Onafhankelijk en onbaatzuchtig;
voor uw dagelijkse portie geestelijk verzet.
Hoei Boei, de enige site met zowel Gerard Reve
als Harry Potter aan haar zijde.
Ze stonden al te trappelen in de coulissen.
"Ze stonden al te trappelen in de coulissen: Pim Fortuyn, Ayaan Hirsi Ali, Volkert van der G., Geert Wilders en Mohammed B. Klaar om hun rol binnen de geschiedenis op te eisen."
'Bonjour Monsieur Gablééér.'
De haren nog nat van de douche antwoordde ik met zwaar Hollandse tongval. 'Bonjour Madame... Une baguette, une flute, deux pains au chocolat et un croissant. S'il vous plaît.'
Nazomer in Zuid-Frankrijk. Altijd vers brood in de ochtend. De mensen beleefd. Altijd een vriendelijke groet. 'Au revoir.' 'Bon journée.' In mij juichte iets. 'La vie est belle. Vives les vacances.'
Gewapend met brood en een fors blok ijs voor de koelbox wandelde ik terug over de camping, langs het
zwembad, het restaurant en om het open deel met de caravans en de TV-schotels van de op deze plek bij elkaar geklitte grijze golf. Zelfs hier was na een verzengend hete en vooral drukke zomer de sereniteit wederom neergedaald. De temperatuur was gedaald tot aangename waarden en de eekhoorns toonden zich opnieuw, hoewel nog immer op hun hoede, in de toppen van de bomen van het bos waarin wij onze tent hadden opgezet. Ik haastte me uit de weg voor de groep Belgische wielerliefhebbers die elke dag opnieuw op weg waren naar weer een andere top van de nabijgelegen Alpes-Maritimes. Ik liep door en passeerde onze dichtstbijzijnde buren, een Engels stel met een oude Vauxhall, die hun minuscule koepeltje op zo'n dertig meter van onze tent hadden neergepoot.
'Goodmorning.'
'Goodmorning. Anynews?'
'No. No news is good news. Enjoy your day.'
'But today I've got get myself a paper. A real paper. An English one.
Ik liep door naar onze eigen tent die baadde in het lommer. Het rook naar koffie. Verse koffie met een geurige croissant. De hemel opende zich. De vinken tsjilpten en verzamelden zich reeds in de struiken om zich op de eventuele kruimels te storten. Ik zette de radio aan om naar de Wereldomroep te luisteren. Premier Kok moest naar de Kamer komen, PSV speelde tegen één of andere Franse club en er was gedoe met Richard Krajicek en zijn selectie voor de Davis Cup ploeg. Ik liet me de nog warme pain au chocolat smaken. Het was een schitterende ochtend.
Het werd een mooie dag. Die ochtend gingen we naar de markt in het nabije stadje. Op een terras vol Franse O-La-La dronken we een café crème en las ik de Nice Matin. Een Arabische prins was neergestreken in Monte Carlo en één of andere Russische miljonair moest de verbouwing van zijn miljoenen villa weer ongedaan maken. Het weerbericht toonde alleen zonnetjes en geen wolken. We zwierven wat over de markt en genoten van de airconditioning in de supermarkt.
Na de lunch probeerde ik nog wat in m'n boek te lezen, maar ik kon m'n gedachten er niet bijhouden. Ik was moe in het hoofd en m'n oogleden voelden zwaar. Ik zette m'n camping stoel op z'n uiterste stand en voor ik het wist, dutte ik weg. Hoe lang m'n siësta heeft geduurd weet ik niet, maar m'n vrouw schudde me wakker. Ik duizelde nog helemaal na. Voor me stond een dampend glas thee.
'Hier. Ik heb thee gezet. Dan kun je wat bijkomen. Straks gaan we zwemmen. Ik heb ook nog een stuk brioche voor je.'
Terug in de werkelijkheid keek ik om me heen. In de verte zag ik m'n Engelse buurman. Hij zwaaide naar me. Met een krant. Een echte.
Het zwemmen was heerlijk. Het water was niet koud, maar ook niet te warm. Ik trok m'n baantjes en poedelde in het rond. Ik raakte in gesprek met een Belgisch echtpaar, waarvan zowel de man als de vrouw werkten bij het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika ergens in de buurt van Brussel, en vergat de tijd. M'n vrouw kwam me waarschuwen.
'Ik ga vast naar de tent. Voor ik verbrand. Blijf jij nog maar even. Dan ruim ik nog wat op.'
Ik trok nog een paar baantjes en bleef wat rondlummelen in het zwembad. Op de terugweg naar de tent ontmoette ik Ruud. Ruud reed in een klein zilveren autootje met open dak. Op z'n kale hoofd droeg hij een witte pet boven een witte tennis outfit vol rode wijnvlekken.
'Hoe gaat 't?' vroeg ie.
'Lekker. Niets te klagen. Ach vakantie. Je weet wel. Zo zou 't altijd moeten zijn.'
'Moet je wat drinken?'
'Nee laat maar. Ik ga zo eten klaar maken. We hebben eendenborst.'
