Vakantie
HoeiBoei is met vakantie.Rond 13 mei 2008 zijn we er weer.
Onafhankelijk en onbaatzuchtig;
voor uw dagelijkse portie geestelijk verzet.
Hoei Boei, de enige site met zowel Gerard Reve
als Harry Potter aan haar zijde.
Nog even over Hitchcock want ik zag net zijn avondvullende film The man who knew too much uit 1955. Daarin vindt een voorval plaats (of wordt een statement gemaakt) waarvan ik me met de beste wil van de wereld niet kan voorstellen dat een filmmaker het anno nu durft te herhalen. De oude tijden liggen al heel ver achter ons...
Een Amerikaans stel (James Stewart en Doris Day) en hun achtjarige zoontje maken een rondreis door Marokko. Casablanca hebben ze al achter de rug en ze reizen nu per bus naar Marrakesh, hun laatste vakantiebestemming voordat ze naar Amerika terugvliegen.
“Oh,” zegt de moeder, de knappe, goedgekapte blonde Doris Day laconiek, “het was toch maar een ongelukje? Mijn zoon deed het toch niet expres?!”
'Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.'
Wat betekent 'discriminatie'? De van Dale (1984) geeft als eerste betekenis: 'verwerpende onderscheiding, achterstelling, negatieve beoordeling en behandeling van iets of iemand op grond van niet ter zake doende kenmerken.' (cursief van RM) Dit is de klassieke definitie.
Hierdoor wordt meteen duidelijk dat we personen van een ander ras (huidskleur) inderdaad niet mogen discrimineren. Die huidskleur doet niet ter zake. 'Ras' moet erbij staan ook wegens het verleden. Joden werden door de Duitse nationaal-socialisten op grond van ras, van genetische herkomst, vermoord en zwarten werden achtergesteld in de VS en elders.
Maar waarom staan godsdienst, levensovertuiging en politieke gezindheid erbij? De onderdelen van die categorieën kunnen veel relevante verschillen vertonen. Nationaal-socialisme en communisme zijn behalve politieke gezindheden ook levensovertuigingen. Mogen we die moordzuchtige, op de aarde gerichte heilsleren ook niet discrimineren in de zin van verwerpen? Maar neo-nazi's worden voortdurend veroordeeld en iedereen, ik ook als ze werkelijk neo-nazi zijn, is het daarmee eens.
'Discriminatie' heeft geleidelijk aan een tweede, ruimere betekenis gekregen. Wanneer je je verzet tegen de islam, krijg je te horen dat je een godsdienst niet mag discrimineren, ook al heb je relevante, ongunstige kenmerken van die godsdienst genoemd. Dit hangt samen met het multiculturele idee dat alle godsdiensten evenwaardig zijn, een waanidee maar met grote invloed en gevolgen.
Als het om discriminatie gaat, is een baan al of niet krijgen belangrijk. Mag de werkgever een sollicitant dan niet discrimineren? Mag de Wiardi Beckman Stichting van de PvdA niet tegen een sollicitant zeggen: 'u bent niet links genoeg om voor ons te kunnen werken'? Natuurlijk wel, want of die links genoeg is, is relevant voor het werk dat hij/zij te verrichten krijgt.
Het blijft vreemd dat in artikel 1 naast ras ook politieke gezindheid, godsdienst en levensovertuiging vermeld worden. Nu zou men terug kunnen grijpen op de overwegingen die indertijd tot de tekst van dat artikel geleid hebben, maar dat heeft geen zin omdat het duidelijk is dat veel mensen, onder wie Fortuyn, het opvatten als het verbod om relevante verschillen te bekritiseren. En dat is heel begrijpelijk, want de tekst geeft er ruimschoots aanleiding toe. Wat de opstellers er ook mee bedoeld hebben, ze hebben iets dubbelzinnigs op papier gezet.
Pim Fortuyn had deels gelijk, want in de praktijk wordt het artikel misbruikt, een misbruik echter waartoe de tekst aanleiding geeft. De tweede zin ervan zou moeten luiden dat discriminatie op grond van ras of geslacht niet is toegestaan. Punt uit.
Maar Fortuyn vergat om te zeggen dat discriminatie op grond van ras verboden moet blijven. Dit gaf politicus Thom de Graaf van D66 de kans om Anne Frank van stal te halen en tegen hem aan te voeren, hoewel hij kon weten dat Fortuyn zich nooit voor rassendiscriminatie had uitgelaten. Ik besprak dit al in Vermoord en verbannen. Na analyse van dit merkwaardige artikel 1 ben ik van mening dat het niet onbegrijpelijk is dat De Graaf dit deed, maar het blijft fout.
Artikel 1 werkt ook de door mij eerder besproken leugen van Ed van Thijn en anderen in de hand dat kritiek op een niet aan ras gebonden religie als de islam racisme is.
Ook hier weer het gelijk opgaan van ras met godsdienst en levensovertuiging. Dit artikel deugt niet omdat het discriminatie en belediging van groepen wegens godsdienst of levensovertuiging strafbaar stelt, waarbij die groepen zelf kunnen bepalen wat voor hen beledigend is.
Volgens deze wet zou de protestantse premier J.P. Balkenende, indien aangeklaagd, per se veroordeeld moeten worden tot de volle maat, een gevangenisstraf van zes maanden, want onlangs zei hij dat 'je' - dat was vroeger 'men', het is algemeen - zonder geloof niet kunt functioneren. Dit was een dodelijke belediging van alle niet-gelovigen: die zijn volgens de Balk allemaal knoeiers. Maar zulke domme overtuigingen moeten uitgedragen kunnen worden, en bestreden.
Zo zou ook elke kritiek op het communisme, fascisme of het islamisme gesmoord kunnen worden. Rechtzinnige moslims vinden elke kritiek, ook de geringste, op de islam of de Profeet per definitie beledigend. Nu zullen rechters aanklachten van fascisten of neo-nazi's natuurlijk nooit honoreren. Gelukkig geven ze klagers van andere groepen tot nu toe ook niet vaak gelijk als de vrijheid van meningsuiting in het geding is. Een bekende uitzondering is dat Hans Janmaat van de Centrum-democraten tweemaal werd veroordeeld, voor de uitspraak dat Nederland vol is en die over het willen afschaffen van de multiculturele samenleving, wat politieke, te bediscussiëren uitspraken zijn.
