Your pride, apparent to each visitor
Will not accept the humility of pain
Or let you speak of what it might portend.
You do not know. I tell you that your days
Improve because illusions supplement our lives.
But facts still ripen secretly to kill:
Although polite, the surface that I tend
Makes me a hypocrite, for cancer seeds
Itself and flowers in you. I dare not watch
Despair proliferate and feast upon your face.
Today I saw a dog squashed by a car;
Its stomach burst and spread onto the road.
The other dogs came close, then left in fear.
What mercy I might offer you remains
In silence as I leave your cells to die alone.
Ik trof bovenstaand gedicht in een uit 1963 stammende verzamelbundel onder de titel Eight by Eight waar ik enkele maanden terug tegenaan liep in een klein dorp in de Blue Mountains. Het gedicht was
het eerste dat me onder ogen kwam en het deed me onmoddelijk besluiten de bundel te kopen.
Eight by Eight bevat een zelfgekozen selectie gedichten van een groep dichters die bekend staat als de Melbourne Poets, maar het voorwoord van de bundel vermeldt dat het hier om een groep dichters gaat die verbonden zijn door vriendschap en geografie. ‘Onze groep heeft geen naam en geen gemeenschappelijke theorie omtrent kunst of leven’.
Toch staat deze groep - van wie Vincent Buckley en Chris Wallace-Crabbe de bekendste vertegenwoordigers zijn - bekend als dichters die eerder het prozaïsche dan het lyrische zochten en hun thematiek vooral vonden in het alledaagse leven van de buitenwijken. Het hier opgetekende tafereel uit het dagelijks leven is een illustratie van de wijze waarop de Melbourne Poets het dagelijks leven op directe en ongekend treffend wijze wisten weer te geven.
Voordat ik verder ga geef ik graag mijn beste poging tot een transcriptie van het gedicht:
Voor een man, stervend aan kanker//
Jouw trots, duidelijk voor elke bezoeker/ zal de nederigheid van pijn niet toestaan/ of jouw laten zeggen wat het mogelijk betekent./ Je weet het niet. Ik zeg je dat je dagen/ erop vooruit gaan want illusies geven ons leven meerwaarde.//
Maar feiten rijpen nog steeds in het geheim om te doden:/ Ook al ben ik beleefd, maakt de buitenkant waarop ik mij richt/ mij tot een hypocriet, want de kanker spreidt zijn zaden/ en bloeit in jou. Ik durf niet toe te zien hoe/ wanhoop zich verspreidt en zich te goed doet aan je gezicht.//
Vandaag zag ik hoe een hond werd verpletterd door een auto/ zijn maag spatte open en verspreidde zich over de weg./ De andere honden kwamen nader, om zich daarna af te wenden in angst./ Elke barmhartigheid die ik je zou kunnen bieden blijft/ verholen in stilte terwijl ik wegga om je cellen alleen te laten in hun sterven.
Mijn fascinatie voor dit gedicht groeide hoe vaker ik het heb gelezen. Simpson komt met prachtige vondsten; confronterende maar uitermate effectief. De hypocrisie die het ons niet toestaat de waarheid onder ogen te zien - of althans om dat te uiten -, die ‘feiten die rijpen’; wat een perfecte keus van het werkwoord, en dan het op één lijn stellen van kankercellen met bloeiende bloemen. Hoe wrang, hoe waar!. De personificatie van de wanhoop. Het is allemaal zo prachtig, zo sterk, Simpson haalt met een miniem aan woorden het maximale effect binnen. En dan die evenzeer wrange derde strofe, met de honden die hun instinct volgen daar waar wij als mensen vaak niet goed weten wat we met onszelf aan moeten als we worden geconfronteerd met een situatie als verwoord in dit gedicht.
Je kunt verschillende houdingen aannemen tegenover dit gedicht en in een wijder verband tegenover de naderende dood van iemand uit je nabijheid. Het zal ongetwijfeld met de band met de persoon te maken hebben in hoeverre je deze persoon wilt omringen en benaderen in zijn of haar laatste dagen. Ik heb in mijn leven gezien hoe de ene persoon in deze situatie het prettig vond om bezoek te krijgen en empathie te voelen, daar waar een ander enorm kon opzien tegen iedereen die nog langs wilde komen voor ‘een laatste bezoek’. Het maken van een juist afgewogen keuze kan in zo’n situatie uitermate moeilijk zijn. Ik denk dat het gedicht van Simpson vooral zo treft door de enorme integriteit die eruit spreekt en die je tussen alle regels door voelt.
Twee jaar terug stuitte ik in een nietszeggend prullariawinkeltje op het platteland van Victoria op een andere verzamelbundel met Australische poëzie uit de jaren ’60, waarin een fraaie selectie uit het werk van A.S. Simpson wordt begeleid door een foto van de dichter die naar ik schat toentertijd ergens eind dertig moet zijn geweest. Een mooie man – op ingetogen wijze - die bijna verlegen de camera inkijkt, met een blik die het idee geeft dat hij zich niet helemaal op zijn gemak voelde tijdens de fotosessie. Een mooie foto vanwege het integere karakter, en daarmee sluit dat portret goed aan bij het ingetogen en integere karakter van dit gedicht.
Kees Bakhuyzen
Kan geen toeval zijn. Poetry International start morgen.
BeantwoordenVerwijderenhttp://www.poetry.nl/