"Een klein sneetje, alstublieft!"

Wonderlandl_s


!Opnieuw actueel wegens Pleidooi voor lichte vrouwenbesnijdenis (door internist Jannes Mulder) in Metro 29.5.2008

"Een klein sneetje, alstublieft!"


In augustus belde ik voor een afspraak, in oktober kon ik bij de gynaecoloog terecht. Tussentijdse bloedingen deden vermoeden dat de baarmoederpoliepjes het afgelopen jaar weer aan het groeien geslagen waren. Waarom? Dat weet geen medicus. De ingreep, het wegsnijden van de poliepjes, is pijnloos en gebeurt ter plekke in de bekende lighouding.

Toen de ingreep achter de rug was en de poliepjes in een glas water zwommen, kon ik het niet laten een opmerking over besnijdenis te maken. Ik moest er aan denken omdat juist die dag veel commotie ontstaan was doordat bij het televisieprogramma Nova een jongensbesnijdenis was vertoond. Mijn vriend en ik konden het amper aanzien. Wie gaat er nu in een gezond lichaam snijden anno 2004? En dan nog wel van een baby of een kind?! Als je 18 jaar bent, moet je zelf maar weten wat je met je lichaam doet, of als er een duidelijke medische reden voor is, tuurlijk maar gezonde baby's....... Wat is dat voor achterlijkheid? Over vrouwenbesnijdenis of beter gezegd vrouwenverminking heb ik het dan niet eens.

Ik zei tegen mijn vrouwelijke gynaecoloog "Dat is wel even wat eenvoudiger en onschuldiger dan een besnijdenis he, die poliepjes weghalen?" De gynaecoloog lachte niet maar antwoordde "Je moest eens weten hoeveel ouders bij mij komen omdat ze hun dochtertje willen laten besnijden. Ze smeken me soms om het te doen, al was het maar een klein sneetje!". Omdat ik wel wist dat vrouwenbesnijdenis in Nederland bij wet verboden is, maakte ik een opmerking in die richting. "Ja, zei ze, alle gynaecologen van Nederland hebben met elkaar afgesproken dat we daar niet aan mee doen." Ze voegde er echter nog aan toe: "Ik heb meegemaakt dat ouders mij geld aanboden om toch hun dochter te besnijden." Dat er in het kader van onze multiculturele samenleving merkwaardige dingen gebeuren, wist ik al maar deze informatie was toch nog nieuws voor mij.

's Middags zou ik weer Nederlandse les geven aan 'mijn' Marokkaanse cursist Ali. Ook deze week kwam hij weer een half uur te laat maar daar was ik wel aan gewend en aangezien het reïntegratiebureau voor hem betaalde, maakte ik me niet al te druk. Het was zinloos gebleken hem te vragen op tijd te komen. Dat lukte hem gewoon niet, al was hij de hele dag vrij maar dat ging mij niets aan.

Toevallig las ik die middag met hem een tekst waarin het woord tolerantie voorkwam. Zo toevallig is dat eigenlijk weer niet want alle leerboeken Nederlands als tweede taal hebben teksten waaruit blijkt dat Nederland hartstikke multicultureel is en dat dàt geweldig is. Ali, die al 9 jaar in Nederland woont, had het woord tolerantie nog nooit gehoord. Ik zag er niet naar uit om hem dat woord uit te leggen want discussies met hem waren altijd op niets uitgelopen. Dat wil zeggen, in mijn ogen had hij nooit geleerd om naar de mening van een ander te luisteren.

"Tolerantie betekent dat je respect hebt voor iemand die anders denkt dan jij", zei ik. "Tenminste als dat binnen de Nederlandse wet valt, je mag bijvoorbeeld homo's niet discrimineren."
Ik wist uit een eerder gesprek dat hij daar moeite mee had maar toch knikte hij waarop hij direct liet volgen "En jij, jij moet respect hebben voor hoofddoekjes."
Ha, hij dacht mij te kunnen pakken. Alsof het een soort ruilhandel is. Jij geeft dat toe dan doe ik bij dit onderwerp water bij de wijn. Hoofddoekjes staan misschien voor veel dingen maar het drukt ook uit dat de vrouw onderdrukt wordt, dat zij minder is dan haar man, dat zij een andere functie of taak heeft in dit leven dan een man, dat ze misschien 's avonds wel thuis moet blijven en niet leuk kan uitgaan met vrienden of vriendinnen. Ze is minder vrij dan de man, vrijwillig of niet. Het is een vorm van discriminatie, binnen de eigen groep. Hoe anders moest ik het interpreteren?

Vrouwen die in de zomer bij 30 graden van top tot teen in het zwart gekleed gingen, dat ze hierbij rachitis opliepen, het ging er bij mij niet in dat dàt normaal was in deze 21e eeuw. Tenminste nog niet in Nederland.

Maar ik hield voor het eerst mijn mond. Ik wist dat met deze letterknecht niet te praten viel. Ik was bang voor zijn reactie. Ik wist dat hij niet tolerant tegenover mijn standpunt kon zijn, dat verbood de islam hem. Dat de rechtsstaat anders zou beslissen, daar had hij voorlopig geen boodschap aan want hij had toch gelijk?! Dat beangstigde me. Dat ex-feministes als mevrouw Meulenbelt mij na zulke observaties voor islamofoob zouden gaan uitschelden nam ik dan maar op de koop toe.

Annelies van der Veer

2 oktober 2004

Deze tekst verscheen op 2 oktober 2004 op degezonderoker.nl

Reacties
"Een klein sneetje, alstublieft!"

Lees hierbij ook: Telegraaf, 7.2.2009 'Vader zit vast voor besnijdenis dochter'.

Denkend aan Holland

Denkenaanholland_2


Denkend aan Holland

Denkend aan Holland is een pamflet (37 pagina's) dat Thomas Rosenboom reeds in 2005 schreef maar dat, nu het Europees Kampioenschap voetbal in aantocht is, gerust herlezen kan worden zodat u precies weet hoe het komt dat buurtkinderen straks met oranje megafoons die voor 3 euro 95 of minder bij Blokker te koop zijn - ik heb ze al gehoord - en aangemoedigd door hun ouders (ik heb ze al gezien) voor uw huis het voorgeprogrammeerde en versterkte olé! olé! olé olééééééé..... mee staan te tetteren. Merkwaardigerwijs gaat de fabrikant van deze versterkte rotzooi vooralsnog vrijuit.

Denkend aan Holland kan weleens zo populair zijn omdat het over een hobby gaat die de laatste tijd groteske vormen heeft aangenomen: hoe vermijd ik asociaal, crimineel, zinloos gewelddadig gedrag? Hoe kan ik mijn leven prettig leven zonder al te veel lastig gevallen te worden? Vanzelfsprekend is dat namelijk niet meer. Daarvoor zou je terug in de tijd moeten gaan of naar het buitenland want dan merk je het verschil.


Rosenboom is meedogenloos in zijn analyse van de Nederlander, let wel het gaat over Nederland en de Nederlanders sinds pakweg 1970. Deze Nederlanders denken dat de wereld om hen draait, dat zij recht hebben
op alle aandacht, continu, en dat zij zich alles onder het mom van vrijheid kunnen permitteren. Die vrijheid menen zij altijd en overal te kunnen opeisen. De gehele opvoeding is hierop gericht. Rosenboom doorloopt de stadia van peuter tot puber en volwassene. Hilarische voorbeelden geeft hij.

De schrijver stapt bijvoorbeeld bij het passeren van een groepje jongeren gewoon even de rijweg op, de ogen afgeslagen, een denkbeeldige staart tussen zijn benen getrokken. De openbare ruimte is immers het bezit van jongeren geworden, vooral als ze met meerderen zijn.