Maar artikel 137 van het WvS is dus voor een deel even verwerpelijk als een deel van artikel 1 van de Grondwet. Rechters zouden daarmee de vrijheid van meningsuiting, ook in de Grondwet staande, de kop in kunnen drukken. Daarmee hebben zij te veel macht. Dat is een idiote, gevaarlijke situatie, die door artikel 1 van de Grondwet mogelijk is gemaakt.
René Marres
Nog een laatste tip: Voor wie ooit naar Sydney gaat, vergeet niet een bezoek te brengen aan de twee Italiaanse broers van Gelatomassimo in Newtown. Echt, lekkerder ijs vind je nergens!
Kees Bakhuyzen
Begin dit jaar kocht ik, vrij impulsief, bij de Groothandel een dikke dvd-box, gevuld met een stuk of acht films van de beroemde filmmaker Alfred Hitchcock. Ooit zag ik als puber op televisie de film The Birds (naar een verhaal van Daphne Du Maurier) en die film maakte toen dusdanig veel indruk dat ik daarna nooit meer op dezelfde manier naar vogels heb kunnen kijken. Heel schijterig, maar kraaien en meeuwen, ze moeten liever niet te dichtbij komen. En dat doen ze natuurlijk juist wél. In tochtige stationshallen en op perrons scheren niet alleen vliegende grijze ratten maar ook kraaien dikwijls griezelig laag over mijn schouder om vervolgens vlak voor mijn voeten neer te strijken. Daar blijven de pestkoppen zo lang mogelijk zitten, mij zijdelings met hun kraaloogjes in de gaten houdend. Pas op het allerlaatste moment vliegen ze op waarbij ze dan dat nare, krassende geluid uitstoten dat mij aan The Birds herinnert: ká! ká! Waarschijnlijk 'controleren' ze me alleen maar, net als honden dat bij hun baas doen en die baas denkt op zijn beurt dat dat liefde is, maar erg dol ben ik niet op ze. (Wat ik wel weer grappig vind zijn die kleine vogeltjes die op zomerse dagen langs dijken laag over de grond vliegen en een vrolijk spelletje krijgertje met mij, fietser, lijken te spelen.)
Ik kocht die doos omdat ik benieuwd was of ik me nu, zo'n dertig jaar later, opnieuw zou laten bedotten en in welke mate, en of ik me überhaupt nog iets van de film herinnerde. (Eén scène, die waarin de hoofdrolspeelster Nathalie Kay “Tippi” Hedren door krijsende meeuwen wordt belaagd, staat in mijn geheugen gegrift. Ze vlucht een telefooncel binnen waar ze zich eventjes veilig waant maar de vogels blijven haar aanvallen en pikken met hun harde snavels tegen het glas waardoor zich een barst in het glazen hokje vormt!), en ook omdat de dvd-box helemaal niet duur was. Mochten die andere films tegenvallen, zo redeneerde ik, dan had ik in ieder geval The Birds weer eens gezien.
Tijdens mijn opleiding aan de School voor de Journalistiek in Utrecht mocht ik mijn eerste stage lopen bij Het Vrije Volk in Amsterdam. Dat beschouwde ik als een hele eer. Het Vrije Volk, in de naoorlogse jaren kortstondig de grootste krant van Nederland, gold als een uitstekende leerschool voor het journalistieke ambacht.
De eerste weken werkte ik in ploegendienst op de bureauredactie. Bij het toenmalige Vrije Volk mocht je pas de straat op als je in staat was vakkundig nieuwsberichten te schrijven of redigeren. Kom daar maar eens om bij de huidige opleidingen voor journalist!
Na vier weken mocht ik verhuizen naar de stadsredactie, waar de vakbekwame en milde chef Dirk Lammers mij overal op afstuurde. Ik herinner me nog dat ik per streekbus op pad ging naar het dorp Nederhorst-den-Berg om te berichten over een wethouderscrisis. “Denk er wel om,” zo drukte Lammers me op het hart, “dat je ook de mening van het PvdA-raadslid in je verhaal opneemt.”
Het Vrije Volk was gevestigd aan het Hekelveld in een imposant gebouw dat bekend stond als ‘de Rode Burcht’. Dit paradepaardje van het Nederlandse socialisme was - zo wist iedereen - tot stand gekomen dankzij ‘de dubbeltjes en kwartjes van de arbeiders’. Het was dan ook een grote schok toen de directie van De Arbeiderspers in 1969 besloot om de noodlijdende Amsterdamse hoofdvestiging te sluiten en zich terug te trekken op Rotterdam en Arnhem, waar de krant toen nog een relatief sterke positie innam. Als verlegen stagiaire van buitenaf besefte ik toen niet echt wat deze verhuizing teweegbracht bij de veteranen van deze krant.
In 1972 rukten de slopers op naar het Hekelveld. In De val van de rode burcht vertellen Gerard Mulder, Hugo Arlman en Ursula den Tex dat sommige oud-VrijeVolkers jaren lang met een grote boog om het Hekelveld liepen. Anderen daarentegen volgden met een bijna morbide fascinatie de sloop van het rode bolwerk op de voet.
Tot zo ver de mythische dubbeltjes en kwartjes, die in de toenmalige sociaal-democratie de maatstaf waren. Veertig jaar later denken socialisten niet meer in kleingeld, maar in uurtarieven van 187,50. Voor dat bedrag althans is de PvdA’er Dig Istha aangetrokken als spindoctor om het afgebladderde imago van de PvdA-ministers Jacqueline Cramer en Ella Vogelaar (‘de boerka moet kunnen’) te repareren.
Het is niet de eerste keer dat PvdA’ers de overheid gebruiken als een soort linkse zelfbedieningsswinkel. Eerder werd bekend dat de politieke netwerkers Lennart Booij en Erik van Bruggen (beiden PvdA) 750.000 mochten ontvangen uit de begroting van minister Bert Koenders (PvdA) van Ontwikkelingssamenwerking. Voor dat geld organiseerden zij op het voormalige eiland Schokland een politieke propagandabijeenkomst om de zogeheten millenniumdoelen onder de aandacht van het volk te brengen.
PvdA-lid Eveline Herfkens bereikte haar eigen millenniumdoelen. Als functionaris bij de Verenigde Naties in New York ontving zij tegen de regels in een toeslag van meer dan 200.000 euro. Om claustrofobische gevoelens in een klein optrekje te voorkomen kreeg ze bovenop haar maandsalaris van 18.000 dollar een bedrag van 7.000 euro dollar per maand als vergoeding van de woonlasten. Herfkens was niet bekend met de regels, een uitvlucht waar de modale snelheidsovertreder of belastingfraudeur niet zo eenvoudig mee wegkomt.
