?

Het lijkt een simpele vraag, maar dat is hij niet. Moslims staan erop dat we dezelfde god aanbidden en in feite vereist het getuigenis van de Koran dat zij dit geloven. In “Dezelfde God?” toont Durie aan dat christenen goede redenen hebben om vraagtekens bij deze islamitische stelling te zetten. “Dezelfde God?” vergelijkt de HEER (JHWH) van de Bijbel met de Allah van de Koran en toont helder aan vanuit studie van de geschriften van de islam en het christendom dat de HEER God van de Bijbel en Allah van de Koran in vele opzichten verschillen. Zij hebben zulke verschillende persoonlijkheden en verschillende capaciteiten, dat van hen niet gezegd kan worden dat ze dezelfde god zijn.

Dr. Mark Durie is theoloog, mensenrechtenactivist en pastor van een Anglicaanse kerk in Australië.

Voor meer informatie en bestelling van het boek: www.dezelfdegod.nl

Kopvoddentax startsein voor de neergang van Wilders

Plus update, 21.9.2009: 'Heiligschennis tegen Geniale Geert '

Het was me wel het weekje van de hoofddoek. Eerst hadden we het geruchtmakende interview met Femke Halsema in dagblad De Pers. Als feministe wil ze niets lievers dan dat moslimvrouwen de vrouwvijandige hoofddoek afslingeren. In tegenstelling tot Ayaan Hirsi Ali kreeg de leidster van GroenLinks geen applaus van een ‘F-side van middelbare mannen’. Wel kwam er lawaai uit een Vak S (als oud-AD-redacteur gebruik ik liever Rotterdamse metaforen) van pseudo-feministische vrouwen, die driewerf hoera voor de hoofddoek riepen.

Femke voelde zich vervolgens genoodzaakt om zich op haar weblog te verweren tegen de boze Anja’s, Tineke’s en Nora’s. Halsema: “Neem iemand als Anja Meulenbelt die mij op hoge toon de les leest. Ik ben er zeker van dat als ik in de Tweede Kamer de SGP en hun gereformeerde achterban zou aanvallen op hun religieuze, discriminerende opvattingen over vrouwen en homo’s, zij vooraan staat te juichen. Maar als je vergelijkbare opmerkingen maakt over vergelijkbare Islamitische overtuigingen is het huis te klein.”

Meulenbelt was het hier natuurlijk niet mee eens. “Het punt is dat niemand zich in Nederland druk maakt over de achterhoedegevechten met de SGP, omdat zij in het akelige politieke klimaat van nu geen rol spelen. Ik zou dus niet speciaal staan te juichen als jij in de clinch gaat met de SGP, ik vind dat nauwelijks de moeite. Maar als er onder het mom van ‘islamkritiek’ weer eens een moslim man wordt beticht van discriminerende opvattingen over vrouwen of homo’s let ik extra scherp op. Het kan waar zijn, maar vaak is het routine en niet eens waar, en gaat het duidelijk om wat anders. Wat jij bij deze vergelijking geheel buiten beschouwing laat, is dat er sprake is van een wijdverbreide anti-moslim stemming in Nederland. In zo’n context is kritiek op de islam van een ander soortelijk gewicht dan kritiek op de opvattingen van de SGP.”

Hier hanteert de SP-senator een beproefd stalinistische principe. Over discriminerende opvattingen in moslimkring moet je je mond houden om de ’klassenvijand niet in de kaart te spelen’. Kritiek op de islam of moslims moet je ook inslikken omdat ze het slachtoffer zouden zijn van een wijdverbreide anti-moslim stemming.

Het is een vreemde paradox. Moslims zijn inderdaad de pispaal op verjaardagen en in reaguurdersfora, en vaak genoeg het slachtoffer van daadwerkelijke discriminatie. Maar ondertussen heeft de islam het als godsdienst aardig voor elkaar - beter dan het orthodoxe christendom, dat door de progressieve elite onbekommerd en risicoloos kan worden beschimpt en aangevallen.

Afvalligen en islamcritici verkeren in levensgevaar. Ze moeten onderduiken en hebben beveiliging nodig met als gevolg dat maar een handjevol ex-moslims zich durft te uiten. Cabaretiers, columnisten en cartoonisten denken wel drie keer na voor ze iets ondernemen, dat in islamitische kring als een belediging zou kunnen worden opgevat. De Nederlandse regering beefde met knikkende knieën voor de verwachte volkswoede in het Midden-Oosten naar aanleiding van de Wilders-film Fitna.

Het zijn kleine en grote dingen waardoor veel mensen zich zorgen maken over de intolerante aspecten van de islam. De bedreiging van onze vrijheid van meningsuiting door intolerante vertegenwoordigers en bondgenoten van de islam vind ik het gevaarlijkste fenomeen. Maar het zijn vaak de kleine dingen die voor ergernis en verontrusting zorgen.

In mijn woonplaats is twee jaar geleden een prachtige nieuwe moskee geopend, een architectonisch juweel. Onze burgemeester was aanwezig bij de plechtige opening, vergezeld van prominenten uit alle geledingen van de stedelijke samenleving die de moslims van harte gelukwensten met hun schitterende gebouw. De laatste weken komt de moskee regelmatig in het nieuws doordat moskeegangers buurtbewoners bedreigen en mishandelen, die op een voetpad in de buurt van de moskee hun hond uitlaten. Honden zijn volgens de islam haram (onrein), maar op de openbare weg van mijn stad geldt, naar ik mag hopen, niet de sharia maar de Nederlandse wetgeving.

Zorgelijk vind ik de situatie met hoofddoeken in het onderwijs. Kinderen worden op steeds jongere leeftijd met zware hoofdbedekking naar school gestuurd. Er komen signalen dat meisjes van Turkse en Marokkaanse afkomst op vmbo-scholen voor ’hoer’ worden uitgescholden als ze geen hoofddoek dragen, zonder dat ze op de solidariteit van moslimfeministes als Nora Kasrioui kunnen rekenen. Om aan dergelijke toestanden een eind te maken is in het Franse onderwijs een verbod op de hoofddoek ingesteld, wat nu navolging heeft gekregen in een deel van het onderwijs in Vlaanderen.

In zijn bijdrage aan de Algemene Beschouwingen leverde PVV-leider Geert Wilders geen serieuze en onderbouwde kritiek op reële wantoestanden. Die kwamen dan ook niet aan de orde in het Kamerdebat. In plaats daarvan kwam hij met niets beters dan een idioot voorstel voor een hoofddoekbelasting, door hem neerbuigend ‘kopvoddentax’ genoemd. Hiermee schoffeert hij natuurlijk de moslims, maar hij schoffeert evenzeer alle burgers, die met recht bezorgd zijn over de groeiende religieuze intolerantie van de islam.

Wilders heeft deze bezorgde kiezers geen dienst bewezen. Wat Alexander Pechtold en Femke Halsema tot dusver niet wisten te bereiken met hun voortdurende interpellaties, regelt Wilders nu zelf. Hij heeft, denk ik, het startsein gegeven voor de electorale neergang van de PVV.

Carel Brendel