Het opheffingsprincipe in de Koran


De truc achter de schijnbare tegenstrijdigheid van de Koran en waarom de radicale moslims altijd gelijk hebben

Als geen enkel ander heilig boek onder de wereldreligies bevat de Koran vele tegenstrijdige uitspraken. Wat op de ene plaats verboden is, wordt op een andere plaats nadrukkelijk verlangd – en omgekeerd. Maar de tegenstrijdigheid van de Koran is slechts een schijnbare. Die lost plotseling op, wanneer men het zorgvuldig bewaarde geheim heeft herkend dat zich achter de architectuur van de Koran verborgen houdt. Want de soera’s in de Koran zijn namelijk niet chronologisch, maar op lengte gesorteerd – en de jongere soera’s (uit de gewelddadige late fase van Mohammed in Medina) doen de oudere uit de in vergelijking nog vreedzame periode in Mekka teniet. Dit geheim wordt echter door islamitische geleerden als een graal beschermd – en alleen bij speciale gelegenheden geventileerd.

1. INLEIDENDE GEDACHTEN

De centrale vraag bij uitstek: Is de islam vreedzaam of gevaarlijk?

Ondanks het feit, dat bijna alle internationale terreurdaden in de laatste decennia door moslims werden gepleegd, houden islamitische geleerden hardnekkig vol, dat de islam een''religie van de vrede'' zou zijn. Om hun thesen te onderbouwen, citeren ze Koranverzen zoals vers 32 van soera 5, volgens welke diegene, die ''een mens doodt'' moet zijn ''als iemand die de hele mensheid heeft vermoord'' (islamitische geestelijken houden echter voor hun gelovigen verborgen, dat Mohammed in dit vers geboden uit de Talmoed van de Joden citeert [Sanhedrin 4:1, 22a]). Critici van de islam confronteren moslims echter met soera’s, die exact het tegendeel eisen: namelijk het doden van ongelovigen. Zo wordt er bijvoorbeeld in soera 47, vers 4 gezegd: ''En wanneer jullie de ongelovigen ontmoeten, sla hun koppen af, totdat jullie een slachting onder hen hebben aangericht.''

Bijna alle mediabijdragen over de islam, bijna alle talkshows met en over moslims en hun geloof draaien om de centrale vraag of de islam een religie van de vrede of van de terreur is is. En de meeste bijdragen en talkshows eindigen bijna altijd op dezelfde manier: de meest onkundige toeschouwer is natijd net zo slim als daarvoor. Want de verdedigers van de islam citeren schijnbaar vreedzame Koranverzen, terwijl hun critici verwijzen naar het aantal terroristische aanslagen, die door moslims in naam van de islam worden gepleegd. Net zoals destijds bij het communisme antwoorden de moslims nu ook met de aanwijzing, dat die gewelddaden niets met de islam te maken zouden hebben. En net als destijds de communisten deden, laten ook nu de meeste moslims de duizenden gruweldaden en schendingen van de mensenrechten – begaan in de landen van de islam, maar ook in de landen van de ''ongelovigen'' – regelmatig uit hun discussies weg en verwijzen dan integendeel naar de zogenaamde schuld van het westen, op diens kolonisaties en op het kapitalisme als eigenlijke oorzaak van die terreur. Net zoals de communisten in hun tijd beweren moslims en hun westerse geloofsverdedigers nu, at de wereldwijde terreurdaden van de ''begrijpelijke'' en wanhopige opstand van de armsten tegenover de dominantie en de vernedering door het westen zou zijn en in werkelijkheid niets met d eislam te maken zouden hebben.

Maar de feiten spreken een hele andere taal. Op de ranglijst van christenvervolging van Open Doors, die de 50 ergste vervolgerlanden van christenen bijhoudt, bezetten Islamitische landen alleen al 40 plaatsen – bovenaan de ranglijst. En in de anti-corruptieindex van de VN blijken islamitische landen altijd de meest corrupte machtsconstructies op onze planeet te zijn. En de meeste asielzoekers in westerse landen zijn afkomstig uit islamitische landen, waarin hen bijna alle mensenrechten systematisch worden ontzegd (in Nederland bijvoorbeeld zijn negen van de tien asielzoekers moslims uit islamitische landen).

Sinds de eerste dagen van hun religie blijken moslims niet in staat te zijn om mogelijke oorzaken van hun mislukking bij zichzelf te zoeken. Het volledige onvermogen van de islam tot zelfkritiek en zelfkennis enerzijds en de pathologische zelfhaat van ruime kringen in het westen anderzijds vormen de vruchtbare ideologische voedingsbodem, waarop de islam zich op dit moment in een historisch uniek tempo in de landen van het westen uitbreidt en het historisch gezien waarschijnlijk grootste gevaar voor het culturele en ideële voortbestaan van de cultuur van het Avondland is geworden.

De islam is noch antikapitalistisch noch antikolonialistisch, noch is hij gericht op de gelijkheid van alle mensen Want het gaat de islam niet om de afschaffing van het kapitalisme of om de afschaffing van het kolonialisme, en al helemaal niet om de afschaffing van de ongelijkheid van de volkeren en van de mensen. De islam is en was altijd al kapitalistisch gestructureerd: vanaf het begin heeft hij zich minder door productie, maar vooral door handel gevoed. Op hun internationale handelswegen verwierven islamitische handelaars invloed en rijkdom door de goedkope inkoop van zeldzame en begeerde producten, die ze dan elders met maximale winst verkochten. Volgens de marxistische terminologie is zo’n handel, die zich de meerwaarde van het arme, maar werkende proletariaat (voor de vroege periode van de islam zijn dit dagloners en arme plantagearbeiders) eigen maakt, zonder deze mee te laten delen in de winst, exact van toepassing op het begrip ''kapitalisme'', zoals deze door Marx en Lenin werden gedefinieerd.

En vanaf het begin hebben de moslims vreemde volkeren overvallen, gekoloniseerd en waar mogelijk geïslamiseerd en hun productiviteit in de vorm van belastingen uitgebuit. Lang voor het westerse imperialisme bestond het islamitische imperialisme, in de Noord- Afrikaanse staten (die overwegend christelijk en joods waren), in Spanje (Cordoba-islam), bij de verovering en het inpalmen van het oerjoods-christelijke Midden-Oosten of bij de overval op en de gedeeltelijke verovering van India, die miljoenen Hindoes het leven gekost en de vredelievende en zich niet tegen de moorddadige aanvallen van de Arabieren verzettende boeddhisten van India bijna uitgeroeid heeft. Ook het Ottomaanse rijk was islamitisch imperialisme, al lang voordat Spanjaarden, Portugezen en Engelsen vreemde volkeren koloniseerden. Maar politiek correct werd en wordt het imperialistische aspect van de islam door sociologen, politicologen, islamwetenschappers en historici tot op de dag van vandaag verzwegen of eenvoudigweg genegeerd.

En in de gelijkheid van de mensen en volkeren is de islam al helemaal niet geïnteresseerd. Net zomin als er een gelijkheid van man en vrouw in de islam bestaat (de islam is zonder twijfel de grootste en langst durende geslachtenapartheid in de wereldgeschiedenis), net zomin tolereert de islam andere religies als gelijkwaardige geloofsrichtingen. Integendeel. Het belangrijkste doel van de islam is het verkrijgen van wereldheerschappij (dar al-Islam) En op weg daar naartoe zijn alle middelen goed en geoorloofd – tot aan de vernietiging en uitroeiing van alle ''ongelovigen'', zoals moslims – zich oriënterend op uitspraken uit de Koran en van Mohammed – al die mensen noemen die een ander geloof aanhangen. Daarmee deelt de islam de mensen in twee klassen in: de klasse van de gelovigen en die van de ''ongelovigen''. De eerste zijn de moslims en zij komen in het paradijs. De tweede zijn de niet-moslims, daarmee waardeloze mensen (over dit thema zei de imam van Londen, sjeik Omar al-Bakri Muhammad onlangs: ''Wij maken geen verschil tussen burgers en niet-burgers, tussen onschuldigen en schuldigen – alleen tussen moslims en ongelovigen. En het leven van een ongelovige is waardeloos!'' Bron: ''Publica'', Portugal, 20-04-2004), die in de hel zullen komen en vervolgd zullen worden, bestreden en gedood mogen worden, ja zelfs moeten worden (bijvoorbeeld in soera 2, vers 216: ''Vechten is je geboden ofschoon je er afkerig van bent; maar het kan zijn, dat je tegenzin hebt in iets terwijl het goed voor je is en het kan zijn dat je iets behaagt terwijl het slecht voor je is. God weet het en jij weet het niet''), omdat zij het zijn die de oprichting van de islamitische wereldheerschappij in de weg staan.

Dat is pure klassenhaat en racisme. De Duitse politicoloog Matthias Küntzel vat dit feit als volgt samen:

''Het islamisme heeft het biologische racisme van de nazi’s vervangen door een soort theocratisch racisme, dat niet is aangewezen op het model van de superioriteit van een volk en een euthanasieprogramma en desondanks de Joden als zogenaamde wortel van alle kwaad in de wereld wil vernietigen.''

Dat van de kant van de mainstream-media (bijvoorbeeld de Süddeutsche Zeitung) echter uitgerekend de critici van dat religieuze racisme zelf als racisten worden zwartgemaakt, is het toppunt van ontkenning en onwetendheid, zoals deze in grote delen van westerse intellectuelen heersen.

2. OPMERKINGEN OVER DE TEGENSTRIJDIGHEID VAN DE KORAN

De meeste moslims kennen alleen de positieve passages uit de Koran en Hadith. Als meneen moslim vraagt wat hij over zijn religie kan zeggen, dan hoort men meestal twee standaarduitspraken zoals: ''Wie een mens doodt, heeft de hele wereld gedood!'', ''Islam betekent vrede!'' of ''Er bestaat geen dwang in het geloof!''. Maar helaas heeft men voor hem de hele waarheid over zijn geloof – in ieder geval aan het begin van zijn moslimbestaan – bewust verzwegen. Want de uitspraken in de Koran zijn tegenstrijdig zoals in geen enkele andere wereldreligie. Over bijna ieder populair thema (vrouwen, christenen, Joden) vindt men positieve en negatieve, vreedzame en vernietigende uitspraken.

Tegenover de eerstgenoemde positieve uitspraak ''Wie een mens doodt, heeft de hele wereld gedood!'' bestaan er talrijke volledig tegenovergestelde uitspraken, zoals de volgende: ''En doodt hen, waar je hen ook ontmoet…'' (soera 2, vers 191) of de uitspraak in soera 47, vers 4-5: ''Wanneer gij de ongelovigen ontmoet, treft dan hun nek en wanneer gij overwinnaar zijt, bind hen dan vast…''

Beide uitspraken heffen elkaar wederzijds in hun boodschap op. Men kan namelijk niet beweren, dat, wie een mens heeft gedood de hele wereld heeft gedood en – bijna in dezelfde ademtocht – ertoe oproepen ongelovigen te doden waar je ze ook maar kunt vinden.