Vanaf zijn balkon in het centrum van Amsterdam ziet Rosenboom de bootjes voorbij komen. Als zo'n lachende en zingende vrijbuiter ook naar hem begint te zwaaien en hij niet terugzwaait - waarom zou hij? - dan verandert diens gedrag in rap tempo: een dreigende vuist valt Rosenboom ten deel, begeleid door geschreeuw. Er behoeft blijkbaar maar iets te gebeuren, iemand hoeft maar even zijn zin niet te krijgen en diezelfde 'vrijheidsopwinding' verandert in een flits in woede, razernij en geweld. Het verschijnsel dat zich tegenwoordig op collectieve schaal in het weekend voordoet.

Wat dat betreft zijn de 'allochtone jongeren' goed geïntegreerd. Zij vertonen immers geen ander gedrag dan dat van hun autochtone leeftijdsgenoten. Onzin dus, vindt Rosenboom, om te zeggen dat het asociale/criminele gedrag van deze groep veroorzaakt wordt door het niet-geïntegreerd zijn van de ouders. Waarom niet heel gericht gezegd: zorg ervoor dat uw kinderen zich niet misdragen?

Wat blijkt nog meer uit het pamflet? Problemen die voortkomen uit onze mentaliteit worden liever herleid tot fysieke oorzaken, en met fysieke middelen bestreden. Heeft half Nederland last van asociale geluidsoverlast? De muren zijn te dun, we moeten dus dikkere muren hebben. Gooien jongeren stoeptegels vanaf viaducten op onderdoor rijdende auto's? Maar er staan ook geen hekken op die viaducten! We moeten er hekken op zetten! Ga zo maar door.

Rosenboom komt zelfs nog met een oplossing tegen alle opwindingsverslaving van de jongeren:

"Bevrijd deze jongeren, als ze in de gevangenis belanden, van die
constante opwinding, gun ze eens een andere ervaring en snij al die
televisie- en radiokanalen domweg af, met uitzondering van de klassieke
zender en National Geographic, zodat de opwinding uit het lichaam kan
verdwijnen en kan plaatsmaken voor bespiegeling en verwondering. Dat
zou goed zijn, want niemand is slecht."

Annelies van der Veer

Lees hier een voorproefje over 'het Nederlandse elftal, of nee: dat fantastische legioen' uit Denkend aan Holland

Thomas Rosenboom - Denkend aan Holland. Pamflet.
uitgeverij Querido
5 euro.

Reacties Denkend aan Holland

Mieters!

Wolkers

Mieters!

Er zijn mensen die beweren dat het werk van de schrijver J.J. Voskuil geen literatuur is maar ik heb er maar één woord voor: mieters! Het is waar, vrijwel iedereen kan de zinnen die Voskuil schrijft, lezen en volgen, en vrijwel iedereen met een middelbare schoolopleiding kan deze zinnen zelf formuleren. Maar wie houdt dat 5.000 pagina's vol zonder een moment te verslappen of de lezer te vervelen? J.J. Voskuil deed het.

In de zevendelige romancyclus Het Bureau beschrijft Voskuil pijnlijk minutieus het leven op een bureau. De hoofdpersoon heet Maarten Koning maar aangezien Het Bureau sterk autobiografisch is, kun je net zo goedzeggen dat Voskuil zijn eigen werkleven op het Meertens Instituut heeft beschreven: vanaf de open sollicitatie in 1957 tot zijn afscheid in 1987. Daarna ging hij pas echt schrijven. Zijn werkleven werd zijn levenswerk. (Maar vlak Bij Nader Inzien (1963), dat over vriendschap en vooral 'de vriendschap opzeggen' gaat, niet uit.)

J.J. (Han) Voskuil overleed 1 mei jongstleden op 81-jarige leeftijd. De schrijver heeft die dag zelf uitgekozen want hij leed aan kanker. Ik moet denken aan mevrouw Voskuil die hem tijdens zijn leven al zo langdurig heeft moeten missen omdat hij altijd maar naar dat vervloekte bureau moest, maar voor ons, lezers, geldt toch voor eens en voor altijd: lang leve Voskuils werk!

Ik heb genoten - en dat komt niet alleen door het feest der herkenning omdat ik een jaar of tien op een dergelijk bureau heb gewerkt – van dezelfde dagelijkse ochtendbegroetingen en gesprekken op het werk, de vanzelfsprekende gezamenlijke theepauzes, de onderlinge collegiale gevoeligheden, Ad & Bart, de hilarische werkbesprekingen, de net zo hilarische telefonische ziekmeldingen, de gekrenkte gevoelens, de hiërarchische conflicten, de uitvoerige beschrijvingen van Maartens saaie bureauwerk, de congressen, de personeelsuitjes en de onhandige maar o zo goed bedoelde sociale vaardigheden van Maarten Koning, maar ook van de heerlijk absurde ruzies met zijn vrouw Nicolien, de onvermijdelijke migraine-aanvallen en de bezoeken aan zijn schoonmoeder en zijn spaarzame vrienden.

Ik ben de schrijver één keer op straat tegengekomen. Dat was een jaar of zeven geleden, in de Amsterdamse Jordaan. Ik geloof dat het de Prinsenstraat was maar ik weet zeker dat het een zaterdagavond was en dat het tegen zes uur liep. Voskuil liep mij op dezelfde stoep in vlot tempo tegemoet. In zijn hand hield hij een vers stokbrood dat hij vast, zo fantaseerde ik ter plekke, op verzoek van zijn vrouw nog even snel voor het avondeten had gehaald. De stoepen zijn tamelijk smal in de Jordaan maar op deze stoep kon je elkaar gemakkelijk passeren zonder elkaar nodeloos aan te hoeven raken. Ik vond het typerend voor de schuchtere Voskuil dat hij vlak voordat we elkaar zouden passeren de stoep verliet en zijn weg enkele meters op de straat vervolgde.

Annelies van der Veer

Reacties Mieters!

'Danseuses Exotiques'

Danseuses

Het schilderij 'Danseuses Exotiques' van Ellen Vroegh dat uit het stadhuis van Huizen (NH) werd verwijderd omdat enkele moslimmannen over de halfblote dames hadden geklaagd.

(Het schilderij is met toestemming van de kunstenares geplaatst.)

Reacties: hier.

D.C. Lama (1)

D.C. LamaDclama

Het meisje in het doorschijnende nachtjaponnetje

Nachtjaponnetje


Het meisje in het doorschijnende nachtjaponnetje

Pete lag op mijn bed een sigaret te roken. Zijn bovenlichaam leunde tegen de enige rechte wand van afmeting die mijn kamer rijk was. Tegen diezelfde wand stond ook het voor deze ruimte belachelijk grote eikenhouten bureau waaraan ik normaal gesproken studeerde maar waarop ik nu koffie aan het zetten was. Achter die kamerwand bevond zich de gang en daar klonk op dat moment een harde knal. De knal werd vrijwel onmiddellijk gevolgd door geschreeuw en voetstappen die de trap af denderden waarna het geschreeuw overging in hartstochtelijk huilen, de lange en gierende uithalen van een meisje. Heel even klonk het verder weg maar voordat Pete en ik opgestaan waren om te kijken wat zich allemaal op de gang afspeelde, stond ze bij ons in de kamer: een meisje van twintig jaar, gehuld in een zalmroze volkomen doorschijnend nachtjaponnetje. Voor het overige was ze naakt. Haar
borstjes, die er qua vorm precies uitzagen zoals de schrijver Gerard Reve ze wel heeft beschreven, namelijk als langgerekte halve citroentjes, staarden ons guitig en keihard aan maar voor de rest was er niets vrolijks aan dit meisje in haar roze nachtjaponnetje. Het meisje bibberde, het meisje snikte. Tranen stroomden over haar sproeten plop op het ponnetje,
slierten nat rood haar hingen slordig over het meisjesgezicht en kleine blote voetjes stonden naar binnen gedraaid.

