God en het monotheïstisch dilemma

Cover The Secular Outlook

In de jaren zestig en zeventig maakten vele gelovigen en niet-gelovigen een afspraak met de monotheïstische god. De gelovigen zouden in hem blijven geloven en de niet-gelovigen zouden zijn positie gedogen, mits Hij zich ook wat zou aanpassen. Hij zou zich bijvoorbeeld niet met klemmende directieven tot de gelovigen moeten richten, maar met poëtische en vriendelijke teksten die eerder als “tips” dan als “geboden” zouden moeten gelden. Het wondermiddel waarmee dat gerealiseerd zou worden heette “interpretatie”. De wetenschap die hierbij een nuttige functie zou kunnen vervullen was de “hermeneutiek” (leer van de uitleg van teksten). Wanneer in de Heilige Schrift zou staan “Stenig de godslasteraar” dan zou men dat moeten lezen als: “voer een indringend gesprek met hem”. Als er zou staan “Verboden om te werken op de sabbath” dan geef je een wending aan het woord “werken” of aan het woord “sabbath”, zodanig dat je de 24-uurs economie niet in de wielen rijdt. Heel lang heeft men gedacht dat dit zou werken en eigenlijk denken velen dat nog steeds.

Maar aan het begin van de 21ste eeuw werden we geconfronteerd met een geheel nieuwe figuur: de religieuze radicaal. De radicaal doet niet mee aan de hermeneutische omtovering van God in een vrijzinnige figuur en hij neemt het boek dat God heeft geschreven heel serieus. De gelovigen noemen hem een “fundamentalist” en de niet-gelovigen een “gevaarlijke gek”, maar dat maakt de radicaal niet uit. Hij zegt: “er staat wat er staat.” Hij zegt: “Als God in Zijn boek zegt dat godslastering hem een gruwel is dan moet je elke toneelschrijver, romanschrijver of cabaretier die Zijn naam bezoedelt tot in de uithoeken van de wereld achtervolgen en de straf opleggen die in Zijn boek is voorgeschreven.”

Zo komen we bij wat ik Het monotheïstisch dilemma noem (in een boek dat nog moet verschijnen). Het monotheïstisch dilemma is het dilemma waarin de radicale interpreten van de drie monotheïstische godsdiensten (Jodendom, Christendom, Islam) verkeren, namelijk dat zij denken te leven in een dubbele rechtsorde. Enerzijds is daar de rechtsorde van de democratische samenleving met haar wetten en geboden, maar anderzijds zijn daar ook de wetten van God en die kunnen wel iets heel anders voorschrijven. Als de gewone wet op godslastering drie maanden celstraf stelt (een wet die overigens nog binnenkort wordt afgeschaft ook), maar God stelt daarop in zijn Heilig Boek de enige juiste straf, namelijk de dood, dan dient men voor het laatste te kiezen.

De radicaal vindt dan steun en inspiratie in verhalen uit de heilige boeken waarin eigenrichting als het enig juiste middel wordt voorgeschreven, zoals het verhaal van Pinechas uit Numeri 25 die met goedkeuring van God zelf een paar godslasteraars om het leven brengt.

Moderne gelovigen en “gelovigen in het geloof” (mensen die zelf niet geloven, maar het goed vinden voor anderen) hebben alles uit de kast getrokken om de gedachte weg te drukken dat sommige gelovigen werkelijk inspiratie voor geweld putten uit hun geloof. De westerse intellectuelen wentelen zich in rouwbeklag over kolonialisme, armoede, onderdrukking, imperialisme en wat niet meer. Zij kunnen maar niet geloven dat ook religie aanknopingspunten kan bieden voor geweld. Zij proberen ons en in de eerste plaats zichzelf wijs te maken dat wie zich opblaast bij een zelfmoordaanslag dat doet uit onvrede over het kolonialisme. Alleen: elke nieuwe zelfmoordaanslag maakt het de gelovigen in het geloof wel steeds moeilijker. Er zijn misschien toch wel echt mensen die een radicale interpretatie geven aan hun geloof. Zij ervaren het monotheïstisch dilemma als reëel. Het zijn er niet zo heel veel misschien, maar wel genoeg om een serieus probleem te vormen.