Minister Guusje ter Horst (PvdA, Binnenlandse Zaken) kende de regels ook al niet, toen zij als burgemeester van Nijmegen haar dienstauto gebruikte voor privé-doeleinden en nevenfuncties. In dit geval is het gemeentebestuur van Nijmegen zo vrijgevig om de fiscale naheffing van 65.000 euro voor zijn rekening te nemen.
Partijleider Wouter Bos laat op zijn beurt de kosten van een proces tegen het roddelblad Weekend (20.000 euro) betalen door het ministerie van Financiën. De SP-Kamerleden, die zich mantelpakjes en riante hotelkamers laten aanleunen uit de begroting van de Tweede Kamer, zijn met dat alles vergeleken klein bier.
Ik herinner me nog de tijd dat linkse bladen als Vrij Nederland hele kolommen vulden met verhalen over corrupte KVP-figuren onder de Moerdijk in het algemeen en uit Limburg in het bijzonder. In dat geval kwamen de zelfverrijking en de vriendjespolitiek voort uit de arrogantie van de macht, uit het feit dat deze partij decennia lang zonder sterke oppositie de dienst kon uitmaken in de voormalige generaliteitsgebieden.
Inmiddels weten we dat bijna geen enkele partij immuun is voor de arrogantie van de macht – overal waar een partij langdurig aan de touwtjes trekt, zoals bij de PvdA in de grote steden, kan het fenomeen toeslaan. In landen met een tweepartijenstelsel kan een gezonde machtswisseling op zijn tijd nooit kwaad.
Bij de PvdA speelt, vermoed ik, nog wat anders mee. Men beschouwt zichzelf als mensen die goed werk doen voor het volk, en juist daarom vindt men bepaalde zaken geoorloofd. Men is immers hard bezig voor de goede zaak. Wie gaat er dan zeuren over bonnetjes, zei de Rotterdamse burgemeester Bram Peper toen hij in opspraak kwam door slordig declaratiegedrag.
Heeft u ook voorbeelden van Jip-en-Janneke-verslaggeving/berichten/foto's gehoord/gezien op radio of televisie? Stuur deze, met bronvermelding, dan naar hoeiboei.web-log.nl. Gebruik het mailformulier (linksboven)
De voorlaatste R.E.M.-cd Around the sun (2004) werd door critici vrijwel unaniem beschouwd als de zwakste van hun 13 albums en ook het publiek liet het afweten. Een verkoop van 2 miljoen is een nooit te realiseren droom voor nagenoeg elke band, maar het maakte Around de sun de slechts verkochte R.E.M. plaat en het was ver verwijderd van de 15 miljoen van een in commercieel en artistiek opzicht zo geslaagd album als Automatic for the people (1993). Ik vond Around the sun eerlijk gezegd zo slecht nog niet, maar een bepaalde gezapigheid leek toch binnengeslopen in de muziek van R.E.M. en een alternatief leek ver weg. Voorganger Reveal (2001) was prima plaat, maar omdat R.E.M. op die cd vooral hun eigen geluid uit de hoogtijdagen herhaalde, zij het van een iets mindere kwaliteit, is ook deze cd inmiddels in de vergetelheid geraakt.
Ik weet niet of de drie overgebleven groepsleden - Michael Stipe, Peter Buck en Mike Mills - zich veel hebben aangetrokken van alle kritiek. Misschien hadden ze gewoon zin weer eens een goede plaat te maken die alle twijfels omtrent hun relevantie in een klap weg zou nemen. Maakt niet uit wat, Accelerate is prachtig en doet qua sfeer opvallend genoeg vaak denken aan de eerste R.E.M. platen uit de jaren '80. Kort (ruim 34 minuten) en de gezapigheid van de heren-op-leeftijd heeft plaatsgemaakt voor de energie van een net beginnende punkband. De eerste negen nummers zijn zonder onderbreking goed, met het derde nummer Supernatural Superserious als hoogtepunt. Luister naar het in al zijn simpelheid prachtige en directe gitaargeluid van Peter Buck, met dank aan de nieuwe, jonge producer Jacknife Lee. Na de successen uit de vroege jaren '90 kwam R.E.M. in '95 met Monster en de groep heeft sindsdien niet meer zo'n fel rockgeluid geproduceerd als op deze nieuwe cd. Maar waar Monster naast een aantal goede nummers soms ook wat geforceerd klonk, daar is Accelerate in alle opzichten geslaagd. Alleen de laatste twee nummers klinken als een demo uit hun begintijd, maar ik denk dat zelfs dat met opzet gedaan is. En als we de Britse albumcharts als graadmeter nemen is naast de critici ook het publiek weer helemaal in de ban van R.E.M., want de cd kwam van niets op nummer 1 binnen.
Kees Bakhuyzen
Heeft u ook voorbeelden van Jip-en-Janneke-verslaggeving/berichten/foto's gehoord/gezien op radio of televisie? Stuur deze, met bronvermelding, dan naar hoeiboei.web-log.nl. Gebruik het mailformulier (linksboven)
- heb uw naaste lief als uzelve (niet een christelijke vondst, zoals menigeen denkt, maar al te vinden in Vayikra/Levitucus, 19:18);
- wees barmharig voor je vijanden en goed voor degenen die van jou afhankelijk zijn: je bedienden, je kinderen, de armen, vreemdelingen, dieren (dit staat in de tora en wordt nauwkeurig uitgewerkt in de Talmoed en in de daarop volgende rabbijnse commentaren (ook dit is dus een van oorsprong typisch joodse gedachte);
- wees actief betrokken bij je medemensen en je omgeving. Beoefen tsedaka. Tsedaka is dan niet zonder meer 'liefdadigheid', het geven van aalmoezen, zoals het vaak wordt opgevat, maar eerder zoiets als verdelende rechtvaardigheid. In onze tijd is tsedaka misschien bij uitstek te vertalen met 'zorg voor het milieu' of met 'hulp aan andere mensen en andere volkeren in moeilijke omstandigheden';
- pleeg geen incest en ander geweld binnen het familieverband of daarbuiten tegen zwakkeren (het zou prettig zijn als ook deze van oorsprong joodse norm wat algemener werd toegepast).