Wat voor verschrikkelijks had zich zojuist achter mijn rechte wand afgespeeld? Dat dat het geval was, daar mocht ik niet aan twijfelen want wie loopt er nou om acht uur 's avonds in zo'n verleidelijk doorschijnend nachtjaponnetje, dat niet gemaakt lijkt om in te slapen maar meer om zo kort mogelijk gedragen te worden en dan van het lijf te worden gerukt, wieliep daarin nu op de gang te gillen? Zoiets doe je toch niet voor de lol?

Pete had het tafereeltje vanaf het bed gadegeslagen, hij stond op zodat hij gedwongen werd vanwege de schuine muren en zijn lengte in het midden van de kamer plaats te nemen. Als man van de wereld deelde hij mee: "Ik ben hier duidelijk te veel, ik bel je later wel." Hij drukte zijn sigaret uit in de asbak op mijn bureau en weg was Pete. Dat leek het teken voor het meisje in het doorschijnende nachtjaponnetje in wie ik natuurlijk mijn overbuurmeisje Anita had herkend, om volledig te breken. Voor ik het wist had ze zich tegen mij aangedrukt en enkele zinnen gestameld waaruit ik moest opmaken dat er zich een ramp aan haar voltrokken had, iets waar ze helemaal geen rekening mee had gehouden, iets wat ze voor onmogelijk had gehouden. Maar het onmogelijke was toch gebeurd. Daar het de enige plek in mijn kamer was die ruimte bood aan twee, troonde ik haar mee naar het bed want ze wilde me maar niet loslaten. Ik had nog nooit zo'n wanhopig en naakt meisje van zo dichtbij
meegemaakt. Hoe haar te troosten?

Ik kende Anita nog maar kort en niet heel goed, ze was een van de vier kamerbewoners in de grote, witte Gooische Villa waar ik sinds een half jaar woonde. Het was mijn eerste kamer, pal onder de nok. De eigenaars, een kinderloos stel van halverwege de dertig, verhuurden alleen aan meisjes die nog voornamelijk moederliefde uitstraalden maar al wel een baan hadden om de pittige huurprijs te kunnen betalen. Naast mijn kamertje bewoonde Yvonne, kleine nachtzuster Yvonne, een veel grotere kamer dan ik. Dat zag ik meteen toen ik een keer bij haar aanklopte omdat ze was vergeten dat haar werktijden botsten met die van mij. Het was in die tijd dat ik verslaafd raakte aan de enige oordopjes die echt doen wat ze beloven: ohropax, gehoorbeschermer tegen lawaai, een begrip sinds 1907. Naast Yvonne zat dan weer Elma, een keurig meisje dat een full time kantoorsbaan had bij een of andere bank en dat elke avond rond etenstijd haar vriendje op bezoek kreeg, alsof ze al serieus aan het oefenen waren voor de echte, huwelijkse verslaving. Liep ik toevallig op de gang dan hoorde ik een hoop gegiechel. Haar kamer heb ik nooit van binnen gezien. En dan had je nog Anita met het knalrode krullende haar en de grappige sproeten, zij was misschien wel de stoutste van allemaal, want het gestommel en gedonderjaag dat ik weleens op de trap hoorde als ik op een doordeweekse dag achter mijn bureau aan het studeren was, was altijd van haar en haar collega afkomstig. Even in de werkpauze een nummertje maken met je minnaar en dat in je eigen kamer! Anita lustte er wel pap van.

Maar vandaag was daar niets van te merken. Beetje bij beetje kwam het verhaal naar boven. Wist ik nog dat Anita voordat ze hier op kamers was komen wonen al anderhalf jaar met haar verloofde Stan had samengewoond in zijn eigen grote huis in de kleine stad B.? Daar was ze de vrouw des huizes geweest en Stan had haar als een prinses behandeld. Aan niets had het haar ontbroken, alles wat haar meisjeshart begeerde was daar reeds in vervulling gegaan want verloofde Stan had een uitstekende baan, vandaar ook dat hij het huis dat een tuintje voor en een tuintje achter had, op jonge leeftijd had kunnen kopen. Maar na een jaar, vertelde Anita me, nog zachtjes naschreiend in mijn armen, was ze toch verveeld geraakt en gaan piekeren, ineens wist ze niet zo zeker meer of haar liefde voor Stan wel groot genoeg was en daarom woonde ze nu zelfstandig op kamers, recht tegenover mij. Hier kon ze uitzoeken wat ze eigenlijk wilde en hoewel ze de verloving verbroken had, wist ze zeker dat Stan nog van haar hield en haar begeerde. Zij was zijn eerste en enige grote liefde. Ze konzo weer terug....
En dat moment was nu na een half jaar denken en experimenteren,

aangebroken, Anita wilde terug naar haar vorige leventje, samen met Stan in het luxe huis want op kamers wonen had ook zo z'n nadelen. Het was een weloverwogen beslissing, verzekerde Anita mij maar voor de zekerheid had ze vanavond, de avond dat ze haar terugkeer aan Stan zou vertellen, zijn lievelingsnachtjaponnetje aangetrokken. Dat doorschijnende niemendalletje zou hij niet kunnen weerstaan, hij zou zijn prinses direct herkennen
en dan zouden ze haar thuiskomst alvast kunnen vieren.

Het onbestaanbare was echter gebeurd. Ze begon weer te huilen, de halve citroentjes bleven stijf, stijf van verdriet. Stan had haar en het nietsverhullende zalmroze ponnetje versmaad!Deze magie deed hem niets meer. Hij wilde haar niet terug, hij had haar niets meer te bieden. Zijn hart behoorde aan een ander en die nieuwe prinses wilde hij trouw blijven, zoals hij ook haar trouw zou zijn gebleven als ze bij hem was gebleven.

Annelies van der Veer

Reacties Het meisje in het doorschijnende nachtjaponnetje.

Vast weer zo'n cartoonist

D.C. LamaDclama

Alsjeblieft Wouter, blaas dit enge kabinet op

Nekschot


!Let op! Plus Update (17.5.2008) Hirsch Ballin op weg naar het politieke einde

Alsjeblieft Wouter, blaas dit enge kabinet op

Tijdens de Koude Oorlog hoorde je vaak de uitspraak ‘Als hier ’s morgens vroeg wordt aangebeld, dan is het de melkboer en niet de geheime politie’. Er bestaan geen melkboeren meer die in de vroege ochtend aanbellen, maar toch kan het wel degelijk gebeuren dat er onverwacht bezoek voor de deur staat.

Dat overkwam afgelopen dinsdag de cartoonist die onder het pseudoniem Gregorius Nekschot door het bedreigde leven gaat. Op grond van een aanklacht uit 2005 stormden tien politiemannen zijn woning binnen. Ze namen na een huiszoeking zijn computer en mobiele telefoon mee. Nekschot wordt verdacht van het maken van tekeningen die discriminerend en kwetsend zouden zijn voor moslims en mensen met een gekleurde huidskleur.

De tekeningen staan op internet en zijn verzameld in twee boekjes. Met al het eventuele bewijsmateriaal keurig bijeen, begrijpt geen zinnig mens waarom de tekenaar na drie jaar onderzoek opeens moest worden opgepakt door tien agenten en anderhalve dag in de politiecel moest doorbrengen.

