Vrijheid van meningsuiting geldt ook voor abjecte figuren en meningen

Amateurcartoonist Abdoulmouthalid Bouzerda is donderdag (8 april) dan toch voor de rechter verschenen. Deze rechtszaak, waar de grenzen van de vrijheid van meningsuiting in het geding zijn, trok relatief weinig aandacht. De Pers bracht als een van de weinige media een uitgebreid verslag.

Bouzerda is de huidige voorzitter van de Arabisch-Europese Liga (AEL), een groepje verongelijkte extremisten, dat in Nederland weinig voet aan de grond heeft gekregen ondanks de directe en indirecte bemoeienis van de net-niet-voorzitters Brahim Bourzik en Mohammed Benzakour en de kortstondige voorzitters Mohammed Cheppih en Nabil Marmouch.

De Belgische ’moederbeweging’ kreeg veel publiciteit dankzij de welbespraakte Dyab Abou Jahjah. Qua schreeuwkracht deed de AEL weinig onder voor de extremistische groep Sharia4Belgium, die momenteel voor deining zorgt door op te roepen tot het omverwerpen van koning Albert II en premier Leterme en het verstoren van een lezing van de Nederlandse islamcriticus Benno Barnard. De Vlaamse AEL werkte bij verkiezingen samen met de Partij van de Arbeid (een maoïstische splinterpartij die niets van doen heeft met de Nederlandse PvdA), maar zelfs in de thuisbasis Antwerpen bleek de aanhang zeer gering.

In februari 2006 slaagde Bouzerda erin om de zieltogende AEL onder de aandacht te brengen. Als reactie op de Deense cartooncrisis maakte hij een eigen spotprent. De Pers: “Twee mannen met keppeltjes en grote neuzen. Ze staan naast een berg lijken met een bordje ‘Auschwitz’ erin geprikt. De een zegt, in het Engels: ‘Ik weet niet eens of dit wel Joden zijn.’ De ander: ‘We moeten op de een of andere manier toch aan de zes miljoen komen.’ ”

Smaakvol is het allemaal niet. Vanuit Joodse kringen kwamen er protesten. Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) deed aangifte. Het openbaar ministerie besloot tot vervolging. Tijdens de zitting eiste de officier van justitie tegen de AEL een boete van 2500 euro, waarvan 1500 voorwaardelijk, wegens strafbare belediging van een volksgroep op grond van ras. Ook tegen Bouzerda zelf werd een boete geëist. Het ontkennen van de massamoord op 6 miljoen Joden is op zich niet strafbaar, maar wel in de veel voorkomende combinatie met beledigende opmerkingen over Joden.

Religie is een mening, ras is een kwestie van afkomst. De Deense cartoons of de prenten van Gregorius Nekschot vallen daarom onder een andere categorie dan de tekening op de AEL-website. Toch wringt er naar mijn gevoel iets bij het proces tegen Bouzerda.

De vrijheid van meningsuiting is er immers ook voor spotprenten en meningen die door veel mensen schandelijk, beledigend en onsmakelijk worden gevonden. Ik kan me voorstellen dat mensen zich beledigd voelen door de AEL-tekening, maar in feite is de prent vooral een belediging voor de maker zelf, die zichzelf neerzet als een weerzinwekkende antisemiet. In het publieke debat bestaan genoeg mogelijkheden om de AEL te bestrijden.

Het ontkennen van de werkelijkheid is gelukkig niet strafbaar, anders zou het openbaar ministerie zijn handen vol hebben aan gelovigen van diverse godsdiensten, die tegen alle bevindingen van de wetenschap in volhouden dat de aarde binnen een week is geschapen. Wie ondanks alle overtuigende bewijzen meent dat de massamoord in de jaren 1940-1945 nooit heeft plaatsgevonden en ook nog beweert dat ‘de Joden’ het allemaal hebben verzonnen, diskwalificeert vooral zichzelf.

