Een van de organiserende ouders regelt de cadeautjes en plannen per e-mail, maar ontvangt de volgende reactie van een vader van Turkse afkomst. “Goede morgen beste ouders, met respect waardeer ik dat het een cultuur geworden is hier in het land om verjaardagen te vieren, maar wij, familie van (naam) mogen uit geloofsoverwegingen geen verjaardagen en andere religieus getinte feestdagen vieren. Ik (wij) verwachten(en) hiervoor begrip van jullie.”
Een van de ouders, zelf een westerse allochtoon, reageert op de mail met onder meer de volgende tekst: “Dag (naam). Net zoals jij ben ik geen christen. Maar allebei hebben wij onze kinderen op een christelijke basisschool geplaatst. Ik ben blij met het hoge niveau van onderwijs en dat mijn kinderen met verschillende rassen, culturen en godsdiensten in aanraking komen. Het is goed dat onze school zo tolerant is.
Ik hoef geen christen te zijn om te genieten van het zingen van kerstliedjes. Ik hoef geen moslim te zijn om te genieten van de hoogtepunten van islamitische kunst. Ik hoef geen jood te zijn om te genieten van klezmer muziek. Ik hoef geen boeddhist te zijn om te genieten van de vrede die straalt uit een boeddhabeeld.
De verjaardag van de juffen en meesters op school is geen christelijk feest maar een gelegenheid om ze te bedanken voor alles wat ze voor ons doen. Het afwijzen van zo'n feest lijkt op ondankbaarheid en daarom ook op intolerantie. U vraagt om begrip maar voor mijn gevoel zonder zelf begrip te tonen.
Als wij onze kinderen willen leren om in vrede te leven met respect voor elkaar, dan moeten wij elkaars feesten en gebruiken, normen en waarden accepteren, begrijpen en delen. Ik reageer omdat de grote problemen die wij nu in Nederland hebben onder andere een resultaat zijn van het onvoldoende reageren in het verleden.
Hoogachtend (naam)”
Tot zijn verbazing krijgt hij het volgende antwoord: “Geachte de heer (naam), met uw geleerdheid krijg ik bijna de neiging om een voorstel in te dienen bij Inholland Academie u als kandidaat docent interculturele communicatie voor te dragen waar ik in deze hoedanigheid reeds jaren functioneer. In ieder geval is mijn advies aan u om mijn mail met ogen van een neutrale analist te bestuderen alvorens erop te reageren. mvg, (naam)”
De verbijsterde ontvanger plaatst de correspondentie op de website van Oudersonline.nl met de volgende verzuchting: “Interculturele communicatie? Deze aardige man geeft les in interculturele communicatie? Hij stuurt zijn kinderen naar een christelijke school om ze vervolgens te verbieden om met christelijke feesten mee te doen, en zelfs de juffenverjaardag is in de ban! En hij mag les geven in interculturale communicatie? Ik ben bijna sprakeloos (nou, bijna). Geen wonder dat het de laatste jaren zo slecht gaat met de interculturele communicatie in Nederland! Groet (naam)”
Ongeveer 3,5 jaar verstrijkt er na deze interculturele botsing in Westerpark. Totdat er op 25 augustus 2010 opeens een e-mail in het postvak valt, verzonden door Jihad Alariachi, landelijk bekend als een van de Meiden van Halal, het gelijknamige tv-programma waarin de drie zussen Esmaa, Hajar en Jihad Alariachi bekende Nederlanders langs hun islamitische meetlat legden. Sommigen vinden de zussen geestig, anderen ergeren zich vooral aan de grote mond van het drietal. Nederland Bekent Kleur vond Jihad eerder dit jaar geschikt om een festival tegen onverdraagzaamheid te presenteren ondanks haar homofobe uitspraken. NBK-voorman René Danen schrapte echter haar optreden na protesten vanuit de homowereld.
Burgemeester Job Cohen stelde de programmamaakster per 1 januari 2009 aan als coördinator van de gemeentelijke afdeling ABC Interculturele Communicatie, onderdeel van de Bestuursdienst. Als coördinator wijst ze ambtenaren en voorlichters er op dat ze heel veel respect moeten hebben voor de wensen van zeer orthodoxe moslims, en zet ze burgers die er anders over denken weg als voorstanders van assimilatie.
