…In de Turkse samenleving – net zoals in andere patriarchale samenlevingen – zijn onderdrukking, beperking, mishandeling en geweld tegen vrouwen/meisjes aan de orde van de dag. Ik vind het zelf veel erger, dat dit minderwaardige en gemene gedrag van de mannen in de samenleving als normaal wordt beschouwd. Dit is wat mij betreft een nog grotere misdaad – over het andere geslacht, de mannen, wordt niet geoordeeld. Alleen over ons vrouwen wordt geoordeeld…
(Serap Cileli)
In een rapport van het Wereldeconomieforum, waarin de gelijkberechtigingsituatie van vrouwen werd onderzocht, stond Turkije op de 126e plaats van de 134 landen. Daarmee behoort Turkije volgens het rapport tot de landen, waarin de situatie van de vrouwen het ergste is.
Democratiegebreken
In een door het Wereldeconomieforum uitgebracht rapport over de gelijkberechtiging van de sekses behaalde Turkije plaats 126 van de 134 onderzochte landen. De index omvat criteria zoals politieke participatie, toegang tot onderwijs, gezondheid en levensverwachting alsmede de vertegenwoordiging van vrouwen in politieke functies.
In de democratie-index van de Economist werd Turkije van de 167 landen met de 89e plaats als “tweeslachtig” ingeschaald. Het deelt deze plaats met Nicaragua. Het iedere twee jaar uitgevoerde onderzoek omvat criteria zoals pluralisme, kiessysteem, burgerlijke vrijheidsrechten, regeringsfuncties, politieke deelname en politieke cultuur.
Individuele seksualiteit als maatschappelijk goed
Door de controle van de kuisheid van de vrouwen door familieleden, lange tijd ook door juridisch gelegitimeerde instellingen alsmede in het kader van het culturele religieuze leven, werd aan de vrouw de zelfstandige beschikking over haar seksualiteit en haar lichaam onttrokken. Zo was het tot maart 1999 voor rechtbanken mogelijk om vrouwen, die volgens het gerechtelijke vonnis overspel hadden gepleegd, gevangenisstraffen op te leggen. Bovendien konden jonge vrouwen en meisjes op staatsscholen en in weeshuizen onderworpen worden aan maagdelijkheidtesten.
“In de huwelijksnacht bloedde ik niet. Mijn man sneed zichzelf in zijn vinger, zodat het bloed op het laken zat. De volgende ochtend bracht hij me direct naar de dokter om mijn maagdenvlies te laten onderzoeken. Hoewel het maagdenvlies heel was, behandelt hij me vaak op een hele denigrerende manier. Tot vandaag wist ik niet, dat het voor veel vrouwen normaal is om niet te bloeden.” (bericht van een deelneemster aan een vrouwenrechtenproject).
Van de Turkse vrouw wordt datgene gemaakt wat zij volgens streng islamitische opvatting dient te zijn:
een draagster van de algemene groepsidentiteit en daarom object van maatschappelijke interesses. Ze vormt daarmee altijd het gevaar om door overtredingen van de gebruikelijke geslachtsspecifieke bepalingen de eer van de groep (familie, dorp, natie) te besmeuren. Meestal worden overtredingen van de eer op dat moment door familieleden waargenomen wanneer vrouwelijke gedragswijzen niet overeenkomen met het maatschappelijke ideaal (maagdelijkheid, kuisheid, zedelijkheid). Als gevolg daarvan eist de streng orthodoxe erecode als enige oplossing de wraak (moord of mishandeling) op de van overtredingen beschuldigde vrouw.
Misdaad in naam van de “eer”
Een probleem bij een grondig onderzoek naar geweldsmisdrijven tegen vrouwen is het ontbreken van nauwkeurige statistische informatie over de omvang en regionale concentraties. Dat ligt enerzijds aan het feit, dat veel geweldshandelingen, die onder dit misdaadbestand vallen, verborgen worden gehouden en door daders of zelfs door familieleden van het slachtoffer als zelfmoorden worden gecamoufleerd en daarom moeilijk te registreren zijn. Bovendien ontbreekt het nog steeds aan de wil van de staatsinstellingen (uitvoerende en wetgevende macht) om de criminaliteit tegen vrouwen voldoende na te gaan en tegen te werken.
“Pogingen om het aantal ´misdaden uit eer´ in Turkije vast te stellen, geven niet de ware omvang weer. Zo wordt bijvoorbeeld in het jaarverslag van de Turkse mensenrechtenvereniging geschat, dat van de 77 vrouwen, die in 2003 door de hand van familieleden stierven, 40 het slachtoffer waren van zogenaamde ´misdaden uit eer´. Veel sterfgevallen worden echter helemaal niet bekend. Moorden worden als zelfmoorden voorgesteld en door de familie geheim gehouden; en vrouwen worden ertoe gedwongen of zien zich genoodzaakt zichzelf om het leven te brengen. Omdat de autoriteiten vaak geen grondig onderzoek instellen naar de gewelddadige dood van vrouwen, is iedere poging om zulke misdaden helemaal in kaart te brengen, gedoemd te mislukken.”
“Eermoorden betreffen alle standen en alle leeftijdsgroepen. In de meeste gevallen is de dader de broer van het slachtoffer. Vaak krijgen de aangeklaagden mildere straffen, wanneer hun slachtoffers alleenstaand en zwanger waren.”
Volgens een onderzoek van de Europese Unie werden in Turkije sinds 2001 meer dan 1800 vrouwen het slachtoffer van zogenaamde “eer”-moorden.