- handel je verplichtingen, vooral die jegens anderen, snel en correct af ('Zo niet nu, wanneer dan?' is de bij uitstek joodse zegswijze, stammend uit talmoedische tijden). Uitstel, voor je uit schuiven, je schulden en overige verplichtingen, zowel de materiële als de niet-materiële, niet tijdig inlossen geldt als 'on-joods';
- roddel niet, laster niet en klets niet over anderen achter hun rug ('Eeuwige, behoed mijn tong voor kwaadspreken en mijn lippen voor het zeggen van leugens' vormt een onderdeel van de Amida, het dagelijks gebed);
- wees geen platvloers mens, maar vooral ook geen zwever en verkoper van vrijblijvende mooie praatjes. Wees 'als een boom bij het water': stevig geworteld en toch met een rijke kruin, staat in de Mishna;
- maak een het goed bedoelend mens niet ten overstaan van anderen in het openbaar te schande. Zorg dat je medemensen, ook als zij hebben gefaald of iets verkeerd doen, zo min mogelijk hun gezicht verliezen;
- als je een zieke bezoekt, een begrafenis bjiwoont of rouwenden na een sterfgeval bezoekt, een begrafenis bijwoont of rouwenden na een sterfgeval opzoekt (Dit behoort tot de mitswot, de vele religieuze opdrachten), begin dan niet over je eigen problemen, je eigen ziekten, kwalen of verdriet. Wacht bij voorkeur tot de ander begint te spreken en reageer op wat die wil zeggen;
- geniet volop van het goede van het aardse leven, leef liever niet als een asceet (dat leidt maar tot negatieve explosies), maar wees wel beheerst in je dierlijke aandriften;
- respecteer het leven; het is het kostbaarste bezit.
(De tekst is met toestemming van de Erven Burnier geplaatst.)
Een gevaar dat de ziel in wil - Andreas Burnier
(pag. 457-460)
Essays, brieven en interviews 1965-2002
510 pagina's
Samenstelling Ineke van Mourik en Chris Rutenfrans
Uitgeverij Augustus
Amsterdam - Antwerpen
Wat bezielt een Nederlandse vrouw, een beetje een vrouw zoals Agnes in de boeken van Peter van Straaten, om op een islamitische basisschool in Amsterdam-West les te gaan geven? Fenny Brinkman deed het zes jaar, uit idealistische overwegingen, om de moslims te helpen integreren in Nederland.
De eerste vijf jaar werkt Brinkman op een dependance waar overwegend vrouwen werken, en hoewel ze zich elke ochtend op school moet omkleden: zwarte rok aan en dito hoofddoek op, gelooft ze in haar werk. De kinderen zijn lief, ze heeft aardige collega's en dat ze geen lippenstift mag dragen vindt ze geen enkel probleem.
Als in haar zesde lesjaar het mannelijke schoolbestuur de gang van zaken op school direct gaat controleren, realiseert zij zich langzamerhand dat zij in een uiterst intolerante omgeving is terecht gekomen. Een bevriende collega merkt op een gegeven moment op "Ze willen geen integratie, het is enkel eenrichtingsverkeer".
Bijna alles wat met Nederland te maken heeft, wordt op school als haram (zondig) ervaren: Sinterklaas bijvoorbeeld maar ook een door leerlingen geknutselde bloem is haram want het schoolbestuur ziet er een christelijk symbool in. Het is misschien wel leuk te weten dat applaudisseren haram is, i.p.v. in de handen te klappen mogen moslims Allah o akbar (Allah is groot) roepen, als blijk van waardering. (Deze kreet hoorde je ook in het stemlokaal in Nederland waar Irakeze moslims destijds konden stemmen.) Als Brinkman zich een keer, bij gebrek aan een vrije stoel, op een bijzettafeltje vlijt, ontstaat er grote commotie. Ze moet eraf: 'Jij niet zitten daar, is koran liggen", blaft de conciërge Mehmet overstuur. Brinkman is op het tafeltje gaan zitten waar de koran normaliter ligt. Dit is een doodzonde, alleen je bovenlichaam mag met de heilige schrift in aanraking komen, alles onder de navel is haram.
Ze realiseert zich dat ze alleen maar op een islamitische school mag lesgeven omdat er niet genoeg moslimleerkrachten zijn en niet omdat zij zo'n bekwame juf is. Ze wordt getolereerd maar nooit geaccepteerd. De moeders van de kindertjes zijn vaak bekeerlingen, die, gehuld in burka's, hun kinderen naar school brengen. Het is grappig te lezen hoe Brinkman de macho mannen van deze vrouwen beschrijft. De bekeerde moeders geven ook extra koranlessen aan de kinderen. Na de eerste bijles komt een jongetje blij aan juf Fenny vertellen dat hij in de hemel komt.
Brinkman slikt veel, onbegrijpelijk veel, omdat ze wil blijven geloven in de multiculturele samenleving en gelukkig kan zij na een schooldag weer de normale wereld in waar ze in een kroeg haar somberte even kan vergeten en met een collega kan lachen om alle doorstane ellende en vernederingen. Het totale gebrek aan humor op school breekt haar op. Als Brinkman hoort dat een collega gedwongen is de jodenvervolging te ontkennen, wordt voor haar een kritische grens overschreden. Zij heeft het idee dat ze een verkeerde zaak dient en dat verdomt ze nog langer.
Brinkman weigert te accepteren dat alle moslims zo extreem in de leer zijn. Ze heeft haar geloof in onze multiculturele samenleving nog niet verloren maar de hoop iets te kunnen veranderen, meer begrip bij het schoolbestuur voor de Nederlandse opvattingen te kweken, heeft ze niet meer. Ze besluit daarom te solliciteren op een zwarte school. Af en toe komt ze nog ex-collega's tegen en die vertellen haar dat de situatie op school precies hetzelfde is gebleven, hetgeen haar niets verbaast.
In het nawoord schrijft Fenny Brinkman:
"Ik schreef al maanden aan mijn boek toen Theo van Gogh opeens vermoord werd. Deze gebeurtenis sterkte mij in de overtuiging dat ik mijn verhaal moest vertellen. Nog steeds sluiten nietsvermoedende stadsdelen gentlemen's agreements met islamitische schoolbesturen. Ik begrijp dit absoluut niet. Een groot gevaar ligt op de loer. Een aantal moslims wil niets liever dan onze westerse maatschappij omverwerpen en Nederland in een islamitische staat veranderen."