We hebben het hier dus over Nederland. Niet over de communistische heilsstaat Noord-Korea, de junta van Birma, het Wit-Rusland van Europa’s laatste dictator Aleksandr Loekasjenko, de islamitische prachtlanden als Syrië en Iran, of het Zimbabwe van de voormalige vrijheidstrijder Mugabe. Nee, het gaat over Nederland, waar de Amsterdamse officier mr. Paul Velleman zich kennelijk de bevoegdheid heeft toegeëigend om aan het hoofd van een soort religieuze politie de overtreders van de anti-discriminatie-sharia op te pakken.

Over smaak valt niet te twisten. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen gecharmeerd is van de seksueel expliciete en keiharde, niet misselijke tekeningen van Gregorius Nekschot. Maar, zoals cabaretier Hans Teeuwen gisteravond zei bij Pauw & Witteman, niemand hoeft zijn bundels te kopen of zijn website te bezoeken. Op die website staan overigens niet alleen tekeningen, maar ook rake observaties over politici en mediafiguren. Nekschot is een uitgesproken criticus van de islam en van het multiculturalisme. Smaakvol of misselijk, zijn satire is broodnodig in een vrij land, ook al valt deze verkeerd bij de Raad van Hoeders van de Multiculturele Samenleving.

Gelukkig wekt de aanhouding van Gregorius Nekschot veel verontwaardiging. Hans Teeuwen ging gisteravond stevig te keer tegen de intimiderende aanhouding. Diverse weblogs zoals Geen Stijl zijn direct in actie gekomen. Ook prof. Afshin Ellian laat geen spaan heel van het justitiële optreden. Het weblog Hoeiboei haalt heel passend een uitspraak van arabist Hans Jansen uit 2006 naar voren: “Als de misselijke grappen van Gregorius Nekschot niet meer kunnen in Nederland, zijn we niet duizend jaar teruggeworpen in de tijd, maar dan gaat het licht helemaal uit.” In de Tweede Kamer willen VVD, PVV, D66 en SP opheldering van minister Hirsch Ballin (CDA, Justitie), terwijl ook (of moet ik zeggen: zelfs) de PvdA ‘de kwestie in de gaten houdt’.

De intimiderende aanhouding van Gregorius Nekschot staat niet op zichzelf. Eerder bedreigde het Amsterdamse stadsdeel De Baarsjes weblog Hoeiboei, mede in verband met een verwijzing naar een tekening van Nekschot. Wie alle details over deze affaire, bijvoorbeeld over de rol van de discriminatiemeldpunten, wil weten, kan het nalezen op Hoeiboei en op deze site.

Een aangifte van Het Meldpunt Discrimatie Internet (MDI) is hoogst waarschijnlijk de aanleiding tot de arrestatie van Nekschot. De grote aanjager van alle klachten blijkt de tot de salafistische islam bekeerde jongerenimam Abdul Jabbar van de Ven. Hij kwam in het nieuws omdat hij blij was met de dood van Theo van Gogh en hoopte dat Geert Wilders als gevolg van een ziekte binnen twee jaar zou overlijden. Van de Ven gold bovendien als lichtend voorbeeld voor de terreurverdachte Jason Walters, die wegens het gooien van een handgranaat naar de Haagse politie tot vijftien jaar cel is veroordeeld. Om religieuze obscuranten als Van de Ven van dienst te zijn is mr. Velleman dus graag bereid om de Nederlandse rechtsstaat op te heffen.

Intimiderend is ook het politieke proces dat premier Balkenende is begonnen tegen het weekblad Opinio. De aanleiding mag bekend zijn: een fictieve ‘geheime toespraak’ van de premier, waarin hij de islam tot het echte probleem zou hebben verheven. Balkenende besloot een kort geding te voeren tegen het weekblad, maar verloor kansloos. Volgens de rechter was het immers overduidelijk dat het om een satirisch artikel ging. Desondanks begint de premier een bodemprocedure tegen Opinio, want in de binnenlanden van Soedan en Jemen zouden ze anders gaan denken dat hij echt kritiek heeft op de islam. De angst voor duistere religieuze krachten uit het buitenland bepaalt in dit geval het handelen van Balkenende.

De angst om arme moslims te kwetsen - of het nu door satire is of door gerechtvaardigde kritiek - bepaalt het denken van andere CDA’ers. Minister Donner wilde destijds het strafwetartikel 147 over godslastering aanscherpen, als antwoord op de moord op Theo van Gogh. Hij wekte zo de indruk dat de gekwetste gevoelens van moordenaar Mohammed Bouyeri voor hem sterker wogen dan het recht op satire van de vermoorde cineast.

Doekle Terpstra en zijn christenbroeders begonnen de beweging Benoemen en Bouwen, die zich vooral druk maakt over het kwetsen van godsdienstige gevoelens. Op de bagagedrager van de islam willen deze christenen ook hun geloof vrijwaren van spot en kritiek.

Donners opvolger op Justitie, Ernst Hirsch Ballin, wil - maar dat mocht nog niet uitlekken - het omstreden artikel over godslastering zelfs uitbreiden met de bepaling, dat men zich niet kwetsend of beledigend mag uitlaten over een godsdienst of levensovertuiging. Wilde de ijverige mr. Velleman met zijn actie tegen Gregorius Nekschot al vast een voorschot nemen op het nieuwe wetsartikel?

PvdA-leider Wouter Bos laat aan zijn omgeving weten dat hij niets wil weten van uitbreiding van artikel 147. Het artikel moet gewoon worden geschrapt, vindt hij. Maar blijft Bos zo heldhaftig als de ChristenUnie en de CDA-ministers Donner en Hirsch Ballin, wellicht gesteund door de premier, met een kabinetscrisis gaan dreigen?

Alsjeblieft Wouter, houd voor één keer de rug recht en blaas dit enge kabinet op. Van al die mooie dure plannen voor gratis schoolboeken en gratis kinderopvang komt toch niets terecht. En dieper dan de virtuele 19 zetels van nu kan de Partij van de Arbeid toch moeilijk meer zakken.

Carel Brendel

Carel Brendel is auteur van Het verraad van links (Uitg. Aspekt)

Zeer geachte heer Van de Ven,

Arabistjansen

Amsterdam, 7 februari 2008

Zeer geachte heer Van de Ven,


Het is maar goed dat onze correspondentie stopt, want u valt wel erg in herhaling. Over de kwestie dat een vrouw die oorlogsbuit is geen kant meer uit kan, blijft u vreemde en verwarrende mededelingen doen. Ik ga er maar van uit dat het niet uw bedoeling is de wat labielere geesten onder uw aanhang op te hitsen, maar echt vertrouwen doe ik het niet.

De vervelende dingen die u overkomen omdat u moslim geworden bent, treffen ook mij als verkeerd. Zo hoort het niet. Anderzijds, u bent niet onthoofd, en menige moslim die christen is geworden zou graag met u ruilen. Vergeleken bij wat iemand die in de islamitische wereld van godsdienst verandert kan overkomen, laten we eerlijk zijn, is uw leed - hoe verkeerd ook naar de hoge Nederlandse normen die u gelukkig nog hanteert - echt te verwaarlozen. Klein ongemak, meer niet. U weet dat heel goed.

Het spijt mij dat mijn analyse van uw bekeringsverhaal zo volslagen verkeerd is gevallen, en kennelijk ook niet helder genoeg geformuleerd was. Het laatste wat ik beoogde was uw moeder te beledigen, of zelfs maar haar te vergelijken met uw tante. Maar ik denk en blijf denken dat uw verhaal aanknopingspunten bevat om te betogen dat u met uw bekering indruk op de vriend van uw tante heeft willen maken. Maar wees eens eerlijk, wat doet het ertoe? Het eindresultaat is dat u bent gaan zien dat er maar één God is, en dat Mohammed zijn gezant is. Eind goed al goed.