Men kan ook niet beweren, dat islam vrede betekent, om in de volgende ademtocht bijvoorbeeld soera 8, vers 60 te citeren, waarin wordt gezegd: '' En maakt aan de grens alle mogelijke strijdkrachten en vastgehouden paarden voor hen gereed, waarmee gij de vijand van God en uw vijand en anderen buiten hen, die gij niet kent, doch die God kent, moogt afschrikken…'' of soera 8, vers 65, waarin wordt gezegd: '' O profeet, spoor de gelovigen aan om te vechten. Als er twintig onder u zijn die stand houden, zullen zij tweehonderd overwinnen en als er honderd uwer zijn zullen zij duizend der ongelovigen verslaan, omdat zij een volk zijn dat niet wil begrijpen.'' Ook vers 256 van de 2e soera wordt door imams tegenover westerse interviewpartners (maar ter misleiding ook tegenover hun eigen gelovigen) graag geciteerd, waarin wordt gezegd: ''Er bestaat geen dwang in het geloof!'' Dit vers wordt vaak als teken van tolerantie en godsdienstvrijheid in de islam geïnterpreteerd en in de westerse pers constant geciteerd als zogenaamd bewijs voor de vredelievendheid en tolerantie van de islam. Diezelfde pers citeert echter zo goed als nooit een vers, waarin zo’n vrijheid onmiddellijk weer wordt uitgesloten, bijvoorbeeld in soera 4, vers 89:

'' En indien zij tot vijandschap vervallen, grijpt hen dan en doodt hen waar gij hen ook vindt; en neemt vriend noch helper uit hun midden.''

Bovendien verzwijgen de media het feit, dat in alle islamitische landen moslims, die tot een andere religie zijn overgegaan of van plan zijn dit te doen, met de dood worden bedreigd – waarbij de sharia-rechters expliciet een beroep doen op het bevel van Mohammed om een ieder te doden die van religie verwisselt (Bron: Hadith). Integendeel: niet alleen wordt deze 1400-jarige gangbare praktijk door de meeste media genegeerd, maar zelfs energiek bestreden. Zo verdedigde bijvoorbeeld Thomas Steinfeld in zijn van onwetendheid uitpuilende artikel in de Süddeutsche Zeitung de islam met het citaat:

''Er zou geen dwang zijn in het geloof'', wordt er bijvoorbeeld in de Koran gezegd (soera 2, vers 256)

zonder er ook maar een enkel woord aan te besteden dat deze uitspraak alleen geldig is voor moslims (waarover alle serieuze islamwetenschappers het eens zijn) – en zonder zijn lezers ook maar de geringste aanwijzing te geven op de hierboven genoemde soera 4:89 of het doodsbevel van Mohammed voor bekeerlingen, die de door Steinfeld geciteerde soera opheffen. Of Steinfeld zich daarvan bewust was of niet, speelt daarbij slechts een ondergeschikte rol. Want bijna 10 jaar na de 11e september mag en moet men van een journalist, die zich bezighoudt met de fundamentele vraag naar de vredelievendheid van de islam, verwachten dat hij tot meer dan alleen ''Er zou geen dwang in het geloof zijn'' in staat zou zijn – of men kan hem er met een gerust hart op wijzen zich met alle heftigheid voor de op dit moment grootste bedreiging van de mensenrechten in te zetten. Slordig onderzoek en ontkenning tegenover de islam kenmerken ook de meeste overige mediabijdrages in Duitsland en Europa. Net zoals bij Hitler’s beginnende greep naar Europa ten tijde van de Republiek van Weimar falen ook nu grote delen van de intellectuelen in Duitsland en Europa met het oog op de veel grotere bedreiging van de vrije wereld door de islam.

Opmerkingen over de logische en psychologische consequentie van de zichzelf tegensprekende opdrachten en bevelen in de Koran

De vertegenwoordigers van beide zijden van de islam, de ''gematigde'' zowel als de ''islamistische'', kunnen met het oog op de talrijke elkaar tegensprekende boodschappen zich naar believen van de Koran bedienen: doden is slecht, doden is echter ook goed. Islam betekent vrede, islam betekent echter ook oorlog. Er bestaat geen dwang in het geloof, maar wie van religie verwisselt wordt gedood. De islam wordt dus gekenmerkt door de co-existentie van zichzelf logisch en inhoudelijk tegensprekende uitspraken. De islam treedt dus iedereen die zich met hem bezighoudt, gelovige of ''ongelovige'', op twee manieren tegemoet: de islam betekent vrede en de islam betekent oorlog. De islam wil leven behouden en de islam wil doden. De islam is tolerant en de islam is intolerant. Daarmee heeft men een onoplosbaar logisch en semantisch fundamenteel probleem: want wanneer geldt:

A = + 1 en tegelijkertijd A = - 1

dan is een ondubbelzinnige uitspraak over A noch logisch noch semantisch te doen. Dan zijn beide uitspraken over A juist en fout tegelijk, hoewel A toch niet tegelijkertijd + 1 en – 1 kan zijn. Dan is de uitspraak: islam betekent vrede net zo juist en tegelijkertijd net zo fout als de uitspraak de islam betekent oorlog.

De strategie van de ''paradoxe communicatie'' van de Koran

Welke waarde kun je aan een tekst, een grondwet of een oud religieus geschrift toekennen, wanneer de zich daarin bevindende uitspraken, wetten en ethische richtlijnen tegelijkertijd goed en fout zijn? Wanneer we bijvoorbeeld in een grondwet beide vinden: wie doodt, wordt hard bestraft! alsmede: wie doodt, wordt rijkelijk beloond?

Zulke dubbele uitspraken hebben per definitie geen algemeen bindende waarde. Ze bieden er geen enkele maatstaf en oriëntering voor wat goed of wat fout is. Wat bestraft en beloond wordt. Wat men doen of liever laten moet. Zulke teksten zouden eigenlijk om redenen van de noodzakelijke duidelijkheid en begrijpelijkheid van een taalkundige boodschap (Wittgenstein) eigenlijk niet mogen bestaan. Maar ze bestaan wel. In de psychologie zijn zulke dubbele boodschappen bekend onder de naam double-bind. ''Was m’n huid, maar maak me niet nat'', is een bekend voorbeeld van een double-bind. Men kan niet het ene doen (''Was m’n huid'') en tegelijkertijd het andere vermijden (''Maak me niet nat'') – en toch wordt het vaak van iemand verlangd. Communicatiewetenschappers omschrijven zo’n inter-personele communicatie met het begrip van de paradoxe communicatiestrategie. Van deze soort communicatie weet men al lange tijd, dat zij onder bepaalde extreme omstandigheden ook tot schizofrenie bij de betrokkene kan leiden. Een voorbeeld uit de misdaadwetenschappelijke psychopathologie laat zien, welke verwoestende uitwerkingen paradoxe communicatiestrategieën op een individu kunnen hebben:
Jürgen Bartsch was een viervoudige sadistische kindermoordenaar in de jaren-60 – en schizofreen en uitermate intelligent. Hoewel al ver gevorderd in de puberteit, stond zijn moeder er steeds op hem nog zelf in bad te doen. Iedere keer als hij dit weigerde, zei ze tegen hem dat hij niet van haar zou houden en bestrafte hem door langdurige onthouding van moederliefde. Als hij echter aan zijn moeder vroeg of hij naar de discotheek mocht, dan kreeg hij van haar te horen, dat het toch onmogelijk zou zijn dat er iemand naar de disco zou gaan die zich nog op zijn leeftijd door z’n moeder zou laten wassen. Communicatief is dit een uitzichtloze situatie.

Uit onderzoek naar paradoxe communicatiestrategieën (Gregory Bateson) is bekend, dat in een bestaande situatie van afhankelijkheid (bijvoorbeeld voogdijschap of zorgplicht) het uit het oogpunt van de betrokkene bijna onmogelijk is deze situatie te verlaten. Een eruit springend voorbeeld van de onmogelijkheid om zo’n, op paradoxe communicatiestrategieën berustende afhankelijke situatie, is de islam.

Want precies in het hiervoor omschreven dilemma van een paradoxe communicatiestrategie bevindt zich de gewone moslim, precies in dit dilemma bevindt zich ook het westen, wanneer hij steeds opnieuw hoort: islam betekent vrede en tegelijkertijd verneemt, islam betekent oorlog. Welke kant kan men geloven, welke kant moet men geloven, welke kant heeft gelijk?

Voorzichtigheidshalve – en dit is niet alleen de belangrijkste strategie van de westerse ''goedmenschen'' en bekrompen burgermannetjes, maar ook van de meeste fatsoenlijke moslims zelf – gaat men met het oog op deze onoplosbare dualiteit van de boodschappen uit de Koran speelt men op zeker en denkt, dat de islam in de kern net zo vredelievend is als de andere wereldreligies ook. Want de andere aanname, dat de islam niet goed, maar slecht zou zijn, waagt nauwelijks iemand met alle consequenties tot het einde te bedenken. De gevolgen van zo’n aanname zouden voor de 1,5 miljard moslims apocalyptisch van aard zijn:

  • Ze zouden als consequentie hun geloof moeten opgeven en Allah, Mohammed en de Koran op de vuilnisbelt van de geschiedenis moeten gooien.

  • Ze zouden verder voor de wereld en voor zichzelf moeten toegeven, dat zij, de oemma en de ''beste van alle religies'' zich in een 1400-jarig misverstand hebben bevonden, dat daarmee al die slachtoffers en doden van hun godsdienstoorlogen, al die gruwelijke in naam van de sharia terechtgestelde mensen voor niks werden gedood.

Of ze zouden zich blind aan de mensenverachtende bevelen van hun Allah moeten overgeven en erop vertrouwen, dat pas met de vernietiging van alle ongelovigen (zoals dit wordt doorgegeven door de Koran en Mohammed) en de door de Koran en Mohammed geëiste wereldheerschappij datgene komt wat hen door hun religie wordt beloofd: eindelijk vrede op de hele wereld. Tegelijkertijd mochten ze niet vragen naar de eeuwenoude oorlogen binnen de verschillende stromingen van de islam, bijvoorbeeld tussen de sjiieten en de Soennieten (die overigens veel meer mensenlevens onder de moslims hebben geëist dan alle oorlogen met de ''ongelovigen'' samen) noch deze analyseren. Maar blijkbaar klopt er iets niet aan het islamitische model van het ''dar al-Islam'', de voorstelling van de wereldwijde vrede voor het geval dat de islam overal gewonnen heeft.

Om collectief voor de opheffing van hun religie te beslissen kan waarschijnlijk als een niet te realiseren maatschappijutopie worden bestempeld en komt daarom als te realiseren optie nauwelijks in aanmerking. Wat overblijft is de optie, dat het bij de islam – ondanks alle twijfels – uiteindelijk toch om een vredelievende religie gaat. Maar precies daarin zit de dodelijke vergissing van zowel de kant van de ongeïnformeerde en goedgezinde moslims alsmede van de kant van het opnemen van de islam door het westen.

