Hoop vinden voor de mannen binnen islam

Wafasultan_3

In de zomer van 1977 ontmoette ik via Ahmad een gyneacoloog. Toen deze arts hoorde dat ik een vierdejaars student medicijnen was, vroeg hij of ik een paar uur per dag voor hem zou willen werken in zijn kliniek in een drukke, traditionele wijk. Ik nam het aanbod met beide handen aan en begon direct. In zijn kliniek werd ik geconfronteerd met al die dingen die verborgen waren geweest achter de gesloten ramen en deuren van Ahmads huis en buurt. Mijn werk in deze kliniek beperkte zich meestal tot het vaststellen van zwangerschappen en het bevestigen van de maagdelijke status van jonge meisjes. De meeste meisjes waren ongehuwd en kwamen met hun moeders of grootmoeders die zich ervan wilden verzekeren dat hun dochter of kleindochter maagd was, en sommigen kwamen ook om erachter te komen of ze zwanger waren. De taak van de dokter was de baby’s van de zwangere meisjes te aborteren en het oplappen van diegenen die hun maagdelijkheid hadden verloren.

De patiënten en hun begeleiders kwamen het kantoor binnen, verborgen onder hun gewaad zodat alleen hun handen zichtbaar waren. Niemand wilde het risico lopen herkend te worden. In de praktijkruimte, waar de vrouw en haar dochter of kleindochter met de dokter spraken, was het verhaal altijd hetzelfde: “Dokter, mijn dochter is heel hard gevallen toen ze klein was en als kind bloedde ze, en we zijn naar u toegekomen om ons ervan te verzekeren dat ze nog steeds maagd is, want ze staat op het punt te gaan trouwen.”

Als de dokter nadat hij het jonge meisje had onderzocht uitlegde dat ze niet alleen haar maagdelijkheid had verloren, maar dat ze ook zwanger was, begonnen de vrouwen te huilen en smeekten ze de dokter om hen te helpen hun probleem op te lossen.

Na een aantal vragen gaf de jonge vrouw in de meeste gevallen toe dat ze gedurende vele jaren – vaak sinds haar kindertijd - sexueel was misbruikt door haar vader, haar broer, een oom of een ander mannelijk familielid. Vaak was het meisje in kwestie pas begonnen te menstrueren, en niet lang na haar eerste menstruatie was ze zwanger geraakt. Je zou denken dat de houding van de dokter tegenover een jonge vrouw in nood zoals in dit geval er een zou zijn van zorg en medeleven. Maar in die zieke maatschappij kon de verstandhouding tussen man en vrouw alleen onderdrukkend en uitbuitend zijn, zelfs de verstandhouding tussen een mannelijke arts en zijn vrouwelijke patiënten. Vaak profiteerde de dokter van de pijnlijke situatie door een gigantisch bedrag te vragen ter vergoeding. De twee vrouwen kwamen de volgende dag terug met het geld, dat ze wellicht hadden verkregen door hun juwelen te verkopen. Terwijl ik dit smerige drama zich voor mijn ogen zag afwikkelen, was ik net zo geschokt door de houding van de dokter als door het misbruik zelf – sexueel en op andere manieren – dat deze vrouwen moesten ondergaan door toedoen van hun mannelijke familieleden.

Buiten de praktijk van de gyneacoloog was de situatie voor vrouwen niet veel beter en ik werd direct geconfronteerd met sommige gevallen van dit soort misbruik. De universiteit bevond zich buiten de stad en de reis van de campus naar het centrum was een van de moeilijkste trajecten die een vrouwelijke student moest maken, en dat minimaal twee keer per week om boodschappen te doen.

Deze reis, die per bus ongeveer en uur in beslag nam, had een wrede natuur. De route ging door veel wijken en slechts tien minuten nadat de bus de campus had verlaten stonden de passagiers al als sardientjes opeengepakt. Het aantal vrouwen in de bus was nooit meer dan een kwart van het totaal en de meesten onder hen waren studenten. Hun bewegingen deden denken aan een muis die probeert te ontkomen aan een kwaardaardige kat. Zodra een man daartoe de gelegenheid kreeg, drukte hij zich tegen een vrouw aan en prikte hij met zijn penis als een ijzeren staaf in haar rug. Je kon gilletjes horen uit protest, maar het trieste van de zaak was dat de inwoners van de stad de vrouwelijke studenten als prostituees beschouwden, zo was het gewoon.

Eenmaal uit de bus en op straat was de situatie niet veel beter. De minachting die men ten opzichte van ons liet zien ging onafgebroken door. Voor een vrouw was het zenuwslopend en uitputtend om je wanneer dan ook in de openbare ruimte te bevinden. Vrijdag was echter de moeilijkste dag van allemaal en we probeerden helemaal niet naar buiten te gaan. De bussen en straten waren vol met mannen die op weg waren naar de moskee. Degenen onder hen die het geluk hadden zich tegen een jonge vrouw te kunnen aandrukken - al was het maar voor enkele ogenblikken - had genoeg tijd om in zijn broek klaar te komen zodat hij met een beter bevredigd gemoed in de moskee kon aankomen en voor zijn god kon verschijnen.

WafasultanOp vrijdag had ik gewoonlijk lunch met Ahmad en Huda en hun familie en ik zou de rest van de dag met hen binnenshuis doorbrengen. Vaak raakte ik in heftige discussie verzeild over de achterlijkheid van de plaatselijke bevolking. Huda hield zich meestal kalm, maar Ahmad sleepte er het ene na het andere Koranvers en de ene na de andere uitspraak van de Profeet bij om de waarheid van zijn overtuiging aan te tonen, terwijl hij de moraal aanviel van een vrouw die, zoals ik, ver van haar familie woonde. Ik vertikte het echter om in te dammen en sindsdien heb ik geleerd mijzelf onverzettelijk en standvastig te blijven verdedigen. In die tijd ontdekte ik ook hoe onbeschaamd de mannen in onze maatschappij waren, terwijl je ze tegelijkertijd makkelijk kon verslaan.