Natuurlijk kunnen we de gedachtepolitie opdragen om de onverbeterlijke massamoordontkenners en antisemieten op te sporen en te vervolgen. Dit zal hun alleen maar sterken in hun veronderstelling dat de islam en de moslims straffeloos mogen worden beledigd, terwijl je geen kwaad zou mogen zeggen van ’de Joden’. Let trouwens op dat deze beroepsklagers zichzelf altijd verraden als antisemieten door het over ’de Joden’ te hebben.

De grens van de vrije meningsuiting ligt bij het oproepen tot en het gebruiken van geweld. Het ettertje Bouzerda is binnen die marge gebleven. Dat geldt niet voor de shariafreaks, die in Antwerpen de lezing van Barnard onmogelijk hebben gemaakt. Hun optreden heeft niets te maken met de vrijheid van meningsuiting, hoewel ook voorman Abu Imran van Sharia4Belgium maar weer eens ‘de Joden’ en ‘de Holocaust’ erbij sleepte om zijn gelijk te halen.

Carel Brendel

15 opmerkingen:

  1. "De grens van de vrije meningsuiting ligt bij het oproepen tot en het gebruiken van geweld" stelt Carel.

    Maar haatpredikers kunnen heel goed impliciet oproepen tot geweld. Verklaar een ander tot afvallige, meer is niet nodig. Is dat ook oproepen tot geweld?

    Ik denk dat er goede argumenten bestaan om een aantal islamitische predikers in het Westen de mond te snoeren. De vrijheid van meningsuiting is niet absoluut. Stemmen die zelf verklaren doodsvijanden van de rechtsstaat en de democratie te zijn mogen (moeten) door de rechtsstaat worden gesmoord.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. In februari 2010 heb ik een islamdebat bijgewoond aan de universiteit van Brussel. Daarvan heb ik hier
    http://www.joostniemoller.com/2010/03/islamdebat-in-brussel-alle-kritiek-weggehoond/
    verslag gedaan. Bouzerda figureert daarin prominent. Ik geef ook links naar tv-programma's waarin deze deftigprater optrad.

    Overigens eens met Roelf-Jan hierboven. Geen vrijheid voor het Kwaad, ook niet "van meningsuiting"

