Afschaffing slavernij in Nederlandse koloniën

Er zijn tal van evenementen die de afschaffing van de slavernij in de Nederlandse koloniën, 150 jaar geleden op 1 juli 1863, dezer dagen herdenken. Festivals, lezingen, exposities en voorstellingen. Zo is er het Keti Koti festival in het Oosterpark in Amsterdam, voor de NOS gepresenteerd door Umberto Tan en Jörgen Raymann. Er is de première van de film Tula, The revolt over de slavenopstand van 1795 op Curaçao. En er zijn voorstellingen als Rebelse vrouwen en Geen liefde zonder vrijheid.

Op 1 juli wordt het Keti Koti (‘verbroken ketenen’) festival gehouden in het Oosterpark, waar het Nationaal Monument Slavernijverleden staat. De NOS doet middels Tan en Raymann verslag op Ned 2 van 12.30 tot 14.00 en zendt van 19.30 tot 19.55 reportages over de hele dag uit. Er is de traditionele bont gekleurde Bigi Spriki optocht. Er treden bands op als de wereld vermaarde reggaeformatie Morgan Heritage, de populaire Surinaamse kasekokaskawi band Aptijt en het Metropole orkest laat Lieve Hugo en Doble-R horen met medewerking van Karin Bloemen, Izaline Calister, Giovanca en Edgar Burgos. En er is het grote kunstproject Art in public met een tentoonstelling en optredens van dichters en schrijvers. Dit alles in aanwezigheid van het koninklijk paar, de burgemeester, de vice-president, de voorzitter van NINsee (het inmiddels afgeslankte Nationaal Instituut Nederlandse slavernijgeschiedenis en verleden)en ministers van Curaçao, St Maarten en Aruba. Wat zal Asscher zeggen? In 2001 sprak toenmalig minister Van Boxtel zijn ‘diepe spijt’ uit, maar de Nederlandse staat heeft nooit formeel excuses aangeboden, wat volgens Piet Emmer (was hoogleraar geschiedenis van de Europese expansie) ook absoluut niet nodig is.


In de OBA hoorde ik een boeiende lezing van Antoine de Kom, een kleinzoon van Anton de Kom, forensisch psychiater van beroep en ook dichter. Zijn grootvader Anton schreef Wij slaven van Suriname, dat in 1934 in gecensureerde vorm werd uitgegeven. Hij werd door de Nederlandse inlichtingendienst in de gaten gehouden, raakte betrokken bij het verzet, werd gevangen gezet in kamp Vught, van waar hij in september 1943 werd gedeporteerd naar Duitsland. Daar stierf hij in april 1944 in Sandborstel, het buitenkamp van Neuergamme. Ad van Liempt hield op 19 juni j.l. de De Kom lezing over die deportatie van gevangenen uit kamp Vught en over De Kom als verzetsman.

Kleinzoon Antoine vertelde zijn persoonlijke verhaal in het kader van de Cola Debrot lezing. Voor en na zijn verhaal werden fragmenten getoond uit de documentaire Tambú (de benaming voor dans en zang op Curaçao, stammend uit de tijd van de slavernij) die in augustus in première gaat. Opzwepende dansen en prachtige liederen, met het terugkerend refrein “De slaaf is een kip, mama” (kip is het goedkoopste vlees).

Antoine de Kom sprak over moderne vormen van slavernij (zoals vrouwenhandel en kinderarbeid) en aan de hand van zijn eigen geschiedenis (zowel zijn grootvader als vader trouwden met een blanke vrouw) vooral over misvorming van de identiteit in de tijd van de slavernij, verstoring van familieverbanden en de perverse verhouding tussen meester en slaaf, die nog altijd doorwerken. Beiden moeten volgens hem loskomen van superioriteits- en inferioriteitsgevoelens. Beiden zitten vaak nog gevangen in de tegenstelling van overheersing en onderwerping. Een soort van verstrengeling, die het zicht op de eigen identiteit belemmert. Hij demonstreerde dat ook aan de hand van de actuele situatie in Suriname. Het land zet zich enerzijds af tegen Nederland, van de andere kant zwijgt men er in alle talen over wat er gebeurd is in december 1982, alsof men gebonden is aan een omerta. Hij pleitte voor een soort van onbaatzuchtige levenshouding die hij sufri noemt. Een erg idealistisch concept maar hij wist het met overtuiging en genuanceerd te brengen.