3. DE OPHEFFING VAN DE TEGENSTRIJDIGHEID VAN DE KORAN

De trucs van de islam

Met het oog op de tegenstrijdigheid en schijnbare willekeurigheid van de uitspraken van de islam moet men vanuit het standpunt van de logica de vraag stellen waarom bijna altijd de radicale en fundamentalistische krachten de overhand hadden in de historie van de ''religie van de vrede''. Want theoretisch zou het zeer goed denkbaar zijn geweest, dat de islam zich in de loop van 1400 jaar niet tot een totalitaire, maar tot een vreedzame religie zou hebben kunnen ontwikkelen. Maar de feiten laten zien, dat hij op geen enkel moment op geen enkele plaats tolerant en vreedzaam was – ook niet bij de zogenaamde Cordoba-islam, die bij nadere beschouwing net zo intolerant en bloeddorstig was als alle overige islamitische heerschappijvormen (tegen de overtuiging van de meerderheid van de Europeanen in werden er onder de heerschappij van het Cordoba-kalifaat honderdduizenden christenen en joden gedood, onthoofd, hele dorpsgemeenschappen levend gekruisigd – en van de schedels van de onthoofde ongelovigen werden complete minaretten in Andalusië gebouwd als teken van verheerlijking van Allah met het oog op de overwinning van zijn religie op de ''ongelovigen'' van Spanje. De gedwongen belastingheffing voor de christelijke en joodse oorspronkelijke inwoners van Spanje door de moslims bereikte zo’n hoog en ondraaglijk niveau, dat honderdduizenden christenen en Joden zich tot de islam bekeerden om het juk van de existentie bedreigende belastingtribuut te ontlopen. Maar de mythe van de vreedzame Cordoba-islam wordt nog altijd in de Europese geschiedenisboeken onderwezen en verspreid op de talloze internetforums, in talkshows op de televisie en in mediaberichten).

De vraag naar de vredelievendheid van de islam kan zonder de kennis van een van zijn centrale geheimen niet worden beantwoord. Hoe weinig normale moslims (en sowieso ''ongelovigen'') er ooit over te weten komen, zo bekend en bewust is het geheim bij de meeste bestuurders en profiteurs van de islam – allemaal een kliek op macht beluste heren. Die zorgvuldig bewaarde heerschappijkennis wordt alleen bij speciale gelegenheden geventileerd – bijvoorbeeld wanneer ze zich in hun macht bedreigd zien – bij het uitroepen van een nieuwe Jihad, een nieuwe Heilige Oorlog bijvoorbeeld. Want de soera’s van de Koran bezitten een verborgen hiërarchie, die aan diegenen die deze kennen de absolute interpretatievrijheid over de Koran en daarmee de absolute macht over de gelovigen en hervormers van de islam verleent.

Truc 1: de niet chronologische rangschikking van de soera’s in de Koran

Het geheim zit in de Koran zelf. Nauwkeuriger gezegd, in de rangschikking van de soera’s. Bijna niemand is zich ervan bewust, dat de soera’s helemaal niet – zoals men normaalgesproken zou verwachten – op chronologische volgorde geplaatst zijn. Ze zijn – en dit mag zeker met verbazing ter kennis worden genomen – naar hun lengte gerangschikt: de langste soera in het begin, de kortste aan het einde van de Koran.

Een merkwaardige constructie, zou men denken. Zeer zeker echter een constructie waarover men moet nadenken. Want de volgorde van een lange tekst met 114 hoofdstukken (= 114 soera’s) volgt normaalgesproken de regels van de chronologie of van de interne causale samenhang. Een geschiedenisboek over de klassieke Oudheid bijvoorbeeld is of chronologisch (dat is de gewoonte) of het behandelt de historische verbanden van oorlogen, culturele ontwikkelingen of betrekkingen van machthebbers uit die tijd volgens een causaal patroon: omdat A de daad X heeft begaan, reageert B met daad Y. Men moet zich eens voorstellen, dat de uitgever van een roman of van een geschiedenisboek op het idee zou komen de tekst van het boek te rangschikken op de lengte van de zinnen of van de hoofdstukken: geen enkele lezer zou de samenhang van de handelingsstructuren meer kunnen begrijpen (maar precies dit is bij de Koran het geval. Met gewelddadige gevolgen voor diens uitwerking op gelovigen en ''ongelovigen'', zoals we nog zullen zien). Zo’n boek zou waardeloos zijn, omdat het niet te begrijpen is.

Er bestaan echter twee gevallen waarbij een sortering van de hoofdstukken naar lengte inderdaad mogelijk is, zonder de zin en de logische structuur van een langere tekst te vernietigen:

  1. De verschillende hoofdstukken hebben in principe inhoudelijk en logisch niets met elkaar te maken en geven algemene informatie en wijsheden (bijv. bij een verzameling kernspreuken; bijv. bij een encyclopedie).

  1. De verschillende hoofdstukken herhalen steeds opnieuw één en dezelfde inhoud, de ene keer vanuit dit, een andere keer vanuit dat standpunt bekeken. Dit is vaak het geval bij religieuze teksten zoals gebedsboeken, psalmboeken e.d., maar ook bij een doelbewuste hersenspoeling, die men vooral aantreft bij totalitaire structuren.

Bij de Koran zijn beide punten van toepassing. Want bij de 114 soera’s ontbreekt het aan een interne en logische samenhang en ook herhalen ze in principe niets anders dan één en dezelfde boodschap, die men als volgt kan weergeven:

Allah is de enige God. En Mohammed is zijn profeet. Na Mohammed zal er geen andere profeet meer zijn. De heiligste plicht van de gelovigen echter is om zich zonder tegenspraak te onderwerpen aan Allah, Mohammed en de Koran (Islam betekent etymologisch dan ook ''onderwerping'' en niet ''vrede'', zoals vertegenwoordigers van de islam als een gebedsmolen steeds opnieuw beweren).

Deze boodschap hoort de doorsnee moslim honderdduizend keer in de loop van zijn leven. Zij is de islamitische belangrijkste mantra, die bij de doorsnee moslim als een brandmerk en bijna onuitwisbaar in zijn hersenen wordt ingebrand. Deze mantra garandeert normaalgesproken een levenslange onvoorwaardelijke trouw van de meeste moslims aan Allah en hun profeet – een trouw, waarvoor ze bereid zijn op ieder moment de dood in te gaan wanneer de islam het hun beveelt. Hersenspoeling had in totalitaire systemen altijd al het gewenste succes – niet alleen in de islam. Ook in het nationaalsocialisme en in de communistische landen een betrouwbare garantie voor succes en leidde bij de opkomende kaders in de meeste gevallen tot het gewenste doel: de onvoorwaardelijke gehoorzaamheid tegenover een persoon (Hitler, Lenin, Stalin, Mao) respectievelijk een idee met een universele aanspraak op de waarheid (rassenwaan, marxisme). Het nationaalsocialisme duurde 13 jaar – en het communisme heeft zich na zeven decennia zelf om zeep gebracht. Maar de islam kan intussen terugblikken op een 1400-jarige succesvolle praktijk van een massieve hersenspoeling. En zijn succes tot nu toe geeft hem gelijk om aan deze praktijk ook in de toekomst niets te veranderen.

Truc 2: De vervanging van de soera’s uit de tijd in Mekka door die uit de tijd in Medina

Maar we hebben tot nu toe slechts een deel van het geheim geventileerd dat in de architectuur van de Koran verborgen ligt. Het andere deel, door de vertegenwoordigers van de vredesreligie niet alleen tegenover hun vijanden, maar ook tegenover het gros van hun eigen gelovigen zorgvuldig verstopt, zal verklaren waarom historisch gezien altijd de radicale en fundamentalistische stromingen van de islam de boventoon voerden en tot op de dag van vandaag de vreedzame en tolerante krachten meestal een randverschijnsel waren. Hiervoor moeten we ons kort bezighouden met de beginfase van de islam – met speciale aandacht voor de beide plaatsen waar Mohammed werkzaam was: Mekka en Medina.

De Mekkaanse fase van de Koran

Mohammed werd omstreeks het jaar 570 in Mekka geboren. Pas op de relatief hoge leeftijd van 40 jaar (een traditioneel symbolisch getal) kreeg hij zijn eerste visioenen, die hij in het begin alleen vertelde aan mensen in zijn nabije omgeving. Later vormden deze ingevingen, die naar zijn eigen zeggen bij hem door de aartsengel Gabriel werden ingefluisterd, de soera’s en de soera’s samen de Koran. In het begin van zijn leer van de islam, die hij zowel in het geheim als in het openbaar predikte, hadden de invloedrijke vertegenwoordigers van de stam van de Koeraisjieten (de stam waaruit Mohammed zelf afkomstig was) geen bezwaren tegen Mohammed’s leer van de enige God, die hij – naar een van de meer dan woestijngoden van de Koeraisjieten en (luister en huiver) naar zichzelf noemde: Allah. Want de volledige naam van Mohammed is: ''Abu El Kasim Ibn Abd Allah''.

In het begin van zijn missieactiviteit probeerde Mohammed dus nog op relatief vreedzame wijze de bewoners van Mekka voor zijn nieuwe monotheïstische religie te winnen. Hij verwachtte vooral, dat de Joden en de christenen zich zouden aansluiten bij zijn nieuwe religie. Want volgens de opvattingen over zichzelf was hij niet alleen de profeet van een nieuwe religie, maar de hervormer en laatste profeet van het Abrahamse monotheïsme. Maar hij werd teleurgesteld. Want noch de Joden noch de christenen dachten er aan om de leer van deze buitenstaander. Uit die tijd – ook wel de Mekkaanse fase genoemd – zijn dan ook de meeste van de vreedzame en tolerante soera’s van de Koran afkomstig. Naarmate de tijd vorderde, trad Mohammed echter in toenemende mate agressief tegen het polytheïsme (afgodencultus) van zijn geboortestad Mekka op. Toen zijn volgelingen de oude goden en hun aanhangers begonnen te bestrijden, kwam het tot een breuk tussen Mohammed en zijn Mekkaanse stam der Koeraisjieten.