Volgens de vrolijke postmodernisten is het monotheïstisch dilemma totaal geen probleem. Je mag met de tekst van een Heilige Boek tenslotte doen wat je wil. Maar de radicaal heeft daarmee serieuze moeite, want dan is het woord van God niets anders dan een gewoon gedicht. De radicaal wil houvast. Echt houvast in deze uitzichtloze wereld. Hij ervaart het contrast tussen de Heilige Wet en de wetten van de staat echt als een dilemma.

Westerse en niet-westerse overheden zijn nog niet klaar met de radicalen, want vreemd genoeg vermeerderen zij zich sneller dan de ongelovigen en de gematigden. En vreemd genoeg is radicaal geloof succesvoller dan de “gematigdheid” waarop de moderne elite zijn hoop heeft gevestigd.

Het gepraat over “dialoog” en “respect” krijgt daarmee een wat obligaat karakter en diegenen die het voor in de mond bestorven ligt geloven er zelf ook niet meer in. Misschien moeten we gaan nadenken over een hele andere manier om met geloof om te gaan. Dat vooronderstelt echter dat we weten wat de mogelijkheden zijn.

In mijn boek The Secular Outlook: In Defense of Moral and Political Secularism (Wiley-Blackwell) dat deze week verschenen is probeer ik nieuwe wegen te schetsen waarop we met religie, ook radicale religie, kunnen omgaan. Elke verandering begint volgens mij bij een goed begrip van religieus radicalisme. De zogenaamde gematigden en zij die erg in die “gematigdheid” geloven zijn natuurlijk geen probleem als de hele wereld hun voorbeeld zou volgen. Maar dat is niet zo. Daarom moeten we proberen te begrijpen wat in de religieuze radicaal omgaat en de instituties van de seculiere staat versterken. In beginsel kan de staat zich op vijf manieren tegenover religie verhouden. Allereerst: religie bestrijden. Maar dat leidt tot tirannie, zoals we weten uit de Soviet-Unie. Men kan ook één religie als de enige ware verklaren, zoals de religieuze radicalen willen. Voor die ene ware religie willen zij ons en trouwens ook zichzelf wel opblazen. Ook dat is niet aantrekkelijk natuurlijk. Als derde kan men een joods-christelijke Leitkultur bepleiten, wat in wezen niet-gelovigen discrimineert. Dat is het perspectief van zowel de PVV als het CDA. Waarom vallen die twee elkaar niet veel enthousiaster in de armen? Maxime begrijpt dit veel beter dan Ab. Verder (het vierde perspectief) kan men proberen het multiculturalisme of het religieuze groepsdenken in het zadel te houden. Dat is waaraan de oude garde van de PvdA met de moed der wanhoop zich nog steeds vastklampt: het anti-Schefferiaans contingent van de sociaal-democratie, om het zo maar te zeggen. Ik onthoud mij van verder commentaar op het multiculturalisme. Ik voel zelf het meest voor (het vijfde perspectief) een revitalisering van het model van de religieus neutrale staat. Waarom dat zo is leg ik uit in de twee bovenvermelde boeken.

Paul Cliteur

Dit artikel is geschreven als inleiding voor Manuscripta waar Cliteurs te verschijnen boek Het monotheïstisch dilemma: theologie van het terrorisme (November 2010) wordt besproken (zondag 5 september; aanvang: 14.30 uur; locatie: Westerunie, Amsterdam). Zijn The Secular Outlook: In Defense of Moral and Political Secularism (Wiley-Blackwell 2010) is deze week verschenen.

Bestellen?

[Deze tekst verscheen vandaag in de papieren edite van de Volkskrant.]

