Nog één maal Halbe Zijlstra

Dick_small-1
In zijn voetnoot op 18 juni schreef Aron Grunberg: “Halbe Zijlstra houdt het midden tussen een pompbediende en de schoenpoetser van een schrijftafelmoordenaar. Elk woord dat aan hem wordt vuilgemaakt, is er een te veel.” Zover wil ik niet gaan. Ik denk trouwens niet, dat het totalitair is om de door hem voorgestelde bezuinigingen van een weerwoord te voorzien. Ze missen namelijk elke visie en ze zijn in alle opzichten paradoxaal.
In De Telegraaf van 20 juni wordt
TIN-directeur Henk Scholten geïnterviewd over de dreigende teloorgang van Het Nederlands Theater Instituut. Evenals de meeste collega’s is hij helemaal niet tegen bezuinigingen op kunst. Hij vindt wel dat het TIN een belangrijk nationaal erfgoed verzorgt en onderhoudt, dat zonder subsidie geen mogelijkheid van bestaan meer heeft. Daarmee raakt hij al aan de eerste paradox. Halbe wil wel het nationale erfgoed behouden maar dat van het TIN dan weer niet (zoals hij ook in weerwil van dit streven op het wetenschappelijk onderzoek in musea dat het beheer van erfgoed mogelijk maakt, wil korten). “Er is helemaal niemand die dat(erfgoed van het TIN) zonder subsidie kan of wil beheren”, voegt Scholten er in De Telegraaf aan toe. Daarmee wordt een andere schrijnende tegenstelling duidelijk. Handen af van de kunst, maar wel verwachten dat zich dan donateurs en sponsoren aanbieden. Als het Rijk zich terugtrekt, dan houdt elke mecenas het voor gezien. Geen donateur of sponsor die wil opdraaien voor overhead- en continuïteitskosten. Sponsoren willen naam maken met spraakmakende projecten. En die vinden ze in een samenwerking met de topinstellingen, die door Zijlstra niet worden aangepakt. Zo wist Het Van Gogh Museum (verdient zelf 27 miljoen op een budget van 35) voor de Picasso-tentoonstelling van dit moment Citroën te strikken. Het Rijksmuseum en het Koninklijk Concertgebouworkest gaan in zee met Engelse sponsoren.

Volgende inconsequentie. Gezelschappen of instellingen die voor een groot gedeelte de eigen broek ophouden en internationale bekendheid hebben maar die niet het predikaat ‘koninklijk’, ‘rijks’, ‘hollands’of ‘nederlands’ dragen , of niet bestuurd worden door een partijgenoot als Gerrit Zalm (Het Nederlands Danstheater), mogen wat Halbe betreft opzouten. Dat geldt Voor Orkater (Orkater trekt op dit moment volle zalen met Hart falen en 237 redenen voor seks en De Mexicaanse Hond met Bij het kanaal naar links – brengt zelf 40 % van de kosten op)en voor het Oerol Festival dat in deze tijd van het jaar weer tal van nationale en buitenlandse groepen naar Texel gehaald heeft (het TIN houdt er een tentoonstelling over locatietheater). Weer of geen weer, Oerol bedruipt zichzelf voor 70 %. En is er voor iedereen. Ook voor mensen die (van) bijen houden. Eén van de voorstellingen van dit moment is zelfs gecentreerd rondom een lokale imker. Maar zonder die 30 % gaat het niet meer.

Er kleeft nog een ander paradoxaal aspect aan dat idee van een mecenaat. Zo wil Halbe een Bureau voor het Mecenaat in het leven roepen, maar daarbij gaat hij volledig voorbij aan alles wat in de praktijk al lang ontwikkeld is aan sponsoring en crowdfunding (er zijn ook al succesvolle instellingen op het gebied van mecenaat, zoals Foam en De Kunsthal). Bovendien heeft hij niet in de gaten dat een mecenaat gebaat is bij maatregelen in de belastingsfeer die aantrekkelijk zijn voor sponsoren. En die maatregelen treft Halbe dan juist weer niet (in tegenstelling tot bijvoorbeeld Amerikaanse overheden). Hij zorgt niet voor een infrastructuur die private financiering mogelijk maakt.

