Help! De dokter aarzelt.

Ellen_small
P. is inmiddels op een schema van drieweekse controles gezet. Een jaar geleden mocht hij nog drie maanden wegblijven.
Eigen hematoloog met zwangerschapsverlof, haar waarnemer met vakantie – dan kom je bij dokter3 terecht. Voor de patiënt is zoiets fnuikend.
Waarnemers: ze kunnen diagnostiseren aan de hand van de uitslagen, de status en de grafieken. Met de patiënt hebben ze niets. Het is een eenmalig treffen.
Voor deze patiënt – mijn echtgenoot – is het een beladen consult. Het vonnis chemokuur kan vandaag worden uitgesproken.
Dokter3 begint te vragen hoe P. zich voelt. (Raar, want gewoonlijk komen de bloeduitslagen als eerste ter sprake. Voor iedere leukemiepatiënt is dat het spannendste moment.)
Mijn beleefde echtgenoot antwoordt zo rustig mogelijk (doch handenwringend, maar dat kan de arts achter zijn bureau niet zien) de vraag: “Ik voel me uitstekend.”
Ik kijk dwingend naar het computerscherm.
De arts heeft het door. “Ah – ja, de uitslagen.”
P. en ik grinniken wat zenuwachtig.
“Tja………………Die zijn weer achteruit gegaan. Helaas. HB en trombocyten zijn lager en dat is zorgelijk.”
Voorbereid als we zijn schrikken we er niet echt van. Worden er stappen ondernomen is de prangende vraag.

Dan wordt het een moeizaam onderhoud.
P. legt uit dat chemo al langere tijd aan de orde is, maar dat het tot op heden bij dreiging is gebleven. “Ik heb jojo-bloed,” zegt hij flink.
De arts knikt. “Tja………………….”
Er valt een ongemakkelijke stilte.
“Mag ik u even onderzoeken?”
Mag ik u even onderzoeken? Dat gebeurt toch altijd? Klieren voelen.
P. krijgt niet te horen of dokter3 knobbeltjes voelt. Weer zo zonderling.

Voorzichtig vraag ik wat er gaat gebeuren. Nu chemo? Nog geen chemo? Wanneer chemo?
“Tja…………………”
Weer die stilte.
“Wilt u nu chemo?”
P. en ik kijken elkaar stomverbaasd aan. Dat de arts dat ziet hindert mij niet.
Stilte. Time out. Bedenktijd.

Wilt u nu chemo? >>De banden van uw auto zijn slecht. Wilt u dat we ze nu vervangen?<<
‘Hoe kunt u zo’n vraag stellen?’ Mijn stem trilt van ingehouden boosheid. ‘U bent toch degene die aangeeft wanneer het tijd is om de behandeling te starten? Niet mijn man.’
“Natuurlijk wil ik geen chemo. Maar als u zegt dat nu het moment daar is, dan ga ik natuurlijk akkoord,” voegt P. toe. Met “wat raadt u mij aan” dwingt hij de hematoloog tot een uitspraak en hoop ik dat dit consult tot het verleden behoort.
“Tja…………….Nou…..ik zou het nog niet doen. We kijken het weer drie weken aan.”

Het worden zware weken - waarin ik ook nog eens aan mijn schouder geopereerd word.
P. voelt zich na “de beraadslaging” met dokter3 ellendig – zowel mentaal als fysiek. Zwaarmoedig en in zichzelf gekeerd worstelt hij zich door drie weken van onzekerheid heen.
Ik kan er niets aan veranderen. De lichamelijke pijn en immobiliteit hebben hun weerslag op mijn stemming.
Kortom, we gunnen elkaar niet veel begrip.

De nacht voor de volgende controle ligt P. wakker. Hij is twee uur voor zijn afspraak al in het ziekenhuis en wacht liever daar dan thuis.
Dokter2 legt meteen de score van de dag voor. Tikkie beter. “HB en trombo’s zijn hoger. We doen nog niets.”

We doen nog niets. Dat is precies wat we wilden horen.

4 opmerkingen:

  1. Ha Ellen,

    Dit zijn dus de stukkies die heel ik graag op HoeiBoei mag lezen !
    Gewoon maar de echte "real life stories"
    Want uit jouw vorige stukkie hier op hoeiboei begreep ik echt dat jouw echtgenoot de beruchte ziekte van de "vergeetachtigheden" had ..
    Maar na vandaag blijkt heeft ie "gewoon" een ziekte die men in de volksmond ook wel bloedkanker noemt, ofwel Leukemie De gemiddelde Oncoloog spreekt dit trouwens uit als "Luikemie"...
    Soms hoor ik ook wel eens :"Louisluikemie"

    I rest my case

    George van Kralingen








    Ik dacht : zo

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat ik dan niet begrijp is dat het optreden, of beter gezegd het niet optreden van de vervangende arts dan niet ter sprake is gebracht.
    Ook ik heb door schade en schande geleerd dat het lijdzaam ondergaan van alles dat doktoren zeggen en doen niet de beste remedie is.
    Assertief zijn kan soms confronterend zijn,mits netjes verwoord, werkt meestal wel verhelderend voor beide partijen.
    Een arts die niet naar behoren heeft gehandeld dient daar ook door zijn collega's op aangesproken te worden.
    Dat kan alleen als die ook op de hoogte is van het al dan niet optreden van de man/vrouw.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @charles - reken maar dat dat is doorgekomen. Of de artsen het er in onderling beraad over hebben (gehad) weet ik natuurlijk niet.

    BeantwoordenVerwijderen