11 opmerkingen:

  1. Ik heb er geen moeite mee, meneer Cliteur, met uw streven, zolang uw oplossingen geen geschiedenisvervalsingen impliceren. Historische verbanden en afhankelijkheden in het denken moeten eerlijk worden weergegeven. Zoniet is het onmogelijk een echte geschiedenis van het denken te schrijven of zich daarop te baseren.
    En bovendien moeten religieuze opvattingen zoals die van Spinoza buiten schot blijven, omdat zij ondogmatisch zijn, niet geopenbaard en niet gewelddadig. Niet dat ik een Spinozist ben, maar ik wil niet dat uw ongetwijfeld nobele pogingen links- of rechtsom uitdraaien op nog maar eens overbodige verkettering.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Paul Cliteur roert hier een interessant thema aan en helaas weer al te actueel. Ik denk niet dat de agressief dogmatische islam onderhandelbare principes heeft. Om die totalitaire aanspraken te temperen, zal men om te beginnen onmiddellijk moeten ophouden met kernwaarden en normen van de seculiere staat te marchanderen en 2) een beleid ontwikkelen dat uitgaat van de emancipatie van het INDIVIDU en niet de GROEP, zoals dat nu nog steeds gebeurt. Het individu binnen de islam moet alle ruimte en bescherming krijgen om ook af te mogen wijken van de strikte normen van zijn of haar islamitische gemeenschap. Helaas is het beleid precies het tegenovergestelde van wat in dit opzicht wenselijk en noodzakelijk is.

    Heel interessant in dit verband is ook de ontwikkeling van het monetheïsme en het christendom van fanatieke minderheid tot staatsgodsdienst.

    God against the Gods - Jonathin Kirsch - meergodendom versus eengodendom.

    Boeken over de Romeinse keizer Julian de afvallige, de filosofe Hypathia.

    Dit uitstekende werk is alleen bij antiquariaten te verkrijgen. Er kan op de titel worden gegoogled.

    BOISSIER, Gaston Het stervend heidendom. (la fin du paganisme). Een cultuurbeeld van de vierde eeuw onzer jaartelling. Eene studie over de worstelingen van 't stervend paganisme met het jonge Christendom in het Westersch-Romeinsche rijk gedurende de vierde eeuw. Naar den derden Franschen druk vertaald door H. Bakels, en bedoeld als lectuur voor het beschaafd publiek. Met eene aanbeveling van Jo de Vries. 'S-GRAVENHAGE, C. Bredee, 1912. 820 blz. Geb.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @ Carlo: Nee, inderdaad geen geschiedsvervalsingen. En Spinoza: Spinoza valt buiten het godsbegrip van de drie monotheistische godsdiensten. Zijn “god” (als men daar al van wil spreken) is geen persoon, vaardigt geen wetten uit voor de mensen, straft mensen niet voor het overtreden van zijn wetten – kortom, met de god van Spinoza is (vrij naar Gerard Reve) niks aan de hando.
    @ Rudolf: Ja , helemaal mee eens, geen groepsrechten, maar individuele rechten. Wat Rudolf schrijft onderstreept ook nog eens dat het gevaar van radicale godsdiensten groter is als westerse samenlevingen niet weten hoe ze daar mee om moeten gaan. Jonathan Kirsch is een interessante literatuurtip, de roman van Julian van Gore Vidal evenzeer. Gaston kende ik niet, maar ga ik opzoeken.
    Paul Cliteur

    BeantwoordenVerwijderen
  4. "Ik voel zelf het meest voor (het vijfde perspectief) een revitalisering van het model van de religieus neutrale staat."

    Het lijkt me de enige juiste optie voor een moderne samenleving aangezien religie niets meer is dan een hobby waar op zich niets tegen is.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. @ Paul Cliteur,

    Er zijn ook nog andere auteurs die wat over Julian hebben geschreven en het thema nog wat beter onderstrepen dan Vidal, bv

    Kaiser Julian Apostata - die Wiederkehr der alten Götter - Marion Giebel

    Ook nog wel Engels-talige auteurs.

    Discours de l'empereur Julien, contre les chrétiens - Voltaire

    Ken je ook het ongeveer 300 jaar oude pamflet tegen alle 3 de monetheïstishe godsdiensten - "De drie bedriegers" - Les trois imposteurs - ook in het Engels vertaald : The three impostors
    Leuk tractaat om te lezen:

    Zie ook info bij wiki:

    http://en.wikipedia.org/wiki/Treatise_of_the_Three_Impostors

    BeantwoordenVerwijderen
  6. De stelling van dat oude pamflet levert je natuurlijk nog steeds de nodige problemen op, als je dit uitdraagt. De auteur van het pamflet is uiteraard anoniem.


