“Leuk hè!”

(Anekdote over Harry Mulisch)

Verrek, dat is Harry Mulisch, realiseer ik me als ik de man enkele meters gepasseerd ben. Voor de zekerheid draai ik me om, en dat nu doet de Bekende Schrijver eveneens.

Daar op 't Spui, in 1981 of daaromtrent.

Harry Mulisch lacht. Ik lach ook, waarom weet ik niet. Mensen snellen ons voorbij maar wij staan enkele seconden stil op die uitzonderlijk brede Amsterdamse stoep, elkaar stompzinnig lachend aankijkend. Om daar een eind aan te maken, draai ik me niet om maar leg de paar schreden af die mij van de Bekende Schrijver scheiden.

Leuk hè!” verwelkomt Harry Mulisch mij.

Hij klopt er nog net niet bij op z'n borst.

Ik verberg m'n spijt dat ik niet ben doorgelopen, nu moet ik wel een praatje met de schrijver maken van wie ik dan alleen nog 'Het stenen bruidsbed' heb gelezen. Van de persoon Mulisch en z'n oeuvre weet ik niet veel meer dan een gemiddelde middelbare scholier. Ik ken dan de door jan en alleman aangehaalde, een beetje vileine maar vooral geestige versjes van Gerard Reve over collega Mulisch nog niet:

Koninklijke goedkeuring

'k Kwam bij een Hooggeplaatst Persoon.
'k Trad nader tot haar troon.
Zij sprak: "Het werk van Mulles
Is niks als vulles.
Het werk van Reve
Dat is leven!

En:

AFREKENING

Het nieuwe prachtboek van de intellectueel H.M.
gaat niet over God, niet over de Liefde,
niet over de Dood.
Het gaat over een zeepbel die uiteenspat.
Men noemt dit werk: 'sterk autobiografies'.

Niets weet ik daarvan in 1981. Ik ben een ongewaarschuwd mens, ik besef niet dat ik tegenover de grootste en belangrijkste schrijver aller tijden sta. Althans volgens Harry Mulisch zelf dan. Al begint me daar op 't Amsterdamse Spui door schrijvers leuke ontvangst wel iets te dagen.

Nee, zijn meesterwerk, 'De ontdekking van de hemel', heeft de briljante schrijver in 1981 nog niet geschreven. Hoewel ik het werk van Mulisch na de vermeldingswaardige romans 'Twee vrouwen' en 'De aanslag' eigenlijk voor gezien hield, heb ik die dikke pil, waarin een van de hoofdpersonen een sterke gelijkenis vertoont met womanizer Harry, op aandringen van Mulisch-liefhebbers later toch nog gelezen.

Ik geef toe dat ik 'De ontdekking' heb verslonden. Net als lekkere, vette maar goedkope chocolade, in één keer naar binnen werkend om er daarna vervolgens onmiddellijk spijt van te krijgen.

De schrijver prijst mijn opleidingskeuze en vraagt, een glanzende glimlach verdwijnt geen moment van zijn gezicht, of hij me een keer mag bellen.

Ik ben jong, heb nog niet geleerd een onbekend telefoonnummer op te geven om van vreemde, opdringerige mannen af te komen, maar geheel naïef ben ik toch niet. Botweg weigeren, durf ik niet – ik sta hier wel tegenover Har-ry Mu-lisch zoals hij me overduidelijk laat merken. Daarom geef ik het telefoonnummer van m'n werk, dan krijgt hij eerst de conciërge te spreken, weet ik.

Op 't werk maak ik tijdens de gezamenlijke koffiepauze in de kale maar met gezellige mensen gevulde conciërge-loge van een dependance van de Lerarenopleiding aan de Keizersgracht melding van de bizarre ontmoeting met de schrijver.

Oh,” zegt F., een van m'n leukste mannelijke collega's, laconiek, “jij ook al!? Mijn vrouw heeft laatst precies hetzelfde met Harry Mulisch meegemaakt!

AnneliesvanderVeer

3 opmerkingen:

  1. Ik vond het geen groot schrijver, ondanks de omvang van z'n oeuvre. Maar wel iemand die open stond voor onbekend contact. Ik herinner me ('t zal 1986 geweest zijn), dat ik samen met hem op lijn 4 stond te wachten voor de v&d bij de munt. Ik groette en we raakten in gesprek tot aan de gemeenschappelijke uitstaphalte, Van Woustraat, net na het Frederiksplein. Het was wel wat apart om vervolgens vanuit het huis van m'n vriendin de beroemdheid vrijwel naakt het toch wel dertig jaar jongere overbuurmeisje te zien liefkozen. Maar och, de hemel kan overal zijn toch?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @ Annelies,

    De film was beter dan het boek...

    Zie je wel dat we het af en toe eens zijn met elkaar.

    Ben er niet in geslaagd om ooit een boek van de beste man uit te lezen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Iemand die op het laatst van zijn leven nog aan God schrijft "Zet 'm op!" kan - als het waar is - volgens mij niet deugen. Heb alleen 'Anekdoten rondom de dood' (2004) gelezen en de kanjer heeft me griezelig verbaasd door de schepping van het licht en het verhaal daarvan in de bijbel gewoon "vakwerk" te noemen.

    BeantwoordenVerwijderen