Paradox zoveel. Zijlstra beloont de topinstellingen maar saneert alle plekken waar talent zich kan ontwikkelen (zoals De Productiehuizen en De Ateliers, ook De Rijksacademie) weg. Kennelijk ziet hij niet, dat toppers gevoed moeten worden door nieuw aanstormend talent. Zijn maatregelen mikken op de korte termijn. Ze getuigen niet van visie maar van technokratische leegte. De bezuinigingen moeten ook in één keer, waardoor een geleidelijke overgang naar meer privatisering geen kans krijgt. Een cultuurbeleid kun je dit niet noemen.

Laatste paradox (gemakshalve ga ik voorbij aan tegenstellingen als: publieksbereik benadrukken maar dezelfde bedragen geven aan orkesten in de door Zijlstra benoemde vier landsdelen waar het publiek in grootte erg verschilt). Halbe Zijlstra stelt het publiek en zijn wensen en behoeften voorop maar ondertussen verlaagt hij het aanbod en verhoogt hij de prijs van de kaartjes. Marktgericht denken (op de korte termijn) in het onderwijs (instellingen laten concurreren en ze afrekenen op het aantal afgestudeerden) en in de kunst en cultuur werkt maar voor een gedeelte. Zonder een beleid op langere termijn heeft het een schadelijke uitwerking.

Alex Rüger, de directeur van het Van Gogh Museum, hoeft niets te vrezen. Toch voelde hij zich tekort gedaan (NRC) door de negatieve toon in het hele debat (voor hem ook schadelijk, want het trekt bepaald geen donateurs aan). Hij doelde op het dédain waarmee over kunst gesproken wordt (kunst met de rug naar het publiek en aan subsidie verslaafd). Als de overheid zegt: wij hebben geen vertrouwen in jullie, probeer het bij particulieren, dan komen die particulieren echt niet. Ook Krüger vindt, dat de overheid er is voor de basis en particulieren voor specifieke projecten. De toon waarop over cultuur gesproken wordt maakt cultuur al te gemakkelijk tot zondebok van een crisis die ze niet veroorzaakt heeft.

Ook in de onderwijssector komt Zijlstra voornamelijk met technocratische maatregelen, die moeten meten wat niet altijd te meten is. Het onderwijs is er niet zo beroerd aan toe als in de media soms gesuggereerd wordt. Maar dat is inderdaad een verhaal op zich. Ik denk in ieder geval niet, dat volgende generaties die van de schoolbanken komen, asperges moeten gaan steken in China. Halbe komt alles vandaag nog eens uitleggen in de Tweede Kamer. Halbe Zijlstra. Zand erover, zou ik zeggen. Hij heeft z’n bezuinigingen in de arena geworpen. Zoek en vecht het maar uit. Het enige beleid dat daarin te ontdekken valt, is dat van verdeel en heers. Maar Ik denk dat de kunstensector er wel uitkomt. Die zal hem met haar creativiteit het nakijken geven.

10 opmerkingen:

  1. Was er soms geen beschaving in het jaar 2000? Toen kreeg de kunstsector 500 miljoen. Zijlstra wil terug van 900 naar 700 miljoen. Hij zou wat verder moeten gaan.

    De cultuur is enorm geestelijk verarmd. Subsidies maken veel kapot.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De staat kan enkel van betekenis zijn daar waar de burger onmogelijk of geen oplossing kan bieden. Het is eerder een noodzakelijk kwaad, dan bescherming.

    De burger kan makkelijk de kunstsector laten bloeien. Tenslotte is Kunst of kunst, design, architectuur, muziek, (klein)theater, mode, etc.. juist ontstaan door particulier initiatief. Pas veel later ging de staat zich er mee bemoeien..met alle gevolgen vandien.
    Iedere burger wordt nu gedwongen om aan iets te betalen waar hij/zij, als er vrijheid van keuze zou zijn, de neus voor op zou halen.

    De grote potten met geld zijn juist de ondergang van cultuur en maken creatieflozen tot miljonairs. Immers de echte vakman moet nu concurerren met talentlozen en vechten tegen zijn eigen belastinggeld ingezet als subsidie.

    Als het werkelijk van belang zou zijn dat bepaalde instituten (TIN) gered dienen te worden, kan de bevolking een actie starten.
    Acties zoals : Het dorp, Alpe d'huzes, Roparcorun, kom op tegen kanker, RodeKruis acties, enz....

    Omdat de Dick Gilsings het behagen moeten zelfs jonge laagopgeleide mensen die gaarne een toekomst op willen bouwen, betalen voor iets waar ze nooit van hebben gehoord !
    Hoe bevreemdend moet het niet zijn voor hen die aan de lopende band staan, ook moeten werken voor een Victory boogie woogie van zestig miljoen.