    Bedriegers

    BeantwoordenVerwijderen
  7. @ Willem: ben ik het mee eens. Maar het zal nog heel wat arbeid vergen om daar in Nederland bijval voor te krijgen. Het valt slecht in de Nederlandse traditie met zijn confessionele traditie. Multiculturalisme (alle godsdiensten helpen met staatssteun) en Joods-christelijke Leitkultur ligt beter in de markt, zo lijkt het. Maar goed, we zullen zien - misschien wijzen de problemen met radicale religiositeit vanzelf in de richting van de religieus-neutrale staat en een publiek ethos dat zich niet op religie baseert.
    @ Rudolf - dank voor de literatuurtips. Het boek over de drie bedriegers heb ik. Vanmiddag ga ik in de Westerunie in Amsterdam discussiëren met Rabbijn Evers en wordt ik geinterviewd door de Volkskrant op zondag. Om half 3.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Fijne tekst om te lezen maar is het niet obvious wat er in de religieuze radicaal omgaat? Waarom je daar in te verdiepen? Betekent het ook praten met Hamas?

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Paul,
    De radicaal gaat, als gevolg van bizar godsdienstonderwijs of omdat hij zich wil onderscheiden , een stap verder dan zijn geloofsgenoten en stelt vast dat God daadwerkelijk bestáát. Hiermee hoeft de radicaal zich de beledigingen aan zijn God niet meer laten welgevallen en kan actief aan de slag om God te "helpen". Denk daarbij aan de AEL die met cartoons over holocaustontkenning, de belediging met Deense cartoons aan het adres van Allah probeert te vereffenen.
    Waar de radicaal compleet aan voorbij gaat is de essentie van een godsdienst: kracht en inspiratie putten uit een geloof waar geen greintje bewijs voor is. Religie is bedoeld als inspiratie voor een gezond geestelijk leven (*spuug*). Wie simpelweg vaststeld dat God bestaat is niet alleen zijn geloof kwijt maar ook zijn inspiratie.
    Hetzelfde zie je trouwens bij oud links. In plaats van idealen te gebruiken als inspiratie hebben ze beleid gemaakt van hun idealen. Mensen gelijkwaardig behandelen is veranderd in alle mensen zijn gelijk. Politiek gezien leidt dat tot bizarre situaties omdat sociale ongelijkheden daarmee onbestaanbaar zijn omdat ze direct conflicteren met de linkse ideologie, oud links kan toch moeilijk toegeven dat hun ideologie niet klopt.

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Beste Heer Cliteur

    dit boek koop ik vast en zeker.
    (sorry mijn Nederlands is niet zo goed)
    Als Zen beoefenaar (d.w.z. ik volg de Zen lijn als ik me zo goet uitdruk in het Nederlands) ben ik zeer geïnteresseerd in deze thema's.

    veel dank

    Heer Kleine

    BeantwoordenVerwijderen
  11. De verdedigende stelling van de 'grote drie' - en dan hier met name door 'het' christendom - wordt weer betrokken door een onterechte en bliksemsnelle verwijzing naar de heren J.S. en A.H. Zie: http://www.refdag.nl/opinie/toegespitst/religie_en_geweld_een_gecompliceerde_relatie_1_388893.

    Onterecht omdat 1. beide of tenminste een van beide heren niet zo a-religieus waren en 2. de aan hen opgehangen ideologische systemen wel degelijk als religieus zijn aan te merken - alleen toevallig zonder godheid.

    Bovendien is het gehanteerde argument onlogisch: als sommige a-religieuze systemen af en toe al gewelddadig zouden zijn, dan sluit dat een inherent gewelddadig karakter van religieuze systemen geenszins uit. En daar gaat het hier om. Je zou zelfs kunnen volhouden dat een systeem per definitie 'religieus' is als het geweld - jegens individuen of collectieven - rechtvaardigt.

    BeantwoordenVerwijderen