Madrid, 11 maart 2004


Een nieuw Europees Weimar: Het liberale verzet en zijn vooruitzichten (fragment)

Op de ochtend van 11 maart 2004 zat ik in Oslo aan mijn bureau te werken en luisterde ik met een half oor naar het nieuws op CNN, toen de eerste verslagen binnenkwamen van de enorme explosies in Madrid. Al snel waren er nieuwscamera's in de straten van de Spaanse hoofdstad die de schok op de gezichten van de madrileňos vastlegden terwijl ze de omvang van de gruweldaad beseften.

Jawel, dacht ik, het heeft nu ook hier toegeslagen.

Ik hield de televisie de hele dag aan en zapte tussen CNN en de BBC. Terwijl verslaggevers de beelden van dood en vernieling beschreven die te gruwelijk waren om uitgezonden te worden, dacht ik aan onze vakantie in Madrid in augustus 2000, vier jaar eerder. Ik hield van de kosmopolitische sfeer en omvang van Madrid, de solide bakstenen gebouwen en de krioelende massa. Ondanks de verzengende zomerhitte heersten er een energie en een wilskracht die me aan New York deden denken. Tegelijkertijd hing er ook een zuidelijk gevoel van plezier en tropische ongedwongenheid die Miami Beach in herinnering riep. Dat had me verrast, want als ik aan Spanje dacht zag ik een land dat gesmoord werd door fascistische onderdrukking en streng katholicisme.

Natuurlijk wist ik dat Spanje veranderd was. Generalissimo Francisco Franco, de alleenheerser sinds 1939, was in 1975 gestorven, en de door hem verkozen opvolger, koning Juan Carlos, had iedereen verbaasd door een constitutionele monarchie in het leven te roepen. De metamorfose van het Spanje na Franco wordt onveranderlijk in superlatieven beschreven. Maar boeken lezen over Spanjes transformatie was iets anders dan er rondlopen. Ik dacht aan onze perzikkleurige kamer in een eenvoudig pension bij de Puerta del Sol, onze wandelingen door schaudewrijkje straten op snikhete middagen. 's Avonds zochten we verkoeling op terrassen van cafés op de Plaza de Chueca, terwijl we aan sterke ijskoude gin-tonics nipten die de vriendelijke obers in de grote glazen schonken tot ze bijna overliepen. Ik herinnerde me de musea - het schitterende Prado, het Thyssen, het Reina Sofia, die allemaal naast elkaar op de grote, weelderige, met bomen omzoomde Paeso del Prado liggen. En aan het eind van die boulevard doemde de indrukwekkende witte granieten gevel op van het Atocha-treinstation. Daar was een forenzentrein opgeblazen en lichaamsdelen van mensen lagen rond het spoor.

De gruweldaad was nauwkeurig gepland. Om 7:39 uur, tijdens het spitsuur, waren vier bommen die in rugzakken zaten tegelijkertijd ontploft in een trein in het Atocha-station. In een trein die op dat tijdstip ook in het Atocha-station had moeten zijn, maar die vertraagd was door een rood signaal ten zuiden van het station dicht bij een straat die de Calle de Téllez heette, explodeerden drie bommen. Totaal aantal doden: 98. Twee minuten later ontploften er nog twee bommen in een trein in het El Pozo del Tio-station, twee haltes verderop. Aantal doden: 70. Een minuut later ontplofte een bom in een trein in het Santa Eugenia-station, twee haltes verwijderd van El Pozo. Aantal doden: 17. Bij elkaar waren er bijna tweeduizend mensen gewond geraakt. Andere bommen die niet tot ontploffing waren gebracht werden gevonden in treinen in Atocha, Téllez en El Pozo. Experts kwamen tot de conclusie dat de bommen in de treinen in Atocha en Téllez het hele station hadden moeten opblazen. Bij het station Alcalá de Henares, vijf haltes verwijderd van Santa Eugenia, ontdekte de politie een geparkeerd busje met ontstekers, geluidsbandjes met koranverzen en mobiele telefoons (die gebruikt waren om de bommen tot ontploffing te brengen).

