Vorige week vrijdag werd door de VPRO The shining (naar de gelijknamige pulproman van Stephen King) vertoond. Een film uit 1980 van Stanley Kubrick. Sinds Nicholson (1937) was opgevallen met zijn bijrol in de hippiefilm Easy Rider (Dennis Hopper/1969 – eerste Oscarnominatie) had Kubrick een oogje op hem als mogelijke hoofdrolspeler voor zijn Napoleon-film. Dat project is nooit van de grond gekomen, maar de twee zouden toch een keer samenwerken in het verhaal over een schrijver met een writer’s block die ingaat op het aanbod een winter lang te passen op een verlaten hotel, daar met zijn vrouw en zoontje zijn intrek neemt en langzaam finaal doordraait in zenuwslopende horrorscѐnes ( ‘Heeere ’s Johnny!’ ). Kort daarvoor had de VPRO al Easy Rider (1969 - Oscarnominatie) en Five Easy Pieces (Bob Rafelson/1970 – Oscarnominatie) uitgezonden. Afgelopen donderdag en vrijdag waren The postman Always Rings Twice (Bob Rafelson/1981) en About Schmidt (Alexander Payne/2002 – Oscarnominatie) aan de beurt. Dit alles in het teken van het retrospectief dat Eyefilm deze zomer aan Nicholson wijdt.
In juli en augustus viert EYE zijn laatste zomer in het Vondelpark in Amsterdam met een terugblik op Jack Nicholson. De afgelopen jaren was er in de zomermaanden aandacht voor Alain Delon, Gary Grant en Ingrid Bergman. Ruim dertig van de zeventig films waarin Nicholson heeft gespeeld, zijn te zien. Vijf films met Nicholson worden in een landelijke tour langs de filmtheaters vertoond: Easy rider, Five Easy Pieces, Professione: reporter, Chinatown en The shining. Eye verzorgt ook een aantal specials met lezingen, talkshows en vertoning van unieke fragmenten, met aandacht ook voor Nicholson als regisseur: Drive, he said (1980), Goin’South (Nicholsons absurde kijk op het westerngenre - 1978) en The two Jakes (die voortborduurt op zijn figuur van J.J.Gittes in Chinatown - 1990). Op tv-kanaal Holland Doc 24 zijn deze zomer documentaires te zien die aansluiten bij het Jack Nicholson- programma van EYE, zoals het portret Easy Riders, Raging Bulls (Kenneth Bowser- 2003) en Devil’s Bargain (2008),een documentaire over de wapenhandel (n.a.v. Professione: Reporter). Zie www.eyefilm.nl en www.hollanddoc.nl
Als schrijver en regisseur heeft Nicholson nooit succes gehad, als acteur des te meer. Alle door hem gecreëerde figuren hebben iets tegenstrijdigs, iets dubbelzinnigs. Ze zijn onweerstaanbaar charmant en hebben tegelijk iets heel onaangenaams, iets duivels. Ze zijn ontwapenend en tegelijk bedreigend. Door hun vriendelijke gulle lach schemert een demonische grijns en daarachter schuilt een koelbloedige woede-uitval of een explosie van razernij. Als acteur kan hij zich zijn figuren zo eigen maken, zo tot in hun ziel doordringen, dat je je geen ander in diezelfde rol kunt voorstellen. Alleen de vroeg gestorven Heath Ledger deed zijn Joker in Batman (Tim Burton/1989 – die met Ledger – The dark night - was van Christopher Nolan/ 2008) verbleken. Maar anderen bleef hij meestal de baas. In Hollywood, bij the Academy (drie Oscars en twaalf Oscarnominaties) en bij het grote publiek.
De personages waarmee Nicholson doorbrak waren tegendraadse figuren, egoïstische en anarchistische vrijheidstrijders, romantische vrouwenhaters. Ze zijn vaak ongrijpbaar en lijken overal mee weg te komen. Zoals ook Nicholson zelf. Loyaal en genereus, maar altijd met iets van reserve. Hij is meer dan een filmster. Hij is, zoals ook Humphrey Bogart en Marlon Brando, een icoon. Hors categorie. Na de cynisch raspende Bogart en de introvert lispelende rebel Brando kwam de sardonische anarchist Nicholson met zijn slepende, lijzige stem. Een fenomenaal karakteracteur. Met grijnzende kop, een gezicht dat altijd in beweging is, golvende wenkbrauwen, een boosaardige grijnslach, de tong spottend tegen de tanden, ogen die bijna uit hun kassen rollen, en dan plotseling een gezicht dat zich ontspant, vriendelijk lacht, of melancholisch in de verte staart. Een kwikzilveren clown die het systeem naar zijn hand zet, aardig gevonden wil worden, die amuseert, maar wel op zijn eigen voorwaarden. Nicholson werd het gezicht van de jaren zeventig met grensverleggende rollen (‘weird and wonderful’), met vijf Oscarnominaties in zes jaar, culminerend in de provocateur McMurphy in One flew over the Cuckoo’s nest (1975 – een Oscar dus). Voor onderzoek naar dit karakter verbleef hij twee weken in het Oregan State Hospital for the Insane waar de film werd opgenomen. Hij praatte met de patiënten en was aanwezig bij electroshock-sessies. Maar Nicholson verklaarde zelf, dat hij vooral speelde vanuit de gevoelswereld van een pathologische versierder die denkt dat hij ook de tirannieke hoofdzuster Nurse Ratched om zijn vinger kan winden en gefrustreerd en misdadig (hij probeert haar te wurgen) wordt als dat niet lukt. Het verhaal van McMurphy wortelt in de context van de zestiger en zeventiger jaren (gezien het hippiegehalte en het gekkenhuis als metafoor voor de repressieve staat), maar blijft ook nu nog altijd overeind als ode aan de vrijheid van denken.