De Medinese fase van de Koran

In verband met de uitzichtloze en vijandige situatie besloot Mohammed in het jaar 622 Mekka te verlaten en met zijn aanhangers naar de bescherming van Yathrib (Medina) te vertrekken. Deze als ''Hidschra'' in de historie van de islam bekend staande uittocht van Mohammed naar Medina is van centrale betekenis voor de leer van de islam, zodat islamwetenschappers alle soera’s van de Koran in ''Mekkaanse'' en ''Medinese'' indelen. Medinese soera’s onderscheiden zich Mekkaanse soera’s o.a. door hun lengte (de meeste lange soera’s zijn afkomstig uit Medina) en door hun kwaliteit (in Medina werden meer praktische geloofsregels bekendgemaakt) en gedeeltelijk door hun uitgangspunt (de politieke situatie in Medina of Mekka). Maar ze onderscheiden zich van de Mekkaanse soera’s op nog een veel belangrijker punt: in Medina werden Joden en christenen (en in hun gevolg alle ''ongelovigen'') in toenemende mate zwart gemaakt en voorgesteld als de ergste vijanden van de islam, die allemaal moeten worden gedood, opdat de islam zich kan uitbreiden. Deze verandering van houding van Mohammed is ook terug te vinden in de soera’s, die hij in Medina heeft ''ontvangen''.

Ondanks het ''Verdrag van Medina'', waarin Mohammed alle met name genoemde vertegenwoordigers van islam EN Jodendom (een interessante kanttekening van de geschiedenis) gelijke rechten en plichten gaf (''De joden hebben hun religie en de moslims hebben hun religie''), zijn er in de zogenaamde ''Medinese soera’s'' in toenemende mate beperkingen voor Joden, christenen en alle andere ''ongelovigen'' tot aan de bekende moord- en vernietigingsoproepen van de Koran te vinden, die tot op de dag van vandaag de eigenlijke ideologische basis voor o.a. de wereldwijde islamitische terreur vormen. Als rechtstreekse afgezant van God heerste Mohammed volgens goddelijk decreet over alle moslims, volgens het door drie partijen (de islamitische immigranten uit Mekka, de Muhajirun, de inheemse moslims van de stam van de al-Ansar en de in Medina wonende Joden, de Yahud) overeengekomen en ondertekende verdrag heerste hij ook over de niet-moslims. Uit die tijd – ook wel de Medinese fase genoemd – zijn dan ook de meeste van de intolerante en tot moord, oorlog en vernietiging van alle ''ongelovigen'' oproepende soera’s van de Koran afkomstig.

Mohammed voerde vanaf 623 meerdere veldtochten (majazi) tegen Mekka aan (overwinning van de moslims in de Slag bij Badr [624], de slag bij de berg Ubud [625] en de Slag van de Loopgraaf/Slag van de Gracht [627]) totdat er in maart 628 een wapenstilstand werd gesloten. Mohammed was zodoende na zijn uittocht naar Medina niet alleen de profeet van de door hem gestichte religie, maar een veldheer, die in tientallen oorlogen en overvallen op karavanen duizenden mensen liet doden – en wiens moord- en wraakzucht zelfs de bewoners van Medina niet spaarde, dezelfde, die hem in zijn moeilijke periode met open armen hadden ontvangen. In zijn streven om Medina ''Jodenvrij'' te maken, organiseerde hij een ongelooflijke slachting onder de joodse stam van de Banu Qurayza: toen deze stam weigerde om op bevel van Mohammed in zijn geheel over te gaan tot de islam, liet hij in het jaar 527 na Chr. 700 joodse mannen (andere bronnen spreken van meer dan 1000 mannen) in een unieke slachting onthoofden en hun vrouwen en kinderen tot slaaf maken. Noch in de schoolboeken van het Westen, noch in de media, noch in de talrijke boeken over de islam wordt deze slachting genoemd – of slechts bij wijze van hoge uitzondering. Men mag Mohammed daarom gerust als een massamoordenaar van zijn tijd inschalen, waarmee duidelijk is, dat hij met de overige Bijbelse profeten, in wiens rijen hij zichzelf plaatst, niet ook maar het geringste gemeen heeft.

Over het principe van de vervanging van oudere (Mekkaanse) soera’s door jongere (Medinese) soera’s

De islam zag zichzelf dus lange tijd geconfronteerd met de inhoudelijke tegenstrijdigheid van de (relatief vreedzame) soera’s uit de Mekkaanse vroege periode en die uit de Medinese late periode. Zoals in het hoofdstuk hiervoor al tot in detail bewezen en omschreven werd, kan onmogelijk op hetzelfde moment een uitspraak als: ''Ieder heeft de vrije keuze voor een religie'' en ''Doodt diegene die zijn religie verlaat!'' opgevolgd worden. Dit dilemma is onoplosbaar wanneer men zichzelf niet behelpt met een duidelijk gedefinieerd oplossingsalgoritme. Precies dit is in de islam het geval. Islamitische geleerden hebben hun religie uit deze logische hopeloze situatie door het principe van de opheffing bij wijze van spreken bevrijd (want volgens de Koran is de Koran een boek zonder fouten en tegenstrijdigheden).

Het blijkt, dat alles wat Mohammed later in de tijd heeft gezegd, het eerder gezegde relativeert of zelfs opheft. Dat is heel goed te begrijpen, want de oude Mohammed was voor zijn gelovigen per slot van rekening rijper en wijzer dan de jonge. Daarmee zijn de soera’s, die Mohammed in Medina heeft ''ontvangen'', belangrijker dan de soera’s uit de Mekkaanse tijd. En daarmee kan ook het tot nu toe onopgeloste probleem van de tegenstrijdigheid van de soera’s uiteindelijk logisch worden beantwoord. Terwijl de oorlogszuchtige soera’s uit de Medina-periode later kwamen dan de veeleer vreedzame soera’s uit de Mekkaanse periode van Mohammed, zijn hun inhouden wezenlijk belangrijker en meer bepalend voor de koers van de islam dan de vreedzame Mekkaanse soera’s. Dat is het antwoord op de vraag waarom de radicale vertegenwoordigers van de islam historisch altijd de boventoon voerden: ze beriepen zich met succes op het principe van de opheffing, dat door de meeste islamitische geloofsrichtingen wordt geaccepteerd (Niet alle islamitische groeperingen erkennen dit principe. Volgens Hazrat Mirza Ghulam Ahmad, de oprichter van de Ahmadiyya, ontstaan er door een onvolledig begrip van de koran schijnbaar tegenstrijdige uitspraken, die niet kunnen worden opgeheven door delen van de Koran voor ongeldig te verklaren. Dat zou tegen de Koran zelf ingaan, die zelf verklaart een foutloos en perfect boek te zijn. Ook de Mu’tazila ziet de Koran niet als eeuwig of oninterpreteerbaar. In het complete stelsel van de islam spelen Ahmadiyya en Mu’tazila echter een onbelangrijke rol en worden sjiieten en Soennieten als ongelovigen gezien en bestreden).

Wie dit principe niet kent (en dat betreft de meeste moslims, vooral ook de meeste intellectuelen uit het Westen), staat zo goed als hulpeloos tegenover de elkaar tegensprekende inhouden van de Koran – en verwijst in zijn onwetendheid en wanhoop liever naar de vreedzame passages van de islam. Dat hij daarmee echter het ware karakter van de islam niet echt heeft herkend, en zich daarmee bekent tot een religie, die dat niet datgene is wat hij erover denkt, staat op een andere bladzijde. Ook op een ander bladzijde staat dat de geleerde moslims dit opheffingsprincipe beschermen als een graal. Want tot nu toe was de algemene onwetendheid daarover hun beste helper met betrekking tot de verwarring en uiteindelijke verovering van hun vijand, alle ''ongelovigen'' van deze wereld.

Taqiyya – de islamitische vaardigheid in het misleiden van zijn vijanden

''Gij zult geen valse getuigenis afleggen'', heet het bij de Tien Geboden van de christenen. Boeddhisten leren in hun ''edele achtvoudige pad'' de praktijk van ''het juiste karakter, de juiste bedoeling, het juiste denken en de juiste beslissing'' – waarmee wordt bedoeld, dat men alleen met oprechtheid, eerlijkheid, sociaal denken en handelen in het Nirwana kan geraken.

Daartegenover staat de taqiyya van de islam. Er mag gelogen worden alsof het gedrukt staat. Al Ghazzali (1059-1111), een van de belangrijkste theologen van de islam, vat het gebod van de taqiyya als volgt samen:

''Weet, dat de leugen op zich niet verkeerd is. Wanneer een leugen de enige manier is om een goed resultaat te behalen, is hij toegestaan. Daarom moeten we liegen wanneer de waarheid tot een onaangenaam resultaat leidt.''

Het goede resultaat is de islamitische wereldheerschappij. Het onaangename resultaat zou zijn de vijanden van de islam hierover in kennis te stellen. Want op hun weg naar wereldheerschappij is moslims alles toegestaan om hun tegenstanders te overwinnen: ze mogen misleiden, liegen, schijnverdragen aangaan, hun woord breken – en zonder wroeging ook doden wanneer dat nodig is. Een wezenlijk instrument bij de voortdurende islamitische Jihad was altijd al om de vijanden van de islam (volgens de Koran en Mohammed Joden, christenen en andere ''ongelovigen'') over de bedoelingen van de islam te misleiden en zich naar buiten toe als vreedzame en tolerante religie te presenteren, die niemand schade zou willen toevoegen. Het principe van de misleiding is zo oud als de islam – en is blijkbaar desondanks niet tot de kantoren en redactiebureaus van politici en journalisten doorgedrongen. Men wil daar gewoon niet geloven wat er niet mag zijn. In hun preken onder gelijkgezinden nemen islamitische geestelijken echter geen blad voor de mond. Zo verkondigde ayatollah Chamenei in een toespraak tot zijn geloofsbroeders in het jaar 2004:

''Misleiding, sluwheid, samenzwering, bedrog, diefstal en moord zijn niets anders dan middelen voor de zaak van Allah!''

Wat een krasse tegenstelling tot de ethische principes van de overige wereldreligies. Maar de westerse verdedigers van de islam willen dat alles niet inzien en blijken, net als hun islamitische beschermingen, immuun voor nieuwe kennis te zijn. Zulke citaten worden graag als ''op zichzelf staande gevallen'', nog liever echter als ''uit het verband gerukt'' afgedaan – waarbij het ook niet helpt om te wijzen op de oorsprong van de taqiyya-tactiek van de moslims in de Koran. Want gelovige moslims betrekken hun doen en zeggen altijd op overeenkomstige uitspraken van de koran en de Hadith – en zijn daarom, en men zou zich dit feit goed ter harte moeten nemen, in hun handelen lang niet altijd zo moeilijk in te schatten als men over het algemeen denkt. In soera 3:54 vinden moslims de goddelijke toestemming voor hun kunst van misleiding. Daarin wordt gezegd:

''En zij smeedden een list, en Allah smeedde een list; en Allah is de beste listensmid.''