Annelies van der Veer
De holocaust
Deze middag is het voor de leerlingen in de bovenbouw tijd voor geschiedenisles en daar wordt de Tweede Wereldoorlog behandeld. Mijn collega Henk, een goedaardige, ervaren leerkracht, vertelt de jongens over deze periode. De meisjes zitten in een andere klas, aangezien de kinderen vanaf de midden- en bovenbouw gescheiden les krijgen. Henk vertelt over de jodenvervolging, de uitroeiing van homofielen en zigeuners en de concentratiekampen. Hij waarschuwt voor het volgen van waanzinnigen, zoals bijvoorbeeld Adolf Hitler. Vervolgens praat hij over de gevaren van racisme.Uit: Haram
(uit het dagelijks leven op een islamitische school)
Fenny Brinkman
Uitgeverij Balans,
2005
De Britse schrijver Martin Amis heeft zich de laatste jaren manifest gemengd in het islamdebat. Veertien stukken van na 11 september - om precies te zijn gepubliceerd tussen 18 september 2001 en 11 september 2007 en gepubliceerd in o.a. The Times, The Guardian en The New Yorker - zijn nu verschenen onder de titel The Second Plane. Uitermate boeiend materiaal, maar zoals zo vaak ontkom je niet aan de vraag in hoeverre het de schrijver lukt het spreken voor eigen parochie te overstijgen.
'Het was de komst van het tweede vliegtuig, laag scherend over het Vrijheidsbeeld: dat was het bepalende moment. Tot dat moment dacht Amerika dat het getuige was van niets ernstigers dan het ergste vliegtuigongeluk uit de geschiedenis van de luchtvaart; nu kreeg ze een idee van de ongekende hevigheid die zich tegen haar aftekende.' - 'The Second Plane', The Guardian, 18 september 2001.
Naast o.a. Christopher Hitchens en Nick Cohen heeft de schrijver Martin Amis zich de afgelopen jaren steeds meer geprofileerd als de grootste Britse criticaster van zowel islamitisch extremisme als de deels naïeve, deels berekenende reactie op de groei van de islamitische invloedssfeer vanuit mate name de linkerzijde van het politieke spectrum. Amis' scherpe kritiek heeft hem de nodige verwijten van 'islamofobie' opgeleverd, een feit dat valt te betreuren maar dat bepaald geen verbazing wekt in de sfeer die zich de afgelopen jaren nog wat heeft verhard binnen het islam-debat. Het is tevens kenmerkend voor wat inmiddels steeds vaker wordt aangeduid met de 'loopgravenoorlog' dat Amis wordt verweten dat de door hem gehanteerde scheidslijn tussen 'extreme' en 'gematigde' Islam vrijwel onzichtbaar is. Ook hier geldt: uitermate treurig, zeker gezien het antwoord van Amis op zijn critici: Als die scheidslijn zo dun is, dan is het aan de 'gematigde' moslims hun ware gezicht te laten zien door uit hun eeuwige slachtofferrol te stappen en het in naam van hun geloof geuite geweld unaniem en met sterke bewoordingen af te keuren. Gebeurt dat niet, dan staat hij in zijn gelijk. - Ik formuleer het hier in mijn eigen woorden, maar dit is waar het op neer komt. Een confronterende maar in mijn ogen tevens rechtvaardige eis.
De 14 stukken in The Second Plane zijn zeer divers van aard. Van het titelessay, gepubliceerd op 18 september 2001, tot lange stukken die het woord 'essay' meer verdienen dan de kortere opiniestukken. Daartussendoor 'On the move with Tony Blair', een journalistiek portret van enkele dagen uit het leven van de toenmalige Britse premier, en twee fictieve verhalen die verschenen in The New Yorker. In 'The last days of Muhammad Atta' betreedt Amis de gedachtenwereld van de leider van de terroristengroep en de bestuurder van het eerste vliegtuig dat het WTC binnenvloog. Een sterk verhaal, maar het wordt nog overtroffen door de morbide paranoia van 'In the palace of the End', waarin een van de dubbelgangers van de zoon van een niet nader genoemde dictator vertelt over de waanzin van zijn dagelijks leven. Zo zijn er de wonden die exact gelijk moeten zijn aan de wonden van de zoon, geen geringe eis gezien de vele aanslagen op zijn leven die hem enorm veel lichamelijk letsel opleveren. Het meest morbide wordt Amis als hij de martelpraktijken beschrijft, waarbij een slachtoffer vaak wordt gedwongen tot een 'bekentenis' als zijn vrouw of kinderen lichamelijk letsel wordt toegebracht: 'De zak bevatte enkele uitgehongerde beesten plus de driejarige dochter van de verdachte.'
Voor de polemiek gaat de aandacht uiteraard uit naar de opiniestukken. Amis is een bijzonder goede stilist, maar die gave kan ook tegen hem werken. Daarnaast wil hij soms te veel zeggen in weinig woorden, wat de duidelijkheid niet ten goede komt. Zo was voor mij zijn roman over Stalin. Koba the dread, bijna onleesbaar omdat Amis zich ondanks het goede materiaal en de verschrikkingen die hij beschrijft verliest in de wens zijn eigen stilistische gaven te overtreffen. De hier bijeengebrachte stukken dreigen soms ten onder te gaan aan hetzelfde euvel. Zo begint het laatste stuk - September 11, gepubliceerd in The Times op 11 september 2007 - met een weinig ter zake doende uiteenzetting over de Amerikaanse term 9/11 tegenover het Europese 11 september, voordat hij zich richt op een uitstekende uiteenzetting over de westerse onmacht adequaat te reageren op de waanzin van 11 september. Erg treffend is de passage die beschrijft hoe hij na enige jaren Zuid-Amerika terugkomt in Europa waar hij al snel bespeurt dat de zo beheerste 'middle ground' die hij voor zijn vertrek innam inmiddels zonder van identiteit te veranderen is verdrongen naar de politiek (uiterst) rechtse hoek:
Het is slechts een van de vele voorbeelden die The Second Plane tot een zeer interessant boek maken en ik moet zeggen dat de doorwrochte stijl van Amis het voordeel heeft dat het boek blijft boeien. Ik heb het zojuist voor de tweede keer gelezen en een derde lezing zal mij ongetwijfeld evenzeer boeien. Wat ik vooral sterk vind aan de stukken van Amis, is dat hij minder belichte aspecten binnen de discussie opnieuw ter sprake brengt. 'Ed was dol op de aandacht en het gevoel van eenheid,' zo schrijft hij in een bespreking van het boek An Islamist's Journey van de ex-islamist Ed Husain. Ook de grootheidswaanzin en het gevoel de geschiedenis naar je hand te kunnen zetten zijn elementen die Amis vaak aanhaalt als bepalender voor de extreme geest dan de ware religieuze passie en de zogenaamde woede omtrent het lot van de Palestijnen. Dat zijn slechts excuses om de ware aard van de extremisten te verhullen. 'Wat ze met elkaar gemeen hebben is dit: ze hebben allemaal een abnormale interesse in geweld en dood.' Kees Bakhuyzen
Hoogtepunt is zonder twijfel het lange essay 'Terreur en verveling: De afhankelijke geest.' - 'Tot voor kort werd beweerd dat we hier werden geconfronteerd met een 'burgeroorlog' binnen de Islam. Dat moest dit alles voorstellen: geen botsing der beschavingen of iets dergelijks, maar een burgeroorlog binnen de Islam. Goed, de burgeroorlog lijkt over te zijn. En het Islamisme heeft gewonnen. De gematigde Islam is bedrieglijk goed vertegenwoordigd op de opiniepagina en in het publieke debat, maar op andere plaatsen is het afwezig. We horen niets van de gematigde Islam terwijl het Islamisme - als aanstichter van wereldgebeurtenissen - min of meer alles is wat we zien.'