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Vrijheid van meningsuiting voor bijv. types van het niveau Hitler ?
    Vrijheid voor types, die mijn (onze) vrijheid willen vernietigen ?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Carel schrijft:
    "Ik kan me voorstellen dat mensen zich beledigd voelen door de AEL-tekening, maar in feite is de prent vooral een belediging voor de maker zelf, die zichzelf neerzet als een weerzinwekkende antisemiet. In het publieke debat bestaan genoeg mogelijkheden om de AEL te bestrijden."
    Ik heb sympathie voor Carels principiële liberalisme, maar ook twijfels.
    Het uiten van abjecte meningen heeft in veel gevallen inderdaad weinig ander effect dan dat degene die die abjecte mening heeft geuit zichzelf neerzet als weerzinwekkend of idioot. Bestrijding van die mening is dan niet eens nodig.
    Maar dat hangt ook af van omgeving en tijdsgewricht waarin die mening wordt geuit. Zou nú, 2010, iemand in een biertent op een stoel gaan staan en de abjecte onzin uitkramen die wijlen A.H. eind jaren '20 begin jaren '30 uitkraamde, dan zouden er vermoedelijk, hopelijk, geen grote scharen door geenthousiasmeerd worden. Zoals bekend was dat toen echter wél het geval. In de gevestigde pers van die dagen gingen verslaggevers er vaak nog schouderophalend aan voorbij; later, toen na de economische crisis A.H.'s splinterpartijtje tamelijk plotseling was uitgegroeid tot de grootste partij, was er in de pers überhaupt geen ruimte meer om de opvattingen van A.H. te bestrijden, en als die ruimte er wel was geweest had het niets meer uit gehaald.
    Dezelfde abjecte mening kan in de ene situatie zonder noemenswaardige invloed zijn, of het moest zijn dat sommige mensen zich er door beledigd voelen, terwijl het in de andere situatie er toe bijdraagt dat hele massa's in beweging komen, met heel akelige gevolgen. Het is dus niet alleen de idiotie en de abjectheid van de mening die er toe doet, het is vooral de potentie die het uiten van die mening heeft om tot narigheid te leiden, en die potentie hangt gedeeltelijk af van de omstandigheden waarin die wordt geuit, of degene die hem uit iemand met prestige of overtuigingskracht is, en hoe ontvankelijk het publiek is. Zo bezien kunnen sommige meningen, geuit in nette kranten door als net bekend staande scribenten, grotere schade aanrichten dan allerlei rabiate linkse of rechtse nonsens in een smoezelig blaadje, gelezen door een handjevol notore halve garen.
    Gezien de massa's (om allerlei al dan niet terechte redenen)verongelijkte moslims houd ik de ophitsers en holocaustontkenners van de AEL niet voor zo ongevaarlijk. Alleen als duidelijk was dat deze lieden alleen maar zichzelf als naarlingen en halve garen neerzetten, en dat hun kringetje van sympathisanten zeer klein is en geen groeitendens vertoont, zou je er schouderophalend aan voorbij kunnen gaan.
    Ik weet niet precies hoe het staat met de mogelijkheden de AEL te bestrijden in het publieke debat. In de tijd dat ze in ons land van zich lieten horen heb ik me wel verbaasd over de ruimte die sympathisanten van de AEL kregen om hun meningen over het voetlicht te brengen, als ook de grote mate van begrip en welwillendheid waarmee er over hen werd bericht en geschreven. Het was natuurlijk nog altijd mogelijk om hun opvattingen fel te bestrijden, maar het leek toch wel iets makkelijker om in de gevestigde media ruimte te krijgen voor aan de AEL gewijde begripvolle commentaren. De mogelijkheden van het publieke debat kunnen ook wel eens ontoereikend zijn om abjecte opvattingen effectief te bestrijden.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Het spotprentje van de AEL is gruwelijk! Maar niet omdat de jodenvervolging in twijfel wordt getrokken, maar omdat de tekenaar heeft geprobeerd om humor te gebruiken als middel. Niet de joden zijn hierdoor gekwetst (want die kunnen wel tegen een stootje) maar de argeloze toeschouwer is de dupe.

    Het is niet grappig!

    BeantwoordenVerwijderen
  6. "Niet de joden zijn hierdoor gekwetst (want die kunnen wel tegen een stootje)..."