Ook hierin is de islam uniek onder de overige wereldreligies: als enige viert hij zijn God als misleider, leugenaar en bedrieger – niets anders wordt met het begrip ''listensmid'' bedoeld. En tot de list van de islam behoort vooral om niet-moslims te misleiden over de ware bedoeling van de islam. De wereldveroverende islam als datgene te verkopen wat hij niet is (die ongelovigen echter zo graag willen horen): een religie van de vrede. Sinds het begin van hun expansie citeren moslims – bij hun kampvuren of op de markten op hun handelsroutes – de in het begin geciteerde vreedzaam lijkende soera’s uit de Koran. Omdat de meeste mensen, die ze ontmoetten, niet konden lezen of schrijven, stuitten ze op een aandachtig publiek, dat ze snel voor hun geloof konden winnen. Waar ze echter op een publiek stuitten dat wel kon lezen, zagen ze zich vanaf het begin geconfronteerd met de kritiek dat er in de Koran talloze passages zouden staan die gewoon helemaal niet vreedzaam waren, maar opriepen tot de vervolging en het doden van anders gelovigen. Destijds zowel als nu omzeilden de islamitische geleerden heel handig die tegenstrijdigheden en hebben het in hun 1400 jaar uitgeprobeerde verwarringtactiek tot een kunst verheven, die zelfs nu de meeste westerse intellectuelen in de val laat lopen.

En zodoende hebben de meeste westerlingen, of het nu journalisten, schrijvers, clerici of politici zijn, ook nu nog steeds geen goed antwoord op de duidelijke en tegenstrijdige uitspraken van de Koran – behalve dat ze in hun hulpeloosheid de tegenstrijdigheden van de islamitische leer negeren, ze naar believen rechtbuigen of door de islam in een gematigde en een tot geweld bereid zijnde tak te verdelen en die constructie in hun artikelen en toespraken net zo lang te herhalen tot ze er zelf in geloven. Maar in hun ijver vergeten ze, dat ze al lang zelf het slachtoffer zijn geworden van de oeroude islamitische verwarringtactiek van de moslims. Bovendien negeren ze, welke slechte dienst ze hun vrije samenlevingen bewijzen, doordat ze bereidwillige wegbereiders van de islam op weg naar absolute wereldheerschappij zijn geworden. Want moslims glimlachen om de kunstmatige scheiding van hun religie in een goede en een kwade tak, hoewel ze dit spel in het openbaar maar al te graag meespelen. Want goed is, zoals bekend, alleen datgene wat de islam dient. Heel sporadisch echter, misschien vanuit het huidige gevoel van de onoverwinnelijkheid van de islam, misschien ook vanuit de stemming van een gunstig moment, verraden ze dat er niet twee, maar slechts één enkele islam bestaat.

''De naam ’gematigde islam’ is heel hatelijk, die is aanstootgevend en een belediging van onze religie. Er bestaat geen gematigde of niet-gematigde islam. Islam is islam en dat is het'' (Recep Tayyip Erdoğan. Bron: Milliyet, Turkije, 21 augustus 2007).

De afgrenzing van het islamisme van de islam is een willekeurige constructie om de islam te ontlasten van de beschuldiging van geweld en die de meeste media in het westen zo in de val heeft laten lopen, dat die iedere criticus van de islam intussen als racisten, neonazi’s of rechtsen wegzetten en uitschelden. Daaronder bevinden zich zulke ooit zo belangrijke geestelijke vlaggenschepen als de Frankfurter Allgemeine Zeitung, de Süddeutsche Zeitung, de Welt, ja zelfs de traditionele liberale ZEIT – om slechts een paar van de belangrijkste te noemen. Zij allen – en in hun kielzog de allermeeste Duitse en Europese locale en provinciale kranten – hebben zich laten misleiden, en nu zijn zij het, die samen met hun zogenaamde gematigde islam hun lezers zelf – miljoenen – misleiden en daarmee de bereidwillige wegbereiders van een zich explosief vermeerderende religie op zijn overwinningstocht in het oude Europa geworden zijn. De dankbaarheid, waarop ze van de kant van hun islamitische clientèle hopen, zullen ze ooit herkennen aan het feit dat de moslims de ''nuttige idioten'', zoals ze die ondersteuners uit rijen van de vijand altijd hebben genoemd, als eerste een kopje kleiner zullen maken zodra ze de islamitische staat en daarmee de sharia zullen hebben ingericht op Europese bodem.

4. SAMENVATTING

De Koran is in zijn verwarrende tegenstrijdigheid een prachtig voorbeeld van de werking van het principe van taqiyya. Zonder twijfel gaat het bij de islam om de grootste en succesvolste misleidingmanoeuvre in de geschiedenis van de mensheid. Als enige onder de wereldreligies bezit de islam niet alleen een uitgebreide licentie om te doden, maar ook een verstrekkende licentie om te liegen (alleen moslims moeten een moslim niet beliegen [Bron: Hadith 7 – de 40A-Hadith]) – en plaatst zich daarmee buiten de overige, naar vreedzaamheid, fatsoen en serieusheid worstelende grote religies.

De islam is historisch gezien een bijna perfect geënsceneerde machiavellistische heerschappijstructuur, die hem een maximale efficiëntie bij zijn streven naar onbeperkte macht garandeert. Alle middelen worden ondergeschikt gemaakt aan deze machtaanspraak. Bij zijn politieke handelen wordt de islam niet door morele en ethische criteria beperkt. Islamitische ethiek is zuiver utilitaristisch: morele categorieën zoals waarheid, gerechtigheid, goed en kwaad spelen dus alleen met betrekking tot het nut voor de islam een rol en zijn daarom relatief. Wat nu goed kan zijn voor de islam, kan morgen al schadelijk zijn. Waar, goed en rechtvaardig is alleen datgene wat nuttig is voor de islam. Het doden van ''ongelovigen'' dient de islam; daarom is het doden goed. Het verzwijgen van de ware bedoelingen van de islam tegenover ''ongelovigen'' is ook nuttig voor de islam: daarom is liegen tegenover ''ongelovigen'' goed. De Jihad tegen landen van het ongeloof dient de wereldwijde uitbreiding en de eindzege van de islam: daarom is iedere Jihad rechtmatig (vergelijk daarmee het communistische totalitarisme, ook bij de RAF: ''Ethisch is, wat de revolutie dient'').

Zonder het principe van de opheffing zou de islam een religie zijn, waarin alle waarden en tegelijkertijd hun tegendeel geldig zouden zijn: en daarmee een religie van willekeurigheid en waardeloosheid.

Met het principe van de opheffing is de islam precies datgene wat hij is: een religie van de terreur tegen anders gelovigen en de enige religie ter wereld met een goddelijk vastgelegde licentie tot liegen, bedriegen en doden.

Conclusie:

  1. Voor alle gelovige moslims ter wereld geldt de Koran met zijn 114 soera’s als enige geldende leidraad van juist denken en handelen.
  2. Deze 114 soera’s vormen daarmee de voor eeuwig geldende grondwet van de islam.
  3. Omdat de soera’s vanuit islamitisch oogpunt geen mensenwerk zijn, maar afkomstig zijn van God hoogstpersoonlijk, is iedere kritiek (ook de geringste) godslastering en wordt met de dood bestraft.
  4. Ook zijn alle hervormingen in de islam, die niet door de inhouden van de Koran gedekt worden, aanvallen op de goddelijke structuur van de Koran en daarmee op Allah zelf.
  5. Daarom is de islam – anders dan bijvoorbeeld het christendom en het Boeddhisme – van nature uit immuun tegenover hervormingen en aanpassingen aan maatschappelijke vooruitgang.
  6. De Mekkaanse en de Medinese fase vormen een in het begin nauwelijks te doorgronden samenspel het ''totale systeem islam''.
  7. Met de relatief vreedzame en tolerante Koranverzen uit de Mekkaanse fase maakt de islam propaganda om nieuwe leden te werven. De meeste vreedzame moslims kennen alleen deze islam.
  8. Met de intolerante en van haat vervulde islam van de Medinese fase komen ze nauwelijks in aanraking.
  9. en als ze er toch mee in aanraking komen, is voor hen weg als islamitische terrorist geëffend.
  10. De rangschikking van de soera’s op lengte en niet volgens het tijdstip dat Mohammed ze ''ontving'', maakt de Koran en daarmee de islam voor het overgrote deel van de islamitische gelovigen niet te doorgronden.
  11. Alleen goed geïnformeerde moslims doorzien de kwalitatieve breuk van de soera’s na de intocht van Mohammed in Medina.
  12. Omdat in de islam het principe van opheffing geldt (het later gezegde is belangrijker dan het eerder gezegde) heffen de soera’s uit de intolerante en vredesvijandige late fase van de islam (Medina) de veeleer gematigde soera’s uit de Mekkaanse vroege fase van de islam quasi op.
  13. Dit principe is bij de meeste moslims niet bekend, wel echter bij islamitische theologen en bij de meeste, foutief als ''islamisten'' omschreven, fundamentele moslims, die daarmee over een elitaire en machtige heerschappijkennis beschikken, waarop ze naar behoefte teruggrijpen.
  14. Door middel van deze heerschappijkennis bezitten deze islamgeleerden daarmee binnen de islam een bijna onaantastbare definitiemacht, die door de Duitse socioloog Johannes Feest wordt omschreven als ''sociaal voorgestructureerde kans om een situatie voor anderen bindend te definiëren.''
  15. Op precies deze intolerante en mensenverachtende (Medinese) soera’s beroepen zich – islamitisch volledig correct en uiteindelijk niet aan te vechten – alle ''islamisten'' en ''Jihadisten'' (godkrijgers) van de islam.
  16. De islamitische ''godkrijgers'' zijn volgens de leer van de islam dus de ware zonen van Allah en zijn profeet Mohammed, want ze vatten zijn belangrijkste eis naar wereldverovering en de oprichting van een wereldwijd islamitisch staats- en geloofssysteem letterlijk op.
  17. De ''gematigd'' genoemde islam onderscheidt zich alleen van de ''fundamentalistisch'' genoemde islam (foutief ''islamisme'' genoemd) alleen door de snelheid van de realisering van zijn doelen. Terwijl de ''gematigde islam'' inzet op tijd, willen de ''islamisten'' de oprichting van de islamitische wereldheerschappij zo snel mogelijk en met alle middelen bereiken. Deze middelen worden expliciet in de Koran genoemd: moord op critici van de islam – misleiding van de ''ongelovigen'' over de ware bedoelingen van de islam (taqiyya) – de strijd tegen en de vernietiging van alle ''ongelovigen''.
  18. De gematigde islam bestaat daarom alleen maar in de hoofden van onwetende moslims en argeloze westerlingen. In werkelijkheid is de ''gematigde'' islam echter een historische en theologische hersenschim. Want zowel gematigde als radicale imams beroepen zich in hun doen op de Koran. Uit het hierboven genoemde komt daarom de dwingende conclusie tevoorschijn dat – des te beter een moslim de Koran inclusief het opheffingsprincipe kent en des te geloviger hij is, des te eerder zal hij neigen naar terreur tegen ''ongelovigen''.
  19. ''Haatpredikers'' bestaan daarom alleen maar in de hoofden van ongeïnformeerde en hardleerse niet-moslims. Want net zoals ''gematigde'' imams beroepen haatpredikers zich voor de volle 100 % op de teksten van de islam (Koran en Hadith), ze onderscheiden zich echter van de eerstgenoemde door hun consequentere en daarmee dichter bij de religie staande omzetting van de centrale boodschap van de islam: de oprichting van dar al-Islam (islamitische wereldheerschappij) onder de noodzakelijke voorwaarde van de vernietiging van hun vijanden (''ongelovigen").
  20. Om welke reden dan ook, plaatsen ''gematigde'' imams die opdracht tot wereldverovering niet in het middelpunt van hun preken. Maar daarmee dragen ze – bewust of onbewust – wezenlijk tot de verwarring en kalmering binnen de ''ongelovigen'' bij wat betreft de vraag van de vreedzaamheid van de islam, en vervullen daarmee in bijzondere mate de opdracht tot taqiyya van hun religie.
Michael Mannheimer