Juiste opmerkingen, maar ondanks de naam die Amis heeft als een van de vooraanstaande Britse schrijvers van de afgelopen decennia en ondanks het toe te juichen feit dat deze stukken zijn gepubliceerd in prestigieuze publicaties, blijft de twijfelachtige vraag hoe de stukken van Amis kunnen bijdragen aan het debat. Medestanders zullen The Second Plane toejuichen en worden van Amis voorzien van de nodige extra munitie voor de nooit aflatende discussies, maar ik vraag me af of de tegenstanders van Amis het zullen aandurven zijn stukken werkelijk onder de loep te nemen. Ik vrees eerlijk gezegd het ergste.
Kees Bakhuyzen
Martin Amis - The Second Plane
Jonathan Cape, London
Er is geen Nederlandse vertaling van The Second Plane verkrijgbaar. Alle bovenstaande citaten zijn door mij vertaald. Binnenkort op Hoeiboei een vertaling van een passage uit 'Terreur en verveling: De afhankelijke geest.'
'Jullie oppas,' riep ik.
Elly, geheel moederdier, was in één sprong bij het apparaat.
'Ja?'
'Wat is er?' riep Henk, uit de andere hoek.
Maar ze wuifde geruststellend met haar hand, luisterde nog even, liet toen de hoorn op haar borst zakken en zei: 'Ach, 't is niks. Keesje vraagt of God bestaat.'
'Noem dat maar niks,' zei mijn vrouw.
Henk haalde kribbig zijn schouders op. 'He, waarom komt hij daar nóú ineens mee,' riep hij.
'Nou, hij zit op het moment zijn hoopje te doen,' antwoordde zijn vrouw, 'en dan moet toch altijd de deur open blijven, omdat hij met je wil praten, in de kamer? Goed, dat doet hij nu met de oppas. En toen vroeg hij het ineens. Vandaar dat ze opbelt. Dat mens weet natuurljjk ook niet hoe wij dat zien...'
'Ja, hallo?' vroeg ik.
'U spreekt nog eens met de oppas. ' t Spijt me erg, maar .... Ziet u, ik heb het hem gezegd, maar nou wil hij weten of Sinterklaas dan wél bestaat.'
'Ogenblikje,' zei ik.
'Heb ik al lang uitgeroeid,' antwoordde hij.
't Was dan ook niet de oppas maar een knorrige abonnee, die door de bezorger was vergeten en nu wilde dat ik hem de krant bracht. Dat beloofde ik hem, kortheidshalve. Hopelijk hebben de kaboutertjes het even gedáán.
Laat de oorlog tussen religies maar woeden Oman. Directeur Mohammed Abdul Ali van Museumpark Oriëntalis is net terug van een financieringstrip naar Nederland. De oorlog tussen de godsdiensten woedt nu ook in het vroegere Koran Openluchtmuseum, maar dan in het klein. Het Koran Openluchtmuseum was decennialang een plichtmatige bestemming voor schoolreisjes van islamitische basisscholen. Na een rondleiding langs een Israëlisch dorp, de ezeltjes en het tentenkamp mochten de kinderen uitrazen in een roestig speeltuintje. De laatste jaren stopten er helaas steeds minder touringcars op de parkeerplaatsen van de zandvlakte van Heilig Landstichting. (...) Oriëntalis biedt educatie over drie belangrijke religies - jodendom, christendom en islam - zonder zelf partij te kiezen. "Dat is niet altijd even eenvoudig", erkent Mohammed Abdul Ali. (..) "Aanvankelijk had iedere godsdienst zijn eigen scherm, op volgorde van ouderdom. Het jodendom links, want dat is het oudst. In het midden het christendom en rechts de islam. Een hoogleraar antropologie vond dat niet verstandig, omdat de beste positie - de laatste - dan voorbehouden was aan de islam. We hebben toen besloten de films over de drie schermen te laten verspringen, zodat op het laatste scherm beelden van alle drie de godsdiensten voorbij komen." Mohammed Abdul Ali dacht een nette oplossing te hebben gevonden, totdat hij op een nieuw probleem werd gewezen. 'De christenfilm was net iets langer op het laatste scherm te zien dan die van de islam. Bezoekers hadden dat met hun stopwatch getimed en waren boos. Dat laat zien hoe gevoelig deze thematiek ligt." (...) Mohammed Abdul Ali kan de plannen om naast de moskee en de synagoge een kerkhuis te bouwen, nu gewoon doorzetten. De financiering daarvoor is voor de helft rond: dominee Ter Linden van de Westerkerk in Amsterdam wil 500.000 euro investeren. Uiteraard leverde dat weer de nodige ophef op. 'Om iedereen gerust te stellen: de dominee sponsort de bouw van het kerkhuis, maar dat wil niet zeggen dat hij dicteert wat er daarbinnen gebeurt. Hij betaalt, maar het museum bepaalt. Het wordt dus geen gebedsgebouw, maar een educatiecentrum waarbinnen we ook kritische vragen over de bijbel stellen. (..) De Saoedie Arabische multinational Arab Oil gaat bedrijfstrainingen doen in Oriëntalis. 'Op voordracht van een werknemer: een Saoedie-Arabische Duitser van vierentwintig jaar", zegt Mohammed Abdul Ali. (...) Inspiratie: Dagblad De Pers, 7.4.2008 | Laat de oorlog tussen religies maar woeden Nederland. Directeur Pieter-Matthijs Gijsbers van Museumpark Oriëntalis is net terug van een financieringstrip naar Oman. De oorlog tussen de godsdiensten woedt nu ook in het vroegere Bijbels Openluchtmuseum maar dan in het klein. Het Bijbels Openluchtmuseum was decennialang een plichtmatige bestemming voor schoolreisjes van christelijke basisscholen. Na een rondleiding langs een Israëlisch dorp, de ezeltjes en het tentenkamp mochten de kinderen uitrazen in een roestig speeltuintje. De laatste jaren stopten er helaas steeds minder touringcars op de parkeerplaatsen in de bossen van Heilig Landstichting. (...) Oriëntalis biedt educatie over drie belangrijke religies - jodendom, christendom en islam - zonder zelf partij te kiezen. "Dat is niet altijd even eenvoudig", erkent Gijsbers. (...) "Aanvankelijk had iedere godsdienst zijn eigen scherm, op volgorde van ouderdom. Het jodendom links, want dat is het oudst. In het midden het christendom en rechts de islam. Een hoogleraar antropologie vond dat niet verstandig, omdat de beste positie - het midden - dan voorbehouden was aan het christendom. We hebben toen besloten de films over de drie schermen te laten verspringen, zodat op het middelste scherm beelden van alle drie de godsdiensten voorbij komen." Gijsbers dacht een nette oplossing te hebben gevonden, totdat hij op een nieuw probleem werd gewezen. "De islamfilm was net iets langer op het laatste scherm te zien dan die van het christendom. Bezoekers hadden dat met hun stopwatch getimed en waren boos. Dat laat zien hoe gevoelig deze thematiek ligt." (...) Bron: Dagblad De Pers, 7.4.2008 |
Marketing neemt de wereld over, en marketing is taal. Woorden. Verhullend, verfraaiend, en soms - nee, vaak! - ergerlijk. Neem de spoorwegen (in marketingtaal: NS, zónder lidwoord). Zit je op het perron op de trein van 16.55 te wachten, komt er om 16.52 een stem uit de luidsprekers: Dames en heren, de intercity naar Amsterdam van 16.55 zal vertrekken over ongeveer tien minuten.