'Eendenborst? Toe maar. U doet minder.'
'Waar bleef jij nou?' vroeg m'n vrouw. Ze luisterde naar de radio.
'Ik kwam Ruud tegen.'
'Nog wat gedronken?' informeerde ze. Maar, terwijl ze naar de radio wees, vervolgde ze. 'Moet je 's luisteren. Wat raar. Er zijn twee vliegtuigen het World Trade Centre ingevlogen.'
'Het World Trade Centre..? Waar? In Amsterdam?'
'Nee in New York. De Twin Towers weetjewel.'
'De Twin Towers?' sprak ik verbaasd. 'Hoe kan dat nou? Wie doet nou zoiets?'
'Weet ik niet. Luister!'
We luisterden naar de reporter die vanuit het verre New York via de Wereldomroep tot ons kwam. Hij vertelde hoe de mensen uit de torens sprongen. Over de chaos op Manhattan en toen vertelde hij hoe één van die torens instortte. Verbaasd zat ik naast m'n transistorradiootje. Daarna stortte de tweede toren in. Tenminste dat vertelde de radio. M'n verbazing steeg. Was dit wel echt? Was dit niet zoiets als “The War of the Worlds” van Orson Welles? Het was zes uur en de Wereldomroep hield ermee op. Wat er ook gebeurt in de wereld, in Nederland regeert de CAO. De radio zweeg en ik keek voor me uit. Ik wist het niet. Recht voor me uit zag ik m'n Engelse buurman zitten. Hij las de krant. Ik stond op en liep naar hem toe.
'Hello. Did you hear what happened?'
'No. Something wrong?'
Ik vertelde hem wat ik zo juist op de radio had gehoord. Met een blik vol wantrouwen keek hij me aan. Serieus scheen hij me niet te nemen.
'You are joking,' stelde hij vast. In de verte klonk het openen van een fles wijn.
'No, no, no..,' protesteerde ik.
Dat stelde hem niet echt gerust. Die Nederlanders. Drugs enzo. Je weet 't maar nooit. Hij pakte zijn krant, The Guardian, en sloeg de pagina's om. Op zoek naar... Ja, naar wat?
'But it isn't in the paper.''Not yet,' wierp ik tegen. In het bos klonk gelach. Ik herkende de stem van Ruud.
Ze stonden al te trappelen in de coulissen: Pim Fortuyn, Ayaan Hirsi Ali, Volkert van der G., Geert Wilders en Mohammed B. Klaar om hun rol binnen de geschiedenis op te eisen. Het merendeel van hen kende ik toen amper of niet. Dat zou snel veranderen. Op dat moment, oog in oog met die Engelsman met de krant van de dag te voren in zijn hand, besefte ik dat op die dag in september de 21ste eeuw was begonnen.
Categorieën:
Karel Gabler
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Hi Karel,
BeantwoordenVerwijderenIk vroeg mij zo eens af
Is die mooie tent soms ook te koop ?
George
Een flinke stok in het midden.. ik gok op de firma de Waard!!
BeantwoordenVerwijderenIk mis Theo van Gogh in het rijtje.
BeantwoordenVerwijderenTheo van Gogh was reeds lang voor 11/09 aanwezig op het publieke toneel.
BeantwoordenVerwijderenPim Fortuyn m.i. ook.
BeantwoordenVerwijderenPim Fortuyn misschien, maar niet in de rol van lijsttrekker en aanstaand politicus.
BeantwoordenVerwijderenGoed stukje van Karel, wat mij betreft het beste en het leukste wat ik dezer dagen n.a.v. 9/11 onder ogen kreeg.
BeantwoordenVerwijderenAlleen dat begin van de 21ste eeuw op 9/11 zie ik niet zo. Ik houd het er maar op dat die 21ste eeuw op 1/1/2001 begon.
Hobsbawn maakt het nog iets bonter door de 20ste eeuw te laten beginnen met de moord op aartshertog Franz Ferdinand in 1914en vervolgens te laten eindigen met de val van de muur in 1989. 1914-1989 was zeker een tijdperk met een bepaalde samenhang. En zo is ook 11/9 het startpunt van een hele reeks samenhangende ontwikkelingen. En of het eindpunt van die ontwikkelingen voor of na het einde van de 21ste eeuw zal liggen is af te wachten. Wat niet hoeft te worden afgewacht is dat de 21ste eeuw ook weer 100 jaar zal duren, net zoals de 20ste precies 100 jaar heeft geduurd, en geen 75, zoals Hobsbawn ons wilde doen geloven. Na de Val van de Muur bleef het nog even 20ste eeuw, totdat het op 1-1-2001 echt afgelopen was met de 20ste eeuw. En op 9/11 was de 21ste eeuw al een eindje op streek.
Het is: "Bonne journée".
VerwijderenJournée is namelijk een vrouwelijk zelfstandig naamwoord.
Men zal u daar, in de Midi, ongetwijfeld voor een Duitser zien met uw duitse achternaam.
Beter is het om de accent grave te gebruiken als u de Fransen belachelijk wilt maken met de uitspraak van uw duitse naam:
Gablèèèr.