Woensdag 23 maart 2011
Vanmiddag bezocht ik naar gewoonte, wanneer ik in Jeruzalem ben, de Rotary bijeenkomst in de Jerusalem International YMCA. Het was een interessante bijeenkomst. Een Palestijnse en Israëlische jongere vertelden over een gezamenlijke boekenclub. Voor iedere bijeenkomst lezen de veertien deelnemers, zeven van ieder van de twee deelnemende scholen, een boek dat ze vervolgens samen bespreken. Ieder komt met eigen inbreng. Ze vertelden hoe door deze aanpak ze gaan ontdekken dat ze allemaal tieners zijn met vergelijkbare levensvragen, die niet aan politiek partijschap gebonden zijn. Ik dacht, wat een goed project om eventueel te steunen.
Na afloop nam ik, zoals gewoonlijk, de bus naar huis. Ik had geluk, want toen ik nog geen minuut bij de bushalte stond, kwamen achter elkaar de twee bussen aan die ik naar huis kon nemen, eerst lijn 75, daarna lijn 74. Ik stapte uiteraard in de eerste, meestal de rustigste van de twee en zat op de derde rij. De rit verliep spoedig en beide bussen bleven direct achter elkaar rijden. Meestal heb ik dan wel een boek bij me om te lezen. Ik had net een hoofdstuk uit voordat we bij de voor mij een na laatste halte kwamen.
Bij die halte is het altijd druk. De chauffeur van mijn bus reed iets verder dan de halte om mensen te laten uitstappen. Op het moment dat de bus stopte, ontplofte de bom. Letterlijk. Uren later dreunt de klap nog na. In de bus brak paniek uit. Mensen renden gillend naar de openstaande deuren. De paniek overviel me wel. Maar dat komt waarschijnlijk, omdat ik zelf nog nooit zo dicht bij een aanslag was geweest. Voor vandaag was dat in april 2002, toen M. en ik op de markt waren en er een aanslag op een paar honderd meter afstand van ons plaatsvond. M. is toen eerste hulp gaan verlenen als verpleegkundige en ik ben naar huis gegaan om de kinderen te zeggen dat ons niets was gebeurd.
Iemand kwam van achteruit de bus en zei tegen de chauffeur: we kunnen toch gewoon doorrijden, want de bus is toch niet geraakt. Dat dacht ik ook, maar de chauffeur zei: stap uit, want er is iets met de bus. Hij moet zich toen gerealiseerd hebben, wat ik pas later besefte, dat de bus door de schok van de explosie een paar meter was doorgeschoten.
Omdat het 10 minuten lopen van ons huis is, begon ik naar huis te wandelen. En deed wat iedereen dan doet. Mobiel bellen naar huis. M. bleek niet thuis. Toen mobiel geprobeerd. Achteraf bleek dat zij door het lawaai van de sirene van de tientallen ambulances en politieauto’s bij de markt waar ze rondliep de telefoon niet hoorde. Zij had bij die halte kunnen staan. Meteen dochter E. gebeld in Ramat Gan: er is net een aanslag geweest bij Binjane Ha-uma. Ik zat in de bus net voorbij de halte, maar krijg je moeder niet te pakken.
Gelukkig was M. dus op behoorlijke afstand van de aanslag en die had naar huis gebeld waar ik toen nog niet was. Daarna belde ze mijn mobiel waar ze mijn voicemail kreeg en insprak: ‘potdomme dat schiet niet op bel direct terug’. Zij wist dat ik die halte moest passeren! Het duurde ruimt tien minuten voor ik wist dat M. veilig was. Ik wist niet dat 10 minuten zo lang kan duren. M. zweette ook peentjes want iedereen op de markt brulde: ‘pigoea, pigoea’ (aanslag, aanslag). Radio’s stonden keihard en iedereen was mobiel aan het bellen. Bus 74 was geraakt door een bom in een tas die neergezet was bij een publieke telefooncel naast een kiosk, waar altijd een 50-tal mensen staan om in of over te stappen op een van de bussen naar buiten de stad. De bom was 1 à 2 kg, gelardeerd met schroeven en spijkers. Eén vrouw overleed naar het ziekenhuis. Daarnaast waren er 45 gewonden.