Op 4 juli (Nederland) en op 11 juli (Curaçao) gaat de film Tula. The revolt van Jeroen Leinders in pre-mière. Het is de eerste speelfilm over de slavernijgeschiedenis in de voormalige Nederlandse koloniën, en wel op Curaçao waar Tula, slaaf op één van de plantages, op 17 augustus 1795 met lotgenoten het werk neerlegde en ook slaven van andere plantages wist te bewegen een gezamenlijke tocht te ondernemen naar de gouverneur om vrijheid te vragen. Kort daarvoor hadden de Fransen hun slaven op Haïti de vrijheid gegeven, nadat deze in opstand waren gekomen. De Nederlandse Republiek had intussen de oorlog verloren van Frankrijk en was onder Frans bestuur komen te staan. Dan zouden de Nederlanders toch ook de slavernij moeten afschaffen. Maar zo logisch redeneerden die Nederlanders niet. In de film (die ik op de persvoorstelling zag) zegt de plantagehouder (de laatste rol van Jeroen Willems): “Jullie soort heeft geen recht op vrijheid.” Toch gaat Tula op weg naar de gouverneur en steeds meer slaven sluiten zich bij de vreedzame tocht aan, maar al snel worden ze voor de keuze gesteld: terug naar de plantage of de kogel. Tula houdt vol. Ze gaan niet terug. Ze willen alleen de gouverneur spreken. Dan slaat het Nederlandse leger genadeloos toe. Tula en de zijnen gaan door maar de leiders van de beweging worden uiteindelijk opgepakt, gemarteld en tot gruwelijke vonnissen veroordeeld. Nog altijd wordt op Curaçao 17 augustus grootser gevierd dan 1 juli, de datum waarop in 1863 de slavernij in De Nederlandse koloniën werd afgeschaft (Nederland was daarmee één van de laatste landen). De betovergrootvader van Antoine de Kom heeft het meegemaakt. En in de epiloog van de film zien we de vrouw van Tula met hun zoontje aan zee. Hij zal op 68 jarige leeftijd vrij man worden. Zo lang is het allemaal nog niet geleden.

Regisseur Leinders heeft een gedeelte van zijn jeugd op Curaçao doorgebracht, maar het feit dat een blanke Nederlander dit verhaal wilde vertellen, riep natuurlijk kritische vragen op. Hij focust consequent op het principe van geweldloosheid van de kant van de slaven, maar hij heeft gekozen voor een internationale cast met Engels als voertaal, waardoor het eigene van deze geschiedenis enigszins verloren gaat. Daar komt bij, dat het eiland, al is alles daar opgenomen, nauwelijks te herkennen is. Plot en karakters zijn ook nogal schematisch ingevuld. Alleen Obi Abili (Tula) en Jeroen Willems weten naar mijn smaak door hun spel aan stereotypen te ontkomen. Dans en zang van de slaven kleuren het geheel wel gevoelvol in, maar helaas komt de tambú maar één keer in de film voor. Ik verwacht meer van de film Hoe duur was de suiker van Jean van De Velde (naar het boek van de Surinaamse schrijfster Cynthia Mcleod – door John Leerdam al op het toneel gebracht) die in het najaar in première gaat. Niettemin toont Tula, The revolt een indrukwekkend verhaal dat verteld moet worden.