U schrijft me met nadruk dat u het voeren van deze correspondentie vanaf het begin als voor u vernederend hebt ervaren. Dat verbaast me hogelijk. Ik moet ervan uitgaan dat u dit meent. Het verklaart misschien inderdaad wel enkele van uw reacties. Het spijt me dat ik over het hoofd heb gezien dat u het uitwisselen van deze brieven als vernederend zou kunnen beschouwen. We zijn het niet eens, dat wisten we van tevoren allebei. In mijn woordenboek is het corresponderen met iemand met wie je het oneens bent niet vernederend. Als ik geweten had dat u het voeren van deze correspondentie (waar u zelf om gevraagd heeft) als een vernedering beschouwde, zou ik er natuurlijk nooit aan begonnen zijn. Waarom zou ik u willen vernederen? Mensen willen vernederen is echt een heel slechte eigenschap.

Ik vind het jammer dat uw laatste brief niet ergens een element van verzoening of handreiking bevat. Nee, u maakt zich vreselijk kwaad over koloniale blanke mannen onder tropenhelmen, en ik ben het met u eens: geen voorbeelden om na te volgen. Maar hoe zit het ook weer in Darfur, dezer dagen? En wat de Israëli's doen, is dat echt zo buitensporig? Valt dat niet onder zelfverdediging? Of bent u van mening dat Israël gewoon dient te verdwijnen en niet het recht heeft zichzelf te verdedigen? U schildert de internationale verwikkelingen wel met erg brede streken, ik denk dat een wat fijner kwastje beter is en een wat helderder beeld oplevert.

Ik vind het jammer dat uw laatste brief niet ergens een element van verzoening of handreiking bevat. Nee, wat u over mijn vriend en gewezen chauffeur Fathi schrijft, is weer een en al venijn. Herlees uw eigen tekst nu toch eens rustig. Waar komen die afkeer en die haat jegens mensen die u nooit iets gedaan hebben toch vandaan?

Ik vind het jammer dat uw laatste brief niet ergens een element van verzoening of handreiking bevat. U beschuldigt me er opnieuw van dat ik de overgeleverde islamitische teksten over Mohammed niet eerlijk gebruikt heb, kortom, mijn laatste twee boeken zet u bij het oud vuil. Ik vind dat niet aardig van u, en heb bovendien van moslims die evenveel of meer recht van spreken hebben, andere reacties gehad. Ik denk dat u zich gewoon vergist, maar ach, ik ben natuurlijk belanghebbende.

Ik vind het jammer dat uw laatste brief niet ergens een element van verzoening of handreiking bevat, en ja, ik ben het wel met u eens dat een mens ook moet kunnen haten, anders ga je eraan onderdoor. Maar een mens moet ook kunnen liefhebben. En een beetje mild kunnen zijn. Niet alle fouten komen voort uit slechtheid. De meeste fouten komen voort uit sukkeligheid.

Ik vind het jammer dat uw laatste brief niet ergens een element van verzoening of handreiking bevat. Zit hem dat in de islam, of in u?

Als altijd met vriendelijke groet,

Hans Jansen


Uit: Bombrieven - Hans Jansen en Abdul-Jabbar van de Ve
Uitgeverij Van Praa
Amsterdam, 2008
www.uvp.nl

Gregorius Nekschot in cel wegens beledigende tekeningen

Cartoonist in cel wegens beledigende tekeningen Papoea_2

GREGORIUS NEKSCHOT

Lees hier de laatste informatie : En dan dit

Gregorius Nekschot is auteur van de bundel Nekschot: misselijke grappen. Vanwege zijn cartoons over de islam werkt hij onder pseudoniem en leidt hij als tekenaar een verborgen bestaan.

Arabist Hans Jansen gaf in het KRO-programma Het Grootste Taboe (in 2006) commentaar op het werk van Gregorius Nekschot.
Hans Jansen: "Als de misselijke grappen van Gregorius Nekschot niet meer kunnen in Nederland, zijn we geen duizend jaar teruggeworpen in de tijd, maar dan gaat het licht gewoon helemaal uit."

De bundel Misselijke grappen is voor € 15,- te bestellen bij:
Uitgeverij Xtra

In 2008 verscheen: Gregorius Nekschot Schiet Door. misselijke grappen deel 2.

(Tekst cartoon: Behalve Moslims worden Papoea's ook vaak gediscrimineerd.)

Over de ‘uitgekiende mediastrategie’ van Wilders

Strategisch


Over de ‘uitgekiende mediastrategie’ van Wilders

Vraag:

Beste heer Brendel,

Ik ben met mijn afstuderen bezig voor de opleiding journalistiek. Ik heb wat vragen voor u en hoop dat u me kan helpen.

Dit is mijn stelling: “Media trappen met open ogen in Wilders’ uitgekiende publiciteitsstrategie en wakkeren zo de angst en de polarisatie alleen maar aan bij de burgers.”

Wat is uw mening over deze stelling?

Alvast bedankt voor uw hulp!

Met vriendelijke groet

Samir Anas



Antwoord:

Beste Samir,

Zelf heb ik lang geleden ook een opleiding journalistiek gevolgd. Daarom voldoe ik graag aan je verzoek.

Het zal duidelijk zijn dat ik het hartgrondig oneens ben met je stelling. Als ik jou was, zou ik de stelling eerst nog maar eens goed overdenken.

Is je begeleidende docent het echt eens met de probleemstelling?

Het is namelijk nog maar de vraag of er sprake is van een uitgekiende mediastrategie van Geert Wilders. Laat staan dat de media daar intrappen. Hierover stond nog niet zo lang geleden een interessant artikel in De Volkskrant (26 januari 2008), van de hand van hun Haagse redacteur Ron Meerhof. Hij betoogde met argumenten dat er geen mediastrategie zit achter het optreden van Wilders. Lees ook het artikel hierover van politicoloog prof. Meindert Fennema.

De opwinding over de Koranfilm Fitna is bijvoorbeeld niet ontstaan door Wilders, maar doordat zijn plan voor de film door kringen rond het kabinet is uitgelekt. De daaropvolgende hype is vooral aangewakkerd door de reacties van anderen: het paniekerige optreden van premier Balkenende en minister Verhagen van Buitenlandse Zaken, de anti-beweging van Doekle Terpstra (die Wilders als Het Kwaad afschilderde), de betoging van de extreem-linkse actiegroep Nederland Bekent Kleur, de reacties uit moslimkringen.

Angst en polarisatie bestaan trouwens al veel langer in de Nederlandse samenleving. Wat dat betreft raad ik je aan mijn boek Het verraad van links te lezen. Daarin verwijs ik onder anderen naar schrijver Hafid Bouazza, die als scholier in Gorinchem al in de periode na 1980 de eerste imams van de Moslim Broederschap meemaakte. Er zijn meer signalen dat delen van de islamitische gemeenschap de Nederlandse samenleving al geruime tijd hartgrondig afwijzen. Dit fenomeen is al lang begonnen vóór 11 september en de opkomst van Pim Fortuyn.

De angst en de polarisatie hebben alles te maken met de gebrekkige integratie en het feit, dat een deel van de moslims problemen heeft met de vrijzinnige en seculiere Nederlandse samenleving. Lees daarover het bekende artikel Het multiculturele drama van PvdA-lid Paul Scheffer.