    Het is volgens de tekst wel het CIDI dat een aanklacht tegen Bouzerda heeft ingediend.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Waar het OM tegenaan loopt is het bijna ongrijpbare karakter van een cartoon. Ook wel spotprent genoemd, lijkt de cartoon te worden in gezet als nieuw middel om de meest rabiate gedachten aan de man te brengen. In de vorm van een geschreven artikel of pamflet zou die gedachte onmiddellijk tot vervolging leiden, maar vertaald in een cartoon tracht zij dit lot te ontlopen. Daar komt nog bij dat haatzaaien geen richting kent. De cartoonist zou zelf weleens het voorwerp van haat kunnen worden met zijn prenten. En als de cartoonist van moslim origine is straalt dit direct af op zijn geloofsgenoten. Die laatste gedachte lijkt ook Carel te onderschrijven. Het hoeft geen betoog dat de vervolging zelf, welke juridische insteek men er ook achter ziet, de kant op gaat van democratische repressie tot het moment dat ieder ontluchtingsventiel uit onze samenleving is verdwenen. Op dat moment leven we in een gemankeerd expansievat.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. De Deense spotprent bekritiseert het islamitische gebruik om in naam en namens hun "profeet" te moorden. Dat is gewoon een feit. De spotprent van die Marokkaan is gewoon een smakeloze leugen. CIDI had er beter geen aandacht aan kunnen besteden, want dat maakt het allemaal belangrijker dan het is. De weg van verbod, hoe aantrekkelijk die misschien ook lijkt, is een heiloze weg die beperkingen schept, die ook tegen jezelf gebruikt kunnen worden. Kenmerk van de onvrijheden die het multiculturalisme met zich meebrengt zijn de lange tenen van elke bevolkingsgroep. Het gevolg daarvan is dat er niets meer gezegd kan worden en daar profiteren naar machtstrevende geloofssystemen volop van.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. De redenering is dus kennelijk deze:
    als we vinden dat de deense mohammed-cartoon in het kader van de vrijheid van meningsuiting toelaatbaar was, kunnen we geen bezwaar hebben tegen een spotprent zoals van die meneer Bouzerda, tenzij op plausibele gronden de grenzen aan de vrijheid van meningsuiting zó getrokken kunnen worden dat de deense mohammed-cartoon wel binnen die grenzen valt maar de cartoon van Bouzerda er buiten.
    Het standpunt dat iedere inperking van de vrijheid van meningsuiting verkeerd is en dat werkelijk alles 'moet kunnen' lijkt me in elk geval niet houdbaar. Maar waar je de grenzen legt vind ik moeilijk.
    Het al dan niet leuk of smaakvol zijn van een cartoon is in elk geval geen goed hanteerbaar criterium. Al dan op waarheid berusten ook niet. Je zou hier kunnen zeggen dat het beledigen van een bevolkingsgroep op grond van ras iets anders is dan iets lelijks zeggen van een religie; immers, ras is een kwestie van afkomst en religie is een mening.
    Maar dan nog.
    Carel schreef:
    "Natuurlijk kunnen we de gedachtepolitie opdragen om de onverbeterlijke massamoordontkenners en antisemieten op te sporen en te vervolgen. Dit zal hun alleen maar sterken in hun veronderstelling dat de islam en de moslims straffeloos mogen worden beledigd, terwijl je geen kwaad zou mogen zeggen van ’de Joden’".
    Dat is inderdaad een probleem, maar betekent dat er straffeloos kwaad moet kunnen worden gezegd van 'de Joden' als uitingen waaraan moslims aanstoot kunnen nemen ongestraft blijven? Kan er dus eigenlijk alleen worden opgetreden tegen bijvoorbeeld zo'n cartoon van Bouzerda als tevens wordt opgetreden tegen alle uitingen waardoor moslims zich terecht of niet beledigd zouden kunnen voelen?
    Kunnen we dus alleen van de Unfug van zo'n Bouzerda verschoond blijven als we voortaan nooit meer iets lelijks van de Islam zeggen? Dat is vermoedelijk precies waar die Bouzerda op uit is.

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Waar de grens ligt had de rechtbank al aangegeven. Immers, de cartoon moest verwijderd worden. Zie hiervoor de overwegingen van de rechtbank. Maar er ontstaat een nieuwe tendens en dat is dat deze uitspraak gewoon naast zich neer is gelegd. De Vries meende zondag ook al zoiets overhoop te moeten halen. Disrespect of heeft de straat gelijk in weerwil van de juridische en politieke argumenten?

    BeantwoordenVerwijderen
  11. @R.H.
    "Zie hiervoor de overwegingen van de rechtbank."
    Waar kan ik die zien? Ik ben nieuwsgierig, maar niet bedreven in zoeken; stond het in de krant?