In het Bijlmerpark Theater zag ik de voorstelling Rebelse vrouwen, mogelijk gemaakt door dit theater en degelijke research van NINsee, waarin heden en verleden op een verrassende wijze door elkaar geweven worden. De jonge Afrikaanse Onise is slachtoffer geworden van vrouwenhandelaren, die haar dwingen voor hen te werken als prostituee. Uit pure wanhoop roept ze haar voorouders aan. En dan staan er plotseling drie vrouwen voor haar, geesten uit de tijd van de historische slavernij in Suriname en op Curaçao. Zij rebelleerden voortduren tegen hun onderdrukking en begrijpen wat Onise meemaakt. In een werveling van verhalen, dans en zang zien we een wisselwerking tussen de ervaring van toen en nu. Door slimheid, veerkracht en geweld wisten de vrouwen de plantages te ontvluchten, hun meesters te verleiden of zelfs in een put te gooien of te vergiftigen, al moeten ze daar wel een prijs voor betalen. Evenals in de lezing van Antoine de Kom komt hier de perverse verhouding tussen meester en slaaf aan de orde, de bijna symbiotische relatie tussen beiden. Eén van de vrouwen is als huisslaaf haar shon gewillig om de omstandigheden voor haar lotgenoten te verbeteren. De vrouwen zijn gebrandmerkt zoals Onise een tattoo heeft van haar pooier, een man van haar eigen stam. De drie vrouwen uit het verleden werden ook verraden door ‘eigen mensen’, zoals ook de slaaf Tula dat overkwam. We spreken tegenwoordig over ‘moderne slavernij’, een benaming die ook misleidend kan zijn. Want anders dan toen is er nu geen sprake van legaal overheidshandelen en religieuze rechtvaardiging van racisme. De voorstelling Rebelse vrouwen is alleen nog in Middelburg te zien. 

Geen liefde zonder vrijheid is prachtig muziektheater van Het Volksoperahuis, met medewerking van Jörgen Raymann en Izaline Calister, over de treurige liefdesgeschiedenis van Buchi Fil en Mosa Nena. Het is een wrede lovestory op de tonen van een klassiek strijkkwartet en de beats van Caraïbische percussie. Raymann is de verteller en speelt de slaaf Buchi Fil, de trotse slaaf die niet wil buigen voor zijn meester en niet wil toegeven aan de verlangens van zijn meesteres. Izaline Calister (haar prachtige zangstem is ook te horen bij Keti Koti) is een uitbundige Nena, die eveneens haar meester afwijst. Zij wordt doorverkocht, hij springt van een klip. Kees Scholten speelt de plantagehouder en zijn vrouw, en hij beheerst als de volkszanger Dries perfect het Jordanese vibrato. En dan is er nog de jongerendansgroep Untold Empowerment. Het is een bijzonder aanstekelijke voorstelling die ook nog te zien is op De Parade in Den Haag, Utrecht en Amsterdam.

Jörgen Raymann is trouwens ook gastconservator van de expositie Slavernij verbeeld in Bijzondere Collecties Universiteit van Amsterdam, waarop kaarten, boeken, illustraties en brieven van slaven en plantagehouders de slavernijgeschiedenis in beeld brengen. En op de tentoonstelling De zwarte bladzijde in Het Scheepvaartmuseum kun je o.a. lezen en zien, hoe het slavenschip ‘Leusden’ in 1738 op nieuwjaarsdag kapseisde en zonk. De bemanning die de ramp overleefde maakte zich drukker over een verloren gegaan kistje goud dan om de ruim 600 omgekomen slaven. Er is door onderzoekers jaren lang gesteggeld over het Nederlandse aandeel in de internationale slavenhandel. De meeste tentoonstellingen spreken nu over 550.000 Afrikanen die door Nederlandse schepen in de 17e en 18e eeuw naar het Caraïbisch gebied zijn getransporteerd. In totaal gaat het volgens het Amsterdams Museum om 12,5 miljoen mensen, volgens de Bijzondere Collecties van de UVA om 11 miljoen. Hopelijk is het feit dat het Nederlandse aandeel in vergelijking met bijvoorbeeld Engeland (3,2 miljoen) en koploper Portugal (5,8 miljoen) bescheiden is voor de Nederlandse regering geen argument om het aanbieden van excuses voor het begaan van misdaden tegen de menselijkheid (de VN betitelde officieel de slavernij aldus in 2011) nog weer uit te stellen. Volgens econoom en historicus Piet Emmer is zo’n handgebaar niet nodig.