Hè? De trein is vertraagd, dat is al vervelend genoeg, maar de stem spreekt het woord 'vertraging' niet uit, en dat is om gek van te worden! Is het beleid, een ideetje van de marketeers? Er hangt ook een nieuwsoortig blauw bord boven het perron: Amsterdam, 16.55 Intercity + 10. Plus tien, alsof de trein een prijsje krijgt, een mooi cijfer. Twee minuten later wéér die stem, weer schijnheilig niet toegevend dat hier van een vertraging sprake is. Grrrgh! Godlof, om 17.06 zegt de stem: Dames en heren, de vertraagde intercity...vertrekt van spoor 2. Nu moesten ze het wel toegeven. Het is vreemd, maar dat geeft dan toch een kleine opluchting.
Waar zouden we zijn in deze bange dagen zonder Mohamed Rabbae? Als een soort Superman duikt deze GroenLinkser overal op. Een kleine, zeker niet volledige greep uit de bezigheden van het Kamerlid in ruste:
Rabbae roept tijdens een debatmiddag (11 maart 2007) Geert Wilders op naar Australië te verhuizen als het hem niet meer bevalt in Nederland. Tijdens een door Samen Tegen Racisme en Nederland Bekent Kleur georganiseerde avond (21 maart 2007) noemt hij Geert Wilders ‘een islamracist’. In een Amsterdamse moskee zit hij een bijeenkomst voor (10 september 2007) van een nepcomité van ex-moslims, dat is opgericht om het oorspronkelijke comité van Ehsan Jami in de wielen te rijden.
Rabbae tekent met andere ‘beroepsmoslims’ (3 januari 2008) een steunverklaring voor het initiatief Benoemen en Bouwen van Doekle Terpstra en zijn naïeve christenbroeders. Rabbae laat zich (27 januari 2008) kiezen tot voorzitter van een nieuwe koepelorganisatie, het Landelijk Beraad Marokkanen (LBM). Hij is spreker (22 maart 2008) tijdens de anti-Wilders-manifestatie van Nederland Bekent Kleur op de Dam in Amsterdam. Namens het LBM doet hij aangifte (31 maart 2008) tegen de film Fitna van Wilders. Hij houdt (6 april 2008) een pleidooi voor de oprichting van een moslimpartij, omdat het islamitische geluid te weinig aan bod zou zijn gekomen in het Fitna-debat.
Nog niet in het nieuws, maar zeer interessant is Rabbae’s volgende optreden. Tijdens het komende Marxisme Festival (12 april 2008) neemt hij deel aan een debat van Wilders-tegenstanders onder de titel ‘Tegen de politiek van de angst - voor de politiek van de hoop’
Uit België komt Nadia Fadil, academica en publiciste. Als iemand onder die vlag wordt aangekondigd, kun je er vergif op innemen dat het om een trotskist gaat. Inderdaad. Sociologe Fadil ondertekende in 2003 een steunverklaring voor Resist - een lijstverbinding van de extremistische Arabisch-Europese Liga (AEL) van Dyab Abou Jahjah met de Partij van de Arbeid (heel verwarrend, maar in dit geval de trotskistische partij van België) - bij de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen.
Net als Superman opereert Mohamed Rabbae onder verschillende identiteiten. Zoals Superman zich wel eens vermomt als de journalist Clark Kent, zo treedt Rabbae op namens diverse comités: Genoeg is Genoeg, Eén Land, Eén Samenleving, Landelijk Beraad Marokkanen. Er zit één gemeenschappelijke factor in alle optredens van Rabbae. Als hij zijn mond opendoet, zijn de trotskisten (Internationale Socialisten) altijd dicht in de buurt.
Desondanks wekt Rabbae overspannen verwachtingen bij zijn achterban. Als de juridische acties vervolgens op niets uitlopen, worden de arme moslims alleen maar gesterkt in de gedachte dat er in Nederland een hetze tegen hen wordt gevoerd. Samenvattend: Rabbae behandelt moslims als afhankelijke en gediscrimineerde zielenpoten in plaats van ze op te voeden tot volwassen en zelfbewuste burgers.
Niettemin is Rabbae bereid om een moslimpartij van politieke adviezen te voorzien. Rabbae ziet de nieuwe partij als ‘een soort islamitische CDA’. Gezien de politieke bezigheden van de GroenLinkse Superman denk ik dat hij heel andere bedoelingen heeft. In veel Europese landen proberen linkse extremisten en extreme islamisten namelijk tot een politieke samenwerking te komen.
