Treger bekeek de in onbeholpen schrift met groene inkt op stukjes karton vermelde prijzen, maar niets van het uitgestalde geleek hem ook maar iets goedkoper dan elders. Hij betreurde dit, maar was er ook blij om. 'Iemand helpen, dat is heel goed,' dacht hij, 'maar het moet ook in het reële blijven.' Bovendien waren Eenhoorn en hij er voor de zoveelste keer ook dit jaar niet toe gekomen een kerstboom te kopen. Misschien zat hem dat in een gemeenschappelijke schaamte voor sentimentaliteit die voor kinderen
misschien normaal was, maar volwassenen niet paste. En volgens Treger was een kerstboom, met al zijn bizarre opschik, een kortstondig schijnbeeld van mensenliefde in een door en door verdorven wereld. Want wie was er niet doortrokken van kwaad en zelfzucht? Neen, Eenhoorn niet, dacht Treger opeens, en bij die inval gevoelde hij iets als wrevel, alsof wat hij vaststelde een gebrek was.
Gerard Reve. Uit:
Bezorgde Ouders: pag 10, Veen, uitgevers - Utrecht/Antwerpen
toevallig net herlezen
BeantwoordenVerwijderen