Samen met Ahmad en zijn familie bezocht ik een aantal trouwpartijen in de stad. Meer dan een blije gelegenheid, gaven ze mij een extra mogelijkheid om deze tot op het merg verziekte samenleving verder te onderzoeken. Bij een trouwpartij splitsten de aanwezigen zich op in twee groepen, met de vrouwen in een kamer en de mannen in een andere. Elke groep vierde het feest op zijn of haar eigen manier. Vrouwen droegen de meest prachtige kleding en opmerkelijke versierselen naar deze trouwpartijen. Hun kleding was echter niet het enige dat shockeerde. Terwijl ze gewoonlijk terughoudend waren, werden de vrouwen nu handtastelijk. Nog nooit in mijn leven had ik zoiets gezien. Vrouwen gingen naar elkaar toe en raakten elkaar op onnatuurlijke wijze aan, knepen elkaar in de billen of borsten, of legden een hand tussen de dijen. Geen van hen leek verrast door dit gedrag, noch was er iemand die ertegen protesteerde. Tegen het eind van de feestelijkheden kwam het bericht dat de bruidegom op weg was om zijn bruid op te halen. Zodra ze dit hoorden, pakten de vrouwen hun gewaden zo snel mogelijk op en binnen de kortste keren hadden ze zichzelf getransformeerd in voorwerpen die nog het meest weg hadden van de vuilnisbakken die je langs de snelweg tegenkwam, de een niet te onderscheiden van de ander. Van schoonheden zo mooi als Scheherazade waren ze veranderd in iets lelijks dat deed denken aan een menselijke afvalbak, door een zieke maatschappij aangezet om hun lichaam te bedekken omdat hen verteld was dat ze mannen in verleiding zouden brengen.

Wafa Sultan


Vertaling: Kees Bakhuyzen, Hoeiboei.

Wafa Sultan: A God who Hates.
St Martin’s Press, New York.
(fragment uit hoofdstuk 3)

8 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Complimenten voor deze zeer goed leesbare vertaling die naar mijn idee geen enkele afbreuk doet aan de oorspronkelijke toon en gevoelens van het origineel. Het symbool bij uitstek van deze door en door verrotte hypocriete islamitische culturen is natuurlijk de hoofddoek, want dat symbool staat meer dan ook voor het feit dat de vrouw, ALLEEN de vrouw, de verantwoordelijkheid heeft voor de seksuele zelfbegeersing van de man. Tegelijkertijd wordt de man ook gedegradeerd tot een roofdier dat geen zelfbeheersing kent. Naast dat de hoofdoek een machtssymbool is voor de man die de vrouw dit ding oplegt, is het een symbool van islamisering en aanvaarding van islamitische kijk op zeden en gewoonten. Hoe verrot die is, getuigt het artikel van Wafa Sultan.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Laat ik hier even aandacht vragen voor het volgende:

    Het radioprogramma Du Grain à moudre op France Culture besteed wederom serieuze aandacht aan islamkritiek, onder de veelbelovende titel: Existe-t-il des « idiots utiles » de l’islamisme ? met o.a. Mohamed Sifaoui en Djemila Benhabib.

    website met leestips: http://sites.radiofrance.fr/chaines/france-culture2/emissions/grain/fiche.php?diffusion_id=82084

    Jammer dat in Nederland iedereen zich zo blind staart op de angelsaksische media, terwijl in andere talen het debat ook volop gevoerd wordt. Maar dat zal wel aan de kwaliteit van het Franse taalonderwijs in Nederland liggen. Aan de strip van Sifaoui is wel enige aandacht besteed, maar de naam van Benhabib valt in de Nederlandse media en blogosfeer bijna niet. Zonde, want dankzij de laïcité kan het debat in Frankrijk een stuk minder emotioneel gevoerd worden dan in Nederland.

    podcast (slechts enkele dagen beschikbaar, daarna is de stream op de site er nog): http://media.radiofrance-podcast.net/podcast09/10076-01.03.2010-ITEMA_20217873-0.mp3

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Sorry, verkeerde podcast gelinkt. Dit is de goede:

    http://media.radiofrance-podcast.net/podcast09/10175-01.03.2010-ITEMA_20196182-0.mp3

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Het lijkt me een zeer goed idee dat zulke boeken volledig en vlot na verschijnen vertaald worden opdat steeds meer mensen de kans krijgen zich ter dege te oriënteren voorbij vigerende nieuwspraak.

    Welke politieke partij maakt budget vrij voor deze emanciperende taak?

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Het is een gruwelijk verhaal. En gruwelijke verhalen zijn soms tóch waar.
    Ik weet niet wanneer het makkelijker leesbaar is: in de veronderstelling dat het alleen maar verzonnen gruwelverhalen zijn, of aannemend dat dit realiteit is. Je moet er maar zin in hebben.
    Syrië 1977. En hoe staat het er nu voor in dat land? En in andere Arabische landen? En hoe is het gesteld met uit deze en dergelijke landen afkomstige islamitische minderheden in West-Europa?
    De modieuze uitdrukking "dat wil je niet weten" schiet me te binnen.
    De enthousiastelingen voor de hoofddoek alhier zouden dit soort feiten toch eens op zich in moeten laten werken. Maar dat doen ze uiteraard liever niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Wafa Sultan is een zeer moedige vrouw!

    BeantwoordenVerwijderen