    De rechtbank kan hier goede gronden hebben, maar klaarblijkelijk zijn er niet zodanige vastliggende principes dat rechtbanken in alle gevallen waar de vrijheid van meningsuiting in het geding is met gemak tot een wijs oordeel komen. Wanneer is een meningsuiting over het randje, op het randje of net binnen het randje? Waar is dat randje? Dat moet steeds weer uitgezocht worden. Janmaat werd veroordeeld voor de uitspraak 'vol is vol', in aanmerking genomen een context. Wat straks in de zaak Wilders wordt besloten is nog afwachten.
    "De grens van de vrije meningsuiting ligt bij het oproepen tot en het gebruiken van geweld" stelt Carel. Dat lijkt eenvoudig en duidelijk, maar Roelf-Jan merkt op: "Haatpredikers kunnen heel goed impliciet oproepen tot geweld. Verklaar een ander tot afvallige, meer is niet nodig. Is dat ook oproepen tot geweld?" Daar kan de vraag aan toegevoegd worden of het ook (impliciet) oproepen tot geweld is als je een ander tot een soort NSB-er of een fascist verklaart. We hebben gezien hoe de manier waarop Fortuyn bestreden werd inspiratie voor een dierenliefhebber was om hem te vermoorden.
    Omdat al bekend is dat sommigen graag Wilders zouden vermoorden moet Wilders beveiligd worden. Toch schrikt onlangs weer Vogelaar er niet voor terug om hem als een nieuw soort NSB-er te benoemen. Tja, 't is de waarheid, meent zij. Wat Wilders van zijn kant allemaal beweert -eveneens omdat hij er van overtuigd is dat het waar is- zal in elk geval niet de sympathie voor moslims verhogen in kringen waar voor moslims toch al niet zo veel sympathie bestond, en er valt niet uit te sluiten dat een malloot er net dat beetje extra inspiratie uit put om een moskee in de fik te steken.
    Moet je de grens stellen bij expliciete oproepen tot geweld? Lijkt plausibel, maar een impliciete oproep tot geweld, gezien een context, kan stukken effectiever zijn dan een expliciete.
    Ook is het zo dat grofheid en smakeloosheid vaak zijn doel mist, terwijl een venijnig rot stukje van een erudiet en zich keurig uitdrukkende columnist het hele haatpotentieel van brave krantenlezers mobiliseert.

    BeantwoordenVerwijderen
  12. @Kees Rudolf

    Het was inderdaad geen uitspraak maar uit de overweging van het OM. Die worden niet integraal gepubliceerd. De strekking was ‘groepsbelediging’ door de ontkenning van de holocaust.

    Juridisch gezien bestaan die artikelen ter handhaving van de openbare orde. Geen oproepen tot geweld, geen groepsbeledigingen of te wel rust in de tent is de achterliggende gedachte. Handhaven is echter weer een heel ander verhaal. De ‘straat’ regeert in dit soort zaken en de maatschappelijke onrust of onvrede laat zich niet zomaar wegdrukken door repressief optreden. Er is in feite geen goed criterium te verzinnen waarom de ene cartoon of opmerking wel en de andere niet door de beugel kan. Daar is nooit over nagedacht en dat is niet geheel ongebruikelijk in het strafrecht. Zoiets laat zich door de praktijk invullen en dan kijken wel hoe we het moeten duiden en of iets er nu onder valt of niet, een soort van open delict dus.

    Het is echter aan de politiek en niet aan de rechter om hier iets mee te doen. Aan de ene kant kan de repressie niet zo groot worden dat de enige uitlaatklep nog het nachtelijk opblazen van moskeen en synagogen is en aan de andere kant moeten we er voor zorgen dat er geen tweedeling ontstaat. Als Cohen zegt dat hij de ‘boel bij elkaar’ wil houden dan is dat in wezen de juiste interpretatie van het maatschappelijk probleem. Maar hoe doe je dat, zonder alles wat islam is (met gebruikmaking van de dubbele nationaliteit) weer naar huis te sturen? Dat zou naar mijn mening alleen kunnen door religieuze neutraliteit tot in het bot door te voeren.