Mezzosopraan Tania Kross ontdekte, dat ze – door een huwelijk van meester met slavin - zowel van een slaaf als van een slavenhandelaar afstamt. Bovendien heeft ze nog Venezolaans en Joods bloed. Het was voor haar een drijfveer om de opera Katibu di shon (in het Papiaments, met Nederlandse en Engelse boventiteling) te produceren (première op 1 juli in de stadsschouwburg in Amsterdam), waarin ze zelf de rol van slavenmeisje speelt, op wie een slaveneigenaar en bevriende slaaf verliefd worden. Deze fatale driehoeksverhouding ontwikkelt zich tegen de achtergrond van de slavenopstand van 1795 op Curaçao waardoor beide mannen gedwongen zijn te kiezen. Ze kent de verhalen van haar oma over haar oma die in 1863 vrij mens werd. Zo lang is het nog niet geleden.

Onlangs hebben de kerken in Nederland wel schuld bekend aan de slavernij. De bijbel werd gebruikt om slavernij te rechtvaardigen. Ook in de film Tula, the revolt komt een priester voor die bemiddelt tussen het gouvernementsleger en opstandige slaven. Als deze niet willen terugkeren naar hun plantages, wijst hij hen erop dat ze hun lot moeten accepteren. Zo is het door God bepaald. Uiteindelijk stemt hij in met de repressie van de Nederlandse overheid. Piet Emmer is de opvatting toegedaan, dat de Nederlandse Raad van Kerken helemaal geen excuses had hoeven aanbieden. Op grond van wetenschappelijk onderzoek probeert hij (evenals bijvoorbeeld de hoogleraren geschiedenis Alex van Stipriaan en Gert Oostindie) aan te tonen, dat de argumenten die in de strijd zijn geworpen om de slavernij aan de kaak te stellen, veelal ondeugdelijk zijn. Zijn wetenschappelijke bewijzen daarvoor worden trouwens weer bestreden door de Surinaamse econoom Armand Zunder. Excuses zijn volgens Emmer niet nodig, laat staan herstelbetalingen. Volgens hem wordt de slavernij tegenwoordig aangewend om eigen falen te verbloemen.

In veel voorstellingen en op exposities valt Papiaments te horen en te lezen. Deze taal is overigens niet de taal van de slaven, zoals velen denken, maar van slavenhandelaren. Het is een mengelmoes van Frans, Duits, Engels, Spaans, Nederlands en Portugees met een Afrikaans ritme daaronder. En daarmee zijn we weer bij de mengeling van volken en culturen. En bij wat Antoine de Kom de perverse verhouding tussen meester en slaaf noemt. Het is een terugkerend thema in al deze evenementen ter herdenking van de afschaffing van de slavernij.

8 opmerkingen:

  1. "Beiden moeten volgens hem loskomen van superioriteits- en inferioriteitsgevoelens."

    Om echt van de slavernij af te komen moet men echt een keer ophouden met die onzin steeds maar weer op te rakelen. Als men er lang genoeg mee door gaat dan gaat met de mythes zelf geloven. Ik voel mij NIET schuldig aan de slavernij, mijn familie heeft nooit slaven gehad, noch geld verdient aan koloniale handel. Ik heb er helemaal niets mee, ik begin mij steeds meer te ergeren aan de steeds maar meer aangedikte verhalen die niet kloppen.

    De inwoners van Curaçao zijn veelal de nazaten van slaven die niet verkocht werden en hun meesteressen en meesters. Er zijn families die al honderden jaren op Curaçao wonen en er trots op zijn altijd blank te zijn gebleven, net als of dat een deugd is. Het zelfde geldt overigens ook voor de zwarte families. Maar daar heeft men ook nog de moed om trots te zijn op hun kortzichtigheid en onvermogen om andere inzichten te overdenken en tot zich te nemen.

    Persoonlijk ben ik van mening dat de Curaçaoënaar alles ontbeert wat nodig en nuttig is om in de moderne wereld te overleven. Alle innovaties en initiatieven zijn van niet-Curaçaoënaars gekomen, er is vrijwel geen hotel dat door een You-Korsou is opgezet en wordt gerund. Het hele terrein van de isla-raffinaderij is een zootje, het is smerig en het stinkt. Niemand maakt zich er druk om dat toeristen dit niet accepteren. Nee, de toeristen mogen heel erg blij zijn dat ze Curaçao mógen bezoeken.