Maar veel Europeanen waren verbaasd, omdat de media hen systematisch hadden voorgelogen. Herhaaldelijk was hun verteld dat Amerika zelf om 11 september had gevraagd - dat de aanval een wraak was vanwege het Amerikaanse militarisme, het neokolonialisme, de kapitalistische uitbuiting en de steun aan Israel. West-Europa, werd hun verzekerd, was wezenlijk anders dan Amerika - toleranter, vredelievender. West-Europa had meer respect voor andere naties, was gevoeliger voor de problemen betreffende de armoede in de islamitische wereld, en steunde de Palestijnse zaak. Hierom zouden Osama bin Laden en zijn aanhangers in Europa nooit dat doen wat ze in New York en Washington hadden gedaan.

Veel West-Europeanen hadden zichzelf voor de aanvallen in Madrid met deze illusies gerustgesteld. Maar gedurende de dag, terwijl de lichaamsdelen verzameld werden en toen het overduidellijk werd wie voor de aanslagen verantwoordelijk was, trokken ten minste sommige West-Euuropeanen hun kop uit het zand.

Ik had al lang geklaagd over de Europese weifelachtigheid, maar de massademonstraties van die vrijdag toonden aan dat ik me vergist had. Net als met 11 september, zo leek het, hadden de terroristen hun hand overspeeld en hun slachtoffers onderschat.

Die illusie kon ik twee dagen koesteren - tot zondag, de dag van de verkiezingen. De uitslag was nadat de stembureaus waren gesloten snel duidelijk: de terrroristen hadden gewonnen. De Spaanse kiezers waren bezweken. Op die dag ging de boodschap de wereld over dat in West-Europa terrorisme loont.
(...)

Nu Europa een eenheid is, zingt het in koor hymnen over broederschap en wil het graag de hele wereld overtuigen van de godsdienst van eeuwige vrede. Derhalve zijn het alleen de vriendelijke debatten in Brussel over het landbouwbeleid en de verpakkingsnormen en dergelijke waar ze als internationale conflicten mee te maken krijgt.

Ze komen bedrogen uit. In werkelijkheid begint Europa nu aan een ander hoofdstuk van zijn lange, gewelddadige geschiedenis. De vijand kan niet weggefantaseerd worden. En op het spel staat niet de soevereiniteit van een of twee naties, maar de moderne democratische beschaving.
(...)

Sommige redacteuren zagen de waarheid, maar huiverden bij de implicaties ervan. 'De enige reden voor de overwinning van links in Spanje,' erkende de redacteur van van het Zweedse Expresssen ' was de terreurdaad.' Maar in plaats van door te gaan op deze alarmerende weg stapten ze snel over op een aangenamer en bekender onderwerp: wit Europees racisme. 'In Spanje ademen moslims voordat ze hun huis verlaten diep in, uit angst voor verdachte blikken of erger van hun niet-islamitische landgenoten.' Onzin. Moslims in Europa hebben meer te vrezen van andere moslims dan van witte Europeanen, en dat weten ze. Dat Expressen het tegenovergestelde beweerde, was uitermate achterbaks.
(...)

Het gebrek aan verbeelding komt vooral voor bij het West-Europese establishment. De doornsee Duitse politicus, de Franse journalist of de Zweedse professor kan zich niets voorstellen bij een leven dat geleid wordt door een religieus geloof. Als ze geconfronteerd worden met het feit dat daadwerkelijk een dergelijk geloof - hoewel een bijzonder donkere en verdraaide variant - de islamist drijft, dan is hun eerste impuls meteen afwijzend. Nee, dat kan niet waar zijn. Er moet iets anders zijn. Het moet iets zijn wat betrekking op ons heeft: armoede, onderdrukking, kolonialisme. De neo-marxistische analyse wordt er snel op losgelaten. En aan deze onjuiste interpretatie van de werkelijkheid ontspringen een heleboel enorm foutieve reacties.

Uit: Terwijl Europa Sliep - Bruce Bawer
de dreiging van de radicale islam
Meulenhoff
21 euro 95

Geen opmerkingen:

Een reactie posten