Voordat ik de eerste 200 meter had gelopen kwamen de eerste ambulances aan. Mensen klampten me aan: wat is er gebeurd? Zijn er slachtoffers? Dan antwoordde ik: dat weet ik niet, we werden meteen tegengehouden, bovendien kan ik geen medische hulp geven. Later bleek ik wat hoofdpijn en een lichte schouder en nekpijn te hebben, gevolg van het doorschieten van de bus. M. smeerde me in met Arnica. Ik verwacht niet er fysieke gevolgen van over te houden, maar wel het pijnlijke besef, hoe gemakkelijk het is initiatieven van verzoening met één klap in de kiem te smoren.
Geert Cohen Stuart
Om verzoening te laten slagen moet de goeden zich uiterst onverzoenlijk opstellen tegenover de onverzoenlijken.
BeantwoordenVerwijderenOfwel: geen tolerantie voor de intoleranten.
In Nederland doen/deden we het net andersom. Van Cohen kreeg je meteen een moskee als je maar dreigde auto's in brand te steken.
Op het Nos journaal hebben ze er melding van gemaakt uiteraard met de melding erbij dat het een vergelding betrof vanwege het doden van 9 Palestijnen, de Nederlander is weer gerustgesteld, De joden zijn fout. Wat er op het bloedrode nos journaal niet bij werd verteld is dat de 9 doden vielen bij het kapotschieten van mortier en raketstellingen op de Gaza strook en daar kunnen doden bij vallen als je die middeen in een woonwijk zet. Israel had de afgelopen 3 maanden 135 raketten/mortieren op z'n dak gehad. wat hebben die lui een geduld voordat ze wat terug doen.
BeantwoordenVerwijderenhttp://isra-ned.blogspot.com/2011/03/israel-voert-vergeldingsactie-uit-in.html
baksteen:
BeantwoordenVerwijderen"Israel had de afgelopen 3 maanden 135 raketten/mortieren op z'n dak gehad"
En hoeveel doden zijn er daarbij gevallen?
Moet je wachten tot er doden bij zijn gevallen?
BeantwoordenVerwijderenTer aanvulling:
BeantwoordenVerwijderenhttp://opinie.volkskrant.nl/artikel/show/id/8138/Stop_vergoelijken_Palestijnse_aanslagen
baksteen,
BeantwoordenVerwijderenNee, ik zit helemaal niet op doden te wachten, aan welke kant dan ook, maar andersom als het om palestijnen/moslims gaat, vallen er wel veel doden, dan zegt men:
"De 9 doden vielen bij het kapotschieten van mortier en raketstellingen op de Gaza strook en daar kunnen doden bij vallen"
Ik vergoeilijk geen aanslagen, ik vroeg me alleen af hoeveel doden er gevallen moeten zijn bij die 135 Palestijnse aanslagen, waarna u verontwaardigt reageerde of er eerst doden moeten vallen. Maar u reageerde niet verontwaardigt op de 9 Palestijnen die daadwerkelijk omgekomen zijn, nee dat deed u af met:
"En daar kunnen doden bij vallen als je die middeen in een woonwijk zet"
Selectieve verontwaardiging dus.
hoeiboei zei...
Ter aanvulling:
http://opinie.volkskrant.nl/artikel/show/id/8138/Stop
Nee, aanslagen zijn nooit ergens goed voor geweest, maar Palestijns bloed is kennelijk niets waard.
El Houssain: De intentie van de Palestijnse aanslagen is zoveel mogelijk joden te doden. Moet ik nu medelijden hebben met de Palestijnen omdat dit niet altijd lukt?
BeantwoordenVerwijderenDe ergste ramp voor de Palestijnen zijn medestanders als El Houssain.