Dat is geheel in de lijn van Chris Harman, de ideoloog van de Socialist Workers Party (SWP), de trotskistische moederpartij van de Internationale Socialisten. Hij schreef in 1994 The prophet and the proletariat. Hierin pleit hij in voorkomende gevallen voor een samenwerking met de moslimfundamentalisten onder het motto ‘Met de islamisten soms, met de staat nooit’. Deze samenwerking kreeg vorm bij massale demonstraties in de straten van Londen en Parijs. Paul Berman signaleert het monsterverbond tussen extreem-links en extreem-religieus in Wie is er bang voor Tariq Ramadan?, een knappe afrekening met de zogenaamd vooruitstrevende moslimgeleerde, die onder meer aan de Erasmus Universiteit Rotterdam doceert.
In Nederland en België probeerden de Internationale Socialisten moslims voor zich te winnen via een alliantie met de nationalistische en antisemitische AEL. De beweging Resist haalde echter maar een minimaal aantal stemmen bij de Belgische verkiezingen. In Nederland kwamen de twee clubs niet verder dan het stichten van relletjes rond het Mercatorplein in Amsterdam en een gezamenlijke herdenking van de terreursjeik en Hamas-oprichter Ahmed Yassin. Maar misschien is de tijd nu wel rijp voor een politieke partij, waarin zowel orthodoxe moslims als linkse extremisten zich thuis voelen.
Politiek adviseur Mohamed Rabbae beweert dat hij GroenLinks trouw zal blijven. Het helpen oprichten van een concurrerende partij lijkt me overigens niet een toonbeeld van trouw. Femke Halsema en de partijleiding zullen daarom snel moeten aangeven of zij de semi-trotskistische hoogvlieger Rabbae in hun gelederen blijven tolereren.
Dubieus is ook de positie van Kamerlid Tofik Dibi, politiek opgegroeid in de arbeidersvereniging HTIB, de Turkse tegenhanger van het Marokkaanse KMAN - twee linkse migrantenorganisaties die al vele jaren in een baan rond de Internationale Socialisten zweven. Tijdens het Fitna-debat probeerde Halsema Dibi tevergeefs van een interruptie tegen Wilders af te houden. Voelde ze aankomen dat Dibi een doorzichtig leuterpraatje zou afsteken over zijn steun aan jonge (heel toevallig trotskistische) demonstranten, op wie hij googelend achter zijn computer bij toeval was gestuit?
Dibi zit - zoals dat tegenwoordig heet - ‘vuistdiep’ in de Internationale Socialisten, anti-democraten die solidair zijn met Hamas en Hezbollah. De vraag blijft daarom: Wanneer roept Halsema haar fractiegenoot tot de orde?
Carel Brendel
Carel Brendel is auteur van Het verraad van links (Uitg. Aspekt)
Hoe komt dit? Het is de verdienste van het kabinet. De film Submission, Part 1 van Ayaan Hirsi Ali veroorzaakte nauwelijks een rimpeling in het buitenland. Op de Mohammedcartoons in een Deense krant werd aanvankelijk evenmin verhit gereageerd. Totdat een dozijn Deense imams afreisde naar het Midden-Oosten met meename van de spotprenten en een extra, niet gepubliceerde prent van Mohammed met een varkenskop. Toen waren de rapen gaar.
Wat heeft het kabinet nu gedacht? Uit welingelichte bron kan ik u, waarde lezer, meedelen dat het het gevaar dat de film in het buitenland onopgemerkt zou blijven, niet gering achtte. Vandaar dat Minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen, ondersteund door onze ferme VOC-premier Jan Peter Balkenende, in islamitische landen opgewonden is gaan melden dat er een belangrijke film zat aan te komen, waarvan de inhoud niet bekend was, maar die wel beledigend zou zijn en, kortom, vreselijk. Maar zij vertelden er ook iets bij: zij waren niet de maker, nee, zeker niet, zij hadden het scenario niet geschreven. 'Och meneer, gelooft u mij toch, ik was het niet die met de krijtjes gooide.' (Zouden schooljongens tegenwoordig nog zo praten?) Het was, didactisch gezien, een sterke cursus buigen en kruipen.
Elsevier reageerde zakelijker dan ik hierboven. Het publiceerde een overzichtsstuk met de kop 'Angst voor islam regeert' (8-3-08). Maar als dat het geval is, waarom heeft de regering dan de militaire missie in Afghanistan, tegen Al Qaida en gastheer de Taliban gericht, met twee jaar verlengd? Dit is dan onbegrijpelijk, want hierdoor wordt het risico op een grote aanslag, zoals in Madrid, aanzienlijk verhoogd. Door de aanslag aldaar nam een linkse regering het bewind over, die de Spaanse troepen uit Afghanistan meteen terugtrok. Voor slimme Al Qaida figuren zal dit besluit Nederland tot speciaal doelwit maken.
Hier is iets merkwaardigs aan de hand. Vele maanden geleden heeft Wilders gezegd dat moslims de helft uit de Koran zouden moeten scheuren om een behoorlijk boek over te houden. In de film wil hij het eveneens aan de moslims overlaten. Voor zover ik weet heeft hij in het openbaar nooit gezegd of geschreven dat hij zelf delen van de Koran zou willen verscheuren of verbranden. Waarom zou hij het dan in het overleg gezegd hebben?! Hij is consistent geweest.
Toch stonden er in kranten en weekbladen talrijke speculaties dat hij dit wel eens in de film zou kunnen doen. Ik verbaasde mij daarover. Minstens twee demagogische, leugenachtige stukken waarin zoiets staat, van hoogleraar islamologie P.S. van Koningsveld en CDA-partij-ideoloog A.C. Zijderveld, heb ik besproken en gecorrigeerd ('Islamkritiek uitbannen?'; 'Anton C. Zijderveld wil niet betalen'). Vermoedelijk hebben hooggeleerden en journalisten het idee afgeleid uit wat hij gezegd heeft, misschien vergeten zijnde wat hij echt gezegd had. Of hebben ze het opzettelijk ervan gemaakt? Moedwil of misverstand? Ook bij de aantekeningenmaker van het overleg? Deze aantekeningen zijn niet door Wilders geparafeerd. Het zijn geen vastgestelde en goedgekeurde notulen. Noch in de nota noch in het gespreksverslag wordt Wilders geciteerd. Ze hebben geen bewijskracht.René Marres
René Marres is de auteur van Vermoord en verbannen.Justitie, Nota, Vertrouwelijk, Aan: Minister van Justitie. Minister BZK, Datum 31 oktober 2007, Onderwerp Beoogde film Wilders. Aantekeningen gesprek MvJ, MBZK met de heer Wilders dd. 7 november 2007.