Als gevolg van de ideologie van het multiculturalisme was kritiek op de gebrekkige integratie van sommige groepen moslims enkele decennia vrijwel onmogelijk. De tegengeluiden, onder meer de gerechtvaardigde opmerkingen over het gedrag van Marokkaanse probleemjongeren, werden weggezet als racisme en discriminatie. De critici zijn bestempeld als hele of halve fascisten. Of ze lijden aan islamofobie, een modebegrip waarbij ook mensen met inhoudelijke en beargumenteerde kritiek op de islam monddood worden gemaakt.

Migratie en integratie zijn per definitie moeilijke processen. Door de problemen rond de integratie weg te stoppen en te ontkennen hebben de bestaande politieke partijen de angst en de polarisatie juist aangewakkerd. Pim Fortuyn, Geert Wilders en Rita Verdonk zijn creaties van de gevestigde politiek. Mensen hebben het gevoel dat hun problemen niet worden onderkend door de grote partijen. Ze hebben ook het idee dat bestaande verworvenheden (vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst - dus ook het recht om een godsdienst de rug toe te keren - , de rechten van vrouwen en homo's) niet meer veilig zijn bij partijen als CDA, PvdA en VVD, en evenmin bij linkse partijen als SP, GroenLinks en D66. Daar zit dus geen uitgekiende strategie van Wilders achter.

De media signaleren slechts wat er leeft. Dat is de voornaamste reden dat Wilders veel aandacht krijgt. De meeste kranten en omroepen keren zich echter fel tegen Wilders. Het is daarom onzin om te stellen dat Wilders het van de media moet hebben. Hooguit versterken de media - door hun eenzijdige opstelling ten gunste van de gevestigde politiek - de Wilders-aanhangers in het idee, dat hun visie op islam en integratie nergens wordt gehoord.

Veel critici van het bestaande beleid vinden Wilders overigens te radicaal en eenzijdig in zijn kritiek op de islam. Het is daarom niet verwonderlijk dat de aanhang van Wilders terugloopt sinds de opkomst van de in dit opzicht veel gematigder Rita Verdonk. Met name een groep vrijzinnige linkse kiezers voelt zich dakloos, niet verwant met Wilders en Verdonk. Als Wilders een echte mediastrategie had, zou hij zich veel meer op deze groep dakloze linkse kiezers richten. Het voorstel voor een verbod van de Koran (boeken verbieden doe je niet!) of het voorstel om met scherp op relschoppers te schieten, zijn bij deze kiezers heel slecht gevallen. Wel vinden de linkse critici dat Wilders het volste recht heeft om zijn film Fitna te maken en kritiek op de islam te leveren, zoals men in Nederland ook al tientallen jaren gewend is om kritisch om te gaan met het christendom.

Meer informatie over mijn opvattingen vind je op mijn website.

Met vriendelijke groet,

Carel Brendel,

auteur van Het verraad van links (Uitg. Aspekt)

De universiteit Leiden en het FARC: twee handen op één buik

Pamela_head_1

De universiteit Leiden en het FARC:
twee handen op één buik


Dat de ontsporing van mokkeltjes als Tanja Nijmeijer mede in de hand is gewerkt door de progressieve geitenbreiers van het Nederlandse onderwijs, die generaties leerlingen hebben volgepompt met Marxistiese rimram, bevrijdingstheologie en intense haat jegens het kapitalisme, dat is een ding dat zeker is. Maar de Leidse universiteit maakt het nog veel
bonter: die heeft in het verleden actief meegewerkt aan het ronselen van aspirantleden voor de doodseskaders van het FARC. Voor het geval u het nog niet wist.

In 2000 werden de Leidse studenten in het gebouw van de faculteit Taal en Cultuur van Latijns America(TCLA) getrakteerd op een studiedag over Colombia, georganiseerd door de studievereniging Interlatina. Gastsprekers waren tweevertegenwoordigers van het FARC, genaamd Sebastian Linares en Carolina Garcia. Sebastian stak een gloedvolle speech af, waarin hij bezwoer dat het FARC een vredelievende charitatieve instelling is die zich met hart en ziel inzet voor het lot van de uitgebuite Colombiaanse boeren. Na afloop kreeg hij van de van destudievereniging, onder luid applaus, een Edammer kaas mee als souvenir. (Zie voor een ooggetuigeverslag deze link.)

Een aantal dingen vraag ik mij af. Ten eerste: hoe komt de studievereniging Interlatina aan zulke uitmuntende diplomatieke betrekkingen met de doodseskaders van het FARC? Zelfs Sarkozy slaagt er niet in rechtstreeks contact op te nemen met die halsafsnijders, en moet over de vrijlating van Ingrid Betancourt onderhandelen via hun sponsor Hugo Chavez (die zoals u misschien weet miljoenen aan Venezolaans belastinggeld naar de Colombiaanse junglecommando’s heeft overgemaakt). Maar bij de studievereniging Interlatina lopen ze blijkbaar met het telefoonnummer van het FARC hoofdkwartier op zak. Hoe zit dat?

Ten tweede: zijn Sebastian en Carolina op uitnodiging van de studievereniging Interlatina naar Nederland overgevlogen? Hoeveel heeft de studievereniging Interlatina hen betaald voor hun optreden? Heeft de universiteit ook de reis- en verblijfskosten van die twee moordenaars op zich genomen?

Overigens verbaast het me dat het FARC argeloos op zo’n uitnodiging ingaat en twee internationaal gezochte terroristen op het vliegtuig naar Nederland zet. Dat lijkt me voor een junglecommando een uitermate riskante exercitie. Voor hetzelfde geld praat er bij Interlatina iemand zijn mond voorbij, zodat Sebastian en Carolina door Interpol in hun kladden gegrepen worden zodra ze voet op Nederlandse bodem hebben gezet. Maar daar was het
FARC blijkbaar helemaal niet bang voor. (“Maak je geen zorgen kameraad; dat zit wel snor. Op de studievereniging Interlatina kun je blind vertrouwen. Die zijn honderd procent solidair met onze strijd.”)

Zouden Sebastian en Carolina op hun Europese tournee trouwens nog meer Nederlandse universiteiten hebben bezocht? Het zou me niks verbazen. Als je toch zo’n riskante trip
maakt, dan moet je van de gelegenheid gebruik maken om zoveel mogelijk zieltjes te winnen, lijkt mij. Ik verwed er mijn kop onder dat het niet bij die ene lezing is gebleven. Er dwalen dan ook inmiddels diverse Nederlandse filantropen met een machinegeweer door
de Colombiaanse jungle, zo is onlangs gebleken. Tanja is niet de enige.

En tenslotte: organiseert de Leidseuniversiteit wel vaker dit soort wervingsacties? En wat vindt de rector magnificus van dit alles? Of wist die er niks van? Dan moet ie misschien eens een hartig woordje gaan spreken met het bestuur van de studievereniging Interlatina. Dadelijk nodigen ze Abimael Guzman nog uit, om een lezing te houden over het zegenrijke werk van het Sendero Luminoso. Of de public relations afdeling van Al Qaida. Ze zijn ergek genoeg voor.

Pamela Hemelrijk

Lopende zaken (5)

Australie


Lopende zaken (5)

Kevin Rudd wil Iran aanklagen

De in november 2007 aangetreden Australische premier Kevin Rudd blijft trouw aan zijn voor de verkiezingen gedane belofte Iran aan te klagen bij het Internationale Grechtshof wegens het aanzetten tot genocide en het ontkennen van de Holocaust. Dagblad The Australian publiceerde op 14 mei een artikel waarin vermeld wordt dat de regering Rudd een aanklacht in voorbereiding heeft en daarmee is Australie het eerste land dat stappen onderneemt tegen de racistische uitlatingen van Ahmadinejad.