    Wie maakt uit wat cultureel erfgoed is ? Zangeres zonder naam of de commssie dat gerrit Zalm heeft geadviseerd.

    Je hebt ook andere Dick Gilsings, die bijvoorbeeld in het bestuur van een niet-presterende voetbalclubjes zitten. Ze ziiten eigenlijk overal.
    ikke, ikke en de rest kan stikke.

    De grootste maatschappelijke problemen worden (mede) veroorzaakt door toedoen van de staat. Het probleem van de staat is dat zij nooit verantwoordelijkheid (kan) dragen/draagt voor wat zij doet.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Doodmoe , word ik van die kunstsector.
    Eerst iedereen die het niet met hun fantasieën eens is voor a-sociale tokkie uitmaken, vervolgens steen en been klagen wanneer ze gekort wordt, en dan ook nog eens in de hand bijten van wie ze het brood moeten krijgen. Terwijl d´Ancona , vd Ploeg etc al jaren geleden hebben verteld dat de kunstsector zich opnieuw zou moeten uitvinden.

    De sector vergeet dat het helemaal niet normaal is om van je "roeping" een betaalde, -een gesubsidieerde!- baan te maken. De meeste klokkenreparateurs doen dat werk in hun vrije tijd, de meeste voetbaltrainers idem dito, ook de meeste toneelspelers en -regisseurs. Geen subsidie, zelf betaald, of opgebracht met de kaartverkoop. Om over schilders en muzikanten maar te zwijgen.

    Ik kende een kroegbaas die werkte in een drukkerij, een antiek handelaar die gewoon zijn werk had als ambtenaar, een varkensboer die bijwerkte op de fabriek,
    Waarom vindt de kunstsector het normaal dat "de gemeenschap" hun "talenten" beloont zonder dat ze de eigen broek kan ophouden?
    Dat wordt van alle maatschappelijk activiteiten gevraagd, van industrie tot voetbal tot aan de kunstsector.

    Een zeer muzikale vriendin van me emigreerde indertijd naar frankrijk. Maar na een paar maanden klaagde ze dat ze nog steeds geen werk had...als secretaresse.

    Ondertussen had ze wel een kinderkoor opgezet, gaf ze zang en pianoles, en was ze gelukkig ook getrouwd met een organist. Toen pas snapte ze dat haar leven in de muziek lag..

    Kunstenaars zouden eens het boek van Herman Hesse moeten lezen, "das Glasperlenspiel", het kralenspel, over een door de gemeenschap betaalde beweging van musici, filosofen en wetenschappers, die zich met elkaar en alleen vergenoegden, zich niets aantrokken van het lot van de gemeenschap, totdat de budgetten voor de beweging door die gemeenschap werd ingetrokken.
    Hun ELITAIRE leventje was voorbij, ze moesten de tering naar de nering zetten, maar omdat naar hun plezier en kunde geen vraag was hield de beweging op.

    Advies: laat de kunstminnaars gewoon 1000€ per jaar extra uitgeven aan kunst, laat er een stel mecenassen opstaan, laat de sector zich eens kritisch tegen het licht houden, en dan bid ik voor haar zelfinzicht.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. "Maar Ik denk dat de kunstensector er wel uitkomt. Die zal hem met haar creativiteit het nakijken geven."

    Prima, laat ze dat dan doen in plaats van dat eeuwige gejank dat ze meer geld willen krijgen.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. de pvda snapt het tenminste !

    http://www.geenstijl.nl/mt/archieven/2011/06/daaristie_weer_de_pvdadrol.html

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Een aantal jaren geleden vroeg ik verbaasd aan een kennis waarom zij zo makkelijk, zonder wachttijd en allerlei onderzoek, een uitkering kreeg. Gewoon, zei ze, omdat ik de Kunst - acedemie heb gedaan ben ik kunstenaar en dús heb ik recht op een uitkering.

    Die Andriessen video is inderdaad te triest voor woorden.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. De grootste paradox blijft toch het naakte feit dat de kunstconsument niet wil betalen voor de kunst die hij beweert zo zeer op prijs te stellen.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Inderdaad, Hoeiboei, kunst wordt betaald uit "surplus".
    En dat daar op dit moment weinig van is,omdat er andere prioriteiten zijn, interesseert ze niet. Maar dat wisten we al, want "kunstenaars" zijn de grootste zelfovertuigde egocentristen die er rondlopen

    Ze zijn "onmisbaar", net als al die lui op het kerkhof

    BeantwoordenVerwijderen