    Het enige dat de zwarte Curaçaoënaar kan is besluiten hoe hij het geld dat Nederland gaat geven zal gaan besteden, Nooit, maar dan ook werkelijk NOOIT heeft er iemand op het eiland een idee gehad dat bruikbaar was en geld opleverde. Subsidies en herstelbetalingen voor onverkoopbare slaven. Onbruikbare plantages en slaven die alles deden behalve werken. Droom maar lekker verder. De volgende generatie maakt zich al op om naast jaarlijkse excuses voor de slavernij ook een jaarlijks terugkerende herstelbetaling te eisen. En als dat totaal uitgemolken is dan komen de eisen voor de herstelbetalingen voor de tijd dat men NIET gewerkt heeft, want als men geen slaaf was geweest dan had men kunnen werken, wie weet hoe rijk men dan had kunnen zijn!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De Westerlingen kwamen uit een cultuur die beslist meer ontwikkeld was dan de cultuur in Afrika. Ze hadden Rembrand en Shakespeare, kathedralen, universiteiten, wetenschap. Onvoorstelbaar dat ze zich superieur voelden aan mensen die halfnaakt rondliepen en elkaar verkochten en/of in kookpotten stopten. Toch?
    //sarc off

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik heb zo'n spijt van wat mijn voorvaderen hebben gedaan. Ik zie ook dat mijn medelanders daar onder gebukt gaan. Nogmaals Sorry. Weet je waar je veel geld kan halen, bij die Arabieren. Zorg dat ze ook wat hersel betalingen geven. Moet lukken toch..
    Ps. Hoe gaat ik dat aanpakken met die Fransen die ons bezet hebben....Spanjaarden, Vikingen, Romeinen, Neanderthalers, Marsmannetjes.
    Vul naar believen aan.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. O.a.in de islamitische landen bestaat nog slavernij.Daar worden ze ook verkracht door hun eigen meesters.De vrije Westerse wereld houdt dat keurig in stand want zolang ze deze heerschappen niet voor hun kop stoten,blijft de olie toegankelijk,en daarmee ook de vrije handel.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Ja,die Fransen,Spanjaarden en Duitsers mogen ook wel eens hun excuses gaan aanbieden aan de bewoners van de Lage Landen.Die hebben ook genoeg geleden onder dit tuig.Het lijkt mij vooral goed om alvast over de brug te komen met schadeloosstellingen voor ons...........

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Zonder slavernij zou Caraïbische bevolking niet hebben bestaan. Geschiedenis vernietigt mensen en brengt ze voort. De Caraïben zelf, de indianen, ja, die zijn verdwenen. Opgegaan, letterlijk, of versmolten.
    Mooi toch, het leven!!!

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Dank zij de slavernij wordt wel de deugdzaamheid van de mohammedanen bewaard. Je kunt een grote toename van stenigingen wegens overspel verwachten na afschaffing van de slavernij. Waar kun je dan immers nog het gekijf van je echtgenotes ontvluchten?

    BeantwoordenVerwijderen
  8. De Daily Mail meldde op 29 januari 2013 dat een 18-jarige man uit het Engelse Birmingham werd vrijgesproken van verkrachting van een 13 jarig meisje. Als argument gebruikte de rechter het feit dat de man een islamitische opvoeding genoten had, waardoor hij niet kon weten dat westerse vrouwen en meisjes geen wegwerpartikelen zijn en hij tevens de wet overtrad.Als ergens onwetendheid als geldig excuus opgaat, is het wel in het slavernijverleden. Sinds mensenheugenis was immers slavernij voor het overgrote deel der mensheid meer regel dan uitzondering en bijna nergens werd met slavernij seculier geschreven wetten overtreden. Maar goed, onze zwaar getraumatiseerde Medelanders hebben de voorbereidingen voor een claim tot schadeloosstelling inmiddels gestart, door een berekening van de omvang van de winst welke door 200 jaar slavernij in de West-Indische koloniën werd behaald. Als die claim er komt, zo vraag ik mij af, zouden de nazaten van onze slaven ook een claim indienen bij de leveranciers van die slaven aan die Hollands Koopvaardijvaarders, namelijk hun eigen Afrikaanse soortgenoten, die al eeuwen voordat de Noord-Atlantische slavenhandel op gang kwam, al op slavenjacht gingen en hier ook nog tientallen jaren mee doorgingen nadat de slavernij officieel was verboden?

    BeantwoordenVerwijderen