Veel scѐnes met Nicholson zijn memorabel. Dat geldt al voor de kampvuurscѐne in Easy rider (1969 - de film waarmee hij doorbrak; daarvoor had hij in zo’n tien B-films gespeeld van Roger Corman) waarin Nicholson als de alcoholische advocaat George Hanson klapwiekend met zijn armen de rum begroet en oreert over Ufo’s en vrijheid. De bekendste scѐne uit In Five easy pieces is de zogenaamde chicken salad sandwichscѐne, waarin hij ruzie heeft met een serveerster over een bestelling die hij met een woedend armgebaar van tafel veegt. Wat deze sѐne onvergetelijk maakt is niet zozeer de uitbarsting maar de lange aanloop daartoe, waarin Nicholson vergeefs probeert zijn razernij te beteugelen en van verschillende ingrediënten voor de salade successievelijk afziet . Zo’n legendarische woede-uitval komt ook voor in The Witches of Eastwick (1987), wanneer Nicholson als duivel wordt verslagen door drie vrouwen. Ook in The shining (1980) en als Joker in Batman(1989) gaat Nicholson helemaal voluit. En in As good as it gets (1997). De beginscѐne van deze laatste film is opmerkelijk: weinig acteurs zijn in staat negers, homoseksuelen en politiemannen zwaar te beledigen en een hondje in een vuilnisschacht te dumpen zonder dat de bioscoopzaal leegloopt. Mc Murphy is misschien de meest geliefde rol van Nicholson en de meest geliefde scѐne in One flew is ongetwijfeld die waarin MacMurphy de World Series gaat ‘spelen’ op het moment dat de televisie van Nurse Ratched niet aan mag. Nicholson laat in deze scѐne formidabel zien, wat de kracht is van de verbeelding, het acteren, als ontsnapping aan het alledaagse. ‘Here ’s Johnny’ uit The Shining noemde ik al (Nicholson breekt als de psychopatische Jack Torrance met een bijl door de deur om zijn vrouw te kunnen vermoorden – het onvergetelijke beeld van het hoofd van Nicholson achter het gat in de deur – het retrospectief van EYE heet “Here ‘s Jack’). Maar indrukwekkender vind ik zijn eerste tekenen van psychopathie, wanneer hij zijn vrouw woedend terecht wijst: “When I am in here that means I am working! That means, don’t come in!” (Later komt zij erachter, dat het dikke manuscript bestaat uit één zin die alsmaar wordt herhaald – “All work and no play makes Jack a dull boy”, ook een prachtige scѐne; de beste momenten in de film zijn voor mij toch die (zonder Nicholson) waarin Kubrick de kleine Danny op zijn driewieler door die lege hotelgangen laat racen: het standpunt ligt bij Danny, het rollen van de wielen over het linoleum, dan weer over het zachte tapijt, en weer verder over het linoleum, - daar gaat iets heel erg dreigends vanuit). Geheel in tegenstelling tot zijn soms wat geëxalteerde rollen was zijn optreden in Professione: Reporter van Antonioni (1975). De Italiaanse regisseur zag acteurs vooral als een soort decorstukken. Waar Forman en Kubrick de acteur Nicholson volledig lieten gaan, vroeg Antonioni een veel ingetogener spel. Nicholson dacht op dat moment ook dat dat beter was. Hoge ogen op internet gooit de monoloog in A few good men(1992) van Nicholson als kolonel Jessup (“You can’t handle the truth”). Maar dit is ook een prachtige tekst, geschreven door Aaron Sirkin , die ook het script schreef van West wing en Social Network. Na de eeuwwisseling legde Nicholson zich, naar eigen zeggen, vooral toe op komedies. De bekendste is About Schmidt (2002), een zwarte komedie , waarin Nicholson als de gepensioneerde verzekeringsambtenaar Warren Schmidt al zijn behaagzucht heeft laten varen: enorme buik, bijna kaal hoofd, de grijns afgemeten, het kostuum grijs. Hij kreeg er een Oscarnominatie voor. De drie Oscars waren voor One flew over the cuckoo’s nest (1975), Terms of Endearment (1983) en As good as it gets (1997).