    BeantwoordenVerwijderen
  13. Het is bedenkelijk dat Auschwitz etc. tot sacrosanct en onaanraakbaar wordt verheven, met rechtszaken in de marge. Terwijl het gewoon om historische gebeurtenissen gaat. Daarover moet je kunnen zeggen wat je wilt. Abject of niet. Weg met die dwangneurose dat dit toch wel héél iets anders is. Alsof 'de joden' iets bijzonders zouden zijn (vergeleken met alle 'andere' mensen). Het valt binnen dezelfde manie om steeds het adjectief 'joods' te plakken aan een nationaliteit: 'de joods-amerikaanse x', 'de duitse y van joodse afkomst'... Alsof dat ineens iets anders zou zijn. Dit is het echte racisme. Hitler lacht in zijn vuistje.
    Test jezelf: welke reactie had je bij het lezen van het woord 'gewoon' hierboven?

    BeantwoordenVerwijderen
  14. @ R.H. "Aan de ene kant kan de repressie niet zo groot worden dat de enige uitlaatklep nog het nachtelijk opblazen van moskeen en synagogen is en aan de andere kant moeten we er voor zorgen dat er geen tweedeling ontstaat. Als Cohen zegt dat hij de ‘boel bij elkaar’ wil houden dan is dat in wezen de juiste interpretatie van het maatschappelijk probleem."
    Ja, en hoe ver moet de repressie dan gaan? Een beetje, of helemaal niet? Ik herinner me de reactie van Cohen op de onverkwikkelijkheden bij de grote anti-Israëlische manifestatie in Amsterdam, maart of april 2002. Had de politie niet moeten ingrijpen, werd hem gevraagd, (spandoeken in beslag nemen, schreeuwers van de ergste antisemitische leuzen in de kraag vatten, bijvoorbeeld). Och nee, was het antwoord (ongeveer)geweest, want zulke manifestaties zijn nodig om stoom af te blazen en wat gebeurt er als je er tegenin gaat?
    En was dat wijs van Cohen? Misschien, maar ik ben er niet zo zeker van. Als je door optreden een grens trekt kan daarmee ook de animo bekoelen om het steeds bonter te maken. Zou je als overheid, wanneer in een menigte bijvoorbeeld de leus "hamas, hamas, joden aan het gas" wordt gescandeerd, er goed aan doen passief te blijven, opdat die schreeuwers met lekker schreeuwen ongehinderd hun gram halen en het vervolgens niet meer nodig vinden om ook nog eens bij een synagoge de ruiten in te gooien? Zou het niet kunnen dat die stap verder juist eerder wordt gezet als er nooit tegen die leuzenroeperij wordt opgetreden?
    In de opvoeding van kinderen kan ook het probleem een rol spelen dat sommige kinderen gaarne grenzen overschrijden. Stel je ze enge grenzen, dan gaan ze dáár een stukje over heen, maar gedragen ze zich nog altijd relatief fatsoenlijk; sta je ze van meet af aan alles toe en wil je aan het eind grenzen stellen aan het alleronmogelijkst gedrag, dan gaan ze over díe grenzen heen en zijn ze compleet onhanteerbaar. Eenvoudig is het allemaal niet. Als de kranten, inbegrepen de zogeheten keurige kranten, of ook de teevee (behalve het veelbekeken Al Jazeera ook onze eigen keurige omroepen)dagelijks een portie bagger over Israël uitstorten, zal repressie door ingrijpen bij een betoging, waarin de meest walgelijke spandoeken worden meegezeuld en de meest walgelijke antisemitische leuzen worden geroepen, waarschijnlijk onbegonnen werk zijn, of alleen maar averechts werken.

    BeantwoordenVerwijderen
  15. @Kees Rudolf

    Misschien moet ik het iets verduidelijken. Respressie staat in relatie tot elke juridische of politieke keuze om de vrijheid van meningsuiting in te perken of anderszins de antidiscriminatiewetgeving aan te scherpen. In het geval van overlastgevers en ander (islamitisch) gespuis huldig ik het standpunt: geen ontspanning door dialoog, maar ontspanning door confrontatie. Dit standpunt zal Cohen niet met me delen vrees ik, maar dat staat los van zijn constatering.

    BeantwoordenVerwijderen