Duitsland, 21 Maart 2010

Bron:

http://www.pi-news.net/2010/03/das-abrogationsprinzip-im-koran/#more-126122
Auteur: Michael Mannheimer
Contact: M.Mannheimer@gmx.net

Vertaald uit het Duits door: E.J. Bron

22 opmerkingen:

  1. Meneer Bron,
    worden sjiieten en Soennieten als ongelovigen gezien en bestreden
    Moet dit niet zijn 'worden zij door sjiieten...' ?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @ hel decker

    U heeft gelijk!! Stomme vertaalfout!! Moet inderdaad zijn:

    "In het complete stelsel van de islam spelen Ahmadiyya en Mu’tazila echter een onbelangrijke rol en worden zij door sjiieten en Soennieten als ongelovigen gezien en bestreden".

    Hartelijk bedankt voor de tip! Ik heb de verbetering in het origineel op m'n pc aangebracht!!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dit is ongetwijfeld een prachtig stuk over de Islam en hun clubblad de Koran maar ik ga niet mijn halve zondag verspillen aan het lezen van dit zeer goede maar ook ellen en ellenlange prachtstuk.
    Ik dank mijnheer Bron voor zijn niet aflatende ijver.
    Ik vraag echter iedereen in gemoede... moeten we nu steeds in die discussie blijven hangen als vliegen in een web, over het wel of niet gewelddadig zijn van de Islam? Moeten we steeds weer alle boeken over ja/nee geweld Islam blijven kopen? Ik wil Hans Jansen cum suis en deze duitse korangeleerde(Het zal je vak maar wezen.)het brood niet uit de mond stoten, echt niet. Maar is de conclusie niet zonneklaar? Struin een half uurtje rond op YouTube, of ga naar de websites van zulke als The Religion of Peace, MemriTV, Jihad Watch en talloze andere en je komt meer over de gewelddadigheid van de Islam te weten dan je lief is. Steniging, onthoofding, hand of/en voet afhakking, mensen van gebouwen afgooien, achtjarig jongetje met een zware amerikaanse auto over zijn linker onderarmpje rijden omdat hij met dat daaraan vastzittende handje iets gestolen heeft(Uitvoerenden: liefhebbende Paps, broers, ooms en neven.Gazastrook.)
    Halal slachten(Al eens gezien?) bruiloftsgasten doodslaan en schieten omdat ze op straat zingen(Gazastrook), met z'n allen (in Pakistan) een dromedaris door de straten slepen en na urenlange kwelling(ter reiniging van de ziel der deelnemers) met ijzeren staven langzaam doodslaan. Fun! Nice gig.
    Wat ken mijn het verrotten dat in een duizend jaar oud schrijfsel Ahmadiyya en Mu'tazila een onbelangrijke rol spelen en dat ze door zhjie-ieten en zoennieten als ongelovigen worden gezien en bestreden(lees: kop eraf.)
    Echt, we verspillen onze tijd met dit eindeloze gezanik over de inhoud van de Koran. Zo blijven we binnen zitten bij onze PC's.
    Er is meer dan genoeg bewijs voor de bloederige instelling van de moslim.
    Dit gezever over de Ko....nee laat ik ophouden.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. @Adrijaco

    EENS!!! U hebt uw hart gelucht. Prima! Nu de praktische voorstellen over hoe we verder moeten dan alleen voor de pc!
    Wat mij betreft staan hier twee zaken op de voorgrond:
    1. De enige die iets zou kunnen veranderen is Geert Wilders! Geef hem dus je stem bij de volgende verkiezingen!
    2. Uit de EU stappen! Wat ooit begonnen is als een economisch samenwerkingsverband, is nu verworden tot een socialistische, multiculturele, pro-islamitische praatgroep, die zijn ziel willens en wetens aan de duivel verkoopt! Wat verkocht werd als het toppunt van democratie, is nu een elitaire club van "elites", die, afgezien van enkele nuances wellicht, op dezelfde lijn zitten. Het volk (en daarmee doel ik op het Europese autochtone volk) heeft helemaal niets meer te zeggen. Steeds meer wetgeving wordt bepaald door de EU. Het doel van de EU is dan ook de ontbinding van nationale staten ten gunste van een "multiculturele" (multicriminele!?) samenleving, waarin de autochtone Europeaan ondergeschikt wordt gemaakt aan het multiculturele doel. Als we nog iets over ons eigen land te zeggen willen hebben, is er maar één optie: UIT DE EU!!!!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Aansluitend bij Adrijaco, hoewel ik het een zeer degelijk betoog vind, vind ik het eigenlijk steeds minder interessant wat er nou precies in de koran (of hadith) staat. Het zoeken en vinden van soera's waarmee 'argumenten' kracht wordt bijgezet, blijft naar mijn idee een irrationele bezigheid gezien de totaal absurde oorsprong van elke regel. Zelfs als elke regel in de koran ooit letterlijk zo door Mohammed is uitgesproken en vele jaren later zonder enige veranderingen is opgeschreven, blijft elke letter in de koran iets van iemand die stemmen hoorde. Van een engel die zei boodschappen van god te hebben.

    Dan kan je eigenlijk toch alleen maar in schaterlachen uitbarsten? Helaas is deze Moeder van alle -'wij van wc-eend'- en Moeder van alle nare Zottigheid inmiddels uitgegroeid tot een gigantisch mondiaal probleem met circa 1,5 miljard gehersenspoelde zombies en in achterlijkheid gedompelde onderdrukten.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. De heer Bron verdiend onze achting en dank.
    Maar een erg lang stuk is het wel

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Complimenten voor E. Bron. Een enorm stuk werk zo'n vertaling. Maar wel belangrijk om interessante stukken in het Duits voor Nederlanders toegankelijk te maken die het Duits niet machtig zijn.

    De houding van de politiek correcten en de 'gematigde' moslims is kwalijk als je weet dat mensen in een aantal islamitische landen de doodstraf krijgen voor het overgaan naar een ander geloof en waar blijven toch die mensenrechtenactivisten die wel voor iedere moordenaar in de Amerikaanse dodencel demonstreren.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. De heer Bron verdiend niet onze achting meneer PAULUS maar hij verdient onze achting. Ja flauw ik weet het. Sorry. Lekker toch effe gezegd.
    Ja meneer Bron ik ga zeker op de PVV stemmen. Uit de EU stappen lijkt mij echter helemaal verkeerd. De EU kan iets moois worden als we er ons mee bemoeien in plaats van dat we er ons geen zak van aantrekken en de boel in Brussel maar op z'n beloop laten. De Moslim is er wel aanwezig hoor! De Verenigde Staten van Amerika zijn er ook niet zonder moeite gekomen.
    De EURO is een Zegen! Overal kun je betalen met dezelfde muntjes.
    Niks geen Grenswisselkantoren meer!
    Is niet verkeerd.
    De EU heeft ook voordelen.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Meneer Bron,

    De Koran is zeker niet chronologisch, maar door khaleefah Uthmaan ibn Affaan op lengte gesorteerd. Dit heeft niemand ontkent.

    Vervolgens stelt u:

    – en de jongere soera’s (uit de gewelddadige late fase van Mohammed in Medina) doen de oudere uit de in vergelijking nog vreedzame periode in Mekka teniet.
    -----------------------------------------

    Waar blijkt dit uit?
    Dit is beslist niet waar! bovendien herken ik in uw hele stuk, prutswerken van Hans Jansen

    Soera 2 is een Madinese soera, en daarin komt voor:

    "Voorzeker, de gelovigen, de Joden, de Christenen en de Sabianen - wie onder hen ook in Allah en de laatste Dag geloven en goede daden verrichten, zullen hun beloning bij hun Heer ontvangen en er zal geen vrees over hen komen, noch zullen zij treuren"


    Goed lezen: "Onder hen" dus onder de Joden, de Christenen en de Sabianen. Kom dus niet met: 'Ze moeten eerst moslim worden' Dat mag u naar de krant der fabelen verwijzen.


    Dit vers is dus niet bepaald "geweldadig" tegenover deze andersgelovigen, terwijl het wel een Medinese soera betreft, die tegen het einde van het leven van Mohamed is neergedaald, en dus volgens uw logica geweldadig moet zijn!

    En dit is maar een klein voorbeeldje.



    Nog een paar vragen:

    Waar haalt u de wijsheid vandaan om te beweren dat de jongere
    soera’s de oudere uit de in vergelijking nog vreedzame periode in Mekka teniet doen?

    Wat doen die soera's en die verzen dan nog in het boek?

    Geloven moslims volgens u in een gedeelte van de koran wel en in een gedeelte niet (meer)?


    Ik zou graag van u antwoorden op mijn vragen willen hebben, ik ken de koran, meneer Bron, mij neemt u niet de maling, wees flink en geef een eerlijk en een gedegen antwoord. Die antwoorden vind u niet in de werken van Hans Jansen en co, maar in de koran zelf.

    BeantwoordenVerwijderen
  11. "Ondanks het feit, dat bijna alle internationale terreurdaden in de laatste decennia door moslims werden gepleegd". Het hangt er maar vanaf hoe terreurdaden worden gedefinieerd. De simpelste zou zijn: het intimideren van een burgerbevolking voor politieke doeleinden. In dat geval is de beeldvorming dat terreur bijna uitsluitend door islamieten wordt gepleegd aan herziening toe.

    BeantwoordenVerwijderen
  12. El_Houssain zei:"– en de jongere soera’s (uit de gewelddadige late fase van Mohammed in Medina) doen de oudere uit de in vergelijking nog vreedzame periode in Mekka teniet.
    -----------------------------------------

    Waar blijkt dit uit?

    Soera 2 vers 106. Welk teken Wij ook opheffen of doen vergeten, daarvoor brengen Wij betere of daaraan gelijke. Weet gij niet, dat Allah macht heeft over alle dingen?
    Soera 16 vers 101. En wanneer Wij het ene teken in plaats van het andere brengen - en Allah weet het beste wat Hij openbaart - zeggen zij: "Gij verzint slechts." Neen de meesten hunner weten het niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  13. Luckybee,

    U bent niet de eerste die soera 2 vers 106 misbruikt om de mensen te misleiden en wijs te willen maken dat een grote gedeelte van de koran niet meer geldig en opgeheven is door een paar verzen die een over een slagveld gaan!