In een commentaar onder de titel Nobele actie gedoemd tot mislukken zegt The Australian-columnist en Azie-specialist Greg Sheridan mijns inziens zeer terecht dat de motie weing kans van slagen heeft - alleen al China zal Iran verdedigen, laat staan de overige landen van de 'Internationale gemeenschap' - , maar dat het desondanks beter is dan niets doen. Het aanklagen van Iran geeft internationaal een duidelijk signaal dat dergelijke uitlatingen absoluut onaanvaardbaar zijn en alleen daarom is het al een goede zet. Ik vind het dan ook uitermate vreemd dat de Liberals van oppositieleider Brendan Nelson Rudd aanvallen op de onhaalbaarheid van zijn actie en op de daaropvolgende gevaren voor de diplomatieke positie van Australië - dit alles volgens mij puur uit strategische motieven. Waarom Rudd niet gewoon steunen en als een land achter deze actie gaan staan?

Rudd geeft een signaal en onderstreept tevens de steun van Australië aan Israel, een niet onbelangrijk feit in deze tijd waarin anti-Israel gevoelens met de dag nog altijd lijken te groeien. Voor de goede orde: iedereen heeft het recht kritiek uit te oefenen op Israel, maar gezien de morbide methodes van de tegenpartij, nog los van de weerzinwekkende ideologie die achter dit alles steekt - is de balans wat betreft de internationale kritiek al lang ver te zoeken. Greg Sheridan ondertreept tevens dat er alles aan gedaan moet worden om Iran ervan te weerhouden kernwapens te ontwikkelen. Algemeen wordt aangenomen dat het bewind van Ahmadinejad nog 18 maanden nodig heeft tot het zover is.

Het artikel verscheen op dezelfde dag waarop het Australische opinieweblog On Line Opinion een artikel publiceerde van de hand van Anthony Loewenstein en Michael Shaik. Anthony Loewenstein is een representant van de Australische versie van Een ander Joods geluid en Michael Shaik - wiens afkomst mij verder onbekend is - is van Australians for Peace and Justice in Palestine. Loewenstein is al langer een bekende naam, Schaik kwam ik vandaag voor het eerst tegen.

Het is prima dat Loewenstein zijn visie kenbaar maakt, maar wat me evenals bij Een ander Joods geluid stoort is zijn volledige blindheid voor de perfide methodes van de tegenpartij en de macabere idelogie die daarachter schuilt. Nooit een kwaad woord, Israel is de schuld van alles.

Ik heb er verder eigenlijk niet al te veel over te zeggen. Ik vind het Israelisch-Palestijnse probleem een uitermate gecompliceerd vraagstuk waar ik me veel meer in zou willen verdiepen. Lees alle stukken zou ik zo zeggen en bepaal je eigen mening. Maar in een tijd waarin - gematigd geformuleerde - anti-Israel (en daarmee niet zelden anti-Joodse) gevoelens bon ton lijken te worden (ik baseer me op alledaagse reacties die ik zoal om me heen hoor) is de eeuwige eenzijdige benadering uitermate dubieus. Ik ben uitermate cynisch tegenover alles wat naar politiek zweemt en ik ben me er terdege van bewust dat alle acties een mate van opportunisme in zich dragen, al is het altijd de vraag hoe de balans opportunisme-integriteit uitvalt. Maar het is goed te zien dat principes het soms nog kunnen winnen van politieke en economische belangen. Het is daarom prima dat Rudd in deze ambiance een tegengeluid laat horen, al is de actie tot mislukken gedoemd.

Kees Bakhuyzen

Christelijke nederigheid?

Kruisridders_4


Christelijke nederigheid?

Ik ben er zelf een tijdje een geweest, nou ja, op papier dan want toen de dominee (of een van zijn schaapjes dat weet ik niet meer zo precies) mij belde met de vraag of ik nog bij zijn kerk ingeschreven wilde blijven, heb ik vriendelijk bedankt, me er lichtelijk over verbazend dat de kerk mijn woonadres had achterhaald. Ik had ze nooit een adreswijziging gestuurd; voorzover ik wist, was ik van geen enkele club lid. Zo'n telefoontje was al bijna te opdringerig naar mijn smaak maar goed eentje moet kunnen. Dat was nog wel grappig.

Een christen kan ik mezelf dus niet noemen, maar ik weet verduveld goed wanneer iets gepast is of niet. Ongezouten kritiek leveren kan voor de betrokkene onaangenaam zijn maar is op zijn tijd wel zeker gepast. Nee, ik heb geen talent voor religie. Reeds op de lagere school, een tamelijk strenge Groen van Prinsterer (met uitzondering van de jonge juffrouw Van G.), plaatste ik de verhalen over Jonas in de walvis, de Ark van Noah, Jezus die op het water liep, en al die andere surrealistische verhalen samen met de sprookjes van Grimm in dezelfde categorie. Mijn genre is het niet. Ik was immuun voor al deze ongeloofwaardige flauwekul die mij niet in vervoering bracht zoals later wel de Grote Literatuur. Hoe symbolisch ze ook bedoeld waren en hoe keihard de onderwijzers ook hun best deden, de fabels en legendes kregen geen vat op mij, maar ik kan niet zeggen dat ik er last van had, sterker nog ik ben blij dat ik de meeste bijbelverhalen ken, en christenen hebben me, behalve dat ene telefoontje dat ik ze al lang vergeven heb, met rust gelaten. En zo hoort het natuurlijk ook.

Toch wel tot mijn ontsteltenis is daar de laatste jaren verandering in gekomen. Sinds er een ongezond islamdebat in Nederland gevoerd wordt, laten christenen, althans een onevenredig groot deel van hen, vaker en steeds luider van zich horen. Daar is niets op tegen maar het valt me ineens op hoe griezelig ook gematigde christenen kunnen denken en argumenteren. Kon dat in Nederland, nog niet eens zo lang geleden, geen kwaad meer, nu ben ik daar niet zo zeker van.

Een voorbeeld. In het weekblad Opinio van 25 april - 1 mei jl. staat het artikel 'Nederigheid, ook jegens moslims' dat geschreven is door drie vooraanstaande CDA'ers, Jeroen Alting von Geusau, Paul van Geest en Rob Goring. Wat beweert dit christelijke trio? Een tweetal zaken, maar ik licht er een uit die ik het meest onlogisch vind. Het gaat hier immers niet meer om de categorie fabels die je langs je af kunt laten glijden maar om maatschappelijke adviezen waar zij, politici, zich voor inzetten.

De drie CDA'ers beweren dat "de geschiedenis leert dat het christelijk-sociale denken als opmaat tot het democratische bewustzijn bij christenen een langdurig proces was." Of dit waar is, laat ik in het midden, daar gaat het me niet om (historici kunnen zich hier desgewenst over buigen) maar wel om het volgende, ze vervolgen namelijk met "Men kan dus niet verwachten dat moslims in het Westen zich direct de democratische waarden eigen maken."

Dit is onbegrijpelijk. Omdat christenen er in het verleden lang over (zouden) hebben gedaan een democratisch bewustzijn te bereiken, moeten we moslims anno nu in Nederland ook de tijd geven?! Vijf minuten? Eén generatie? Twee generaties? Drie, ....? Deze ongeloofwaardig stelling had ik niet van geïntegreerde christenzielen verwacht, maar ik ben vooral diep, diep teleurgesteld in mijn christelijke medemens die met deze logica aangeeft dat ze, om een andere religie van kritiek te vrijwaren, bereid is de westerse beschaving een tijdje opzij te zetten. Want daar komt het wel op neer. (Ik vraag me trouwens af, maar dit geheel terzijde, of dit barmhartige tijdloze uitstel alleen geldt voor gelovigen, lees moslims, of dat ook andere groepen immigranten die evenmin gewend zijn in een democratie te leven er gebruik van mogen maken.)