Dat blijkt uit de tekst van de brief die de bezorgde ouder 3,5 jaar na het juffenfeest-incident mocht ontvangen van Jihad Alariachi:
“Geachte heer (naam),
Op zoek naar interessante informatie over Interculturele Communicatie op het web stuitte ik op u mail aan oudersonline.nl in 2007. Deze ging over een mailwisseling tussen u en een Turkse vader over de verassingsverjaardag van de juffrouw. Zoals uw neiging om te reageren op iets wat u verbaast voelde ik mij geroepen om te reageren op wat ik heb gelezen. Ik werk als adviseur Interculturele Communicatie voor de gemeente Amsterdam, maar ik reageer vanuit mezelf als persoon, als Jihad met uiteraard de kennis die ik heb op het gebied van Interculturele Communicatie.
Ik verbaas mij dat u het raar vindt dat hij als docent Interculturele Communicatie niet wilt dat zijn kind meedoet aan verjaardagen. U geeft aan dat iemand die zo denkt eigenlijk onmogelijk Interculturele Communicatie kan doceren. Ik denk dat u dan geen idee heeft wat Interculturele Communicatie inhoudt. En uw definitie van Interculturele Communicatie is blijkbaar dat iedereen hetzelfde moet zijn en doen. Het docentschap en zijn kind meelaten doen aan verjaardagen staat eigenlijk los van elkaar.
De meeste theorieën over Interculturele Communicatie gaan uit van verschil in referentiekader en dat wij allemaal ons eigen gedrag ‘normaal’ vinden en dus ook onze eigen NORMEN en waarden hebben. Zo kijken we ook naar anderen, via ons eigen cultureel referentiekader. Die hebben we tenslotte allemaal, allochtoon of autochtoon. Als wij zo kijken naar iemand met een ander cultureel referentiekader dan kan dat botsen, leiden tot onbegrip of zorgen voor miscommunicatie.
Het gaat erom dat je niet oordeelt over de ander alleen omdat het in jouw referentiekader wordt gezien als abnormaal. Definities kunnen enorm verschillen maar de waarde erachter is vaak hetzelfde. En daar gaat het om. Het gaat erom dat de waarde hetzelfde is en niet de manier waarop dat zich uit. Bijvoorbeeld; het begrip respect. Respect binnen collectivistische samenlevingen (culturen zoals vaak Turkse, Marokkaanse) betekent dat je niet altijd de waarheid zegt. Met de waarheid kun je tenslotte iemand kwetsen en het gevoel van de ander gaat voor het spreken van de waarheid. Als je dat niet doet dan heb je geen respect. Iedereen heeft als waarde Respect.
Maar hoe dat zich uit is in iedere samenleving anders. In individualistische samenlevingen (zoals Nederland en het groten deel van Europa) is de waarheid heel belangrijk en als dat betekent dat het je relatie tot een ander kan verstoren dan is dat zo. Je spreekt koste wat kost de waarheid en dat wordt ook gezien als een vorm van respect. In beide voorbeelden is respect de waarde, maar hoe er mee wordt omgegaan is totaal verschillend. Er is geen goed of fout. U zult wellicht denken dat het eerste voorbeeld fout is omdat uw definitie overeenkomt met die van een individualist. En omdat uw omgeving ook dezelfde definitie deelt, daardoor bent u misschien geneigd de ander als fout te zien.
Graag reageer ik op uw mailwisseling. Hieronder citeer ik u en leg ik uit waarom u dingen anders ziet dan de meneer met wie u mailde.
In de eerste alinea zegt u het volgende: ‘Net zoals jij ben ik geen Christen. Maar allebei hebben we onze kinderen op een Christelijke basisschool geplaatst. Ik ben blij met het hoge niveau van het onderwijs en ik ben blij dat mijn kinderen met verschillende rassen, culturen en godsdiensten in aanraking komen. Het is goed dat onze school zo tolerant is’.
Ik denk dat hij die alleen maar zal beamen, dus wat dat betreft delen jullie dezelfde waarde en toch vind er miscommunicatie plaats of onbegrip. Meneer respecteert de juf maar wil dat op een andere manier uiten. Hij wil nl ook zijn religie respecteren die het vieren van verjaardagen verbiedt. U zei het volgende: ‘Het afwijzen van zo'n feest lijkt op ondankbaarheid en daarom ook op intolerantie.’ U koppelt het weigeren om zo een feest te vieren direct aan ondankbaarheid. Maar dat heeft meneer niet gezegd. Hij is ook heel dankbaar maar wil dat misschien op een andere manier uiten. Hij is daardoor ook niet intolerant. U kijkt hier vanuit uw eigen referentiekader en daardoor botst deze mailwisseling. Hij vroeg u niets voor niets zijn mail neutraal te analyseren.
