Voltaire en het recht om te knuffelen

De gemiddelde lezer dient zich af te vragen waarom de intellectuelen er zo tuk op zijn om voor rechten te vechten, die niet eens het papier waard zijn waarop ze verdedigd worden. Henryk M. Broder geeft Harald Martenstein antwoord.

Onlangs las ik in de Frankfurter Allgemeinen Sonntagszeitung in een artikel van Claudius Seidl (”Onze heilige strijders”) de zin: ”En ten derde zou men dan alleen nog Voltaire willen citeren: Ik houd niet van uw hoofddoek. Maar ik zal mijn leven ervoor inzetten dat u zich mag kleden hoe u wilt.”

Eergisteren struikelde ik over eenzelfde soort zin in een tekst van Harald Martenstein (”Mohammeds minnares interesseert me niet”) in de Tagesspiegel:

”In de geest van Voltaire zou men waarschijnlijk de volgende zin moeten schrijven: Ik knuffel dagelijks in de bioscoop, maar ik ben bereid tot mijn laatste druppel bloed het recht van het schepsel te verdedigen om niet in de bioscoop te hoeven knuffelen.”

Nu kan de goede oude Voltaire er niets aan doen dat hij voor iedere onzin moet opdraaien, die Duitse intellectuelen en eigengereide denkers ten beste geven. De gemiddelde lezer echter, die zijn leven in de waagschaal stelt om bij de ALDI in de rij te moeten staan, dient zich af te vragen waarom de intellectuelen en de eigengereide denkers er zo tuk op zijn om ”tot de laatste druppel bloed” voor rechten te vechten, die niet eens het papier waard zijn waarop ze verdedigd worden: het recht om een hoofddoek te kunnen dragen en het recht om niet in de bioscoop te moeten knuffelen.

Martenstein werd geprikkeld tot een bekentenis door een bericht op SPIEGEL-Online, waarin het erom ging, dat seculiere moslims (”mensen met een migratieachtergrond die volledig aangepast zijn”) op scholen in Neukölln migrantenkinderen te informeren ”dat het helemaal oké is om een vriendin te hebben en om elkaar te kussen” en seks voor het huwelijk te hebben, want: ”Ook de profeet Mohammed zou een minnares gehad hebben, en wel een christin.”

Bij het lezen van het bericht had Martenstein ”gemengde gevoelens”; hij vroeg zich af, wat er zou gebeuren wanneer men ”joodse atheïsten naar jonge, strenggelovige Joden zou sturen om hen bij te brengen, dat de geboden van de Talmoed gewoon niet meer van deze tijd zijn en dat slaaplokken er belachelijk uitzien?” En of men het op een katholieke school zou accepteren, ”dat er een psycholoog zou opdagen en uitlegt dat ook Jezus in de vastentijd heel graag varkensschnitzel gegeten zou hebben?”

Het zijn serieuze vragen, die gedegen antwoorden verdienen


Inderdaad zien slaaplokken er bij orthodoxe Joden belachelijk uit. Net zoals de gemsbaarden, die door Beierse traditionalisten worden gedragen. Maar noch orthodoxe Joden noch Beierse traditionalisten dringen hun klederdracht aan iemand op; en er is ook nog geen geval van ”eermoord” bekend geworden, dat een Jood, die geweigerd zou hebben slaaplokken te dragen of een Beier die zijn gemsbaard op Ebay te koop aanbood, met de dood zou zijn bestraft. Dat maakt het kleine, maar beslissende verschil tot islamitische fundamentalisten uit, die op iedere overtreding van de regel reageren met de hoogste straf – of het nu de Fatwa tegen Salman Rushdie is of 68 messteken, die een vader zijn 16-jarige dochter toedient, omdat die mogelijk in de bioscoop heeft geknuffeld.

Daarom moet het recht op knuffelen worden verdedigd; wie echter een fictief recht, niet te moeten knuffelen, verdedigt, die maakt gemene zaak met de moordende vaders en broers.

In dezelfde categorie past de vraag wat er zou gebeuren wanneer op een katholieke school een psycholoog opduikt om onconventionele opvattingen over Jezus te verbreiden. Er zou niets gebeuren, want zulke kwesties worden in de godsdienstlessen sowieso behandeld. Ik bijvoorbeeld vind de eucharistieviering nogal komisch, waarbij het bloed van Christus gedronken en zijn lichaam opgegeten wordt. Ik vraag me steeds opnieuw af wat vegetariërs daarbij voelen. Maar: er wordt geen katholiek gestenigd, die niet meedoet aan de viering, hij komt zelfs niet eens in het vagevuur. Christenen en joden riskeren niets, wanneer ze grappen maken over ”belachelijke” gebruiken bij christenen en Joden, terwijl seculiere moslims hun leven op het spel zetten, wanneer ze, zoals onlang Seyran Ates, de seksuele moraal in de islam ter discussie stellen. Daarom zijn vergelijkingen tussen de islam enerzijds en het christen- respectievelijk Jodendom anderzijds, zoals Martenstein en andere intellectuelen dit graag doen, volkomen betekenisloos. Ze zeggen niets over de islam, maar alles over de intellectuelen en de eigengereide denkers, die met grote en goedkope gestes ”rechten” verdedigen, die niet dienen ter bevrijding, maar ter onderdrukking van het individu.

En nu wacht ik er alleen nog maar op, dat een vertegenwoordiger van de hervormingspedagogiek verklaart: ”Ik ben geen pedofiel, maar ik zou, om met Voltaire te spreken, mijn leven er voor geven, dat een kind kan beslissen of het zich wil laten misbruiken of niet.”

Henryk M. Broder

Bron:
http://www.tagesspiegel.de/meinung/anderemeinung/Henryk-M-Broder-Islam-Harald-Martenstein;art22196,3071446

Vertaald uit het Duits door: E.J. Bron

4 opmerkingen:

  1. Henryk Broder werpt hier een interessante vraag op en hij heeft gelijk. Het faciliteren van uitingsvormen van een totalitair en intolerant geloofssysteem heeft niets met Voltaire en vrijheid te maken en is er zelfs een parodie op. Het dragen van een hoofddoek is mogelijk, maar dat hoeft nog niet te betekenen dat iedereen die maar overal moet hoeven te accepteren en dat dat ding moet worden ondersteund. Dat is valse vooruitstrevendheid. Net zo dom is de gretigheid waarmee het christendom wordt bekritiseerd, maar de islam door dezelfde mensen angstvallig buiten alle kritiek wordt gehouden, terwijl er voor kritiek op de islam meer dan genoeg reden is. Je kunt jezelf niet progressief noemen als je de islam niet bekritiseert waarvoor je het christendom wel bekritiseert. Dat verschijnsel komt echter vaker voor dan gezond is voor maatschappij die geacht wordt vrij te zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het is natuurlijk een pedante opmerking, zogezegd een zinloos feit, maar historisch is het zo goed als zeker dat Voltaire nooit zoiets gezegd heeft. Zie de naslagwerken.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Goed artikel, kort en bondig! Nu nog een vertaalslag maken naar de mensen waar het eigenlijk voor bedoeld is. (die lezen namelijk niet)

    BeantwoordenVerwijderen
  4. "Tot mijn dood zal ik uw recht verdedigen om voortdurend - in woord, gebaar, kleding en oogopslag, op straat, op mijn werkplek en in de media - mij in mijn smoel te wrijven dat u een aanhanger bent van een agressieve haat-ideologie die al 1400 jaar niks dan terreur verspreidt, mij bakken geld en levensgeluk kost, en dat ik een racist ben als ik u niet heel veel respect betoon.

    BeantwoordenVerwijderen