Komt er een speciale gedoogtijd voor moslims die zich de democratische waarden nog niet eigen hebben gemaakt? Laten we moslims nog even doorgaan met het discrimineren binnen de eigen groep maar ook daarbuiten en bij het uitzoeken van een huwelijkspartner? Nogal wat gematigde en fundamentalistische moslims streven ernaar zoveel mogelijk regels van de sharia, de islamitische wet, hier in te voeren. Laten we ze lekker streven en helpen we ze er een handje bij terwijl het bewezen is dat die rare sharia op nogal wat essentiele punten in strijd is met de seculiere democratie? Staan we toe dat religieuze kleding wederom gedragen wordt op plaatsen waar we besloten hadden dat dat niet zo'n goed idee is; nonnen voor de klas accepteren we niet meer maar ingepakte moslimjuffrouwen zijn welkom? Voeren we beetje bij beetje de seksescheiding in omdat mannelijke moslims het niet kunnen verdragen en daarom niet toestaan dat meisjes en jongens samen zwemmen? Knijpen we bij eerwraak een oogje toe omdat je zo'n vader, broer, neef, of ander mannelijk moslimlid hier niet direct op kan aanspreken? Te pijnlijk? Laten we het na om een comité voor geloofsafvalligheid te steunen omdat dat onderwerp nog zo gevoelig ligt? Omdat moslimzielen tijd nodig hebben om grapjes of spotprenten over Allah en de profeet te kunnen waarderen, scherpen we, om te voorkomen dat er toch 'ongelukjes' plaatsvinden, de wet op de godslastering aan? Want moslims hebben recht op volledige vrijheid van godsdienst en een moslimziel onnodig grieven in zijn heilige en dierbare geloof valt daar niet onder. Is dat de christelijke nederigheid jegens moslims die deze CDA-politici voorstaan?

Maar wacht eens, aan het eind van het artikel lees ik dat er wel respect voor de Nederlandse rechtsstaat en de joods-christelijke waarden en normen wordt verwacht. Hoe valt dat te rijmen met de oproep moslims tijd te gunnen om zich de democratische waarden eigen te maken omdat ze recht hebben op volledige vrijheid van hun godsdienst? Dat is toch in flagrante tegenspraak met elkaar? Moet ik aannemen dat deze drie CDA-christenen niet weten dat we al sinds enkele jaren aan den lijve ondervinden wat de gevolgen van dit 'nederige christelijke' denken zijn? Dagelijks vinden de in de vorige alinea genoemde praktijken - waardoor ik even niet meer zo trots ben op de invulling van onze democratie - immers al plaats. En niet alleen of zozeer door de eerste generatie moslims maar juist de tweede en de derde generaties kiezen er steeds openlijker en agressiever voor geen extra tijd nodig te hebben, als wel oneindige uitstel en een eigen gedoogbeleid. Ik vertel toch niets nieuws? Maar dat de drie christenen openlijk pleiten om dit normaal te vinden en met onzinnige excuses komen (de kruistochten worden er weer eens bij gehaald om de nazaten van de daders een schuld aan te praten ten aanzien van de nazaten van de slachtoffers van een historisch feit van eeuwen geleden) om nog meer tijd uit te trekken voor dit aanpassingsproces dat toch echt zal moeten plaatsvinden wil het hier geen zooitje worden, is ronduit een kwalijke zaak. Het is een aanval op onze beschaving want wat zal daar na al dat nederig wachten nog van over blijven of voor in de plaats zijn gekomen?

Het voorstel van het christelijke trio getuigt niet van nederigheid jegens moslims - dat maken ze mij niet wijs - maar van neerbuigendheid. Behandelen christenen op deze manier de nieuwkomers als volwaardige burgers? Doen ze daarmee de democratische moslims (mensen als mijn Egyptische snackbarhouder, Nahed Selim, en al die anderen, en vergeet de meisje niet die gedwongen worden zich te bedekken) een plezier? Dacht het niet. Ze laten hen juist doormodderen met hun beschavingsfobie en ze vallen de moslims die daar geen last van hebben openlijk af. Terwijl de oplossing zo eenvoudig is: vriendelijk en duidelijk blijven uitleggen en herhalen hoe onze democratische wetten en regels werken en dat die voor ons allen (pluriforme burgers) gelden. Dit kunnen we prima af zonder het woord religie te laten vallen. Of is dat soms te veel moeite voor deze christenen, die daarom de gemakkelijke weg kiezen en een uitzondering bepleiten voor een veeleisende groep moslims?

Jarenlang heb je niet eens in de gaten dat ze bestaan en plakt niemand een ander een etiket op waarop staat christen, atheïst, jood of wat dan ook - het zijn bij wijze van spreken je vrienden - maar nu een grote groep veeleisende moslims zich hier gevestigd heeft, is er iets in de nederige christenzielen wakker geworden, hun meedogenloze talent voor religie zullen we maar zeggen en nu liften deze christenen schaamteloos met Allah en diens profeet mee. Alsof ze niet beter weten. Op deze manier is er weinig reden trots op het christendom te zijn.

Christenen staan niet bekend om hun ruimte voor gedoogbeleid: tippelzones en coffeeshops moeten weg of sluiten, koopzondagen zijn een schending van de zondagsrust. Toch moet het CDA met dit voorstel voordeel kunnen behalen. Als gedoogbeleid als motivatie dan afvalt dan blijft er nog maar één reden over en dat is het streven van het CDA naar meer ruimte voor religie. En ja, dat is onze gemeenschappelijke ruimte. De boodschap van de drie CDA-politici is helder, als het aan hen ligt moeten we met z'n allen aan meer religie wennen.

Straks komt de tijd terug dat ik me niet eens meer bij een kerk kan laten uitschrijven. Gelukkig heb ik dat ooit al gedaan .

Annelies van der Veer

Reacties Christelijke nederigheid?

Een man van gewicht

Oude_stoet1

Een man van gewicht

Wat wil hij nu eigenlijk zeggen, de gelauwerde essayist Abram de Swaan, in NRC Handelsblad van afgelopen zaterdag [26.4.2008]? Opkomst van internet versterkt de culturele revolte tegen het dictaat van de goede smaak, staat er boven het enorme artikel. De omslachtige kop zou me moeten waarschuwen, maar nee. Gezagsgetrouw veer ik op. Die De Swaan is een man van gewicht, kwesties van smaak interesseren mij zeer, historische veranderingen evenzo: dàt gaan we lezen.

En ach, wat valt dat dan toch tegen. Iedereen is z'n eigen kunstenaar geworden, jaja, maar toch niet echt - het mondiale wordt lokaal gerealiseerd, wat u zegt - de traditionele smaakmakende gemeente verliest invloed, is 't heus? - in de overvloed zijn de signalen zelf ruis geworden, foei! - "maar geleidelijk ontstaat in dat wereldwijde web een structuur van menselijke relaties, verankerd in de structuren van de lokale samenlevingsverbanden"... hè wat??

Gefopt. De Swaan wentelt op gewichtige toon gewichtige kwesties heen en weer, op het randje van begrijpelijkheid: precies daar waar de lezer het liefste gekieteld wordt. Hij is zo overtuigd van het belang van zijn woorden dat de wereld hem wel móet geloven; maar als je zijn betoog wilt samenvatten sta je met lege handen. Niet voor het eerst. Wanneer leer ik het toch eens?

Ileen Montijn