'stinkend reptiel'

Kees_small-1
Hij is al vijf jaar niet meer onder ons, maar onze Geliefde Volksschrijver blijft in het nieuws. Zo was daar afgelopen week het bericht dat een monument in de Oost-Vlaamse gemeente Zulte geheel vervangen moet worden omdat het gedicht ‘Credo’ dat op het monument staat weergegeven een woord teveel bevat. Ja, beetje slordig natuurlijk en Reves levenspartner Joop Schafthuizen gaf dan ook geen toestemming voor de eerste optie die neerkwam op het maken van een gat in het monument om het gewraakte woord weg te halen. Poëzie luistert nauw, zeker in geval van een gedicht van slechts 37 woorden.

Maar het was niet vanwege deze zaak dat Matroos Vos regelmatig in mijn gedachten rondwaarde deze week. Dat kwam meer omdat ik enkele dagen daarvoor

de foto zag bij het artikel ‘Partner Reve eist ton bij publiceren biografie’. Oud nieuws want het artikel verscheen al op 26 mei, maar zolang dat derde deel van die Reve-biografie er nog niet is blijft deze zaak uiterst actueel, zeker daar ik er zo op had gehoopt bij mijn bezoek aan het thuisland deze zomer deel 3 mee te kunnen nemen naar het verre Australiëland. Helaas, het zit er niet in, zo vrees ik.

Wat me vooral bijbleef was de haardracht van Joop Schafthuizen. Met zijn lange grijze haar tot over de schouders ziet hij er een beetje uit als een19e-eeuwse bohemien. Wat zou Gerard daar wel niet van hebben gevonden? Er schoot mij een fragment te binnen uit Zondagmorgen zonder zorgen. Bij gebrek aan het boek hier voorhanden moet ik vertrouwen op mijn geheugen, maar het citaat luidde ongeveer: “En wat doet u dan als Hij voor u staat en zegt: ‘Ik ben het licht’. Dan zegt u: ‘Ach man, sodemieter op, en laat om te beginnen je haar eens knippen!”

Ach, arme Matroos Vos. Hij mist Gerard enorm. Enkele jaren terug stuurde een vriendin uit Amsterdam mij een Volkskrant-interview met Joop Schafthuizen. Het stuk werd gesierd door een uiterst trieste foto. ‘Ik mis Gerard zo!’, luidde de kop. Ik geloof hem absoluut. En ja, dat hij dat derde deel – waarin er uiteraard een hoofdrol voor hem is weggelegd – liever niet ziet verschijnen kan ik me goed voorstellen. Maar het ware leven is nu eenmaal niet altijd even fraai. Daar hebben we in de eerste twee delen al uittentreure over kunnen lezen, en natuurlijk heeft de Volksschrijver dat zelf in zijn proza beter dan wie ook onder woorden gebracht.

Als ik Joop Schafthuizen zie moet ik altijd terugdenken aan een tv-programma dat volgens mij een kortstondig leven was beschoren. Het zal 2001 of 2002 zijn geweest, twee journalisten mochten enkele semi-bekende Nederlanders interviewen en in de betreffende uitzending was Joop een van de geïnterviewden, met Volkskrant-criticus Jeroen Vullings  als een van de interviewers. “Hé meneer Vullings! We hebben elkaar al zo vaak via de telefoon gesproken, en nu zie ik u eens een keer”, zo begon Joop heel vriendelijk. Maar dat nam acuut een venijnige wending toen Vullings durfde vragen waarom hij toch zo gestaag doorging met het publiceren van persoonlijke documenten van Reve. Weg aardige jongen, plotseling was hij een ‘stinkend reptiel’. En wat die vraag betreft liet Joop er geen gras over groeien. “Omdat ik moet vrééteeeeee! Omdat ik moet zuipeeeee!’ Ach ja, ‘Alles voor Matroos!’ Het was memorabele tv en het onderwerp van gesprek toen ik de volgende dag met goede vrienden en mede-Reve liefhebbers V. en R. een lunch genoot op de Bloemenmarkt.

V. en R. waren er ook bij toen ik Reve de enige keer in mijn leven in levenden lijve mocht aanschouwen, tijdens een literaire avond in het Limburgse Steyl, waar Reve hoofdgast was en waar op uitnodiging van Reve ook Jean-Pierre Rawie aantrad. Terwijl de schrijver een aantal van zijn gedichten voorlas – ‘die u allemaal wel kent, maar het is toch altijd fijn om ze weer een keer te horen’ – stootte hij toen hij een slok wilde nemen zijn glas wijn om.  ‘Ach, eigenlijk wil ik alleen maar dood’, zo hoorden wij hem vooraan gezeten zachtjes mompelen.

Deze avond was ook de enige keer dat ik Joop in levenden lijve zag, want ik had het koene idee opgevat Reve een klein schrijven te overhandigen met het verzoek hem een keer te mogen interviewen voor een de aanhangers der herenliefde toegewijd periodiek. Natuurlijk is daar nooit iets van gekomen, maar van mijn wat gelikte woorden dat zijn werk mij zoveel troost heeft gegeven heb ik nooit spijt gehad. Geen schrijver heeft de melancholie des levens die ons dagelijks omringt beter onder woorden weten te brengen dan hij.

Toen ik Reve de kaart overhandigde in de deuropening van de kleedkamer zag ik Joop achter hem in een hoekje zitten. De wijn was al opengetrokken want het was Joops verjaardag, zo las ik later. De kloostertocht door Steyl die voor de volgende dag op het programma stond werd noodgedwongen ingekort vanwege de flinke wijnconsumptie om dat heuglijke feit te vieren.

Joop zal nog wel even wereldnieuws blijven voor alle Reve-liefhebbers. Maar dat derde deel moet ik hebben, hoe dan ook.

4 opmerkingen:

  1. "Geliefde Volksschrijver" die van Joop Schafthuizen niet gedeeld mag worden met het volk.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Jemig, die Joop ziet er idd niet uit met z'n lange haar. Maar hij mag alles. Hoeveel jaar heeft hij Reve wel niet verzorgd?!

    BeantwoordenVerwijderen