    Het belangrijkste voorbeeld van de koran die velen niet zien zitten is vers 2:256 ‘Er is geen dwang in de religie’ dit vers, en andere soortgelijke verzen kunnen nooit worden opgeheven door ene of andere uitspraak, omdat dan de menselijke verantwoordelijkheid voor geloven wordt afgenomen.


    Verzen die iets vertellen over een slagveld, meestal soera 9 Toubah, hebben een duidelijke historische context en kunnen en mogen dus niet als de universele standaard gehouden worden. De eerste verzen van Surah 9 verwijzen ook naar de groepen ‘die hun bestanden/verdragen hadden verbroken’

    Soera 9 is een vertelling, geschiedenis, en heft verder niets op, kan ook helemaal niet, dit is onzin, het zijn geen opdrachten die wel wat kunnen vervangen, zoals Hans Jansen graag stelt.

    Het kan niet zo zijn dat deze geschiedenisverzen de grootste gedeelte van de koran teniet doen!


    Sinds de oudheid zijn er -Jalal al-Suyuti, een geleerde , en Ibn Taymiyya, een literaire criticus- geweest, die van grootschalige opheffing van de koran uit gingen, en dat is logisch, want Jalal al-Suyuti was zeer beinvloed door Ibn Taymiyya, die een eeuw voor hem leefde, Ibn Taymiyya was gefixeerd op oorlog voeren, omdat Egypte toen was ingenomen door de Mongolen, met grote chaos als gevolg. Hij wilde dat de moslims vochten tegen de Mongolen.

    Dit is dus de mening van deze twee, ondanks dat Ibn Taymiyya de oorlogsverzen wilde inzetten in zijn strijd tegen de Mongolen, zijn hiermee de vredesverzen nooit opgeheven, sterker nog, het heeft niets met elkaar te maken, omdat je anders ook soera 10:25 kan afschaffen! (omdat God ons naar het bestaan van vrede wilt leiden, vers 10:25)

    Opheffing geldt voor een zeer beperkt aantal verzen, vb. Wijn werd eerst alleen wat afgeraden, maar uiteindelijk in 3 stappen verboden, stap 1, nadelen van wijn zijn groter dan de voordelen, stap 2, niet in beschonken toestand deelnemen aan het gebed, stap 3, algehele verbod: Wijn en dergelijke zijn satanszonden, dus niet meer doen. Deze verzen spreken elkaar absoluut niet tegen, zoals vele andere verzen dat ook niet doen.

    Hans Jansen en co, dachten het ei van Columbus te hebben gevonden en alle koran die ze niet zint, af te doen als opgeheven en
    geabrogeerd! Maar helaas, zo simpel ligt het niet, abrogatie en het geabrogeerde (Nasikh wa elmansookh) kennen een aantal voorwaarden, het geabrogeerde moet alleen te maken hebben met het interpreteren van de koranische wetten, maar waar de koran over verschillende godsdiensten spreekt, en hoe God zelf daarmee omgaat is niet vatbaar voor opheffing of verandering, omdat dit 'nieuws' is, dus mededelingen, en aan mededelingen valt niks op te heffen. Universele standaarden kunnen ook niet opgeheven of vervangen worden door verhalen die over een slagveld ( soera 9) gaan, het klopt niet en er zit geen logica in.

    Ik kan niet eindeloos doorgaan hier en hoop dit goed verwoordt te hebben.

    BeantwoordenVerwijderen
  14. Meneer Bron is niet van plan om een antwoord op mijn eerdere vragen te geven, maar dat geeft niet, ik ga wel door met zijn tweede alinea :
    "De centrale vraag bij uitstek: Is de islam vreedzaam of gevaarlijk?"

    Bron:
    Ondanks het feit, dat bijna alle internationale terreurdaden in de laatste decennia door moslims werden gepleegd,
    -------------------------------

    De Islam is niet van de laatste decennia meneer Bron, u vernietigd nu zelf datgene wat u wilde bewijzen! U suggereerd hier dat er een nieuwe Islam is ontworpen in de laatste decennia! Iets wat niet bestaat, de islam is nog altijd hetzelfde gebleven, het kan wel wezen dat er een stel is dat zich moslim noemt, aanslagen pleegt, dat zegt niets over de Islam, maar over hen zelf, want de moslims hebben daar nog altijd meer last van dan u, bovendien wordt er nergens opgeroepen tot moord.



    Bron:
    Zo wordt er bijvoorbeeld in soera 47, vers 4 gezegd: ''En wanneer jullie de ongelovigen ontmoeten, sla hun koppen af, totdat jullie een slachting onder hen hebben aangericht.''
    ------------------------------------

    Meneer is te beroerd om vers 4 juist te citeren? Wat u daar neerplempt is pure vervalsing en niet het hele vers! Schaamteloos, hoe u de feiten verdraait.

    U wilde hiermee natuurlijk het terrorisme van de laatste decennia verklaren, jammer voor u, want ook dit vers is geen vrijbrief voor moord.


    Soera 47:4

    4. Wanneer gij de ongelovigen ontmoet, treft dan hun nek en wanneer gij overwinnaar zijt, bindt hen dan vast. En wanneer de oorlog....


    Oorlog...Dit woord komt in uw verhaal niet voor! Hoe kan dat?
    U smokkelt het een, en laat het ander weg! Smerige praktijken zijn het, meneer Bron. want hieruit kan één ieder herleiden dat er een slagveld aan de gang was, en dat dit vers instructies bevat hoe te handelen.

    Als u toch aan het citeren bent, citeer dan ook het volledige verhaal, zodat de lezers begrijpen waar u het over heeft, of is dat juist wat u net niet wilde?


    Soera 47:4

    "Wanneer gij de ongelovigen ontmoet, treft dan hun nek en wanneer gij overwinnaar zijt, bindt hen dan vast. En wanneer de oorlog opgehouden is, laat hen dan vrij uit gunst of voor een losprijs. Zo zij het. En indien Allah wilde, had Hij hen Zelf kunnen bestraffen. Doch Hij wilde sommigen uwer door anderen op de proef stellen. En degenen die terwille van Allah worden gedood, hun werken zal Hij zeker niet vruchteloos maken"


    En kom nu niet met: Ja, het zal wel, maar in de praktijk komt er niets van terecht. Is namelijk ook zo, en dat probeer ik ook de hele tijd uit te leggen, dat Binnie en co niet hetgene doen wat in de koran staat, wanneer ze langs komen of vliegen met hun bomgordels.
    (Zullen ze van de week vast pech hebben gehad, lagen alle ontstekingen klaar, vliegt er niks!)


    Het werkelijke vers klinkt toch heel anders dan : "Sla hun koppen af, totdat jullie een slachting onder hen hebben aangericht.'' Waar u meekwam.

    Legt u maar uit hoe u aan dit gore leugen komt.

    BeantwoordenVerwijderen
  15. @El Houssain

    Nu heb ik eens gekeken wat Ibn Kathir zegt van dit vers (en de vertaling) en het resultaat is dat men daar niet vrolijk van kan worden.

    Vrijvertaald komt het er op neer dat als moslims ongelovigen aanvallen er sprake is van oorlog. Dat lijkt me correct. Weliswaar een oorlog die de ongelovige niet gewild heeft, maar toch. Vervolgens moet men in die strijd net zolang doorgaan tot `you have killed and utterly destroyed them'. Dat klinkt niet best kan ik u meegeven. De restjes die dan nog overblijven mogen de ongelovigen terugkopen tegen losgeld of werden slaaf.

    De geschiedenis van de veroveringen door de islam steunen op dit vers en niet valt in te zien waarom dit vers nu ineens aan betekenis heeft verloren. Als de islam vrede zou zijn dan waren de onderworpenen aan Allah rustig in hun tent blijven zitten en handel hebben gedreven. Wat moesten ze in Alexandrie, Wenen, Poitiers, Spanje etc? Ze brachten geen vrede maar oorlog en daar slaat dat vers op.

    BeantwoordenVerwijderen
  16. R.H. :


    "Vrijvertaald komt het er op neer dat als moslims ongelovigen aanvallen er sprake is van oorlog. Dat lijkt me correct".
    ------------------------------------

    Dit probeer ik dus aan Bron en anderen te vertellen, het is geen "license to kill" en heeft totaal niks van doen met naskh, omdat deze verzen niet gekomen zijn om andere te vervangen, maar om de moslims juist ervan te weerhouden onschuldigen te doden, alleen te vechten wanneer hen onrecht is aangedaan, en zolang hun vijand ook vecht.


    R.H.:

    "Weliswaar een oorlog die de ongelovige niet gewild heeft"
    ------------------------------------
    Dat is nou net niet waar, die ongelovigen hebben misdrijven gepleegt die het daglicht niet kunnen verdragen, huisuitzettingen en plunderingen, met kinderen en al de bergen opgejaagd voor een paar jaar, etc. Dat is ook een vorm van bevechten, als je alles achter je moet laten in ruil voor een zwerfbestaan met gezin!
    waarna de moslims de profeet langdurig hebben gesmeekt om vergelding. Dat is terug te vinden in dezelfde soera 47:

    "En hoevele steden die sterker waren dan de stad die u heeft uitgedreven, hebben Wij vernietigd, en zij hadden geen helper"!
    47:13

    dat de moslims om vergelding smeekten is weer terug te vinden in soera 22

    "Toestemming om te vechten is gegeven aan degenen tegen wie gevochten wordt, omdat hun onrecht is aangedaan, voorzeker Allah heeft de macht hen bij te staan.

    Degenen die ten onrechte uit hun huizen werden verdreven alleen omdat zij zeiden: "Onze Heer is Allah." - En indien Allah sommige mensen niet met behulp van anderen tegenhield, zouden ongetwijfeld kloosters, kerken, synagogen en moskeeën, waarin dikwijls de naam van Allah wordt herdacht, afgebroken zijn. Allah zal ongetwijfeld degene ondersteunen die Hem helpt - Allah is inderdaad Sterk, Almachtig"
    22:39-40

    Hee, Allah wordt toch alleen in moskeeen aanbeden? Dat hadden we met Hans Jansen toch afgesproken?

    Dikke pech, hieruit blijkt maar weer eens dat Allah een Arabische woord is voor het Nederlandse woord God. Niet meer en niet minder.



    R.H.:
    De restjes die dan nog overblijven mogen de ongelovigen terugkopen tegen losgeld of werden slaaf.
    -------------------------------------

    Ik neem aan dat u geen moeite heeft met lezen zeker?

    Er staat duidelijk, en daar is geen intrepretatieverschil in mogelijk:

    "En wanneer de oorlog opgehouden is, laat hen dan vrij uit gunst of voor een losprijs"

    Losprijs is ook geen plicht, maar een keuze.