De film die ik nog niet heb besproken is Chinatown (1974). Een ijzersterke film noir, ook al heeft Roman Polanski hem in kleur gedraaid. Scriptschrijver Robert Towne heeft een historisch waterschandaal uit het Los Angelos van 1906 verplaatst naar 1937. Hoofdpersoon in de film is de privé-detective J.J. Gittes. Hij komt er stukje bij beetje achter hoe het schandaal in elkaar zit. En met hem het publiek. De film werd een enorm succes. Na enkele matige films oogstte Polanski – na Rosemary’s Baby in 1968 – voor de tweede maal roem. Robert Town vestigde met dit ingenieuze script zijn naam als schrijver. En Nicholson is de hele film op pad (één keer zien we hem thuis, maar hij wordt onmiddellijk gebeld) om zich een weg te banen door het labyrint van perversie en bedrog en de waarheid te achterhalen. Aan het slot heeft hij een mysterie ontsluierd maar de waarheid heeft niemand gered. De vrouw op wie hij verliefd werd (Faye Dunaway), is doodgeschoten. De grote schurk op wie hij een film lang heeft gejaagd, ontkomt, - met het meisje, de vrucht van diens perverse incest. Gittes – Nicholson blijft met lege handen achter. De chemie tussen Towne, Polanski en Nicholson levert vele onvergetelijke scѐnes op. In scѐne 23 wordt Gittes’ neus opengehaald, waardoor hij tot het midpoint met een groot pleisterverband rondloopt, en daarna met een duidelijk zichtbaar litteken. Hier wordt wel heel duidelijk gevisualiseerd, dat Gittes z’n neus steekt in zaken die hem niet aangaan en die hij niet aankan. Dat zijn aangezicht geschonden wordt door Polanski zelf in de rol van een gangster, lijkt meer op een hitchcockiaanse gril. In scѐne 48 slaat Nicholson letterlijk het vreselijke geheim uit Fay Dunaway: “She is my daughter, she is my sister.” (Jaren later zal overigens blijken dat Nicholsen in soortgelijke omstandigheden is opgegroeid). In de slotscѐne worden de overgetelijke woorden “Forget it Jake. It’s Chinatown” uitgesproken. Maar dat zijn geen woorden van Gittes. Ze zijn aan hem gericht. Chinatown is hij ontvlucht, want hij heeft er als politieman iets verschrikkelijks meegemaakt. Zijn pogingen eraan te ontkomen hebben hem er teruggebracht. De meest memorabele scѐne in Chinatown? Dan kies ik toch voor scѐne 13: Gittes komt net zijn kantoor binnen, vol van een schuine mop die hij zojuist bij de kapper heeft gehoord. Hij vertelt hem uitgebreid aan zijn medewerkers, die hem als maar op bedekte wijze proberen te waarschuwen voor het feit dat er een chique dame op hem zit te wachten. De mop duurt eindeloos en wordt door Nicholson prachtig gebracht, terwijl de chique dame, Faye Dunaway, al achter hem is verschenen. En dan toch nog even scѐne 31, waarin maar weer eens blijkt dat een subtiele grap altijd in drieën gaat: op het kadaster ontdekt Gittes, dat er recent veel land (bijna de hele vallei) is verkocht. De manier waarop Gittes een blad met namen uit het register scheurt en de opmaat daarnaar toe zijn meesterlijk.
Chinatown is een grandioos geconstrueerd en groots verfilmd plot over de onmacht van de eenling tegenover de niets en niemand ontziende corruptie van de machtigen: ” You gotta be rich to kill somebody, anybody, and get away with it… “, zegt Gittes al in de eerste scѐne. Chinatown draait nog op 29 en 30 juli in het Vondelpark. Maar Jack is er ook daarna nog , in al die andere films. Tot eind augustus.
Mooi stuk. Ik ben blij dat de ranzige details van Nicholson's priveleven erbuiten zijn gebleven.
BeantwoordenVerwijderenJack Nicholson is een acteur van wie iedereen wel moet houden.
BeantwoordenVerwijderenGisterenavond voor het eerst 'Chinatown' gezien. Vorig weekend 'The postman always rings twice'. Prachtige films. Gelukkig heb ik nog niet alle films waarin Jack speelt gezien!
(Ben na dit stuk wel nieuwsgierig geworden naar de Jokerrol van Heath Ledger in Batman.)
Ja, ik heb er wel een heleboel gezien. Ben een fan - maar vond niet automatisch alle films goed.
BeantwoordenVerwijderenWisten jullie dat hij in de jaren '60 ook een aantal keren in de tv-serie Dr. Kildare een rol speelde?
Nee waarschijnlijk - ik ben oud.