U zei ook het volgende: ‘Als wij onze kinderen willen leren om in vrede te leven met respect voor elkaar, dan moeten wij elkaars feesten en gebruiken, normen en waarden accepteren, begrijpen en delen’. Je kunt elkaars feesten en normen en waarden accepteren en begrijpen maar daar niet aan mee willen doen. Meneer geeft aan dat hij het zelf niet wil vieren, hij ontneemt jullie toch niet het recht om de verjaardag wel te vieren? Ik denk dat het belangrijk is om kinderen te leren dat je eigen keuzes hebt en dat je elkaar moet accepteren en begrijpen maar dat je gedrag niet hoeft te kopiëren.
U zei: ‘Ik hoef geen Christen te zijn om te genieten van het zingen van kerstliedjes. Ik hoef geen Moslim te zijn om te genieten van de hoogtepunten van islamitische kunst. Ik hoef geen Jood te zijn om te genieten van klezmer muziek. Ik hoef geen Boeddhist te zijn om te genieten van de vrede die straalt uit een boeddha-beeld’. U kunt genieten van Islamitische kunst als christen of van Klezmer muziek, maar niet iedereen is als u. Ook hier gaat u er vanuit dat anderen net als u ‘moeten’ of kunnen zijn. U moet iemand ook in zijn waarde laten als die geen Christen is en niet wil genieten van Klezmer of Islamitische kunst verwerpt.
En u zegt als laatste : ‘Geen wonder dat het de laatst jaren zo slecht gaat met de interculturele communicatie in Nederland.’ Meneer (naam), het gaat juist zo slecht omdat men niet snapt dat Interculturele Communicatie inhoudt dat iemand ook kan afwijken van de ‘norm’ in Nederland. Om goed geïntegreerd te zijn hoef je nog niet te assimileren. Je kunt prima jezelf blijven met een andere cultuur en toch goed functioneren in deze samenleving. Die hoef je niet overboord te gooien, want daar gaat het niet om. Daar zit de miscommunicatie of de slechte integratie niet in. Die zit juist in vaak de superieure houding van mensen ten opzichte van andere culturen. We moeten ons focusen op waarden, want die zijn universeel. En we moeten meer openstaan voor verschillende denkwijzen, dat is juist een verrijking. Zowel op de werkvloer als in de maatschappij.
Mijn excuses voor de lange email. Ik wilde even het een en ander verhelderen. Ben ook wel benieuwd hoe het is afgelopen op school? En uiteraard ben ik benieuwd naar uw reactie hierop."
Die reactie liet niet snel op zich wachten. Op zijn website reageerde de door Alariachi van ‘gedwongen assimilatie’ beschuldigde vader als volgt: “Dag Jihad.
Mooi dat je reageert op mijn brief na zoveel tijd, maar jouw reactie bevreemdt me.
Hier in de buurt (Amsterdam West) worden blanke vrouwen door Marokkaanse jongeren voor hoer uitgescholden. Homo’s worden mishandeld. Joden kunnen zich niet vertonen. Moslimvrouwen durven niet naar buiten zonder hoofddoek. Snackbars hier in de buurt durven geen varkensvlees meer te serveren en moeten zich als ‘halal‘ afficheren. En nu mogen van jou moslims niet eens met verjaardagen meedoen? Wat zijn onze prioriteiten?
Ik had er misschien bij moeten melden dat de school vooraf als voorwaarden aan alle ouders stelt dat alle kinderen meedoen met alle activiteiten – dus ook met feesten van elkaars godsdiensten (kerst en suikerfeest), met schoolreizen en met andere bezigheden. Maar als je ‘intercultureel communiceerder‘ ben, mag je je blijkbaar aan alle regels onttrekken.
Ik begin steeds meer het gevoel te krijgen dat ‘uitburgeren‘ belangrijker is dan ‘inburgeren‘ in Amsterdam en dat een tolerant land zoals Nederland met steeds meer intolerantie van radicale moslims rekening moet houden. Terwijl een Marokkaan die bij de politie Rotterdam voor Marokko spioneert een taakstraf krijgt, riskeert een Nederlandse vrouw die meeloopt met een demonstratie in Iran de doodstraf en mogen niet-moslims in moslimlanden niet eens eten overdag tijdens ramadan, alcohol drinken of naar de kerk gaan.
Volgens mij is er behoefte aan jouw betrokkenheid en inmenging maar dan wel om moslim allochtonen te laten integreren in plaats van radicaliseren. Maar in jouw taalgebruik schijnt dat nog altijd ‘assimileren‘ te heten. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat de Gemeente Amsterdam in jou een geschikte ‘Coördinator ABC Interculturele Communicatie‘ heeft.”
Wordt vervolgd?
Carel Brendel