    Goed, op de rest van uw comment kom ik later nog terug.

    BeantwoordenVerwijderen
  17. Misbruik meneer el Hussein?Het staat zwart op wit in de koran geschreven
    2. De Koe (Al-Baqarah)
    Geopenbaard nà de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 286 strofen.

    Soera 2 vers 225. Allah zal u niet ter verantwoording roepen voor uw ijdele eden, maar Hij zal u ter verantwoording roepen voor hetgeen uw hart heeft verdiend. Allah is Vergevensgezind, Verdraagzaam.

    5. De Tafel (Al-Maidah)
    Strofe drie bevat waarschijnlijk de laatste woorden van de Koran die werden gereveleerd. Geopenbaard nà de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 120 strofen.
    Soera 5 vers 89. Allah zal u niet ter verantwoording roepen voor uw ijdele eden, maar Hij zal u ter verantwoording roepen voor de eden welke gij in ernst aflegt. De boetedoening er voor is: tien armen te spijzigen met het gemiddelde voedsel waarmede gij uw huisgezinnen voedt, of hen te kleden, of het vrijmaken van een slaaf. Maar wie dat niet kan doen zal drie dagen vasten. Dit is de boete voor uw eden, wanneer gij zweert. Maar houdt uw eden. Zo legt Allah u Zijn tekenen uit, opdat gij dankbaar moogt zijn.

    16. De Bij (An-Nahl)
    Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 128 strofen.
    Soera 16 vers 106. Wie Allah verwerpt, na te hebben geloofd - behalve hij die wordt gedwongen terwijl zijn hart in het geloof vrede blijft vinden - en zijn hart voor het ongeloof opent, op hem rust Allah's toorn; en er zal een grote straf voor hem zijn.

    Mischien is dit ook interessant om te weten
    Soera 3 vers 28. Laat de gelovigen geen ongelovigen als vrienden verkiezen boven de gelovigen - en wie dat doet heeft geen deel aan Allah, tenzij gij u zorgvuldig voor hen hoedt. En Allah waarschuwt u voor Hemzelf en tot Allah zullen allen wederkeren.

    BeantwoordenVerwijderen
  18. @El Houssain

    Tja, we moeten 47:4 wel in haar context lezen. Daar ben je zelf ook een voorstander van dus doe ik het maar even. Wat gaat vooraf aan 47:4? Jawel 47:3. En wat staat daar?

    “Dat is omdat de ongelovigen de leugen volgen, terwijl de gelovigen de Waarheid van hun Heer volgen. Zo deelt Allah aan de mensen hun toestand mede”

    En dan volgt “Dus, wanneer gij de ongelovigen ontmoet, treft dan hun nek en wanneer gij overwinnaar zijt, bindt hen dan vast.

    In de context, en dat zou jij ook moeten doen, is het een doorlopend verhaal. Maar let even op het woordje ‘dus’. Dat heb je zo opvallend weggelaten, dat ik het er voor jou maar weer heb bij gezet.

    Met geen woord wordt in geen enkele tafsir, in geen enkele islamitische bibliotheek gesteld dat deze verzen betrekking hebben op aanvallen van of door ongelovigen. Nee, het zijn vrij nuchtere opmerkingen van ‘Allah’ die algemeen geldend zijn voor de houding die men tegenover ongelovigen moet aannemen. Dat weet jij ook wel, maar omdat met alle middelen te ontkennen wordt zelfs wat angstaanjagend. Dat was het vers al, daar hoeft jij geen schepje boven op te doen.

    BeantwoordenVerwijderen
  19. luckybee zei...
    Misbruik meneer el Hussein?Het staat zwart op wit in de koran geschreven
    --------------------------

    Ik neem aan dat u dit schrijft naar aanleiding van mijn schrijven van 20 april 2010 23:30?

    Ik beweer ook niet dat er nooit iets is veranderd in de periode van 23 jaar waarin de koran is geopenbaard, er zijn legio voorbeelden, maar waar het omgaat is, wat zijn de voorwaarden voor opheffing en vervanging. De grootste gedeelte van het boek dient in context gelezen te worden, vooral soera's 8 en 9 zijn neergedaald tijdens en na een gewapend conflict, en vertellen ook veel daar over, maar de soera's kunnen nooit de universele waarden vervangen, we zitten toch niet voortdurend in een gewapend conflict ??
    Wel is het zo, dat wanneer een of ander land een islamitisch land binnenvalt waarbij de bevolking gedupeerd wordt, en er geen ruimte meer is voor dialoog, de moslims dan voor zichzelf op MOETEN komen, dat valt dan onder de jihad, daarbij kunnen ze zich in grote lijnen beroepen op deze soera's, de manier van oorlog voeren is uiteraard aan verandering onderhevig, maar het blijft oorlog, bv. hoe om te gaan met gevangenen kun je je als moslim nog steeds op de koran beroepen.


    luckybee:
    "Mischien is dit ook interessant om te weten
    Soera 3 vers 28. Laat de gelovigen geen ongelovigen als vrienden verkiezen boven de gelovigen - en wie dat doet heeft geen deel aan Allah, tenzij gij u zorgvuldig voor hen hoedt. En Allah waarschuwt u voor Hemzelf en tot Allah zullen allen wederkeren"
    ------------------------------------

    Ik ken de koran, dus voor mij is het niet nieuw, ik denk dat ook u in een val bent gelopen die anderen hebben opgeworpen door doelbewust Christenen en Joden het etiket ongelovigen te geven.

    In meerdere soera's, zeker ook Madinese (Daar gaat de vermeende abrogatie) blijkt dat er meerdere wegen zijn die naar God/Allah leiden, nl.: Praktiserende Joden en Christenen ontvangen op de dag des oordeels hun beloning, hebben verder niets te vrezen, en zijn gewoon gelovigen, omdat ze een GELOOF aanhangen, ongelovigen zijn mensen die gelovigen verhinderen hun Godsdienst te belijden, waarbij ze ze daarom bestrijden.

    De koran verbiedt moslims vriendschap te sluiten en zaken te doen met deze categorie ongelovigen, bovendien geldt het alleen voor diegenen die moslims bestrijden.

    8. Allah verbiedt u niet, degenen, die niet tegen u om de godsdienst hebben gevochten, noch u uit uw huizen hebben verdreven, goed te doen en rechtvaardig te behandelen; voorzeker, Allah heeft de rechtvaardigen lief.

    9. Maar Allah verbiedt u vriendschap te betonen aan degenen, die tegen u gevochten hebben om de godsdienst, en die u uit uw huizen hebben verdreven of geholpen hebben u te verdrijven. En wie hun ook vriendschap aanbiedt, dezen zijn de boosdoeners.
    soera 60: 8-9


    Hans Jansen houdt vers 8 altijd verborgen, ik heb hem regelmatig middels dit blog gevraagd waarom hij dat doet, daar kreeg ik, op een sneer na nooit antwoord op.

    Misschien weet u dat wel en kunt u het mij vertellen?


    Soera 3:85 "En wie een andere godsdienst zoekt dan de Islam, het zal van hem niet worden aanvaard en hij zal in het Hiernamaals onder de verliezers zijn"
    vervangt bovenstaande verzen nooit, omdat het alleen voor moslims geldt, dit ivm. het verbod voor moslims de islam de rug toe te keren, want één vers ervoor, dus 3:84 luidt: Zeg: "Wij geloven in Allah en in hetgeen ons werd geopenbaard en hetgeen werd geopenbaard aan Abraham, Ismaël, Izaنk, Jacob, en de stammen en hetgeen aan Mozes en Jezus en de profeten door hun Heer werd gegeven. Wij maken geen onderscheid tussen wie dan ook van hen. Aan Hem alleen onderwerpen wij ons.

    Ook dit is niet in strijd met elkaar als het lijkt.

    BeantwoordenVerwijderen
  20. R.H:

    "De geschiedenis van de veroveringen door de islam steunen op dit vers en niet valt in te zien waarom dit vers nu ineens aan betekenis heeft verloren. Als de islam vrede zou zijn dan waren de onderworpenen aan Allah rustig in hun tent blijven zitten en handel hebben gedreven. Wat moesten ze in Alexandrie, Wenen, Poitiers, Spanje etc?"
    -------------------------------------

    Omstreeks het jaar 750 islamitische jaatelling, kregen de Abbasieden een ingeving; nl: De verzen over oorlog en vrede werden met opheffing geinterpreteerd, en op deze manier toegepast om zo een oorlogswetgeving te creeren die paste bij de belangen van de Abbasieden om meer gebied te veroveren.
    Deze techniek kwam niet voort uit de interpretatie van Mohammad of zijn eerste volgelingen, maar is door rechtsscholen zelf gecreerd en gebaseerd op 2 verzen in de koran. De verzen over oorlog en vrede werden origineel nooit met opheffing geinterpreteerd.

    Maar veel Aziatische landen werden niet door veroveringszucht geislamiseerd, maar juist door goede omgangsvormen van hun islamitische zakenpartners.

    BeantwoordenVerwijderen
  21. R.H.:

    Maar let even op het woordje ‘dus’. Dat heb je zo opvallend weggelaten
    ---------------------------------

    Het woordje 'dus' staat er NIET bij, R.H.!
    "Fa idaa laqeetumu ladeena kaffaroo......."

    "Fa idaa" Betekent: "Wanneer" of : "Als"


    Maar, met of zonder "dus", u heeft het vers nog steeds niet gelezen, want u stelt:

    "Met geen woord wordt in geen enkele tafsir, in geen enkele islamitische bibliotheek gesteld dat deze verzen betrekking hebben op aanvallen van of door ongelovigen. Nee, het zijn vrij nuchtere opmerkingen van ‘Allah’ die algemeen geldend zijn voor de houding die men tegenover ongelovigen moet aannemen"

    Terwijl het vers luidt:

    "Wanneer gij de ongelovigen ontmoet, treft dan hun nek en wanneer gij overwinnaar zijt, bindt hen dan vast. En wanneer de oorlog opgehouden is, laat hen dan vrij uit gunst of voor een losprijs. Zo zij het...."


    Noemt u dit vrij nuchtere opmerkingen van ‘Allah’ die algemeen geldend zijn voor de houding die men tegenover ongelovigen moet aannemen???


    Waar komt volgens u het zinnetje : "Wanneer de oorlog opgehouden is..." vandaan dan?

    BeantwoordenVerwijderen
  22. Matthéüs 28,16-20
    De opdracht aan de discipelen
    16 En de elf discipelen zijn heengegaan naar Galilea, naar den berg, waar Jezus hen bescheiden had.

    17 En als zij Hem zagen, baden zij Hem aan; doch sommigen twijfelden.

    18 En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.

    19 Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.

    20 En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.

    Dit is een duidelijke opdracht van God.Hij is onze leider en niemand anders.

    BeantwoordenVerwijderen