Een groot probleem in dit verband is de vaak ontoereikende vervolging door de staat van zulke misdaden. Zo staken het Openbaar Ministerie en de politie vaak het onderzoek wanneer de verdachte de beschuldigingen tegenspreekt. Ook wordt vrouwen, die het slachtoffer zijn geworden van geweld en hiervan aangifte willen doen, vaak aangeraden naar huis terug te gaan en “vrede te sluiten”.
Dat, en de vaak verinnerlijkte opvatting om er als vrouw geen recht op te hebben je tegen de wil van de echtgenoot te verzetten, leidt er toe dat vrouwen helemaal geen hulp bij de politie of justitie zoeken. “In een studie (de organisatie “Women for Women´s Human Rights”; uitgevoerd in Turkije in 2000) gaf 57% van de vrouwen aan lichamelijk geweld te hebben ervaren, maar slechts 1,2% had de politie ingelicht en 0,2% had aangifte gedaan.”
Uiterlijke liberaliteit en innerlijk traditionalisme
De rechtbanken krijgen van de staat een bepaalde speelruimte, die het voor de rechters mogelijk maakt om volgens hun eigen opvattingen de strafmaat autonoom te bepalen. Daardoor worden de in de afgelopen tien jaar doorgevoerde positieve wetvernieuwingen vaak door de rechtskundige praktijk waardeloos gemaakt. Gelijksoortige discrepanties tussen het geschreven en in individuele gevallen voltrokken recht zijn ook in meerdere andere islamitische landen te vinden. Het toestaan van zo´n speelruimte maakt het voor menig politicus mogelijk om ondanks het liberale gewaad van een staatkundige, laïcistische republiek religieus gevormde, patriarchale opvattingen en praktijken te behouden.
Andere vormen van onderdrukking
Het is belangrijk om daarbij te benadrukken, dat geweldshandelingen in Turkije ook op basis van andere motieven worden gepleegd. Een hoge drempel voor vrouwen om zich tot de politie te wenden, bestaat echter ook in verband met deze geweldservaringen.
“In Turkije reikt de omvang van het geweld tegen vrouwen van het niet vervullen van minimale economische behoeften via verbaal en geestelijk geweld tot aan slaan, seksueel geweld en moord toe. Gedwongen huwelijk, ook van minderjarigen, “berdel” (het wederzijdse huwelijk van vrouwen om de bruidschat en andere bruiloftskosten te besparen) en “besik kertmesi” (een vorm van een gearrangeerde bruiloft, waarbij de families nieuwgeboren meisjes “ruilen” en hen dwingen te trouwen zodra ze daarvoor als oud genoeg worden beschouwd).”
Ook met betrekking tot deze feiten is het moeilijk om nauwkeurige informatie over de omvang en regionale concentraties te verkrijgen. Toch kan de zwaarte en de verbreiding van de tegen vrouwen begane misdaden aan de hand van meerdere kleine studies, die door Amnesty International werden verzameld, worden ingeschat:
Zo gaf in 1994 bij een door het “Bureau voor de status van de vrouwen” uitgevoerd onderzoek 40% van de mannen aan het “acceptabel te vinden vrouwen en meisjes met geweld te ´disciplineren´”. Een andere studie schatte, dat 58% van de vrouwen geleden hadden onder familiegeweld, niet alleen door hun mannen, verloofden, vrienden en broers, maar ook door familieleden van haar man.
In een groep vrouwen uit de midden- en bovenklasse had 63,5% seksuele aanvallen meegemaakt.
Volgens een andere studie over vrouwen in Ankara beleefde 64% geweld door hun echtgenoten, 12% door ex-echtgenoten, 8% door partners met wie ze samenleefden en 2% door de familie. Er werd vastgesteld, dat 59% van de vrouwen het slachtoffer van geweld was.
Volgens een onderzoek van de stichting “Mor Çati” (Lila Dak) tussen 1990 en 1996 leefde 88,2% van 1259 vrouwen in een gewelddadige omgeving. 68% werd door hun echtgenoten geslagen.
16% gaf aan, dat hun mannen hen verkracht hadden.
Een studie over 599 vrouwen in het zuidoosten van Turkije kwam erachter, dat 51% verkrachting binnen het huwelijk en 57% lichamelijk geweld had meegemaakt.
De afgelopen tijd neemt het aantal van de gemelde gewelddadige overvallen op vrouwen in aanzienlijke mate toe.
Bron: http://europenews.dk/de/node/40860
Vertaald uit het Duits door: E.J. Bron.
Die discrepantie tussen het geschreven recht en het recht zoals dat door de demos in kwestie gevoeld en gedragen wordt demonstreert dat wetten al rècht zijn in een gemeenschap voordat ze als wet worden neergeschreven
BeantwoordenVerwijderenDaarom heeft het zo weinig zin om wetten af te dwingen van landen die daar nog niet aan toe zijn, vooral niet als die wetten en regels van gehate buitenstaanders afkomstig zijn
Het westen heeft de window of opportunity tot emancipatie en modernisering van de derde wereld gemist toen die nog open stond - de dekolonisatieperiode met zijn kansen tot kadervorming en verzoening is goeddeels ongebruikt voorbij gegaan, en nu is het te laat
De rest van de wereld moet kennelijk ook eerst rivieren van bloed vergieten, door schade en schande wijs worden of ten onder gaan.
Ik stel voor dat wij ons daar niet meer mee bemoeien. Ten eerste werkt het niet, en ten tweede blijven goede daden nooit ongestraft: de weldoeners vallen voornamelijk haat en woede vanwege de vernedering te beurt, en het effect op de arme achtergeblevenen is helemáal rampzalig
Iedereen moet op zijn eigen manier zalig worden, helaas